direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: Kom Gendt
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.29-OH01

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder:
    • 1. gezondheidszorg; en/of
    • 2. zorg en welzijn; en/of
    • 3. jeugd/kinderopvang; en/of
    • 4. onderwijs; en/of
    • 5. religie; en/of
    • 6. uitvaart/begraafplaats; en/of
    • 7. bibliotheken; en/of
    • 8. openbare dienstverlening; en/of
    • 9. verenigingsleven; en/of
  • b. een begraafplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';

met de daarbij behorende:

  • c. wegen en paden;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. waterlopen en waterpartijen;
  • g. duikers.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' geldt het aangeduide bebouwingspercentage als maximum; voor zover geen aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is opgenomen, mag ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' het vlak volledig worden bebouwd;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' met deze aanduiding is aangeduid;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangeduid;
  • e. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangeduid.
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2,0 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel maximaal 1 m mag bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
9.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor seksinrichtingen.