direct naar inhoud van Artikel 7 Groen - Waterberging
Plan: Kom Gendt
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.29-OH01

Artikel 7 Groen - Waterberging

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Waterberging' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplanting;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. jongerenontmoetingsplaats, uitsluitend na verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 7.3.1;
  • f. hondenuitlaatplaats, uitsluitend na verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 7.5.1;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. kunstwerken en kunstobjecten;
  • i. waterlopen en waterpartijen;
  • j. duikers.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en speelvoorzieningen worden gebouwd, alsmede ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 5,0 m;
  • c. de maximale oppervlakte van nutsvoorzieningen bedraagt 25 m².
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5,0 m bedragen, met uitzondering van kunstwerken en kunstobjecten;
  • b. in afwijking van het bepaalde sub a mag de hoogte van lichtmasten maximaal 12,0 m bedragen.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Omgevingsvergunning oprichten jongerenontmoetingsplaats

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 7.1 sub e voor het oprichten van een jongerenontmoetingsplaats, met dien verstande dat:

  • a. de minimale afstand tussen een jongerenontmoetingsplaats en woningen 30 m dient te bedragen;
  • b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van het woon- en leefklimaat'
  • c. bij de jongerenontmoetingsplaats is een gebouw toegestaan met een oppervlakte van maximaal 30 m2;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 3,0 m.
7.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. parkeervoorzieningen.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
7.5.1 Omgevingsvergunning oprichten hondenuitlaatplaats

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 7.1 sub f voor het oprichten van een hondenuitlaatplaats, met dien verstande dat:

  • a. de minimale afstand tussen een hondenuitlaatplaats en woningen 5,0 m dient te bedragen;
  • b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van het woon- en leefklimaat.
7.6 Wijzigingsbevoegdheid
7.6.1 Algemene wijziging naar wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Wonen’, met dien verstande dat het toevoegen dan wel wijzigen van de aanduiding 'bouwvlak' niet is toegestaan.