Plan: | Buitengebied Lingewaard, 3e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1705.278-VG01 |
Op het plan zijn de begrippen conform de regels in artikel 1 behorende bij het moederplan, de 1e herziening en de 2e herziening, zoals genoemd in 1.1, 1.2 en 1.3 voor zover relevant, van toepassing.
het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard" met identificatienummer 'NL.IMRO.1705.60-VG01', aldus vastgesteld door de gemeente Lingewaard d.d. 31 oktober 2013.
het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard, 1e herziening" met identificatienummer 'NL.IMRO.1705.168-VG02', aldus vastgesteld door de gemeente Lingewaard d.d. 18 mei 2017.
het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard, 2e herziening" met identificatienummer 'NL.IMRO.1705.214-VG01', aldus vastgesteld door de gemeente Lingewaard d.d. 13 december 2018.
het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 3e herziening' met identificatienummer NL.IMRO.1705.278-VG01 van de gemeente Lingewaard.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een bijgebouw behorende bij meerdere woningen dat door de bewoners, qua functionaliteit, gezamenlijk wordt gebruikt voor functies inherent aan de woonfunctie zoals stalling van voertuigen en fietsen, opslag dan wel eventuele hobbyruimte.
Hiervoor gelden de regels in artikel 3 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 4 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 5 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3 met inachtneming van de volgende wijzigingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.2 ten behoeve van het toestaan van een dierenonderkomen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - dierenonderkomen, mits:
Hiervoor gelden de regels in artikel 6 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3 met inachtneming van de volgende wijzigingen:
Gebouwen aan de Groenestraat 1a te Gendt, ter plaatse van de aanduiding 'opslag' mogen worden gebruikt onder de voorwaarde dat binnen één jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 3e herziening' uitvoering wordt gegeven aan het landschappelijk inpassingplan, zoals opgenomen in Bijlage 1 van deze regels, en in stand wordt gehouden.
Hiervoor gelden de regels in artikel 7 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 8 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 9 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 10 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 11 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 12 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 13 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 14 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 15 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 16 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 17 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 18 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 19 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 19 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 20 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 20 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 21 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 21 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 22 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 22 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 23 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 24 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 23 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 25 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3 met inachtneming van de volgende wijzigingen:
Het in gebruik nemen van bijgebouwen bij de woning Doornenburgsestraat 21 is uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat binnen 1 jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 3e herziening' uitvoering wordt gegeven aan het landschappelijk inpassingsplan, zoals opgenomen het in Bijlage 2 van deze regels, en in stand wordt gehouden.
Het in gebruik nemen van de gronden bij de woningen 't Hof 22 t/m 34 als tuin, onderdeel uitmakend van het woonperceel, is uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat binnen 1 jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 3e herziening' uitvoering wordt gegeven aan het landschappelijk inpassingsplan, zoals opgenomen het in Bijlage 3 van deze regels. De landschappelijke inpassing moet na realisatie in stand worden gehouden.
Het in gebruik nemen van een woning op de locatie Rijndijk 29 te Doornenburg, niet zijnde een bestaande woning, is uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat de landschappelijke inpassing overeenkomstig het in Bijlage 4 bij de regels opgenomen inrichtingsplan binnen 2 jaar na verlening van de omgevingsvergunning voor de bouw van de eerste nieuwe woning is aangelegd. De landschappelijke inpassing dient na realisatie in stand te worden gehouden.
Hiervoor gelden de regels in artikel 24 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 26 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 25 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 27 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 26 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 28 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 27 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 29 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 28 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 30 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 29 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 31 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 30 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 32 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 31 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 33 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 32 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 34 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 35 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de regels in hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 37 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 36 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de regels in hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 38 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 37 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de regels in hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 39 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 38 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de regels in hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 40 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Hiervoor gelden de regels in artikel 39 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de regels in hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 41 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 44.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 44.1.1 met maximaal 10 %.
Het bepaalde in 44.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 44.1.2, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 44.1.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 44.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 3e herziening'.