direct naar inhoud van Regels
Plan: Buitengebied Lingewaard, 3e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.278-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Op het plan zijn de begrippen conform de regels in artikel 1 behorende bij het moederplan, de 1e herziening en de 2e herziening, zoals genoemd in 1.1, 1.2 en 1.3 voor zover relevant, van toepassing.

1.1 moederplan

het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard" met identificatienummer 'NL.IMRO.1705.60-VG01', aldus vastgesteld door de gemeente Lingewaard d.d. 31 oktober 2013.

1.2 1e herziening

het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard, 1e herziening" met identificatienummer 'NL.IMRO.1705.168-VG02', aldus vastgesteld door de gemeente Lingewaard d.d. 18 mei 2017.

1.3 2e herziening

het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard, 2e herziening" met identificatienummer 'NL.IMRO.1705.214-VG01', aldus vastgesteld door de gemeente Lingewaard d.d. 13 december 2018.

1.4 plan

het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 3e herziening' met identificatienummer NL.IMRO.1705.278-VG01 van de gemeente Lingewaard.

1.5 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.6 gezamenlijk bijgebouw

een bijgebouw behorende bij meerdere woningen dat door de bewoners, qua functionaliteit, gezamenlijk wordt gebruikt voor functies inherent aan de woonfunctie zoals stalling van voertuigen en fietsen, opslag dan wel eventuele hobbyruimte.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels in artikel 2 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch - Glastuinbouw

Hiervoor gelden de regels in artikel 3 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 4 Agrarisch - Komgronden

Hiervoor gelden de regels in artikel 4 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 5 Agrarisch met waarden - Dijkzone

Hiervoor gelden de regels in artikel 5 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3 met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  • a. Aan artikel 5.1.1, sub a wordt punt 5 met de volgende bepaling toegevoegd: uitsluitend een machinale timmerwerkplaats en opslaglood met kantoor ten behoeve van een aannemersbedrijf is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van agrarisch met waarden - machinale timmerwerkplaats en opslagloods met kantoor ten behoeve van aannemersbedrijf'.
  • b. Aan artikel 5.3 wordt het volgende lid 5.3.7 toegevoegd;

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.2 ten behoeve van het toestaan van een dierenonderkomen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - dierenonderkomen, mits:

  • aangetoond is dat het dierenonderkomen ter plaatse noodzakelijk is in het kader van dierenwelzijn;
  • het oppervlak bedraagt niet meer dan 40 m2;
  • de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 4 meter;
  • er sprake is van een landschappelijke inpassing, dat wordt onderbouwd en gevisualiseerd in een terrein-/ beplantingsplan;
  • er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving functies en waarden.

  • c. Artikel 5.7.4 sub k wordt vervangen door: Oppervlakte bijgebouw voormalige bedrijfswoning bedraagt maximaal 75 m²,
  • d. Aan artikel 5.7.4 wordt na sub k het volgend sublid ingevoegd: Indien een bijgebouw bij een voormalige bedrijfswoning bijdraagt aan de instandhouding van het agrarisch landschap en natuurbeheer, bijvoorbeeld door het hierin hobbymatig houden van dieren, mag de totale oppervlakte van bijgebouwen bij een voormalige bedrijfswoning maximaal 150 m² bedragen.
  • e. De nakomende subleden worden hierdoor vernummerd.
  • f. Artikel 5.7.5 sub j wordt vervangen door: Oppervlakte bijgebouw voormalige bedrijfswoning bedraagt maximaal 75 m²,
  • g. Aan artikel 5.7.5 wordt na sub j het volgend sublid ingevoegd: Indien een bijgebouw bij een voormalige bedrijfswoning bijdraagt aan de instandhouding van het agrarisch landschap en natuurbeheer, bijvoorbeeld door het hierin hobbymatig houden van dieren, mag de totale oppervlakte van bijgebouwen bij een voormalige bedrijfswoning maximaal 150 m² bedragen.
  • h. De nakomende subleden worden hierdoor vernummerd.

Artikel 6 Agrarisch met waarden - Oeverwallen

Hiervoor gelden de regels in artikel 6 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3 met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  • a. Artikel 6.7.4 sub k wordt vervangen door: Oppervlakte bijgebouw voormalige bedrijfswoning bedraagt maximaal 75 m²,
  • b. Aan artikel 6.7.4 wordt na sub k het volgend sublid ingevoegd: Indien een bijgebouw bij een voormalige bedrijfswoning bijdraagt aan de instandhouding van het agrarisch landschap en natuurbeheer, bijvoorbeeld door het hierin hobbymatig houden van dieren, mag de totale oppervlakte van bijgebouwen bij een voormalige bedrijfswoning maximaal 150 m² bedragen.
  • c. De nakomende subleden worden hierdoor vernummerd.
  • d. Artikel 6.7.5 sub j wordt vervangen door: Oppervlakte bijgebouw voormalige bedrijfswoning bedraagt maximaal 75 m²,
  • e. Aan artikel 6.7.5 wordt na sub j het volgend sublid ingevoegd: Indien een bijgebouw bij een voormalige bedrijfswoning bijdraagt aan de instandhouding van het agrarisch landschap en natuurbeheer, bijvoorbeeld door het hierin hobbymatig houden van dieren, mag de totale oppervlakte van bijgebouwen bij een voormalige bedrijfswoning maximaal 150 m² bedragen.
  • f. De nakomende subleden worden hierdoor vernummerd.
  • g. Aan artikel 6.1.1, sub a wordt punt 5 met de volgende bepaling toegevoegd: inpandige statische opslag is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'opslag'.
  • h. Aan artikel 6.4.1 wordt een sub l met de volgende bepaling toegevoegd: parkeren ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein uitgesloten'.
  • i. Aan artikel 6.4 een nieuw lid 6.4.2 met de volgende bepaling (voorwaardelijke verplichting) wordt toegevoegd:

Gebouwen aan de Groenestraat 1a te Gendt, ter plaatse van de aanduiding 'opslag' mogen worden gebruikt onder de voorwaarde dat binnen één jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 3e herziening' uitvoering wordt gegeven aan het landschappelijk inpassingplan, zoals opgenomen in Bijlage 1 van deze regels, en in stand wordt gehouden.

Artikel 7 Bedrijf

Hiervoor gelden de regels in artikel 7 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 8 Bedrijf - Agrarisch verwant

Hiervoor gelden de regels in artikel 8 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 9 Bedrijf - Nutsvoorziening

Hiervoor gelden de regels in artikel 9 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 10 Cultuur en ontspanning

Hiervoor gelden de regels in artikel 10 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 11 Detailhandel

Hiervoor gelden de regels in artikel 11 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 12 Groen

Hiervoor gelden de regels in artikel 12 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 13 Groen - Landschappelijke inpassing

Hiervoor gelden de regels in artikel 13 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 14 Horeca

Hiervoor gelden de regels in artikel 14 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 15 Kantoor

Hiervoor gelden de regels in artikel 15 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 16 Maatschappelijk

Hiervoor gelden de regels in artikel 16 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 17 Natuur

Hiervoor gelden de regels in artikel 17 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 18 Recreatie

Hiervoor gelden de regels in artikel 18 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 19 Recreatie - Visvijver

Hiervoor gelden de regels in artikel 19 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 20 Sport

Hiervoor gelden de regels in artikel 19 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 20 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 21 Verkeer

Hiervoor gelden de regels in artikel 20 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 21 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 22 Verkeer - Railverkeer

Hiervoor gelden de regels in artikel 21 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 22 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 23 Water

Hiervoor gelden de regels in artikel 22 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 23 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 24 Water - Visvijver

Hiervoor gelden de regels in artikel 24 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 25 Wonen

Hiervoor gelden de regels in artikel 23 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 25 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3 met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  • a. Aan artikel 23.4 (moederplan, 1e herziening) en 25.4 (2e herziening) een nieuw lid 23.4.2/25.4.2 met de volgende bepaling (voorwaardelijke verplichting) wordt toegevoegd:

Het in gebruik nemen van bijgebouwen bij de woning Doornenburgsestraat 21 is uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat binnen 1 jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 3e herziening' uitvoering wordt gegeven aan het landschappelijk inpassingsplan, zoals opgenomen het in Bijlage 2 van deze regels, en in stand wordt gehouden.

  • b. In artikel 23.1.2 onder a (staat van activiteiten) komt in de tabel de rij met (sw-35): specifieke vorm van wonen - 35, kantoor/ dienstverlening, Olyhorststraat 16/16a, Gendt te vervallen.
  • c. In artikel 23.1.2 onder a (staat van activiteiten) wordt in de tabel een rij toegevoegd met (sw-46): specifieke vorm van wonen - 46, een winkel in groente, fruit, bloemen, planten en aanverwante artikelen van deels zelf geteelde producten en de teelt van producten ten behoeve hiervan, Bredestraat 87, Huissen.
  • d. Aan artikel 23.2.4 sub b wordt toegevoegd: met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'oppervlakte' het aangegeven oppervlak aan bijgebouwen c.q. kassen is toegestaan.
  • e. Aan artikel 23.4 (moederplan, 1e herziening) en 25.4 (2e herziening) een nieuw lid 23.4.3/25.4.3 met de volgende bepaling (voorwaardelijke verplichting) wordt toegevoegd:

Het in gebruik nemen van de gronden bij de woningen 't Hof 22 t/m 34 als tuin, onderdeel uitmakend van het woonperceel, is uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat binnen 1 jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 3e herziening' uitvoering wordt gegeven aan het landschappelijk inpassingsplan, zoals opgenomen het in Bijlage 3 van deze regels. De landschappelijke inpassing moet na realisatie in stand worden gehouden.

  • f. Artikel 23.1.1 sub a als volgt wordt gewijzigd: maximaal één woning per bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met dien verstande dat:
  • g. Aan artikel 23.2.3 sub a wordt toegevoegd: met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' de aangeduide goothoogte als maximum hoogte geldt.
  • h. Aan artikel 23.2.3 sub b wordt toegevoegd: met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' de aangeduide bouwhoogte als maximum hoogte geldt.
  • i. Aan artikel 23.2.4 wordt na sub g het volgend sublid ingevoegd: in afwijking van het voorgaande is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gezamenlijk bijgebouw' uitsluitend een gezamenlijk bijgebouw van maximaal 105 m2 voor twee woningen (52,5 m2 per woning) toegestaan zoals verbonden met de figuur 'relatie', waarbij wordt voldaan aan de volgende kenmerken:
    • 1. goothoogte maximaal 3,5 meter;
    • 2. bouwhoogte maximaal 7,0 meter.
  • j. Aan artikel 23.4 (moederplan, 1e herziening) en 25.4 (2e herziening) een nieuw lid 23.4.4/25.4.4 met de volgende bepaling (voorwaardelijke verplichting) wordt toegevoegd:

Het in gebruik nemen van een woning op de locatie Rijndijk 29 te Doornenburg, niet zijnde een bestaande woning, is uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat de landschappelijke inpassing overeenkomstig het in Bijlage 4 bij de regels opgenomen inrichtingsplan binnen 2 jaar na verlening van de omgevingsvergunning voor de bouw van de eerste nieuwe woning is aangelegd. De landschappelijke inpassing dient na realisatie in stand te worden gehouden.

  • k. De aanhef in artikel 23.5.2 wordt als volgt gewijzigd: Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.1.1 onder b sub 5, teneinde bedrijfsactiviteiten toe te staan, die qua aard en omvang en invloed op het milieu en de omgeving gelijk te stellen zijn met de in 23.1.1 onder b sub 5 toegestane bedrijfsactiviteiten, mits:
  • l. Aan artikel 23.2.4 wordt toegevoegd: uitgezonderd ter plaatse van de locatie Rijndijk 29 (Doornenburg) waar alleen de sub b tot en met e als kenmerken (oppervlak, inhoud, goothoogte en bouwhoogte) van toepassing zijn. De kenmerken in sub a, f en g zijn daarbij niet van toepassing.

Artikel 26 Leiding - Gas

Hiervoor gelden de regels in artikel 24 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 26 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 27 Leiding - Hoogspanningsverbinding

Hiervoor gelden de regels in artikel 25 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 27 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 28 Leiding - Riool

Hiervoor gelden de regels in artikel 26 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 28 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 29 Waarde - Archeologie 1

Hiervoor gelden de regels in artikel 27 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 29 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 30 Waarde - Archeologie 2

Hiervoor gelden de regels in artikel 28 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 30 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 31 Waarde - Archeologie 3

Hiervoor gelden de regels in artikel 29 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 31 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 32 Waarde - Archeologie 4

Hiervoor gelden de regels in artikel 30 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 32 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 33 Waarde - Archeologie 5

Hiervoor gelden de regels in artikel 31 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 33 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 34 Waarde - Archeologie 6

Hiervoor gelden de regels in artikel 32 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 34 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 35 Waterstaat - Waterkering

Hiervoor gelden de regels in artikel 33 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 35 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 36 Waterstaat - Waterstaatkundige functie

Hiervoor gelden de regels in artikel 34 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 36 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 37 Anti-dubbeltelregel

Hiervoor gelden de regels in artikel 35 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de regels in hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 37 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 38 Algemene bouwregels

Hiervoor gelden de regels in artikel 36 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de regels in hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 38 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 39 Algemene gebruiksregels

Hiervoor gelden de regels in artikel 37 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de regels in hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 39 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 40 Algemene aanduidingsregels

Hiervoor gelden de regels in artikel 38 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de regels in hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 40 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 41 Algemene afwijkingsregels

Hiervoor gelden de regels in artikel 39 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de regels in hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 41 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 42 Algemene wijzigingsregels

Hiervoor gelden de regels in artikel 40 van het moederplan zoals genoemd in 1.1, de regels in hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 42 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Artikel 43 Overige regels

Hiervoor gelden de regels in hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 en de regels in artikel 43 van de 2e herziening zoals genoemd in 1.3.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 44 Overgangsrecht

44.1 Overgangsrecht bouwwerken
44.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
44.1.2 Afwijken bij omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 44.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 44.1.1 met maximaal 10 %.

44.1.3 Uitzondering

Het bepaalde in 44.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

44.2 Overgangsrecht gebruik
44.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

44.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 44.1.2, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

44.2.3 Onderbroken gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 44.1.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

44.2.4 Uitzondering

Het bepaalde in 44.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 45 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 3e herziening'.