direct naar inhoud van Artikel 23 Waarde - Cultuurhistorie beschermd dorpsgezicht 1
Plan: Kom Bemmel
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.21-OH01

Artikel 23 Waarde - Cultuurhistorie beschermd dorpsgezicht 1

23.1 Bestemmingsomschrijving
23.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Cultuurhistorie beschermd dorpsgezicht 1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het instandhouden van de binnen het beschermd dorpsgezicht voorkomende, dan wel daaraan eigen landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Eén en ander overeenkomstig de in 23.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

23.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

De cultuurhistorische waarden als bedoeld in 23.1.1 zijn beschreven in Bijlage 3 Beschermd Dorpsgezicht N.H. Kerk e.o..

23.2 Bouwregels
23.2.1 Bouwvlak

Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden voor gebouwen de volgende voorwaarden:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mag de goothoogte en/of de bouwhoogte met maximaal 10% afwijken van de bestaande goothoogte respectievelijk bouwhoogte. Deze goot- respectievelijk bouwhoogte mag nooit meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mag de bebouwde oppervlakte met maximaal 10% afwijken van de bestaande bebouwde oppervlakte;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' mag de goothoogte en/of de bouwhoogte niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' mag de bebouwde oppervlakte niet meer bedragen dan de bestaande bebouwde oppervlakte;
  • e. de bestaande dakhelling mag niet worden gewijzigd.
23.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de instandhouding van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht nadere eisen stellen aan plaats en afmetingen van de bebouwing.

23.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2.1 en toestaan dat gebouwd wordt in overeenstemming met de onderliggende bestemming, mits hierbij geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht.

23.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.5.1 Omgevingsvergunningsplichtig

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - beplanting' alsmede binnen de bestemming Groen - Landelijk en Maatschappelijk zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het veranderen van de beplantingssoort;
  • b. het aanbrengen van opgaande beplanting;
  • c. het kappen en/of verwijderen van bomen en houtgewas, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - beplanting' alsmede binnen de bestemming Groen - Landelijk;
  • d. het aanbrengen van halfverhardingen uitsluitend binnen de bestemming Groen - Landelijk;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen of daarmee verband houdende constructies uitsluitend binnen de bestemming Groen - Landelijk;
  • f. het verlagen van het waterpeil uitsluitend binnen de bestemming Groen - Landelijk;
  • g. het graven, verbreden en dempen van sloten en andere waterpartijen uitsluitend binnen de bestemming Groen - Landelijk.
23.5.2 Uitzonderingen vergunningenplicht

Het onder 23.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud betreffen;
  • b. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning of omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden is verleend;
  • c. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren.
23.5.3 Toetsing

De onder 23.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend, indien door de genoemde werken en werkzaamheden, dan wel door de daardoor direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen blijvende onomkeerbare verstoring van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden en de landschappelijke en cultuurhistorische structuur tot gevolg zal hebben.

23.5.4 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in 23.5.1 is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.

23.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
23.6.1 Omgevingsvergunningsplichtig

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het slopen) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het geheel of gedeeltelijk slopen van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
23.6.2 Uitzonderingen vergunningenplicht

Het onder 23.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan sloopvergunning of omgevingsvergunning voor het slopen is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren.
23.6.3 Toetsing

De onder 23.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend, indien door de genoemde werken en werkzaamheden, dan wel door de daardoor direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen blijvende onomkeerbare verstoring van de cultuurhistorische waarden en de cultuurhistorische structuur van het beschermde dorpsgezicht tot gevolg zal hebben.

Sloop van gebouwen kan worden toegestaan in de volgende gevallen:

  • a. de karakteristieke hoofdvorm is niet langer aanwezig en kan niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand worden hersteld;
  • b. de karakteristieke hoofdvorm is redelijkerwijs niet te handhaven;
  • c. het betreft delen van een pand of bijgebouwen, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan vindt geen onevenredige aantasting plaats van de karakteristieke hoofdvorm.
23.6.4 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in 23.6.1 is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.