17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.5.1 Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
-
c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, tenzij dit noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
d. het aanbrengen van hoog opgaande beplanting anders dan ten behoeve van de ecologische hoofdstructuur;
-
e. het vellen en/of rooien van houtgewas, met name hoogstamboomgaarden, of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas tot gevolg kan hebben, behoudens bij wijze van verzorging;
-
f. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
-
g. het aanbrengen en/of aanleggen van oeverbeschoeiingen en het graven en/of aanleggen van waterlopen;
-
h. het bebossen van gronden;
-
i. het verwijderen van graften, bosstroken en/of grasbanen.
17.5.2 Uitzondering
Het verbod als bedoeld in artikel 17.5.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden:
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'parkeren';
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 4';
-
c. die van geringe omvang zijn danwel het normale onderhoud en beheer betreffen;
-
d. welke op het tijdstip waarop het plan in werking treedt, in uitvoering zijn;
-
e. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
17.5.3 Afwegingskader
Een vergunning als bedoeld in artikel 17.5.1 wordt slechts verleend indien:
-
a. de waarden van deze gronden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad;
-
b. de mogelijkheden voor het herstel van die waarde niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.