direct naar inhoud van 2.5 Systematiek
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1701.0000BP000000000509-0010

2.5 Systematiek

In de Nota van Uitgangspunten zijn per thema uitgangspunten geformuleerd. Daarbij is gekozen voor een functionele benadering waarin onderscheid is gemaakt tussen de basisfuncties die een sterke relatie hebben met het buitengebied en de overige functies die 'gebruik maken' van het buitengebied.

De basisfuncties zijn randvoorwaardenstellend voor ontwikkelingsmogelijkheden voor de overige functies. De ontwikkeling van de overige functies mag niet ten koste gaan van de basisfuncties.

Tot de basisfuncties worden de functies landbouw, natuur en water gerekend. Dat betekent dat functies zoals hobbymatige agrarische activiteiten, wonen, werken en recreatie, behoren tot de overige functies.

Dit onderscheid is noodzakelijk om structuur aan te brengen in de belangenafweging van de verschillende ruimteclaims; ontwikkeling van de ene functie zou immers ten koste kunnen gaan van de andere.

De basisfuncties komen, als gevolg van de ontstaansgeschiedenis én door toedoen van de mens, overal in het buitengebied naast elkaar voor. Afhankelijk van de plaats in het buitengebied varieert de betekenis die aan de basisfuncties wordt toegekend. De basisfuncties zijn gebiedsdekkend. De overige functies die verspreid over het buitengebied voorkomen, zijn niet gebiedsdekkend en veelal niet afhankelijk van een specifieke locatie in het buitengebied.

Omdat de basisfuncties voor hun functioneren afhankelijk zijn van het buitengebied, zal bij de ontwikkeling van (nieuwe) andere functies altijd rekening worden gehouden met de belangen van de basisfuncties. Met andere woorden: de ontwikkeling van de overige functies zal niet teveel ten koste mogen gaan van de basisfuncties.

De indeling in basisfuncties en overige functies heeft uitsluitend betrekking op de ruimtelijke afweging en heeft geen invloed op het belang van de betreffende functie voor de gemeente.

2.5.1 Overkoepelend beleidsuitgangspunt

Alhoewel in algemene zin aan de basisfuncties landbouw, natuur en water een doorslaggevend belang wordt toegekend, kan het zich voordoen dat ook binnen deze basisfuncties een spanningsveld optreedt als het gaat om ruimtelijke afwegingen. Daarbij gaat het met name om de functies landbouw en natuur. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld de afweging van het bieden van ontwikkelingsruimte van de landbouw versus het handhaven van waardevolle ecologische elementen in het buitengebied van Westerveld.

Het landschap in het buitengebied van Westerveld is het resultaat van een eeuwenlange ontwikkeling van en wisselwerking tussen de functies landbouw en natuur. Binnen dit landschap is sprake van belangrijke landschappelijke en/ of cultuurhistorische waarden. Dit cultuurlandschap verdient bescherming.

Het landschap wordt gezien als product van natuur en cultuur. Het landschap van Westerveld kan dan ook worden beschouwd als randvoorwaarde stellend aan de overige functies in het buitengebied, zoals landbouw, recreatie, wonen, etc.

Dit betekent overigens niet dat alleen maar conserverend kan worden gehandeld. Ook bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zal het landschap de leidraad moeten vormen.

In het Bestemmingsplan Buitengebied is gekozen voor een plansystematiek waarbij de landschappelijke verscheidenheid de grondslag vormt. Behoud en ontwikkeling wordt verder nagestreefd door een Beeldkwaliteitsplan. Samen met de welstandsnota wordt hiermee een aanvullend toetsingskader gevormd voor ontwikkelingen die gevolgen hebben voor het landschap en waarvoor medewerking van de gemeente nodig is.