6.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Paardenhouderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van gebruiksgerichte paardenhouderijen, al dan niet in combinatie met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering of ondergeschikte manegeactiviteiten;
-
b. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van een gebruiksgerichte paardenhouderij in combinatie met huifkarverhuur en een groepsaccommodatie met ondergeschikte lichte horeca, ter plaatse van de aanduidingen "specifieke vorm van bedrijf - huifkarverhuur" en “specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie”;
-
c. bedrijfswoningen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of kinderopvang;
-
d. standplaatsen voor kampeermiddelen, ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal standplaatsen voor kampeermiddelen";
-
e. vijf stacaravans, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - vijf stacaravans";
-
f. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van karakteristieke bijgebouwen;
waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding "karakteristiek", de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
-
g. kleinschalige duurzame energiewinning;
-
h. wegen en paden;
-
i. water;
met de daarbijbehorende:
-
j. tuinen, erven en terreinen;
-
k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder paardrijbakken, tredmolens en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2. Bouwregels
Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.
6.2.1. Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van de in lid 6.1 onder a t/m e genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van de ter plaatse gevestigde paardenhouderij worden gebouwd;
-
b. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per bestemmingsvlak bedragen;
-
c. de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen zal niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak;
-
d. de gevellengte van een bedrijfsgebouw zal ten hoogste 100 m bedragen;
-
e. de afstand van een bedrijfswoning ten opzichte van de weg zal ten minste de bestaande afstand bedragen;
-
f. de bedrijfsgebouwen en overkappingen en de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning zullen ten minste 3,00 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
-
g. de maatvoering van een gebouw of een overkapping zal voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:
Functie van een bouwwerk
|
Maximale oppervlakte
|
Goothoogte in m
|
Dakhelling in °
|
Hoogte in m
|
|
per gebouw of overkapping
|
gezamenlijk
|
max.
|
min.
|
max.
|
max.
|
Bedrijfsgebouw, waaronder een overkapping
|
500 m²
|
2500 m²*
|
4,50
|
20
|
60
|
12,00
|
bedrijfswoning
|
150 m²*
|
-
|
3,50
|
25
|
60
|
9,00
|
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning
|
-
|
100 m²
|
3,50
|
-
|
60
|
-**
|
* tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de (gezamenlijke) oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen of een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande (gezamenlijke) oppervlakte zal bedragen
** de bouwhoogte van een aan-, uit- of bijgebouw of overkapping zal ten minste 1,00 m lager zijn dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning
6.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de bedrijfswoning(en) of bedrijfsgebouw(en) ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
-
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen;
-
c. er zullen geen windmolens en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
-
d. de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
6.2.3. Stacaravans
Voor het plaatsen van stacaravans gelden de volgende regels:
-
a. de stacaravans zullen uitsluitend worden geplaatst ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - vijf stacaravans"
-
b. er zullen ten hoogste vijf stacaravans worden geplaatst;
-
c. de oppervlakte en bouwhoogte van de stacaravans zal ten hoogste de bestaande oppervlakte en bouwhoogte bedragen.
6.6. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.6.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamheden
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
-
a. het (gedeeltelijk) verwijderen van karakteristieke gebouwen, voor zover voorzien van de aanduiding "karakteristiek";
-
b. het (gedeeltelijk) verwijderen van karakteristieke bijgebouwen.
6.6.2. Uitzonderingen
Het bepaalde in lid 6.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
-
a. het normale onderhoud betreffen;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
6.6.3. Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits:
-
a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheid niet mogelijk is;
-
b. het delen van een pand of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door verwijderen daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt.