40.2. Bouwregels
40.2.1. Recreatiewoningen
Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende regels:
-
a. per bestemmingsvlak zal ten hoogste één recreatiewoning worden gebouwd;
-
b. de oppervlakte van een recreatiewoning zal ten hoogste 100 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een recreatiewoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen;
-
c. de goothoogte van een recreatiewoning zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
-
d. de bouwhoogte van een recreatiewoning zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
-
e. de dakhelling van een recreatiewoning zal ten minste 25° en ten hoogste 60° bedragen;
-
f. er mogen geen dakkapellen, serres en/of erkers op of aan een recreatiewoning worden gebouwd.
40.2.2. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een recreatiewoning
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een recreatiewoning gelden de volgende regels:
-
a. bij een recreatiewoning zal ten hoogste één aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping worden gebouwd;
-
b. de oppervlakte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 10,00 m² bedragen;
-
c. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 2,50 m bedragen.
40.2.3. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de recreatiewoningen ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
-
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.