direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Vroomshoop-Oost 2 Woonwijk fase A
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1700.BPVH2011MP0009-vas1

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

  • a. het plan:
    het bestemmingsplan Vroomshoop-Oost 2 Woonwijk fase A van de gemeente Twenterand;

  • b. de verbeelding:
    de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie met nummer NL.IMRO.1700.BPVH2011MP0009-vas1;

  • c. aanduiding:
    een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

  • d. aanduidingsgrens:
    de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

  • e. aan huis verbonden beroep:
    een dienstverlenend beroep dat op kleine schaal in een woning en/of aangebouwd ondergeschikt gebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de betreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;

  • f. afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels:
    een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

  • g. bebouwing:
    één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

  • h. bebouwingspercentage:
    het percentage van het bouwperceel dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat kan worden bebouwd;

  • i. bestaand bouwwerk:
    een bouwwerk dat ten tijde van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaat, wordt gebouwd, dan wel nadien krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, kan worden gebouwd;

  • j. bestemmingsvlak:
    een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

  • k. bouwen:
    het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

  • l. bouwgrens:
    de grens van een bouwvlak;

  • m. bouwperceel:
    een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

  • n. bouwperceelgrens:
    een grens van een bouwperceel;

  • o. bouwwerk:
    elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • p. gebouw:
    elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • q. hoofdgebouw:
    een gebouw ten behoeve van bewoning, dat op een bouwperceel in stedenbouwkundig opzicht als belangrijkste gebouw valt aan te merken;

  • r. groenvoorzieningen:
    onbebouwd gebied, bestaande uit grasvelden, (opgaande) beplantingen, waterpartijen, speelweiden, voetpaden, alsmede hondenuitlaatplekken en jongerenontmoetingsplekken;

  • s. kampeermiddel:
    tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

  • t. kleinschalige verblijfsrecreatie:
    kampeerterrein van kleinschalige omvang waarop kampeermiddelen kunnen worden geplaatst;

  • u. maatvoeringsvlak:
    een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;

  • v. omgevingsvergunning:
    een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • w. onderbouw:
    een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 m boven peil is gelegen;

  • x. ondergeschikt gebouw:
    een gebouw of een onderdeel van een gebouw behorend bij een woning, dat op een bouwperceel in stedenbouwkundig opzicht qua omvang en situering als ondergeschikt aan het hoofdgebouw valt aan te merken. Hiervan is sprake indien het gebouw minimaal 1,5 m lager is dan het hoofdgebouw;

  • y. peil:
    • 1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang plus 0,25 m;
    • 2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

  • z. prostitutie:
    het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;

  • aa. vrijstaand ondergeschikt gebouw:
    een ondergeschikt gebouw, dat qua constructie en visueel vrij staat van het hoofdgebouw of daarmee slechts is verbonden door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming;

  • ab. woning:
    een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor het niet recreatief huisvesten van één afzonderlijk huishouden;