direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Centrum Vroomshoop
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1700.BPVH2009MP0001-vas1

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. religieuze, medische, sociale, culturele instellingen en onderwijsinstellingen;
  • b. overheidsinstellingen;
  • c. sporthal;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', voor appartementen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', voor een clubgebouw ten dienste van de postduivenvereniging;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', voor horeca met uitzondering van bar-dancings, nachtclubs en discotheken, met een oppervlak van niet meer dan 500 m2 op de begane grond danwel souterrain;
  • g. sport- en speelvoorzieningen;
  • h. verkeer en verblijf, met dien verstande dat deze gronden tevens kunnen worden gebruikt als standplaats voor ambulante handel;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. openbare nutsvoorzieningen;
  • k. kunstwerken;
  • l. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.

Onder verkeer en verblijf zijn naast wegen, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen en bermen tevens groenvoorzieningen, water, beplantingen, hondenuitlaatplekken, MUPI's en speelvoorzieningen begrepen.

Er moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid, inclusief de parkeergelegenheid in garages, dient te worden gerealiseerd.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. met uitzondering van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen, ten behoeve van verkeer en verblijf en ten behoeve van de stalling, berging en het onderhoud, tot een inhoud van ten hoogste 50 m³, mogen gebouwen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', mag het aantal wooneenheden niet meer bedragen dan het aangegeven aantal;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' geldt dat de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte, met uitzondering van bouwwerken rechtstreeks ten dienste van geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, ten hoogste 3 m bedraagt;

met dien verstande dat:

  • b. de hoogte van erfafscheidingen ten hoogste 2 m bedraagt;
  • c. de hoogte van vlaggenmasten ten hoogste 9 m bedraagt ;
  • d. de hoogte van kunstwerken ten hoogste 3,50 m bedraagt .
10.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • a. de woon- en werksituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

nadere eisen stellen aan:

  • 1. de plaats van gebouwen, in die zin dat deze gebouwen in de naar de weg gekeerde bouwgrens moeten worden gebouwd;
  • 2. de bouwhoogte van gebouwen in die zin dat het verschil met de goothoogte niet minder dan 2 m mag bedragen;
  • 3. de plaats van gebouwen tot 50 m² voorzover deze buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • 4. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m² en/of een grotere bouwhoogte dan 1,50 m.