9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘verkeer – railverkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. spoorwegen;
b. spoorwegovergangen, bruggen en overige voorzieningen voor het weg- en vaarverkeer;
c. bermen en bermsloten;
d. openbare nutsvoorzieningen;
e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
Het aantal spoorbanen en spoorwegovergangen mag niet worden vergroot.
9.2 Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen geldt dat de inhoud per gebouw niet meer dan 50 m³ mag bedragen.
b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte, anders dan voor bouwwerken rechtstreeks ten dienste van geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, niet meer dan 4 m mag bedragen, gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf.