direct naar inhoud van Artikel 6 Algemene afwijkingsregels
Plan: Buitengebied, partiële herziening Berghoeve brouwerij Achteres 15
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1700.BPBG2011PH0023-vas1

Artikel 6 Algemene afwijkingsregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan ten behoeve van:

  • a. het (eenmalig) vergroten van het maximaal te bebouwen oppervlak met 15% mits:
      • de bedrijfseconomische noodzaak wordt aangetoond;
      • verplaatsing van het bedrijf naar een bedrijfsterrein niet mogelijk is;
      • natuur en landschap niet onevenredig worden aangetast;
      • een goede ontsluiting gewaarborgd blijft;
      • geen afbreuk wordt gedaan aan het aanwezige woon- en leefklimaat;
      • de belangen van de gebruiker en/of eigenaren van de nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het oprichten van bouwwerken voor doeleinden van openbaar nut met een oppervlakte, voor zover het een gebouw betreft, van maximaal 25 m2 en een maximale bouwhoogte van 3 m, in verband waarmee bij het oprichten van bedoelde bouwwerken langs een weg, de kade of een waterloop, de wegbeheerder en/of het waterschap gehoord worden;
  • c. het aanbrengen van geringe wijzigingen van maximaal 10 m in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen of bouwgrenzen ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden dan wel, uitsluitend ten aanzien van bouwgrenzen, ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan, waarbij belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • d. het oprichten van vlaggenmasten, voor zover deze geen grotere bouwhoogte hebben dan 7 m;
  • e. ten behoeve van het oprichten van niet voor bedrijfsdoeleinden bestemde paardenbakken voor het beoefenen van de paardensport, met dien verstande dat:
    • 1. de paardenbak op of aansluitend aan het bouwperceel dient te worden gesitueerd;
    • 2. de oppervlakte van de buitenbak niet meer mag bedragen dan 800 m2;
    • 3. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2 m bedraagt met uitzondering van lichtmasten ten behoeve van de verlichting van de paardenbak met dien verstande dat de bouwhoogte van deze lichtmasten maximaal 7 m bedraagt, mits deze lichtmasten geen onevenredige hinder veroorzaken voor omliggende (dienst- c.q. bedrijfs)woningen of de verkeersveiligheid in gevaar brengen.