Plan: | Bestemmingsplan Centrumgebied Roden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01 |
De Monumentenwet heeft als doel het bieden van bescherming aan karakteristieke monumenten (gebouwen zijnde), archeologische monumenten en stads- en dorpsgezichten. Een van de belangrijkste uitgangspunten van deze wetgeving is dat er bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen rekening dient te worden gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden.
Onderzoek
Op de beleidsadvieskaart van de gemeente Noordenveld is aangegeven welke archeologische (verwachtings)waarden in het gebied voorkomen. Een uitsnede van deze kaart is in deze paragraaf opgenomen.
Uit deze kaart blijkt dat voor het plangebied de volgende archeologische waarden van belang zijn:
Tabel 1. Overzicht van de vindplaatsen en terreinen in het plangebied
Vindplaatsen/terreinen | Advies | Dubbelbestemming |
Terreinen van hoge archeologische waarde | - Behoud in situ, indien niet mogelijk opgraven; - Vrijstelling bij ingrepen kleiner dan 100 m² |
- Waarde - Archeologie 2 |
Buffer 50 m AMK-terrein | - Verkennend/karterend booronderzoek; | - Waarde - Archeologie 2 |
Hoge verwachting essen | - Verkennend/karterend proefsleuvenonderzoek | - Waarde - Archeologie 2 |
In het navolgende wordt ingegaan op het advies dat wordt gegeven voor deze terreinen.
AMK-terrein
De gronden die onderdeel uitmaken van de oude bewoningskern van Roden, komen voor op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en hebben een hoge archeologische waarde. Bij dit terrein dient te worden gestreefd naar behoud in situ. Rondom het AMK-terrein ligt een bufferzone van 50 m. Bij ingrepen in deze zone dient contact te worden opgenomen met de gemeente.
Voor de historische kern Roden geldt een vrijstelling van archeologisch onderzoek voor een gebied kleiner dan 100 m2. Deze vrijstelling geldt niet voor de bufferzone.
Hoge verwachting essen (westzijde plangebied)
Een klein deel van het plangebied ligt in een gebied dat is aangeduid als 'essen'. Het gaat om een deel van de oorspronkelijke 'Roderesch II' (aanlegd in de 19e eeuw). Ook voor dit deel van het plangebied is een dubbelbestemming opgenomen, ter bescherming van de eventueel voorkomende archeologische waarden.
Daarnaast zijn twee locaties op de kaart aangeduid als 'bijzondere terreinen'. Het betreffen de terreinen 'Spijker' en 'Mensinge'. Op deze terreinen en in de omgeving van deze terreinen zijn sporen van vroegere bewoning of landgebruik te vinden. Ook deze terreinen zijn als Waarde-Archeologie 2 bestemd.
Kaart 8: Uitsnede plangebied beleidsadvieskaart gemeente Noordenveld
In het plangebied bevinden zich ook enkele terreinen die al archeologisch zijn onderzocht en vrijgegeven. Aanvullend archeologisch onderzoek is daar niet nodig.
Op de verbeelding is te zien waar de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 van toepassing is. In hoofdstuk 5 Juridische vormgeving wordt nader op deze dubbelbestemming ingegaan.
Voorts geldt de meldingsplicht conform artikel 53 van de Monumentenwet. Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden archeologische resten worden gevonden, moet de initiatiefnemer dit onmiddellijk melden bij de provinciaal archeoloog en de medewerker archeologie van de gemeente Noordenveld.
Sinds 1 januari 2012 is het verplicht in ruimtelijke plannen een beschrijving op te nemen over de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden rekening is gehouden.
Cultureel erfgoed bestaat uit archeologische, historisch-(steden)bouwkundige en historisch-geografische aspecten. Een complete inventarisatie van cultureel erfgoed bevat daarom een beschrijving van deze drie waarden (voor zover aanwezig in een gebied).
In het navolgende komt een beschrijving van de historisch-geografische en historisch (steden)bouwkundige waarden aan bod. Bij de historische (steden)bouwkundige waarden wordt ook het monumentenbeleid beschreven.
De historisch-geografische waarden zijn uiteraard een gevolg van het ontstaan van Roden. Daarom volgt allereerst een korte beschrijving van de ontstaansgeschiedenis van Roden.
Ontstaansgeschiedenis
Roden is ontstaan als een esdorp op de noordelijke rand van het Drents Plateau. Het dorp ligt op de overgang van hogere zandgronden naar lager gelegen veengebied. Roden heeft alle kenmerken van een esdorp (aanwezigheid van de essen, een brink, dichtbij elkaar gesitueerde boerderijen, ligging op een overgang van een zandrug naar een beekdal). De essen van Roden liggen ten westen en noorden van het plangebied. De es aan de westzijde is geheel bebouwd geraakt. Ten zuiden van Roden ligt een es, die bij de Roderesch hoort.
Roden heeft een grote veelhoekige verharde kerkbrink, waarbij de Catharinakerk, de naastgelegen Winsinghhof en enkele boerderijen rondom, de Middeleeuwse geschiedenis van het dorp nog laten zien.
De noordelijke invloed blijkt ook uit de stichting van de Havezathe Mensinge bij Roden. De bewoningsgeschiedenis van de havezathe laat zich terug zien in het terrein. De bossen, de lanen, het sterrenbos, de vele houtwallen en het nooit voltooide kanaal tonen de geschiedenis van de havezathe. Samen met de bijzondere geologische opbouw en de ligging naast het nog oorspronkelijke Lieversediep geven deze elementen het terrein van de havezathe een unieke historische gelaagdheid.
Aan het eind van de negentiende eeuw maakt Roden een sterke groei door, onder andere door de opkomst van de zuivelindustrie. Met de aanleg van de Rodervaart (in 1891) en een haven bij de zuivelfabriek, is Roden over het water verbonden met Groningen. Enkele jaren later wordt de stoomtram van Drachten naar Groningen aangelegd, die ook Roden aandoet. Door deze ontwikkelingen groeit het dorp langs de uitvalswegen en wordt de dorpskern verdicht met bebouwing.
De grote groei van het dorp vindt plaats na de Tweede Wereldoorlog. In het centrum van Roden is dat goed te zien. Veel oude bebouwing wordt gesloopt en maakt plaats voor grote nieuwe complexen van winkels en appartementen. Met deze schaalvergroting is gekozen voor een meer stedelijke allure van de bebouwing. De oorspronkelijke wegenstructuur blijft daarbij grotendeels intact. Nadat in de jaren tachtig van de vorige eeuw de spoortram buiten gebruik raakt, wordt het spoor weggehaald. Tussen Roden en Peize is het oude spoortracé nog goed te zien, in het dorp zelf zijn alle restanten verdwenen.
De brink is nog steeds het historische, kloppende hart van het dorp. De bebouwing, de naastgelegen havezathe en de monumentale beplanting geven de plek haar eigen, unieke sfeer.
Te beschermen historisch-geografische waarden
Doorwerking
De cultuurhistorisch waardevolle wegen zijn, naast de functionele bestemming, mede bestemd als 'Waarde-Cultuurhistorie 1', daarmee wordt behoud van het beloop bewerkstelligd.
Bescherming van de waardevolle bebouwing wordt geregeld via de Monumentenwet (door de aanwijzing van monumenten) of via de aanduiding 'karakteristiek'. De meeste rijksmonumenten en karakteristieke panden liggen aan de Brink. In de bijlage is een lijst met monumenten en karakteristieke panden opgenomen.
De brink met omringende bebouwing is voorzien van de aanduiding 'Waarde - Cultuurhistorie 2'. Deze gronden zijn mede bestemd voor het behoud en herstel van de volgende historische kenmerken van het brinkgebied:
Als toetsingscriterium voor het toelaten van nieuwe ontwikkelingen geldt dat het bebouwde en het onbebouwde gebied als één samenhangend en onlosmakelijk geheel moet blijven bestaan.
Binnen het plangebied liggen diverse karakteristieke en in sommige gevallen ook monumentale panden. Er bestaan verschillende soorten monumenten: rijksmonumenten, beschermde stadsgezichten en dorpsgezichten, gemeentelijke monumenten en in sommige provincies ook provinciale monumenten. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) wijst namens de minister bouwwerken aan die vanwege hun bijzondere cultuurhistorische waarde behouden moeten blijven. Dit gebeurt op basis van aanwijzingsprogramma's. Deze programma's richten zich op gebouwen uit een specifieke periode of gebouwen met een speciale functie.
Ook in het centrumgebied van Roden komen monumenten voor. Bescherming van de rijksmonumenten is geregeld in de Monumentenwet 1988. In de Monumentenwet is vastgelegd wat een monument is en hoe rijksmonumenten aangewezen en onderhouden moeten worden.
Eén van de rijksmonumenten in het plangebied betreft Havezathe Mensinge. Niet alleen de bebouwing, maar ook het omliggende terrein maakt deel uit van het monument (het geheel aan te duiden als buitenplaats). Het huis dateert in oorsprong uit de 15e eeuw, is herbouwd in de 16e eeuw en tot zijn huidige vorm verbouwd in 1728. Het havezathe terrein is deels in structuur en deels in detail gaaf bewaard gebleven. De utilitaire inrichting van het terrein dateert waarschijnlijk uit de 15de eeuw (of daarvoor). Een rechte toegangslaan met linden staat op de as van het huis; noordelijk van het huis ligt een grotendeels omgrachte moestuin annex boomgaard (thans weiland, enkele fruitbomen) en zuidelijk een weiland (toponiem 'de Duivenkamp'), dat zijn naam ontleent aan de daar gelegen 18de-eeuwse duiventil. Westelijk van het huis liggen eveneens weilanden. Het karakter van de aanleg wordt bepaald door kenmerkende lanen (eiken/beuken), die de huisplaats en de weilanden omsluiten.
De overige rijksmonumenten staan genoemd in de bijlage.
In het plangebied komen geen provinciale monumenten voor.
Te beschermen historisch-stedenbouwkundige waarden
Doorwerking
Een monumentenlijst is opgenomen in de bijlage.