direct naar inhoud van 3.3 Beleid
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Noordenveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1699.2009BP007-vg02

3.3 Beleid

RIJK

Monumentenwet

De Monumentenwet is opgesteld door het Rijk en heeft als doel het bieden van bescherming aan karakteristieke monumenten (gebouwen zijnde), archeologische monumenten en stads- en dorpsgezichten. Door het verkrijgen van de beschermde status is het niet mogelijk zonder vergunning van burgemeester en wethouders aanpassingen aan de betreffende gebouwen, terreinen c.q. stads- en dorpsgezichten te verrichten. Op deze manier wordt aantasting van de karakteristieke en historische waarden tegengegaan.

De uitgangspunten van het Verdrag van Malta zijn opgenomen in de Monumentenwet. Een van de belangrijkste uitgangspunten van het Verdrag van Malta is dat er bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen rekening dient te worden gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Voor de bekende waarden kan de Archeologische Monumentenkaart (AMK) worden geraadpleegd.

Zoals opgemerkt in paragraaf 3.1 is door de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten een waardering gegeven van zowel bekende archeologische terreinen als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

ARCHEOLOGISCHE MONUMENTEN

De bekende archeologische waarden zijn opgenomen op de Archeologische Monumentenkaart (AMK). Binnen het plangebied zijn de wettelijke beschermde terreinen voorzien van de dubbel bestemming Waarde - Archeologie 1. De archeologische monumenten zijn aangegeven op de archeologische beleidsadvieskaart Noordenveld, die als bijlage bij de regels is gevoegd.

OVERIGE ARCHEOLOGISCHE GEBIEDEN

De archeologische waarden, archeologische verwachtingswaarden en de bijzondere terreinen en gebieden zijn voorzien van de dubbel bestemming Waarde - Archeologie 2. Deze gebieden zijn aangegeven op de archeologische beleidsadvieskaart Noordenveld, die als bijlage bij de regels is gevoegd.

De gemeente heeft een archeologische verwachtings- en beleidskaart opgesteld. Het beleid is verwerkt in het voorliggende bestemmingsplan. De archeologische verwachtings- en beleidskaart is op 3 oktober 2012 vastgesteld door de gemeenteraad.

Nota Belvedère

De Nota Belvedère is verschenen om de cultuurhistorische kenmerken en kwaliteiten van ons land een grotere rol te laten spelen in de ruimtelijke planvorming. In het plangebied komt het Belvedère-gebied 'Noordenveld' voor. Het landschap binnen dit Belvedèregebied is een goed bewaard gebleven voorbeeld van het esdorpenlandschap. In het landschap zijn nog vele sporen aanwezig uit de totstandkomingsperiode van het landschap, zoals:

  • archeologische monumenten;
  • essen;
  • historische landgoederen;
  • waardevolle dorpsgezichten;
  • beekdalen, weidegebieden en heide- of veldontginningen;
  • kleinschalige, strookvormige percelering met singels en houtwallen langs de randen van de beekdalen;
  • onregelmatige percelering zonder beplanting in het centrum van de beekdalen.

Bescherming van deze kwaliteiten dient plaats te vinden middels het bestemmingsplan. In hoofdstuk 11 is nader aangegeven op welke wijze deze bescherming is vormgegeven.

PROVINCIE

Omgevingsvisie

Cultuurhistorie

De kernkwaliteiten dragen bij aan de samenhang, identiteit en herkenbaarheid van de omgeving. Omdat de benoemde kernkwaliteiten niet allemaal goed te duiden zijn als factoren in het fysiek-ruimtelijk domein, heeft de provincie Drenthe ze vertaald naar indicatoren. Het landschap is vertaald naar diversiteit en gaafheid van landschapstypen. Op kaart 1.3 'kernkwaliteiten' van de Omgevingsvisie zijn verschillende kaarten opgenomen, waaronder de kaarten: aardkundig waardevol gebied, archeologie en cultuurhistorische hoofdstructuur. De provincie Drenthe heeft de cultuurhistorische waarden opgenomen op de kaart kernkwaliteit cultuurhistorie (kaart 3.4).

Het veiligstellen van cultuurhistorische waarden en het tegelijkertijd bieden van ruimte voor ontwikkelingen vraagt om een heldere wijze van sturing. De provincie maakt onderscheid tussen drie sturingsniveaus: respecteren, voorwaarden stellen en eisen stellen.

De provincie Drenthe kent een voor Nederland uniek cultuurhistorisch landschap en telt veel archeologische en aardkundige waarden. De historische en prehistorische waarden in de provincie zijn zeer bepalend voor de identiteit en de ruimtelijke kwaliteit van Drenthe. Het provinciaal beleid ten aanzien van cultuurhistorie is beschreven in het Cultuurhistorisch Kompas. In het Cultuurhistorisch Kompas staan twee doelstellingen centraal: het herkenbaar houden van de cultuurhistorie en het versterken van de ruimtelijke identiteit.

De sturingsniveaus zijn gebiedsgericht toegepast en weergegeven in de beleidskaart in het Cultuurhistorisch Kompas. De gebieden waarop de provincie zich concentreert, zijn:

  • het esdorpenlandschap rond Norg;
  • de kop van Drenthe.

Het veiligstellen van cultuurhistorische waarden en het tegelijkertijd bieden van ruimte voor ontwikkelingen vraagt om een heldere wijze van sturing. De provincie maakt onderscheid tussen drie sturingsniveaus: respecteren, voorwaarden stellen en eisen stellen. De sturingsniveaus zijn gebiedsgericht toegepast en weergegeven in de beleidskaart in het Cultuurhistorisch Kompas.

  • 1. Respecteren: de provincie richt zich op het waarborgen van de cultuurhistorische samenhang voor de toekomst. De initiatiefnemers hebben de verantwoordelijkheid om de cultuurhistorische hoofdstructuur als inspiratiebron te benutten. De provincie beoordeelt de plannen en initiatieven daarop.
  • 2. Voorwaarden stellen: de provincie stelt de cultuurhistorische samenhang als randvoorwaarde. De initiatiefnemers hebben daarmee de verantwoordelijkheid om vroegtijdig in het planproces inzichtelijk te maken op welke wijze ze de cultuurhistorische samenhang als een van de (ruimtelijke) onderleggers voor nieuwe plannen benutten. De provincie is beschikbaar voor (het regelen van) begeleiding van het planvormingsproces, waarbij de kansen vanuit de cultuurhistorische samenhang uitgangspunt zijn.
  • 3. Eisen stellen: de provincie stuurt de ontwikkelingen in de (vanuit de cultuurhistorie bezien) gewenste richting. Van de initiatiefnemer verwacht de provincie dat de cultuurhistorische samenhang als dé drager voor nieuwe plannen wordt gebruikt. Ontwikkelingen bouwen op deze samenhang voort. Vanaf het begin bedingt de provincie een plek in het planvormingsproces.

Op de navolgende afbeelding zijn de sturingsniveaus welke van toepassing zijn voor het plangebied opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2009BP007-vg02_0013.jpg"

De provinciale ambitie voor het esdorplandschap rond Norg en de kop van Drenthe is:

  • Het in stand houden van de karakteristiek van het esdorpenlandschap. Deze karakteristiek uit zich in een zichtbare ruimtelijke samenhang tussen esdorp, es, beekdal en veld, met bijbehorend microreliëf en beplantingselementen als houtwallen, esrandbosjes en middeleeuwse gebruiksbossen.
  • Het behouden van de openheid van de brede beekdalen als contrast met hun scherpe begrenzingen in de vorm van houtwallen en bossen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2009BP007-vg02_0014.jpg"

Archeologie

Het verdrag van Malta beoogt het cultureel erfgoed in de bodem te beschermen. Initiatiefnemers van projecten dienen vooraf aan te geven hoe ze deze waarden borgen in hun plannen. Bij het opstellen van ruimtelijke plannen dient niet alleen rekening te worden gehouden met bekende archeologische waarden, maar ook met te verwachten waarden.

De archeologiekaart geeft een totaaloverzicht van de archeologische waarden en verwachtingen. De archeologische waarden van provinciaal belang die samenhangen met de cultuurhistorische waarden of die ruimtelijk zichtbaar zijn, zijn terug te vinden op de Cultuurhistorie kaart.

De provincie stuurt op het provinciaal belang archeologie door middel van:

  • 1. Respecteren en inspireren: het uitgangspunt is dat alle behoudenswaardige vindplaatsen die op de Archeologische Monumentenkaart van Drenthe (AMK) staan en de nieuw ontdekte vindplaatsen niet ongezien kunnen verdwijnen.
  • 2. Voorwaarden stellen: aansturen op een goede uitvoering van archeologisch onderzoek op de plekken die zijn aangegeven op de kaart Archeologie. Als hier archeologische waarden worden aangetroffen, verwacht de provincie dat deze door hun ruimtelijke spreiding, samenhang, zeldzaamheid, tijdsdiepte en goede fysieke kwaliteit van provinciaal belang zullen zijn. Of er voor bodemingrepen onderzoek is vereist, wordt bepaald door de gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart of, als deze er nog niet is, de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW derde generatie). Bij bodemingrepen in beekdalen, essen, Celtic fields, offerveentjes en de (pre)historische Hondsrugroute is altijd archeologisch onderzoek nodig.
  • 3. Eisen stellen: op de kaart zijn de bekende en gewaardeerde archeologische vindplaatsen aangegeven waarvan de provincie vindt dat ze 'in situ' behouden moeten blijven voor toekomstige generaties.

Convenant archeologie

De provincie Drenthe, de vereniging van Drentse Gemeente en LTO Noord Drenthe hebben een overeenkomst gesloten welke betrekking heeft op het effectief beschermen van het archeologisch bodemarchief. De overeenkomst geeft inhoud aan een werkbaar pakket aan regels, toegesneden op agrarische activiteiten. Partijen zijn overeengekomen dat een aantal grondbewerkingen, ondanks dat ze dieper gaan dan 0,3 m, niet of nauwelijks van invloed zijn op de mogelijkheden om het (eventueel) aanwezig archeologisch bodemarchief te kunnen lokaliseren, te onderzoeken en/of in situ (in de bodem) te behouden. Het gaat hierbij om grondbewerkingen in de vorm van het aanbrengen van drainage, niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het oplossen van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot maximaal 10 cm onder bouwvoor van 0,3 m. De regels welke zijn opgenomen in de overeenkomst zijn verwerkt in de regels van het voorliggende bestemmingsplan.

Aardkundige waarden

Aardkundige waarden komen in gevaar bij ontwikkelingen die gepaard gaan met ingrepen in de bodem, zoals graafwerkzaamheden, veranderingen in de waterhuishouding of egalisatie. Kaart 3.3 geeft een overzicht van de aardkundige waarden in het plangebied.

De omgevingsvisie geeft voor aardkundige waarden drie beschermingsniveaus. De beschermingsniveaus 'voorwaarden stellen' en 'eisen stellen' zijn van provinciaal belang en worden aangegeven op de kaart aardkundige waarden (zie kaart 3.3).

  • 1. Respecteren: bij ontwikkelingen wil de provincie de lokale aardkundige kenmerken voor de toekomst waarborgen.
  • 2. Regisseren (voorwaarden stellen): bij ontwikkelingen zijn de aardkundige kenmerken randvoorwaarde. Initiatiefnemers hebben daarmee de verantwoordelijkheid om vroegtijdig in het planproces inzichtelijk te maken op welke wijze de aardkundige kwaliteiten als (ruimtelijke) onderlegger voor nieuwe plannen worden benut. De provincie is beschikbaar voor (het regelen van) begeleiding van het planvormingsproces, waarbij de kansen vanuit de aardkundige samenhang uitgangspunt zijn.
  • 3. Beschermen (eisen stellen): de provincie wil ontwikkeling.

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2009BP007-vg02_0015.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2009BP007-vg02_0016.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2009BP007-vg02_0017.png"

GEMEENTE

Landschapsbeleidsplan

Het landschapbeleidsplan van de gemeente Noordenveld (vastgesteld in 2003) is een plan dat een kader vormt voor alle maatregelen die betrekking hebben op natuur en landschap.

In het Landschapsbeleidsplan wordt voor het buitengebied van de gemeente een visie weergegeven welke zich richt op het bieden van ruimte aan nieuwe processen en het versterken en behouden van bestaande waarden van de natuur en het landschap.

Het landschapbeleidsplan bestaat uit een beleidskader, een inventarisatie (van verschillende waarden, zoals ecologische waarden en de verschillende aanwezige landschapstypen) een landschapsvisie en een uitwerking in deelgebieden.

Aan de landschapsvisie wordt richting gegeven door een aantal basisstrategieen. De uitwerking in deelgebieden houdt in dat er een visie wordt gegeven, gekeken wordt naar de mogelijke kansen en bedreigingen en er maatregelen worden aangedragen om de visie tot uitvoer te brengen. De deelgebieden zijn de landschapstypen van de gemeente Noordenveld. Dit zijn het esdorpenlandschap, Kolonie Veenhuizen, het laagveenontginningsgebied en de Veenkolonien.

Enkele punten uit de Landschapsvisie

  • De landschapsvisie spreekt zich uit over de mogelijkheden en wensen voor het behoud, de versterking en de ontwikkeling van het landschap.
  • Het versterken en herstellen samenhangen van cultuurhistorische, landschappelijke en aardkundige waarden.
  • Het behouden van landschappelijk, aardkundig en/ of cultuurhistorisch waardevolle elementen of gebieden.
  • Handhaven en versterken van de bestaande openheid in het laagveenontginningsgebied.
  • Handhaven, versterken en ontwikkelen van nieuwe landschappelijke kwaliteit in het veenkoloniale landschap en ruimte geven aan natuurlijke ontwikkeling in het Fochteloërveen.
  • Handhaven en beschermen van karakteristieke samenhang van het esdorpenlandschap.
  • Handhaven grootschalige rationele verkaveling en versterken landschappelijke hoofdstructuur in de jonge veldontginningen.
  • Vergroten recreatief netwerk.
  • Creëren van door- en vergezichten en een open dorpsrand waarbij nieuwe woningbouw is gericht op het landschap.
  • Zowel in dorp als daarbuiten gebruik maken van gebiedseigen en landschappelijke beplantingen.

Naast het landschapsbeleidsplan is een beheervisie gegeven. Per landschapstype/deelgebied wordt ingegaan op de huidige kwaliteit van de afzonderlijke landschapselementen, zoals weg- en laanbeplanting, singels, erfbeplanting en bermen.