direct naar inhoud van Artikel 26 Sport - Golfbaan
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Noordenveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1699.2009BP007-vg02

Artikel 26 Sport - Golfbaan

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Golfbaan' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. golfbaan;
  • b. beheersvoorzieningen ten behoeve van de golfbaan;
  • c. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden;

met de daarbij behorende:

  • d. gebouwen;
  • e. tuinen, erven, terreinen, parkeervoorzieningen, water en watergangen, straten en paden;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
26.2 Bouwregels
26.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de afstand van de gebouwen tot de weg dient ten minste de bestaande afstand tot de weg te bedragen;
  • c. de oppervlakte van de bestaande gebouwen mag eenmalig met 10% worden vergroot;
  • d. de afstand van de gebouwen tot de erfscheiding dient ten minste 3 m te bedragen;
  • e. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen mogen ten hoogste de goot- en bouwhoogte van het bestaande gebouw bedragen, vermeerderd met respectievelijk 0,5 m en 1 m;
  • f. de dakhelling van de gebouwen dient ten minste 30° te bedragen.
26.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 8 m mag bedragen.

26.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de landschappelijke inpassing nadere eisen stellen aan de plaats en/of afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover gebouwd wordt buiten het bouwvlak en de bouwhoogte meer dan 3 m bedraagt.

26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • 1. het aanbrengen of verwijderen van ondergrondse leidingen;
  • 2. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
  • 3. het graven en dempen van sloten en andere watergangen;
  • 4. het vellen, rooien of beschadigen van houtopstanden;
  • 5. het zoeken naar delfstoffen;
  • 6. ontgronden, egaliseren en diepploegen;
  • 7. het scheuren van grasland.
26.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht

De in lid 26.4.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor normaal onderhoud aan leidingen, oeverbeschoeiingen, kaden, aanlegplaatsen, sloten en houtopstanden.

26.4.3 Voorwaarden

De in lid 26.4.1 bedoelde vergunning wordt niet verleend indien door uitvoering van het werk of de werkzaamheid onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied.