direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Buitengebied Nederhorst den Berg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP0400buitNDB2008-va00

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsmatige activiteiten, behorende tot categorieën 1 t/m 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, opgenomen in bijlage 1 van deze regels;
  • b. alsmede ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf van categorie 3.2’: een bedrijf uit categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. alsmede ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf van categorie 4.1’: een bedrijf uit categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. alsmede ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’: detailhandel;
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’: een bedrijfswoning ten behoeve van het bedrijf aan de Dammerweg 109;
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘opslag’: opslag;
  • g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum': een sport-/fitnesscentrum;
  • h. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen met lpg: een brandstofverkooppunt;
  • i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - wasserij': een wasserij behorende tot categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, opgenomen in bijlage 1 van deze regels;
  • j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en erftoegangswegen.
5.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

5.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  • c. per bedrijf mag ten hoogste 1 bedrijfswoning worden gebouwd;
  • d. de oppervlakte van de bedrijfswoning mag, inclusief aan-, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer bedragen dan 190 m²;
  • e. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • f. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 8 meter;
  • g. de bouwhoogte van silo's mag niet meer bedragen dan 9 meter.
5.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van tenminste 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag per bedrijfswoning niet meer dan 50 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen en van aangebouwde bijgebouwen en aan- en uitbouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • b. de bouwhoogte van antenne-installaties ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast, mag niet meer bedragen dan 20 meter;
  • c. de bouwhoogte van antenne-installaties die op bouwwerken worden geplaatst, niet zijnde schotelantennes, mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • d. de bouwhoogte van hijsinrichtingen mag niet meer bedragen dan 9 meter;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter.
5.3 Specifieke gebruiksregels

Als gebruik in strijd met de bestemming, geldt in ieder geval het gebruik van de in lid 5.1 bedoelde gronden voor:

  • a. inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
  • c. geluidhinderlijke inrichtingen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • d. opslag van goederen ter plaatse van niet-bebouwde gronden;
  • e. paardenbakken.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in een hogere categorie dan genoemd in lid 5.1, behoudens benzineservicestations met LPG-verkooppunt, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. het bepaalde in lid 5.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, behoudens benzineservicestations met LPG-verkooppunt, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. het bepaalde in lid 5.2.1 sub c voor het oprichten van een extra bedrijfswoning, indien dit in het kader van een goede bedrijfsuitoefening noodzakelijk is en mits er nog geen bedrijfswoning aanwezig is of door splitsing aanwezig is geweest.
5.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening:

  • a. de bestemming van de in lid 5.1 sub g bedoelde gronden te wijzigen in die zin dat de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen met lpg’ van de gronden wordt verwijderd, indien de bedrijfsvoering ter plaatse beëindigd is.
  • b. de bestemming van de in lid 5.1 sub b en c bedoelde gronden te wijzigen die zin dat de aanduiding ‘bedrijf van categorie 3.2’ of ‘bedrijf van categorie 4.1’ van de gronden wordt verwijderd, indien de huidige bedrijfsvoering ter plaatse beëindigd is.