direct naar inhoud van Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 3
Plan: Buitengebied Nederhorst den Berg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP0400buitNDB2008-va00

Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 3

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Recreatie - Verblijfsrecreatie - 3’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in de vorm van recreatiewoningen;
  • b. met de daarbij behorende erven en tuinen;
  • c. bij deze bestemming behoren voorzieningen, zoals groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en erftoegangswegen;
14.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:

14.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bouwlagen mogen uitsluitend boven maaiveld worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter;
  • d. de breedte van de voorgevel van een recreatiewoning bedraagt ten minste 5 meter;
14.2.2 Bijgebouwen en overkappingen
  • a. in afwijking van het bepaalde in lid 14.2 onder a, mag per recreatiewoning ten hoogste 1 vrijstaand bijgebouw of overkapping worden gebouwd buiten het bouwvlak, met dien verstande dat de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 6 m²;
  • b. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 meter;
14.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen gelegen voor de voorgevel van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 meter bedragen voor palen en masten;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter;
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de plaats en/of de afmetingen van de bebouwing voor het behoud van het open karakter van het bebouwingsbeeld en de doorzichten naar het achterliggende natuurgebied;
  • b. het oppervlak en de plaatsing van bouwwerken voor zover dit noodzakelijk is om te kunnen voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein.
14.4 Specifieke gebruiksregels

Als gebruik in strijd met de bestemming, geldt in ieder geval het gebruik van de in lid 14.1 bedoelde gronden voor:

  • a. opslag van goederen ter plaatse van niet-bebouwde gronden;
  • b. permanente bewoning;
  • c. paardenbakken.
14.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening bevoegd, het plan te wijzigen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' de oppervlakte van bestaande recreatiewoning te vergroten tot 50 m2, mits:

  • a. de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische waarden, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • b. de uitvoerbaarheid van de wijziging is gewaarborgd;
  • c. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • d. bij wijziging van de wijzigingsbevoegdheid wordt de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied 1' van de betreffende gronden verwijderd.