Artikel 11 Recreatie - Jachthaven
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie - Jachthaven’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. een jachthaven, met dien verstande dat het aantal ligplaatsen niet meer mag bedragen dan het op de verbeelding aangeduide maximum aantal ligplaatsen;
-
b. de bedrijfsvoering van watersportbedrijven;
-
c. botenloodsen voor herstel en berging van pleziervaartuigen;
-
d. water;
-
e. het bedrijfsmatig exploiteren van een ondergeschikt horecabedrijf als onderdeel van de jachthaven, in categorie 1 en 2 als bedoeld in de Staat van Horeca-activiteiten, met uitzondering van een hotel;
-
f. het bedrijfsmatig exploiteren van standplaatsen voor kampeermiddelen als onderdeel van een jachthavenbedrijf tijdens het kampeerseizoen als nevenactiviteit;
-
g. het bedrijfsmatig exploiteren van ligplaatsen voor woonschepen;
-
h. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': ten hoogste 1 bedrijfswoning ten dienste van de jachthaven of een watersportbedrijf;
-
i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': ten hoogste 1 recreatiewoning;
-
j. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - stacaravan': ten hoogste 1 stacaravan;
-
k. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bedrijfswoonschip': ten hoogste 1 ligplaats voor een woonschip dat enkel als bedrijfswoning mag worden gebruikt;
-
l. steigers en golfbrekers;
-
m. ontsluitingswegen;
-
n. een zeilschool;
-
o. watersport;
-
p. watersportgerelateerde detailhandel;
-
q. tuin;
-
r. ondergeschikte dienstverlening en kantoren;
-
s. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en erftoegangswegen.
11.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen bouwwerken worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
11.2.1 Hoofdgebouwen
-
a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
-
b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 6 meter;
-
c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 12 meter;
-
d. ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ mag de oppervlakte van de bebouwing in het bouwvlak niet meer bedragen dan het percentage van het bouwvlak;
-
e. met in achtneming van het bepaalde in lid b mag de totale oppervlakte van gebouwen ten behoeve van watersportgerelateerde detailhandel niet meer dan 250 m² bedragen;
-
f. met in achtneming van het bepaalde in lid b mag de totale oppervlakte van een horecabedrijf niet meer dan 200 m² bedragen;
-
g. per bestemmingsvlak mag ten hoogste 1 bedrijfswoning worden gebouwd;
-
h. de oppervlakte van de bedrijfswoning, mag inclusief aan-, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer bedragen dan 190 m²;
-
i. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 6 meter;
-
j. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 8 meter;
11.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen
-
a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van tenminste 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning;
-
b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag per bedrijfswoning niet meer dan 50 m² bedragen;
-
c. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bij bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan 3 meter dan wel niet meer dan de bouwhoogte van het vloerpeil van de eerste verdieping van de bedrijfswoning;
-
d. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan 3 meter;
-
e. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan 5 meter.
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
a. de breedte van steigers mag niet meer bedragen dan 1,80 meter;
-
b. de lengte van een golfbreker mag niet meer bedragen dan 20 meter;
-
c. de bouwhoogte van steigers mag, gemeten ten opzichte van het maaiveld ter plaatse, niet meer bedragen dan 1 meter;
-
d. de bouwhoogte van erfafscheidingen gelegen voor de voorgevel van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 1 meter;
-
e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen elders mag niet meer bedragen dan 2 meter;
-
f. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 meter bedragen voor palen en masten;
-
g. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 meter bedragen voor hijsinstallaties;
-
h. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter.
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en/of de afmetingen van de bebouwing en parkeerplaatsen ten behoeve van:
-
a. het behoud van het open karakter van het bebouwingsbeeld en de doorzichten naar het aangrenzende natuurgebied;
-
b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
-
c. het aantal en de situering van de parkeergelegenheid op eigen terrein.
11.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de bouwregels ten aanzien van het bepaalde in lid 11.2 sub e voor het oprichten van een extra bedrijfswoning, indien dit in het kader van een goede bedrijfsuitoefening noodzakelijk is.
11.5 Specifieke gebruiksregels
-
a. Als gebruik in strijd met de bestemming, geldt in ieder geval het gebruik van de in lid 11.1 bedoelde gronden voor:
-
1. opslag van goederen ter plaatse van niet-bebouwde gronden;
-
2. paardenbakken.
-
b. Ter plaatse van de ligplaatsen als bedoeld in lid 11.1 gelden de volgende regels:
-
1. de lengte van woonschepen mag niet meer bedragen dan 20 meter;
-
2. voor woonschepen waarvan de lengte niet meer bedraagt dan 17 meter, mag de breedte, goothoogte, bouwhoogte en inhoud niet meer bedragen dan respectievelijk 5 meter, 4 meter gemeten vanaf de waterlijn, 4,5 meter gemeten vanaf de waterlijn en 265 m3;
-
3. voor woonschepen waarvan de lengte meer bedraagt dan 17 meter tot een maximum van 20 meter, mag de breedte en bouwhoogte niet meer bedragen dan respectievelijk 4,5 meter en 4,5 meter gemeten vanaf de waterlijn.
11.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening:
-
a. a. de bestemming ‘Recreatie - Jachthaven’ te wijzigen ten behoeve van een vergroting van het aantal ligplaatsen voor watersport, met dien verstande dat deze vergroting van het aantal ligplaatsen zich beperkt tot een gezamenlijk aantal van ten hoogste 50 ligplaatsen.
-
b. in geval van bedrijfsbeëindiging de bestemming ‘Recreatie - Jachthaven’ te wijzigen in de bestemming ‘Wonen - 1’ en ‘Water’ onder de volgende voorwaarden:
-
1. de diepte van de woonkavel mag niet meer bedragen dan 50 meter gemeten haaks op de as van de dichtstbijzijnde weg;
-
2. het totaal aantal woningen neemt niet toe;
-
3. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 6 meter bedragen;
-
4. er wordt voldaan aan de eisen uit de Wet geluidhinder.