Artikel 32 Algemene afwijkingsregels
32.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan, indien het betreft:
-
a. het oprichten van bouwwerken, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, telefooncellen, wachthuisjes voor verkeersdiensten, schuilgelegenheden en schaftlokalen, mits de inhoud van elk van deze gebouwtjes niet meer zal bedragen dan 50 m3 en de bouwhoogte ervan niet meer zal bedragen dan 3 meter;
-
b. het overschrijden van de bepalingen inzake goothoogte, bouwhoogte, percentage en oppervlakte van gebouwen met niet meer dan 10%;
-
c. het overschrijden van de bepalingen inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%;
-
d. het overschrijden van de in de planregels genoemde maximum bouwhoogte ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en ventilatie-installaties, antennes, lichtkappen, schoorstenen en torens van gebouwen, mits de hoogte met niet meer dan 5 meter wordt overschreden;
-
e. geringe afwijkingen van de bepalingen opgenomen in deze planregels inzake de afmetingen van woningen, alsmede de afmetingen van de bij de woningen toegestane bijgebouwen, voor zover zulks in het belang van een goede huisvesting van minder valide personen noodzakelijk is en geen omgevingsvergunning van de desbetreffende bepalingen van het plan kan worden verleend op basis van het bepaalde onder b van dit artikel;
-
f. geringe overschrijdingen van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft en de overschrijding ten opzichte van hetgeen op de plankaart is aangegeven niet meer bedraagt dan 2 meter;
-
g. het plaatsen van masten ten behoeve van mobiele telecommunicatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
1. de bouwhoogte van een vrijstaande mast mag niet meer bedragen dan 40 meter;
-
2. de bouwhoogte van een mast op een gebouw mag niet meer bedragen dan 5 meter.
32.2 Mantelzorg
32.2.1 Omgevingsvergunning om af te wijken
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte voor mantelzorg met dien verstande dat:
-
a. een dergelijke woning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
-
b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
-
c. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²;
-
d. omgevingsvergunning alleen wordt toegepast binnen de bestemming 'Wonen - 1', 'Wonen - 2', 'Agrarisch' en 'Bedrijf'.
32.3 Voorwaarden waaronder omgevingsvergunning kan worden verleend
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 32.1 en 32.2 kan niet worden verleend, indien de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen in onevenredige mate worden beperkt en/of indien ter plaatse aanwezige waarden op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.
32.4 Bed & Breakfast
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan ten behoeve van een bed & breakfast, mits:
-
a. het gebruik als bed & breakfast ondergeschikt blijft aan de woonfunctie;
-
b. de houder van de bed & breakfast de hoofdbewoner is;
-
c. maximaal 50% tot een maximum van 60 m² van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van de gerealiseerde aan- en uitbouwen en (vrijstaande) bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van bed & breakfast;
-
d. er geen zelfstandige woonruimte ontstaat in bijgebouwen;
-
e. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
f. ten hoogste acht slaapplaatsen ten behoeve van bed & breakfast worden gebruikt;
-
g. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein (minimaal 1 parkeerplaats per verhuurbare ruimte.