direct naar inhoud van 9.6 Bodemkwaliteit
Plan: Wijdemeren, Kern 's-Graveland en Landgoederen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP0200kernGVL2008-va02

9.6 Bodemkwaliteit

Normstelling en beleid

Volgens het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zullen burgemeester en wethouders in verband met de uitvoerbaarheid van het plan onder meer een onderzoek verrichten naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij bestemmingswijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende bestemmingswijziging. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd.

Voor alle bestemmingen waar een bestemmingswijziging of herinrichting wordt voorzien, dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch bodemonderzoek, te worden verricht. Indien op grond van historische informatie blijkt dat in het verleden activiteiten hebben plaatsgevonden met een verhoogd risico op bodemverontreiniging, dan dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van geconstateerde belemmeringen uit dit onderzoek kan vervolgens worden nagegaan welke maatregelen moeten worden genomen om die belemmeringen weg te nemen (functiegericht saneren).

Onderzoek en resultaten

Het bestemmingsplan maakt enkele ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk, welke afzonderlijk zijn onderbouwd. Derhalve is verder bodemonderzoek in het kader van het bestemmingsplan niet noodzakelijk. Ter plaats van de vier nieuwe woningen aan het Noordereinde 327 geldt nu nog de bestemming Tuinen. Ter plaatse van de bestemming Tuinen wordt geacht dat de bodemkwaliteit ook geschikt is voor wonen. Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning voor het bouwen zal definitief moeten worden aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor het wonen.

Er wordt geconcludeerd dat het aspect bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor de vaststelling van het bestemmingsplan.