Plan: | Wijdemeren, Kern 's-Graveland en Landgoederen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1696.BP0200kernGVL2008-va01 |
Normstelling en beleid
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2, van de Wet milieubeheer (Wm). De Wm bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.2 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 4.2 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig | ||
stikstofdioxide (NO2) 1) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 tot en met 2014 | ||
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | |||
fijn stof (PM10)2) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 | ||
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
1) De toetsing van de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentratie NO2 is niet relevant aangezien er pas meer overschrijdingsuren dan het toegestane aantal van 18 per jaar zullen optreden als de jaargemiddelde concentratie NO2 de waarde van 82 µg/m3 overschrijdt. Dit is nergens in Nederland het geval.
2) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wet luchtkwaliteit behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007)
Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In dit Besluit is bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan onder meer het geval zijn wanneer een project een bijdrage aan de luchtkwaliteit heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde.
Onderzoek en resultaten
In het voorliggend bestemmingsplan worden enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Deze ontwikkelingen zijn afzonderlijk onderbouwd (bijlage 10, 11 en 12). De uitvoering van het bestemmingsplan heeft geen gevolgen van 'betekenende mate' voor de luchtkwaliteit in de omgeving. Dit geldt ook voor de vier woningen die mogelijk worden gemaakt aan het Noordereinde 327. Een toetsing van de gevolgen aan de grenswaarden uit de Wlk kan daarom achterwege blijven. Wel wordt in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de monitoringstool die behoort bij het Nationaal Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit (NSL). Met deze tool wordt voor diverse prognosejaren inzicht gegeven in de luchtkwaliteit langs maatgevende wegen. Uit deze monitoringstool blijkt dat langs de maatgevende wegen in en om het plangebied, te weten de N201, N236, Noordereinde, Zuidereinde en de Leeuwenlaan in 2011 en de prognosejaren 2015 en 2020 ruimschoots aan de jaargemiddelde grenswaarden voor NO2 en PM10 wordt voldaan.
Conclusie
De Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteit, staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg. Het plan voldoet uit het oogpunt van luchtkwaliteit aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.