Plan: | Wijdemeren, Kern 's-Graveland en Landgoederen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1696.BP0200kernGVL2008-va01 |
Europees en rijksbeleid
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds 2000 van kracht en schrijft voor dat in 2015 alle waterlichamen een 'goede ecologische toestand' (GET), en voor sterk veranderde/kunstmatige wateren een 'goed ecologisch potentieel' (GEP) moeten hebben bereikt. De chemische toestand moet voor alle waterlichamen (natuurlijk en kunstmatig) in 2015 goed zijn. Het uitvoeren van de Kaderrichtlijn Water is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle overheden in Nederland. Plannen zijn op lokaal (gemeentelijk) niveau uitgewerkt en vervolgens gebundeld in het Stroomgebiedbeheersplan (SGBP) Rijn-West.
In de Vierde Nota Waterhuishouding (1999) worden de landelijke hoofdlijnen van het beleid op het gebied van waterhuishouding aangegeven. Integraal waterbeheer vormt het uitgangspunt. Door middel van deze integrale benadering wordt nagestreefd dat het land veilig en bewoonbaar blijft met gezonde en duurzame watersystemen. Stedelijk waterbeheer is een van de speerpunten, waarbij men streeft naar een meer duurzame omgang met het water in de stad. Het is van belang onderzoek te doen naar de knelpunten in het stedelijk waterbeheer, een gemeenschappelijke visie van gemeenten en waterbeheerders te ontwikkelen en meer aandacht te verkrijgen voor het afkoppelen van verhard oppervlak en infiltratie in de bodem. De planperiode van de Vierde Nota Waterhuishouding loopt af op 22 december 2009. De Vierde Nota Waterhuishouding wordt opgevolgd door het Nationaal Waterplan, dit is het rijksplan voor het waterbeleid. Het Nationaal Waterplan bevat, naast een langetermijnvisie en een streefbeeld voor 2040, een concreet uitvoeringsprogramma 2009-2015.
In het kabinetsstandpunt Anders omgaan met Water, Waterbeleid in de 21e eeuw (2000) heeft het Rijk het advies van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (WB21) omarmd. Men deelt de zorg dat het huidige watersysteem niet in staat is om klimaatverandering, bevolkingsgroei en economische groei goed op te vangen. Het waterbeheer moet veranderen om Nederland in de toekomst, wat water betreft, veilig, leefbaar en aantrekkelijk te houden. Belangrijk in de nieuwe aanpak is het realiseren van veerkrachtige watersystemen die weer de ruimte krijgen, het niet afwentelen van knelpunten in tijd of plaats, de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen, afvoeren', en de ruimte die nodig is voor de wateropgave te reserveren.
In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) hebben Rijk, provincies, Waterschappen en gemeenten zich geconformeerd om het beleid van WB21 en de KRW uit te voeren. Het NBW houdt in de praktijk in dat de watersystemen in 2015 op orde moeten zijn wat betreft waterkwantiteit (WB21) en waterkwaliteit en ecologie (KRW), en tot 2050 op orde gehouden moeten worden.
Provinciaal beleid
In het Provinciaal Waterplan Noord-Holland 2006-2010, Bewust omgaan met water wordt de provinciale visie weergegeven op het waterhuishoudingsbeleid. Het plan beschrijft op hoofdlijnen de functies van het oppervlaktewater en onderscheidt de grondgebruikcategorieën die de waterschappen moeten faciliteren. Door de ontwikkelingen in het nationale en Europese beleid, is de beleidsaanpak wezenlijk veranderd. Klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling hebben steeds meer invloed op het beheer van ons water. Veiligheid, wateroverlast en -tekort, waterkwaliteit, en grond- en drinkwater zijn de vier waterthema's.
Inwoners en bedrijven dienen te allen tijde optimaal beschermd te zijn tegen overstromingen en wateroverlast. Uiterlijk in 2015 moet het watersysteem op orde zijn zodat het in staat is om de neerslaghoeveelheden op te vangen. Daarnaast mag de waterkwaliteit zeker niet meer verslechteren. De waterkwaliteitsdoelen worden gesteld conform de Europese Kaderrichtlijn Water. Daarnaast worden kosteneffectieve 'altijd goed'-maatregelen uitgevoerd gericht op het voorkomen van verslechtering en het behalen van de waterkwaliteitsdoelen.
Beleid waterschap
Het Hoogheemraadschap streeft naar 'droge voeten en schoon water op peil', zoals is geconcretiseerd in het Waterbeheerplan Amstel, Gooi en Vecht 2006-2009. Het Hoogheemraadschap maakt in de betreffende periode een omschakeling naar een nieuwe manier van werken. Daarbij wordt de Europese Kaderrichtlijn Water geïmplementeerd, worden acties opgezet om klimaatverandering en de wateroverlastproblemen als gevolg daarvan het hoofd te kunnen bieden en wordt gestreefd naar kosteneffectieve maatregelen voor de afvalwaterketen.
In de Handleiding Watertoets & Vergunningverlening (2003) van het Hoogheemraadschap zijn de uitgangspunten aangegeven voor het afstemmen van ruimtelijke plannen op het watersysteem. Het Hoogheemraadschap gaat bij de ontwikkeling van nieuwe stedelijke functies uit van 10% open water of zoveel als uit een nadere berekening nodig blijkt. Richtlijn daarbij is een compensatieplicht bij een toename aan verhard oppervlak van 5.000 m² of meer, aangezien het landelijk gebied betreft.