direct naar inhoud van Hoofdstuk 4 Beleidskader
Plan: Wijdemeren, Kern 's-Graveland en Landgoederen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP0200kernGVL2008-va01

Hoofdstuk 4 Beleidskader

Barro 2011 (voorheen bekend als AMvB Ruimte)

Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening in werking getreden. Het Barro is een van de uitvoeringsinstrumenten die kunnen worden ingezet om het Rijksbeleid in het beleid van lagere overheden te laten implementeren. Het Barro bevat alle ruimtelijke rijksbelangen uit de eerder uitgebrachte planologische kernbeslissingen (PKB's) en geeft middels regels en plankaarten (juridisch) de mogelijkheid om de rijksbelangen veel directer door te laten werken in de ruimtelijke plannen van andere overheden. Anders dan de Realisatieparagraaf dus, waar alleen is aangegeven hoe het beleid zal worden uitgevoerd door het aanreiken van de mogelijke sturingsinstrumenten. Onderwerpen waarvoor het rijk ruimte vraagt zijn de mainportontwikkeling van Rotterdam, bescherming van de waterveiligheid in het kustfundament en in en rond de grote rivieren, bescherming en behoud van de Waddenzee en enkele werelderfgoederen, zoals de Beemster, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam en de uitoefening van defensietaken. Hiermee kan bijvoorbeeld precies aangegeven worden in welke zones bestemmingsplannen geen bestemmingen mogen bevatten die verdere verstedelijking toestaan. Dit moet leiden tot snellere besluitvorming en minder bestuurlijke drukte. In de loop van 2012 zal het besluit worden aangevuld met de ruimtevraag voor de onderwerpen veiligheid op rijksvaarwegen, toekomstige uitbreiding van infrastructuur, de elektriciteitsvoorziening, de ecologische hoofdstructuur (EHS), de veiligheid van primaire waterkeringen, reserveringsgebieden voor hoogwater langs de Maas en maximering van de verstedelijkingsruimte in het IJsselmeer. Ook zal het onderwerp duurzame verstedelijking in regelgeving worden opgenomen.

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (ontwerp)

In de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. Zo wordt in de Structuurvisie beschreven in welke infrastructuurprojecten de komende jaren wordt geïnvesteerd. En op welke manier de bestaande infrastructuur beter benut kan worden. Provincies en gemeentes krijgen in de plannen meer bewegingsvrijheid op het gebied van ruimtelijke ordening. De Structuurvisie gaat diverse beleidsnota's vervangen zoals:

  • de Nota Ruimte;
  • de Structuurvisie Randstad 2040;
  • de Nota Mobiliteit;
  • de MobiliteitsAanpak;
  • de structuurvisie voor de Snelwegomgeving;
  • de agenda Landschap;
  • de agenda Vitaal Platteland;
  • Pieken in de Delta.

Voor het plangebied zijn geen specifieke opgaven bepaald. Algemeen gaat de structuurvisie uit van het tot stand brengen en beschermen van de (herijkte) EHS en Natura2000 gebieden. Dit heeft vooral betrekking op het buitengebied van de gemeente Wijdemeren en niet zozeer op de kernen.

Aanwijzing als beschermd dorpsgezicht (1986)

Het grootste deel van het plangebied is in 1986 aangewezen als beschermd dorpsgezicht in de zin van artikel 20 van de Monumentenwet. Alleen het gebied ten zuiden van de Gooise Vaart valt buiten de bescherming.

Het gebied is aangewezen om de volgende redenen:

  • het ruimtelijk karakter van 's-Graveland is uniek door het strakke 17e-eeuwse plan van aanleg langs de Trekvaart in combinatie met de concentratie van buitenplaatsen en de bijzondere ruimtelijke relatie tussen de buitenplaatsen en de lintbebouwing;
  • de ruimtelijke ontwikkeling heeft grotendeels binnen de ruimtelijke structuur van de 17e-eeuwse aanleg plaatsgevonden;
  • het bebouwingsbeeld en de beplanting van de dorpsbebouwing en de buitenplaatsen is samenhangend en waardevol;
  • het gebied levert om bovenstaande redenen een beeld op dat van algemeen belang is vanwege de schoonheid en het karakter.

De te beschermen waarden zijn aangegeven op de historische ruimtelijke waarderingskaart behorend bij het besluit tot aanwijzing. Het besluit en de beschrijving van het beschermd dorpsgebied zijn opgenomen in bijlage 8.

Een bestemmingsplan voor een beschermd dorpsgezicht dient gericht te zijn op:

  • het behoud en zo nodig verbeteren van de structuur van het dorpsgezicht;
  • het behoud van de functie (bescherming mag niet leiden tot alleen vormbehoud);
  • het begeleiden van verbouw en nieuwbouw ten behoeve van landschappelijke inpassing en het toetsen van veranderingen.

Nationaal Waterplan 2009 – 2015

Het Nationaal Waterplan (Ministeries van V&W, VROM en LNV, 2009) is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998. Het beschrijft de maatregelen die genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten. Het Nationaal Waterplan bestaat uit een thematische uitwerking en een gebiedsuitwerking. Thema's die behandeld worden zijn: waterveiligheid, watertekort en zoetwatervoorziening, wateroverlast, waterkwaliteit en gebruik van water. Gebiedsuitwerkingen zijn er voor de Kust, Rivieren, IJsselmeergebied, Zuidwestelijke Delta, Randstad, Noordzee, Noord-Nederland en de Waddenzee, Hoog Nederland en het Stedelijk gebied. Op basis van de Waterwet en de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan de status van structuurvisie.

Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland (2008-2013)

Deze beleidsvisie formuleert het toervaartbeleid voor Nederland. Het beleid heeft tot doel om de vaarmogelijkheden in Nederland te vergroten en nieuwe routes te creëren en bestaande routes te verbeteren. De 's Gravelandse Vaart is onderdeel van een van deze routes en enige tijd geleden weer bevaarbaar gemaakt voor de toervaart. Aandachtspunt voor deze route is nog het verbeteren van de route als staandemastroute.

Structuurvisie Noord-Holland 2040 (2011)

In het streekplan is het plangebied grotendeels aangeduid als metropolitaan landschap en bestaand stedelijk gebied in het buitengebied. Verstedelijking dient plaats te vinden binnen het bestaand bebouwd gebied. De provincie zet in op verdergaande binnenstedelijke verdichting. Binnenstedelijke woningbouw en verdichting dienen echter niet ten koste te gaan van de kwaliteit van het woon- en leefmilieu in stedelijk gebied. Bij de bouw van nieuwe woningen moet ervoor worden gezorgd dat het bouwproject waar nodig bijdraagt aan de beschikbaarheid van voldoende betaalbare huur- en koopwoningen. Bij (her)inrichting van het stedelijk gebied wordt gestreefd naar beperking van negatieve invloeden op het grondwatersysteem, zowel kwalitatief als kwantitatief. Een functieverandering of herinrichting mag niet leiden tot een grotere aan- en afvoer van water.

afbeelding "i_NL.IMRO.1696.BP0200kernGVL2008-va01_0002.jpg"

Cultuurhistorische waarden

De Gooi en Vechtstreek is een regio met hoge cultuurhistorische en landschappelijke waarden, zowel in het landelijk als het stedelijk gebied (beschermde stads- en dorpsgezichten). Kenmerkend is onder andere de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Behoud van de cultuurhistorische waarden in de regio staat voorop. Dit sluit nieuwe ontwikkelingen niet uit. Functieveranderingen zijn mogelijk mits het nieuwe gebruik zich verdraagt met de omgeving.

Natuur

Het hoofddoel voor deze gebieden is het duurzaam in stand houden en/of veiligstellen van de natuurlijke verscheidenheid van het landschap. Deze gebieden kunnen een belangrijke nevenfunctie bezitten voor extensieve openluchtrecreatie, verblijfsrecreatie en/of land- en bosbouw. Ook kan sprake zijn van beperkt militair gebruik of waterwinning. Verdere bebouwing of wegenaanleg is uitgesloten, tenzij bedoeld voor toezicht en beheer of voor een nevenfunctie. De nevenfuncties moeten afgestemd zijn op de hoofdfunctie.

Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (2010)

Bij besluit van 21 juli 2010 is door Provinciale Staten van Noord-Holland de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie vastgesteld.

De provinciale verordening is gebaseerd op artikel 4.1 van de Wro en is het aangewezen instrument als het gaat om algemene regels omtrent de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen of projectbesluiten. De verordening is gebaseerd op het nu geldende structuurvisiebeleid; nieuw beleid zal zo nodig worden vervat in een nieuwe ruimtelijke verordening.

Beleidskader Landschap en Cultuurhistorie Noord-Holland (2006)

Dit beleidskader vervangt verschillende provinciale beleidsnota's met betrekking tot cultuurhistorie en landschap en vormt het provinciaal toetsingskader op het gebied van beeldkwaliteit. Het beleid met betrekking tot het plangebied is gericht op het behoud van het gehele rijksbeschermde ensemble van landgoederen en buitenplaatsen inclusief lanen, zichtassen en zanderijstructuur.

Beleid Natuurmonumenten

Een groot deel van het plangebied is eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten. Het beleid van de vereniging is gericht op het behouden, herstellen en ontwikkelen van natuurwaarden. Daarnaast is het beleid gericht op het behouden en herstellen van de cultuurhistorische waarden binnen de terreinen en het bieden van mogelijkheden tot beleving van cultuur en landschap.

Bij waardevolle cultuurlandschappen waar cultuur en natuur sterk verweven zijn wordt gestreefd naar behoud van samenhang tussen gebouw en landschap.

Het specifieke beheer per buitenplaats is uitgewerkt in afzonderlijke beheerplannen.

Herstelplan 's-Gravelandse buitenplaatsen 2008-2018

Om die rijke historie van de bijna vier eeuwen oude 's-Gravelandse buitenplaatsen voor de toekomst veilig te stellen, heeft Natuurmonumenten een omvangrijk herstelplan opgesteld voor de lanen en tuinen.

Het herstelplan voor tien buitenplaatsen omvat een periode van ten minste tien jaar. Elk jaar zal Natuurmonumenten op een aantal plaatsen verspreid over het gebied projecten uitvoeren. De herstelwerkzaamheden zijn onder meer:

  • verjonging van lanen, boomgroepen en solitairen;
  • renovatie en herstel van de structuur van de hoofdpaden;
  • herstel van deels oude wandelpaden (korte ommetjes vanuit de bebouwde kom);
  • facelift van tuinen en bijgebouwen (stallen, folies);
  • aanleg en renovatie van recreatieve voorzieningen;
  • herstel van waterlopen, vijverpartijen en bijbehorende kunstwerken.

Gemeentelijk beleid

Het speerpunt in het gemeentelijk beleid is gelegen in het versterken van de toeristisch-recreatieve positie van Wijdemeren in het Groene Hart. Dit beleidsuitgangspunt is ingegeven door de beperkingen die door het rijks- en provinciaal beleid zijn opgelegd vanwege het restrictieve beleid.

Het beleid van de gemeente is gericht op het versterken van de positie van Wijdemeren als toeristisch-recreatieve trekpleister in het Groene Hart. Aan deze beleidsvisie ligt een aantal ontwikkelingen ten grondslag:

  • het restrictieve beleid dat bedreigingen (beperking woningbouw en bedrijvigheid), maar ook kansen en uitdagingen biedt (stedelijke vernieuwing en ontwikkeling recreatie en toerisme);
  • de noodzaak een voldoende gedifferentieerd voorzieningenniveau in stand te houden;
  • de ontwikkelingen in de landbouw (onder andere schaalvergroting) in samenhang met een toename van het recreatief medegebruik van het landelijk gebied en landschapsbeheer.

Aan deze centrale beleidsvisie wordt via meerdere sporen inhoud gegeven. Belangrijk daarbij zijn het toeristisch-recreatief beleid, het voorzieningenbeleid en het beleid inzake natuur en landschap. Voor het ruimtelijk beleid voor het plangebied zijn de volgende beleidsdocumenten van bijzondere betekenis:

  • Nota Openbare Speelruimten (2002);
  • Welstandsnota (2004, herzien in 2009);
  • Woonvisie (2005);
  • Horecanota (2007);
  • Detailhandelstructuurvisie (2007);
  • Parkeernormbeleid (2006);
  • Beleidsplan Verkeer (2011).