direct naar inhoud van Artikel 13 Tuin
Plan: Wijdemeren, Kern 's-Graveland en Landgoederen
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP0200kernGVL2008-gc01

Artikel 13 Tuin

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en stoepen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. al dan niet verharde paden en erfontsluitingswegen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' tevens een parkeerterrein;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - 1': tevens een moestuin met waterput;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - 2': tevens een paddenpoel;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - 3': tevens een beeldentuin en een zwaluwenhotel.
13.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels.

13.2.1 Algemeen
  • a. Op deze gronden mag worden gebouwd waarbij geldt dat aan de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen uitsluitend de volgende bouwwerken mogen worden gerealiseerd:
    • 1. tot de hoofdgebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, tot een diepte van maximaal 2,5 m, gemeten vanuit de voorgevel;
    • 2. tot de hoofdgebouwen behorende serres en erkers tot een diepte van maximaal 2 m, gemeten vanuit de voorgevel en een bouwhoogte van ten hoogste de eerste bouwlaag van het desbetreffende hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m;
    • 3. tot de hoofdgebouwen behorende andere ondergeschikte onderdelen, tot een diepte van maximaal 1,5 m gemeten vanuit de voorgevel.

13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en/of grenzend aan openbaar gebied;
    • 2. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen elders;
    • 3. 5 m voor antenne-installaties op bouwwerken, niet zijnde schotelantennes;
    • 4. 3 m voor schotelantennes;
    • 5. 5 m voor vlaggenmasten;
    • 6. 2 m voor tuinmeubilair;
    • 7. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
13.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt dat het gebruiken of laten gebruiken van onbebouwde gronden voor opslag is niet toegestaan.

13.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.1 en 13.2.2 voor het bouwen van een bijenschans of vleermuiskelder met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gebouwen en bouwwerken zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurwaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  • b. de hoogte van de bijenschans bedraagt ten hoogste 1,5 m en de oppervlakte bedraagt ten hoogste 201 m²;
  • c. de hoogte van de vleermuiskelder bedraagt ten hoogste 1,5 m en de oppervlakte bedraagt ten hoogste 44 m²;
  • d. de afstand van een bijenschans tot woningen en de openbare weg bedraagt minimaal 30 m; deze afstandseis geldt niet wanneer voldoende beschermingsmaatregelen worden genomen door middel van een afscheiding van 2 m hoog, of zoveel hoger als nodig is om het laag uit- en invliegen van bijen te voorkomen, en indien de omliggende gebouwen eigendom zijn van de bijenhouder.