Plan: | Wijdemeren, Kern Nederhorst den Berg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1696.BP0100kernNDB2008-va01 |
Algemeen
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijfsactiviteiten in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:
Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB). Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De SvB is overgenomen uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009).
Omdat het plangebied bestaat uit verschillende soorten functies (onder andere wonen, bedrijven, recreatie), wordt het gehele plangebied beschouwd als een gebied dat geschikt is voor functiemenging. Derhalve wordt gebruikgemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'. Om de toelaatbaarheid van milieubelastende activiteiten te bepalen, wordt hierbij niet uitgegaan van aan te houden afstanden, maar de mate waarin activiteiten toelaatbaar zijn naast, onder of boven woonbebouwing. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar Bijlage 3.
Milieuzonering
Uitgangspunten voor functiemenging
Bij het opstellen van deze milieuzonering wordt gebruikgemaakt van de SvB 'functiemenging'. Zoals reeds eerder is aangegeven, wordt bij de milieuzonering van aanwezige gebieden met functiemenging rekening gehouden met de bouwkundige situatie ten opzichte van milieugevoelige functies in het plangebied en de directe omgeving.
In Bijlage 1 van de regels is een lijst van bedrijfsactiviteiten opgenomen die in een gebied met functiemenging relatief vaak voorkomen. Voor al deze activiteiten is naar aanleiding van hun milieubelasting een categorie bepaald. Door middel van een aanduiding op de plankaart of het opnemen van de toelaatbare categorieën in de regels (categorie A, B1, B2 en C) wordt bepaald welke bedrijfsactiviteiten op welke locatie zijn toegestaan. Lagere categorieën dan aangegeven zijn ook toegestaan. Per deel van het plangebied (of voor het gehele plangebied) wordt, afhankelijk van het ruimtelijke karakter, een algemene toelaatbaarheid vastgesteld. Op deze manier kan het woon- en leefklimaat van een deelgebied optimaal worden afgestemd met de aanwezige bedrijfsactiviteiten.
Afwijking algemene toelaatbaarheid
In specifieke gevallen kunnen bedrijfsactiviteiten worden toegestaan die in een hogere milieucategorie vallen dan algemeen toelaatbaar is. Daarvoor geldt dat deze bedrijfsactiviteiten (als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze), naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar moeten zijn met de bedrijfsactiviteiten genoemd in de lagere algemeen toegelaten milieucategorieën. Bedrijfsactiviteiten die niet op de lijst van functiemenging voorkomen, worden mogelijk gemaakt met een maatbestemming.
Uitwerking voor het plangebied
Karakter van het plangebied
Het plangebied valt te karakteriseren als een dorpskern met gemengde functies. Naast wonen en recreatie, treft men maatschappelijke voorzieningen en natuur aan. Van grote, op zichzelf staande woonwijken is geen sprake. Bedrijven bevinden zich slechts verspreid over de dorpskern en zijn kleinschalig van aard. Op grond van het bovenstaande wordt in het gehele plangebied functiemenging wenselijk geacht.
Toelaatbaarheid
Gezien het dorpse karakter van het plangebied, worden bedrijven uit maximaal categorie B1 algemeen toelaatbaar geacht. Dit zijn veelal kleinschalige, ambachtelijke bedrijven die slechts een beperkte mate van milieuhinder veroorzaken.
Bedrijven uit categorie B2 en C worden in dit plan niet toegestaan, dit zijn bedrijven die bouwkundig afgescheiden dienen te zijn. Bedrijven uit categorie C hebben bovendien een zodanige verkeersaantrekkende werking dat aansluiting op de hoofdinfrastructuur wenselijk is. De gemengde gebieden worden geen van allen ontsloten door een weg die behoort tot de hoofdinfrastructuur. Reeds bestaande bedrijven uit deze twee milieucategorieën worden mogelijk gemaakt met een maatbestemming zodat deze bij bedrijfsbeëindiging of -verplaatsing slechts vervangen kunnen worden door een bedrijf van vergelijkbare aard. Huidige functies in het plangebied blijven gehandhaafd. Er worden geen nieuwe bedrijfsfuncties mogelijk gemaakt.
Inventarisatie bestaande bedrijven
De in het plangebied aanwezige bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (zie Bijlage 3). De aanwezige bedrijven zijn allemaal kleinschalig en zijn bijna alle ingeschaald in categorie B1 of lager. Voor zover bekend leveren de bedrijven geen onaanvaardbare milieuhinder op voor de woonomgeving. Dit geldt voor zowel de reeds bestaande woningen als de nieuw te realiseren woningen. Wat betreft de laatste kan nog vermeld worden dat deze niet in de directe omgeving van bedrijven die in een hogere categorie dan algemeen toelaatbaar vallen, mogelijk worden gemaakt. De afstand tussen de beoogde woningen aan de Dammerweg 2 en Overmeerseweg 8-12 enerzijds en het bedrijf aan de Vaartweg 20 anderzijds bedraagt namelijk meer dan 100 m. Van onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van dit bedrijf zal daarom geen sprake zijn. In de directe omgeving van de beoogde woningen op de overige ontwikkelingslocaties liggen geen bedrijven die niet binnen de algemene toelaatbaarheid passen.
Conclusie
In dit bestemmingsplan wordt aan de hand van de gehanteerde milieuzonering, die in de planregels is opgenomen, zorg gedragen voor een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van woningen. Reeds bestaande bedrijven worden niet in hun bedrijfsvoering belemmerd.