Plan: | Bebouwde kom Kamperland 2016 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1695.BPKamperland2016-VA01 |
het bestemmingsplan 'Bebouwde kom Kamperland 2016' van de gemeente Noord-Beveland;
de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1695.BPKamperland2016-VA01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangegeven, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een grondgebonden woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen;
een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een hoofdgebouw dat door de indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt overeenkomstig de functie van het hoofdgebouw;
gedeelte van het erf tussen de achtergevelrooilijn en de aan de achterzijde van het gebouw gelegen erfgrens;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
de gemiddelde hoogte van de gebouwen en andere bouwwerken omringende grond; bij hellende terreinen: het hoogste punt van de gebouwen en andere bouwwerken omringende grond;
een afwijking als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, onderdeel 1 van de Wabo, zoals deze luidt op het moment van vaststelling van het plan;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige inzake archeologie;
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische sporen relicten;
archeologisch vooronderzoek kan bestaan uit locatiegericht bureauonderzoek, booronderzoek, geofysisch prospectieonderzoek, het graven van proefsleuven of een combinatie daarvan. De verschillende vormen van onderzoek worden verricht door een erkende partij en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificaties in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). De resultaten van het onderzoek worden weergegeven en geïnterpreteerd in een rapport. Op basis daarvan beoordeelt de gemeente of een omgevingsvergunning kan worden verleend;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige archeologische sporen en relicten;
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken;
een op de verbeelding aangegeven lijn, die niet door gebouwen mag worden overschreden, tenzij in deze regels anders is bepaald;
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
een kleinschalige, veelal aan de woonfunctie ondergeschikte, kortdurende, toeristische verblijfsvoorziening, voor uitsluitend logies en ontbijt, die deel uitmaakt van het hoofdgebouw of is gevestigd in één van de bestaande bijgebouwen en wordt gerund door de gebruikers van het betreffende perceel;
de gezamenlijke vloeroppervlakte van verkoopruimten, magazijnen, bergingen, kantoren en verblijfsruimten en de overige voor de bedrijfsvoering benodigde vloeroppervlakte;
een woning in of nabij een gebouw of op een terrein, dat dient voor de huisvesting van één huishouden, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk is;
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Staatsblad 2004, nr. 250) een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan;
de op het tijdstip van het ter visie leggen van het ontwerp van dit plan legaal aanwezige of vergunde aantal woningen;
de op het tijdstip van het ter visie leggen van het ontwerp van dit plan legaal aanwezige of vergunde bouwwerken;
het op het tijdstip van het in werking treden van dit plan aanwezige of vergunde gebruik van grond en opstallen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning, zoals bedoeld in de Wabo;
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en door zijn ligging, functie, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Besluit omgevingsrecht, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een (bouw)perceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangegeven, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleinere etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een tweede woning die niet betrokken wordt als hoofdverblijf en niet verhuurd wordt aan recreanten;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van drank voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;
al dan niet omheind stuk grond dat in ruimtelijk opzicht direct behoort bij, in functioneel opzicht ten dienste staat van, en in feitelijk opzicht direct aansluit aan een gebouw en dat, blijkens de kadastrale gegevens behoort tot het perceel waarop dat gebouw is geplaatst;
de natuurlijke persoon, groep of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of van omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte (van een seksinrichting) wordt uitgeoefend;
een verblijfsruimte in, aan of bij de woning waar incidenteel gasten kunnen verblijven. De gasten zijn veelal familie, vrienden of kennissen van de hoofdbewoner(s) en wonen daar niet zelf. Het gaat om incidenteel, niet-bedrijfsmatig gebruik, waar geen vergoeding tegenover staat. Het gebruik van het gastenverblijf is gerelateerd aan de woonfunctie van het hoofdgebouw.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder (Stbl. 1981, 533) rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
denkbeeldige dan wel op de kaart aangegeven lijn die strak langs de gevel van een gebouw loopt tot aan de bouwperceelsgrenzen;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
een bedrijf gericht op het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereidde en al dan niet ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaren en/of het verstrekken van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodaties en niet zijnde een discotheek/bar/dancing;
een door de gemeente gecreëerde hangplek voor jongeren;
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Staatsblad 2004, nr. 250) een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig/bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, (para) medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of een hiermee naar aard gelijk te stellen gebied;
blokken van maximaal twee aaneen gebouwde woningen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar een bepaalde maatvoering geldt;
een reservoir bestemd en geschikt voor het bewaren van dunne mest, dat niet geheel of gedeeltelijk is gelegen onder een stal, bijvoorbeeld een foliebassin of mestzak;
de in het kader van dot plan aan een gebied toegekende waarden gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut;
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het bepalen van de onderzoeksdoelstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
een bouwwerk, geen gebouw zijnde voorzien van een gesloten dak en voorzien van maximaal twee wanden;
de kruin van de weg indien de afstand tussen het bouwwerk en de kant van de weg minder dan 5 meter bedraagt, en in de andere gevallen de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte bouwterrein;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten;
detailhandel voor niet frequente doelgerichte aankopen op perifere locaties, die door brand- en explosiegevaar en door zijn volumineuze aard en omvang en voor de dagelijkse bevoorrading moeilijk inpasbaar is in bestaande winkelgebieden zoals in de volgende branches: auto's, boten, caravans (inclusief tenten), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair, woninginrichting waaronder meubels en dierbenodigdheden (volumineus/fouragehandel);
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué/prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen met als doel het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een permanent aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een huishouden of een daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten filmvoorstellingen en/of life-shows van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven;
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door vertoningen van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven;
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotisch-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake stedenbouw;
zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
blokken van twee vrijstaande grondgebonden woningen welke aan maximaal één zijde in de zijdelingse perceelsgrens zijn gebouwd en door een gemeenschappelijke scheidingsmuur met elkaar zijn verbonden;
de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank;
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
de gevellijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
een grondgebonden woning welke aan beide zijden van de woning niet in de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd;
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, (hemel) infiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan voorzieningen als duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, ondergrondse bergbezinkbassins;
als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub b van de Wegenverkeerswet 1994;
de Wegenverkeerwet 1994, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan:
een vorm van wonen waarbij gebruik gemaakt kan worden van collectieve voorzieningen gericht op de verzorging, op medisch, therapeutisch of daarmee gelijk te stellen gebied;
een hoofdgebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden:
Wet ruimtelijke ordening, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan;
de kadastrale grens van een bouwperceel tussen twee bouwpercelen, die voor- en achterzijde van een bouwperceel verbindt.
van gebouwen onderling alsmede afstanden van bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot de bouwperceelsgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken, met dien verstande, dat wanneer de betreffende gevelvlakken niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste maat;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de voor- en achtergevel;
optellen van de oppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en overkappingen bij elkaar, tenzij in deze regels anders is bepaald.
Bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons en overtekende daken buiten worden buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,00 m bedraagt.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 3.1 bedoelde bestemmingen worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Tot het verboden gebruik als bedoeld in Artikel 30 wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een boomgaard ten behoeve van fruitteelt aan te leggen.
De vergunning kan slechts worden verleend indien door de aanleg van een boomgaard ten behoeve van fruitteelt dan wel door de te verwachten gevolgen, geen schadelijke gevolgen kunnen ontstaan voor de volksgezondheid in de aangrenzende gebieden.
Bij het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld lid 3.5.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een milieudeskundige.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met dien verstande dat:
Deze gronden zijn mede bestemd voor verhardingen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming, waaronder energievoorzieningen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 4.1 bedoelde bestemmingen worden gebouwd:
De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 2,00 meter.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met dien verstande dat:
Deze gronden zijn mede bestemd voor verhardingen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming, waaronder energievoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 5.1 bedoelde bestemmingen worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 sub i om de bed & breakfast te verruimen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bouwmarkt' te verplaatsen naar elders binnen de bestemming Bedrijventerrein, met dien verstande dat:
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, parkeervoorzieningen, laad- en losruimte, waterhuishoudkundige voorzieningen, speelvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 6.1 bedoelde bestemmingen worden gebouwd:
De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, parkeervoorzieningen, laad- en losruimte, waterhuishoudkundige voorzieningen, speelvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 7.1 bedoelde bestemmingen worden gebouwd:
Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Tot het verboden gebruik als bedoeld in 30.1 wordt niet gerekend, het bieden van logies met ontbijt in de bestaande eet- en slaapvertrekken binnen een woning tot een maximum van 3 kamers voor maximaal 5 gasten.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 ten behoeve van de uitoefening van beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten in de woning of bijgebouwen. Verwezen wordt naar artikel 30.2.4.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in in lid 7.4 voor het verruimen van een bed & breakfast, met dien verstande dat:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, parkeervoorzieningen, laad- en losruimte, waterhuishoudkundige voorzieningen, speelvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 8.1 bedoelde bestemming worden gebouwd:
Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Tot het verboden gebruik als bedoeld in 30.1 wordt niet gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 ten behoeve van de uitoefening van beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten in de woning of bijgebouwen. Verwezen wordt naar artikel 30.2.4.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in in lid 8.4 voor het verruimen van een bed & breakfast, met dien verstande dat:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, parkeervoorzieningen, laad- en losruimte, waterhuishoudkundige voorzieningen, speelvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 9.1 bedoelde bestemming worden gebouwd:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 2,00 meter.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Tot het verboden gebruik als bedoeld in 30.1 wordt niet gerekend, het uitoefenen van ondergeschikte horeca-activiteiten ten dienste van de bestemming met een maximale verkoopvloeroppervlakte van 50 m2 per bedrijf.
De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, recreatieve voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 10.1 genoemde bestemmingen worden gebouwd:
De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.3 tot een bouwhoogte van maximaal 10,00 meter.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gronden als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor groensingels.
Deze gronden zijn mede bestemd voor waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 11.1 genoemde bestemmingen andere bouwwerken worden gebouwd.
De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 1,00 meter.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.2 tot een bouwhoogte van maximaal 2,00 meter.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 11.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied per saldo niet significant worden aangetast.
Bij het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld lid 11.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een landschap- en beplantingsdeskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een vergunning de aanwezige waarden niet onevenredig worden geschaad.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gronden als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 12.1 bedoelde bestemmingen worden gebouwd:
Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.
Met betrekking tot het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.1 ten behoeve van de uitoefening van beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten in de woning of bijgebouwen. Verwezen wordt naar artikel 30.2.4.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in in lid 12.4 voor het verruimen van een bed & breakfast, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de gronden wijzigen naar de bestemming 'Detailhandel', met dien verstande dat:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 13.1 bedoelde bestemmingen worden gebouwd:
Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Tot het verboden gebruik als bedoeld in 30.1 wordt niet gerekend het bieden van logies met ontbijt in de bestaande eet- en slaapvertrekken van een woning tot een maximum van 3 kamers voor maximaal 5 gasten.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1 ten behoeve van de uitoefening van beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten in de woning of bijgebouwen. Verwezen wordt naar artikel 30.2.4.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in in lid 13.4 voor het verruimen van een bed & breakfast, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de gronden wijzigen naar de bestemming 'Detailhandel', met dien verstande dat:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor
Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, groen, water, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 14.1 bedoelde bestemmingen worden gebouwd:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Tot het verboden gebruik als bedoeld in 30.1 wordt niet gerekend, het uitoefenen van ondergeschikte detailhandels- en/of horeca activiteiten ten dienste van de bestemming.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, groen, water, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de in lid 15.1 genoemde bestemmingen worden gebouwd.
De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2.2 tot een bouwhoogte van maximaal 10,00 meter.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, groen, water, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 16.1 genoemde bestemmingen worden gebouwd:
De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.3 tot een bouwhoogte van maximaal 10,00 meter.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor rabatten, paden, speelvoorzieningen, afvalverzamelvoorzieningen, water en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 17.1 genoemde bestemmingen worden gebouwd:
De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.3 tot een bouwhoogte van maximaal 10,00 meter.
De voor 'Verkeer - Verkeersverblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor rabatten, paden, water en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 18.1 genoemde bestemmingen worden gebouwd:
De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2.3 tot een bouwhoogte van maximaal 10,00 meter.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor bermen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 19.1 genoemde bestemmingen andere bouwwerken worden gebouwd.
De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 2,00 meter.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2.2 tot een bouwhoogte van maximaal 4,00 meter.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 20.1 bedoelde bestemmingen worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Tot het verboden gebruik als bedoeld in 30.1 wordt niet gerekend, het bieden van logies met ontbijt in de bestaande eet- en slaapvertrekken van een woning tot een maximum van 3 kamers voor maximaal 5 gasten.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 20.1 ten behoeve van de uitoefening van beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten in de woning of bijgebouwen. Verwezen wordt naar artikel 30.2.4.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.1, sub a voor het toestaan van deeltijdwonen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.4 voor het toestaan van maximaal 8 bedden, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door bouwaanduidingen 'aaneengebouwd', 'twee-aaneen' en 'vrijstaand' te wijzigen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door het wijzigen van het maximaal aantal woningen door ter plaatse van de aanduiding 'aantal wooneenheden' meer woningen toe te staan, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 21.1 bedoelde bestemmingen worden gebouwd:
Tot het verboden gebruik als bedoeld in 30.1 wordt niet gerekend het bieden van logies met ontbijt in de bestaande eet- en slaapvertrekken van een woning tot een maximum van 3 kamers voor maximaal 5 gasten.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 21.1 ten behoeve van de uitoefening van beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten in de woning of bijgebouwen. Verwezen wordt naar artikel 30.2.4.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in in lid 21.3 voor het verruimen van een bed & breakfast, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de gronden wijzigen door bouwaanduidingen 'twee-aaneen' en 'vrijstaand' te wijzigen, met dien verstande dat:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 22.1 bedoelde bestemmingen worden gebouwd:
Tot het verboden gebruik als bedoeld in 30.1 wordt niet gerekend, het bieden van logies met ontbijt in de bestaande eet- en slaapvertrekken van een woning tot een maximum van 3 kamers voor maximaal 5 gasten.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 22.1 ten behoeve van de uitoefening van beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten in de woning of bijgebouwen. Verwezen wordt naar artikel 30.2.4.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.1, sub a voor het toestaan van deeltijdwonen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.3 voor het toestaan van maximaal 8 bedden, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door het wijzigen van het maximaal aantal woningen door ter plaatse van de aanduiding 'aantal wooneenheden' meer woningen toe te staan, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een hoofdwaterleiding en de daarbij behorende beschermingszone.
Op deze gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de desbetreffende hoofdtransportleiding.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 23.2 ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge ter plaatse aangewezen andere bestemmingen, mits door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de leiding en vooraf advies is ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren:
Het verbod van het in dit artikel betreffende lid 23.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 23.4.1 wordt slechts verleend indien de leiding door de werken niet onevenredig worden geschaad en er door de werken en/of werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan. Alvorens de vergunning te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij de eigenaar van de desbetreffende leiding(en).
De voor ‘Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de ter plaatse in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden, met dien verstande dat de bestemming Waarde - Archeologie - 2 prevaleert boven de andere aldaar geldende bestemmingen.
Op of in deze gronden mogen worden gebouwd:
Andere werken, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regel:
Met betrekking tot het bouwen van bouwwerken ten dienste van de andere aldaar geldende bestemmingen gelden, met inachtneming van de voor de betreffende bestemming(en) geldende (bouw)regels, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2.3, sub b voor het bouwen of uitbreiden van bouwwerken, waarbij de oppervlakte van de bodemverstoring groter is of de bodem dieper geroerd wordt dan de aangegeven maximale maat, indien:
Het bevoegd gezag wint ter beoordeling van het rapport, zoals bedoeld in lid 24.3.1, sub b schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige.
Voor zover het bouwen van het bouwwerk, waarvoor een omgevingsvergunning nodig is als bedoeld in lid 24.3.1, kan leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin, kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 24.3.1 indien aan de vergunning één of meer van de volgende regels worden verbonden:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 24.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:
De in een omgevingsvergunning opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in lid 24.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
Het bevoegd gezag wint met betrekking tot het bepaalde in lid 24.4.3 schriftelijk advies in bij een door hen aan te wijzen archeologisch deskundige.
Voor zover de in artikel 24.4.1 genoemde werken en werkzaamheden kunnen leiden tot onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, kan het bevoegd gezag aan de vergunning één of meer van de volgende regels verbinden:
Het bevoegd gezag kan de bestemmingsvlakken van de bestemming van archeologisch waardevolle gebieden wijzigen naar 'Waarde - Archeologie - 1', 'Waarde - Archeologie - 3', 'Waarde - Archeologie - 4' zoals opgenomen in deze regels dan wel in 'Bijlage 4 Waarde - Archeologie' voor zover:
Het bevoegd gezag kan de bestemmingsvlakken van de bestemming ‘Waarde - Archeologie - 2’ geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
De voor ‘Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de ter plaatse in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden, met dien verstande dat de bestemming Waarde - Archeologie - 3 prevaleert boven de andere aldaar geldende bestemmingen.
Op of in deze gronden mogen worden gebouwd:
Andere werken, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regel:
Met betrekking tot het bouwen van bouwwerken ten dienste van de andere aldaar geldende bestemmingen gelden, met inachtneming van de voor de betreffende bestemming(en) geldende (bouw)regels, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2.3, sub b voor het bouwen of uitbreiden van bouwwerken, waarbij de oppervlakte van de bodemverstoring groter is of de bodem dieper geroerd wordt dan de aangegeven maximale maat, indien:
Het bevoegd gezag wint ter beoordeling van het rapport, zoals bedoeld in lid 25.3.1, sub b schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige.
Voor zover het bouwen van het bouwwerk, waarvoor een omgevingsvergunning nodig is als bedoeld in lid 25.3.1, kan leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin, kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 25.3.1 indien aan de vergunning één of meer van de volgende regels worden verbonden:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 25.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:
De in een omgevingsvergunning opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in lid 25.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
Het bevoegd gezag wint met betrekking tot het bepaalde in lid 25.4.3 schriftelijk advies in bij een door hen aan te wijzen archeologisch deskundige.
Voor zover de in artikel 25.4.1 genoemde werken en werkzaamheden kunnen leiden tot onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, kan het bevoegd gezag aan de vergunning één of meer van de volgende regels verbinden:
Het bevoegd gezag kan de bestemmingsvlakken van de bestemming van archeologisch waardevolle gebieden wijzigen naar 'Waarde - Archeologie - 1', 'Waarde - Archeologie - 2', 'Waarde - Archeologie - 4' zoals opgenomen in deze regels dan wel in 'Bijlage 4 Waarde - Archeologie' voor zover:
Het bevoegd gezag kan de bestemmingsvlakken van de bestemming ‘Waarde - Archeologie - 3’ geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
De voor 'Waarde - Waardevolle Dijk' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de versterking van cultuurhistorische, landschaps- en natuurwaarden van het dijklichaam.
Op deze gronden zijn ten behoeve van de in lid 26.1 genoemde bestemming en ten dienste van de andere aldaar geldende bestemming(en) bouwwerken niet toegelaten, met uitzondering van reeds bestaande bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2 voor het bouwen van een schuilgelegenheid voor dieren, met een oppervlakte van maximaal 20,00 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3,00 meter, mits de cultuurhistorische, landschaps- en/of natuurwaarden van de gronden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2 voor het bouwen of uitbreiden van bouwwerken ten dienste van de andere aldaar geldende bestemming(en), mits de cultuurhistorische, landschaps- en/of natuurwaarden van de gronden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
Het bevoegd gezag wint met betrekking tot het bepaalde in lid 26.3.2 schriftelijk advies in bij een deskundige met betrekking tot de vraag of bij het bouwplan de cultuurhistorische, landschaps- en/of natuurwaarden voldoende worden ontzien en de eventueel te stellen voorwaarden.
Tot een gebruik niet strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken en/ of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 26.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:
De in een omgevingsvergunning opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in lid 26.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien geen blijvende onevenredige schade wordt toegebracht aan de cultuurhistorische, landschaps- en/of natuurwaarden.
De voor ‘Waterstaat - Waterkering’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor het waterstaatswerk van de waterkering ingevolge de Keur, met dien verstande dat in geval van strijdigheid van regels, de regels van dit artikel voor de regels gaan die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 27.1 genoemde bestemming worden gebouwd: andere bouwwerken waarbij de bouwhoogte maximaal 2,00 meter bedraagt.
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld lid 27.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door het verlenen van een vergunning de waterstaatkundige belangen niet onevenredig worden geschaad.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstanden tot, bouwhoogten, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.1, sub b indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.1, sub c voor het inrichten en/of gebruiken van een aan- of uitbouw of bijgebouw als gastenverblijf, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.1, sub d voor het inrichten en/of gebruiken van een aan- of uitbouw of bijgebouw als woonruimte ten behoeve van het bieden of ontvangen van mantelzorg, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.1 sub f voor de uitoefening van beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten in een woning en/of bij de woning behorende bijgebouwen met een oppervlakte van maximaal 40,00 m2 , met dien verstande dat:
Elke woning of andere functie biedt in principe parkeergelegenheid (p.p.) op het eigen bouwperceel overeenkomstig de minimale norm volgens de CROW/ASVV, publicatie 317 2012, of daaropvolgende uitgaven, met dien verstande dat deze norm inclusief 0,3 p.p. voor bezoekers is en bij de parkeerbalans een onderscheid wordt gemaakt tussen het theoretische en berekeningsaantal.
De voor ‘Vrijwaringszone - dijk’ aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen, tevens bestemd voor het beschermen van de aangrenzende waterkering.
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - dijk' is het verboden te bouwen.
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.1.2 voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende andere bestemming(en), mits de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad.
Alvorens het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in het eerste lid zal het bevoegd gezag een adviesaanvraag indienen bij de dijkbeheerder; het advies is niet gelijk te stellen aan een eventueel benodigde watervergunning.
Het bevoegd gezag kan de gronden met de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied - 1' wijzigen ten behoeve van de vestiging van maatschappelijke voorzieningen dan wel dienstverlening met ondergeschikte horeca, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de gronden de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied - 2' wijzigen naar de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:
De wijziging als bedoeld in 31.2 en 31.3 kunnen slechts worden toegepast, mits:
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in het eerste lid wordt uitsluitend verleend indien:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van geringe afwijkingen, die in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van een bouwwerk, geen gebouw zijnde of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Hierbij zijn verschuivingen van de bestemmingsgrens met maximaal 5,00 meter toelaatbaar.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van dit plan deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen in de zin dat de categorie-indeling van bedrijfsactiviteiten kan worden gewijzigd indien en voor zover een wijziging van de belasting van de desbetreffende typen bedrijven op het milieu als gevolg van technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geeft.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van dit plan deel uitmakende Staat van Horeca-activiteiten te wijzigen in de zin dat de categorie-indeling van horeca-activiteiten kan worden gewijzigd indien en voor zover een wijziging van de belasting van de desbetreffende typen bedrijven op het milieu als gevolg van technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geeft.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van lid 34.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 34.1 met maximaal 10%.
Lid 34.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 34.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 34.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 34.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Bebouwde kom Kamperland 2016.