Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1690.BV00328VP1-0401 |
Elke gemeente dient op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) om de tien jaar haar bestemmingsplannen te herzien of zo mogelijk een verlengingsbesluit te nemen, dan wel een beheersverordening vast te stellen. Indien de gemeenteraad dit niet tijdig doet, vervalt haar bevoegdheid om leges te heffen voor diensten die verband houden met het bestemmingsplan (bijvoorbeeld in het kader van omgevingsvergunningen).
Bij de behandeling van de Wro door het parlement is de beheersverordening toegevoegd aan het ruimtelijk instrumentarium van gemeenten. Hiermee is de mogelijkheid gecreëerd om voor 'laag dynamische' gebieden op een snelle en eenvoudige wijze, een nieuw juridisch-planologisch regiem vast te stellen. Het buitengebied van de gemeente De Wolden is grotendeels te beschouwen als zo'n laag dynamisch gebied. Dat heeft de gemeente er toe doen besluiten om in 2013 een beheersverordening op te stellen. Een andere belangrijke overweging daarbij was dat de bestaande bestemmingsplanregelingen nog actueel en goed bruikbaar waren.
Deze beheersverordening heeft destijds (2013) de planologisch-juridische regeling van bovengenoemde plannen opnieuw vast gelegd. Daarop waren drie uitzonderingen. In de eerste plaats zijn gebieden waar nieuwe ruimtelijke ingrepen plaatsvinden buiten het beheersgebied gelaten. Alleen de (beperkte) ontwikkelingsmogelijkheden zijn overgenomen. In de tweede plaats is toen voor sommige percelen niet van de vigerende regeling maar van het bestaande gebruik uitgegaan. Daarvoor is gekozen als dat beter past bij de actualiteit. In de derde plaats is aangesloten bij enkele regelingen van Rijk en provincie.
Al met al heeft de beheersverordening van 2013 dus geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt en de bestaande (planologisch-juridische) situatie vast gelegd. De bovenstaande werkwijze en onderbouwing is ook in z'n geheel van toepassing op deze beheersverordening van 2019. Het betreft namelijk alleen een update van de versie uit 2013.
In de afgelopen jaren zijn er namelijk verschillende ontwikkelingen geweest waardoor het wenselijk is om de beheersverordening te actualiseren. Met deze actualisatie hebben we een verordening die weer up to date is hetgeen de dienstverlening ten goede komt
Rijk
De op 1 juli 2008 in werking getreden Wro kent ten opzichte van zijn voorganger een aantal nieuwe instrumenten. Eén daarvan is de beheersverordening. De beheersverordening is in de wet opgenomen om met het oog op het beheer van een gebied het bestaande gebruik snel en effectief te kunnen vastleggen in een gebied waar weinig ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien.
Het gaat dus om een beheerregeling. Daarnaast heeft de beheersverordening een digitale component en sluit het aan bij de digitale opzet van het overige Wro-instrumentarium.
Provincie
Het provinciaal beleidskader voor het buitengebied is verwoord in de meeste recente omgevingsvisie Drenthe en de bijbehorende Provinciale omgevingsverordening. De voor het buitengebied van belang zijnde aandachtspunten, zoals water, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, landbouw, recreatie en milieu zijn meegenomen.
Gemeente
De beheersverordening Buitengebied De Wolden was vastgesteld in 2013. In de afgelopen jaren zijn er diverse afwijkingen verleend en zijn er een aantal bestemmingsplanprocedures gevoerd. Ook heeft de raad de beleidsnotitie alternatieve energiebronnen vastgesteld. Om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die deze notitie biedt, is het noodzakelijk om dit vast te leggen in deze update van de beheersverordening.
De ligging en globale begrenzing van het beheersgebied zijn nagenoeg niet veranderd ten aanzien van 2013. Het betreft het gehele buitengebied van de gemeente De Wolden met uitzondering van een aantal “gaten” waarvoor afzonderlijke regelgeving geldt.
Er zijn naast gevoerde planologische procedures slechts ondergeschikte algemeen geaccepteerde veranderingen opgenomen. Om zo min mogelijk in de rechten van belanghebbenden in het gebied te treden zijn bestaande rechten meegenomen. Bovenstaande betekent dat de verbeelding grotendeels een weergave is van de plankaarten van 2013, maar dat die afwijkt waar in de tussentijd legale veranderingen hebben plaats gevonden. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de veranderingen van Agrarisch naar Wonen (daar waar agrariërs zijn gestopt en zijn blijven wonen).
Vermeldenswaardig is wel de afwijking die bij de bestemming doeleinden van delfstof-/energiewinning (NAM locaties) is toegevoegd. Deze maakt het mogelijk om na het beëindigen van de gaswinning de locatie te gebruiken voor energiewinning door middel van het plaatsen van zonnepanelen. Verder zijn enkele begrippen en artikelen verduidelijkt dan wel toegevoegd. Dit is o.a. gebeurd met betrekking tot de ruimte-voor-ruimte regeling. De kaders hiervoor staan vermeld op de website maar zijn niet allemaal vastgelegd in de beheersverordening. Verder is het wenselijk om een paar extra artikelen op te nemen hetgeen de uitvoering en het doel van deze regeling ten goede komt. Tot slot zijn locaties waar zorgactiviteiten in combinatie met de woonbestemming worden uitgeoefend voorzien van de aanduiding zorg. Dit betekent dat deze activiteiten in ondergeschiktheid aan het wonen mogen worden uitgeoefend maar dat aan de ondergeschiktheid wel een grens zit
In de bijlage is een overzicht van de verdere wijzigingen (buiten de gevoerde planologische procedures) te vinden.
De Wro geeft niet aan uit welke elementen een beheersverordening is opgebouwd, c.q. waaruit deze bestaat. De Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012 geeft aan dat de beheersverordening wordt vormgegeven, ingericht en beschikbaar gesteld overeenkomstig IMRO 2012 en STRI 2012. De voorliggende beheersverordening voldoet aan deze vereisten. Daarnaast is zoveel mogelijk aangesloten bij SVBP 2012. Deze beheersverordening bestaat uit een verbeelding, regels, en een toelichting.
In de verbeelding zijn de bestemmingen, aanduidingen en bouwvlakken als (sub)besluitvlakken opgenomen. De regels bestaan uit inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels en overgangs- en slotregels.
Bij het bepalen van de regels is aangesloten bij de beheersverordening 2013, tussentijdse updates, vastgesteld beleid en de huidige situatie. Verder is deze beheersverordening conserverend van aard die aansluit bij hetgeen in de voorgaande beheersverordening in 2013 is geregeld. Gelet op het conserverend karakter van deze beheersverordening is er geen aanleiding om te veronderstellen dat de uitvoering ervan leidt tot nadelige milieugevolgen. Onderzoek op dit punt kan dan ook achterwege blijven.
Hieronder worden wel alle onderzoeksaspecten volledigheidshalve nog even kort nagelopen.
Geluid
In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen zones, met uitzondering van wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt en wegen die zijn aangeduid als 'woonerf'. In geval van geluidgevoelige bebouwing binnen een zone dient akoestisch onderzoek plaats te vinden. Behoudens situaties waarbij door burgemeester en wethouders een hogere waarde is vastgesteld, geldt voor woningen binnen een zone als hoogst toelaatbare geluidsbelasting van de gevel, 48 dB (conform artikel 82, lid 1 van de Wet geluidhinder). In het beheersgebied ligt de spoorlijn Meppel-Hoogeveen. Voor het spoor geldt een zone van 100 m. Behoudens situaties waarbij door burgemeester en wethouders een hogere waarde is vastgesteld, is vanwege het spoor een maximale geluidsbelasting van 55 dB toegestaan. Deze beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk waarvoor akoestisch onderzoek vereist is.
Bedrijven
Er zijn diverse bedrijven in het beheersgebied gelegen. Drie categorieën kunnen worden onderscheiden: agrarische bedrijvigheid, zoneringsplichtige bedrijvigheid (grasdrogerij bij Ruinerwold en het motorcrossterrein) en overige bedrijvigheid. Elk type bedrijvigheid wordt gereguleerd via het milieuspoor. Indien nodig zijn de 'milieuzones' die op basis van bestaande omgevingsvergunningen gelden, in de verbeelding opgenomen. Aangezien deze beheersverordening geen ingrepen binnen de zones mogelijk maakt, is er geen sprake van (nieuwe) conflictsituaties en kan onderzoek achterwege blijven.
Bodem
Er doen zich volgens de provinciale Bodeminformatiekaart (internetversie) diverse knelpunten binnen het beheersgebied voor. Dit houdt verband met bodemverontreiniging, ondergrondse brandstoftanks en 'verdachte' activiteiten uit het verleden. Voorafgaand aan het verlenen van omgevingsvergunningen (in geval van nieuwe ontwikkelingen) zal de gemeente beoordelen of de bodemgesteldheid afdoende is onderzocht en het beoogde grondgebruik toelaat.
Water
Aangezien deze beheersverordening geen (nieuwe) ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maakt, is deze niet van invloed op de waterhuishoudkundige situatie.
Luchtkwaliteit
Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing). Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm. Deze beheersverordening maakt ten opzichte van de vigerende regelingen, geen ontwikkelingen mogelijk die van invloed zijn op de luchtkwaliteit. Er is derhalve sprake van een 'nibm'-situatie waardoor onderzoek achterwege kan blijven.
Ecologie
Ter bescherming van ecologische waarden dient bij ruimtelijke ingrepen een afweging te worden gemaakt in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), de Natuurbeschermingswet (1998) en de Flora- en faunawet. De Ecologische Hoofdstructuur is een netwerk van gebieden in Nederland waar de natuur voorrang heeft. Het netwerk helpt voorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en dat natuurgebieden hun waarde verliezen. Het beheersgebied bevat EHS-gebieden en andere beschermde natuurgebieden. Aan deze gebieden is een natuurgerelateerde bestemming toegekend. Deze beheersverordening staat geen ontwikkelingen toe waarvoor dergelijk onderzoek vereist is.
Externe veiligheid
Dit is een beleidsveld dat gericht is op het beheersen van risico's vanwege de productie, de opslag, de verlading, het gebruik en het transport van gevaarlijke stoffen. Hiervoor gelden strikte voorwaarden. Een en ander brengt met zich mee dat bij nieuwe ruimtelijke plannen een toets aan wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid moet plaatsvinden. Concreet gaat het daarbij om risicovolle bedrijven, het vervoer van gevaarlijke stoffen per weg, spoor en water en het transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen.
Binnen het beheersgebied zijn diverse aardgasttransportleidingen gelegen. In de verbeelding is hiervoor een dubbelbestemming opgenomen. Daaraan is een standaardregeling gekoppeld ter beperking van het grondgebruik rond de leidingen. Er liggen enkele (zones van) routes voor het transport van gevaarlijke stoffen binnen het beheersgebied, waaronder de A28 en de spoorlijn Meppel-Hoogeveen.
Deze beheersverordening leidt niet tot een verhoging het plaatsgebonden risico of groepsrisico, aangezien het ter plaatse geen (nieuwe) ontwikkelingen toestaat.
Archeologie
Archeologische waarden dienen op grond van de Monumentenwet/Erfgoedwet te worden mee gewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Voor het beheersgebied is vooral de gemeentelijke Archeologische beleidskaart van belang. Er is een dubbelbestemming in de verbeelding opgenomen die deze beleidskaart van toepassing verklaart
Omdat de geactualiseerde beheersverordening afgeronde procedures en vastgesteld beleid vastlegt is er geen inspraak gehouden. Wel heeft er overleg plaatsgevonden met de provincie. Gelet op de ondergeschiktheid van de aanpassingen is in overleg met de provincie overeengekomen dat de formele weg van vooroverleg niet gevolgd hoeft te worden.