direct naar inhoud van 4.6 Milieuzonering
Plan: Ansen landschappelijk bouwen Om de Kamp / Broekdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1690.BP00263-0406

4.6 Milieuzonering

4.6.1 Algemeen

Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast. Milieuzonering heeft twee doelen:

  • het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies;
  • het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam onder aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.

Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt de VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009 gehanteerd. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet zullen worden uitgeoefend, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting, in plaats van de richtafstanden. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is.

Hoe gevoelig een gebied is voor milieubelastende activiteiten is mede afhankelijk van het omgevingstype. De richtafstanden van de onderstaande richtafstandenlijst gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk' danwel 'gemengd gebied'. In dit geval is er sprake van een rustig buitengebied met weinig verstoring. Uitgegaan kan worden van het omgevingstype 'rustige woonwijk'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1690.BP00263-0406_0009.png"

Hiernaast gelden ten aanzien van bedrijven die onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen, deze Wet en haar uitvoeringsbesluiten als toetsingskader voor de toegestane bedrijfshinder.

4.6.2 Onderzoeksresultaten milieuzonering
4.6.2.1 Toets aan 'Bedrijven en milieuzonering'

Aan de hand van vorenstaande regeling is onderzoek verricht naar de feitelijke situatie.

De feitelijke situatie betreft de toevoeging van een nieuw erf met in totaal vier nieuwe burgerwoningen. Gebleken is dat burgerwoningen milieugevoelige objecten zijn. In de nabije omgeving van het plangebied bevinden zich een aantal bedrijven, te weten:

  • Broekdijk 1, De groene Hof (theeschenkerij, kruidentuin, stepverhuur, exposities en winkel) + rundveehouderij;
  • Om de Kamp 11, zadelmakerij, stoffeerderij;
  • Hooidijk 1, ambachtelijke schoenmaker + rundveehouderij.

Voor "De Groene Hof" aan de Broekdijk 1 is geen afstand opgenomen in de VNG-uitgave 'Bedrijven- en milieuzonering'. Gezien de niet-agrarische activiteiten aldaar (winkel, theeschenkerij, kruidentuin etc.) kan "De Groene Hof" gelijk gesteld worden met een kinderboerderij. Hiervoor geldt een grootste afstand van 30 meter. Echter bevindt zich op het perceel ook een rundveehouderij. Hiervoor geldt een grootste richtafstand van 100 meter. Deze afstand dient gemeten te worden vanaf de rand van het agrarisch bouwvlak zoals opgenomen in het daarvoor geldende bestemmingsplan. De te realiseren woningen bevinden zich op een grotere afstand dan 100 meter gemeten vanaf de rand van het agrarisch bouwvlak.

Voor de zadelmakerij/ stoffeerderij aan de Om de Kamp 11 geldt, afhankelijk van de grootte van het bedrijf, een afstand van maximaal 100 meter. Er wordt in dit geval uitgegaan van een stoffeerderij groter dan 200 m². Deze afstand dient gemeten te worden vanaf de rand van het bouwvlak/ bestemmingsvlak zoals opgenomen in het daarvoor geldende bestemmingsplan. De te realiseren woningen bevinden zich op een grotere afstand dan 100 meter gemeten vanaf de rand van het bouwvlak.

De ambachtelijke schoenmakerij aan de Hooidijk 1 wordt op basis van de VNG-uitgave gelijk gesteld met een schoenenfabriek. Hiervoor geldt een grootste afstand van 50 meter. Deze afstand wordt ruimschoots gehaald. Daarnaast bevindt zich op dit perceel een rundveehouderij waarvoor een richtafstand geldt van 100 meter. Deze afstand dient gemeten te worden vanaf de rand van het agrarisch bouwvlak zoals opgenomen in het daarvoor geldende bestemmingsplan. De te realiseren woningen bevinden zich op een grotere afstand dan 100 meter gemeten vanaf de rand van het agrarisch bouwvlak.

In alle gevallen leveren de bedrijfsactiviteiten van voornoemde bedrijven, op basis van de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering', geen belemmering op voor de in dit plan besloten ruimtelijke ontwikkeling.

4.6.2.2 Toets aan Wet geurhinder en veehouderij

Van belang is dat door ontwikkelingen in het voorliggende plan geen belemmeringen ontstaan voor de omliggende (agrarische) bedrijven en de bedrijfsontwikkeling van deze bedrijven.

In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich enkele grondgebonden agrarische bedrijven. Verder bevinden er zich in de omgeving ook diverse planologische mogelijkheden voor de vestiging van een grondgebonden agrarisch bedrijf.

In artikel 4 van de Wet geurhinder en veehouderij is bepaald dat de afstand tussen een veehouderij (een grondgebonden bedrijf) waar dieren worden gehouden, waarvoor geen geuremissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object tenminste bedraagt:

  • a. ten minste 100 meter indien het geurgevoelige object binnen de bebouwde kom is gelegen, en
  • b. ten minste 50 meter indien het geurgevoelige object buiten de bebouwde kom is gelegen.

Aan de Broekdijk 1 bevindt zich een veehouderijbedrijf en aan de Hooidijk 1 bevindt zich tevens een veehouderijbedrijf. Naast de bestaande veehouderijen bestaat aan de Om de Kamp 22, 't Steegje 3 en aan de Voorlanden 3 planologische mogelijkheden voor het oprichten van een grondgebonden agrarisch bedrijf. Het betreft hier grondgebonden agrarische bedrijven waar, ook als het agrarisch bedrijf reeds gestopt is, rekening mee gehouden moet worden omdat er planologisch gezien de mogelijkheid bestaat voor het oprichten van een grondgebonden agrarisch bedrijf.

Het plangebied is gelegen buiten de bebouwde kom. Artikel 4 van de Wet geurhinder en veehouderij stelt dat de afstand tussen een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom en een grondgebonden bedrijf minimaal 50 meter moet bedragen.

Deze minimumafstand wordt in alle gevallen gehaald. Vanuit het oogpunt van milieuzonering vormen deze agrarische bedrijven dan ook geen belemmering voor de in dit plan besloten ruimtelijke ontwikkeling. Geconcludeerd kan worden dat de voorgenomen ontwikkeling op in overeenstemming is te achten met een goede ruimtelijke ordening.