Plan: | Kleine Kernen Zuid 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1690.BP00198-0401 |
Agrarisch
Deze bestemming heeft betrekking op de binnen het plangebied aanwezige agrarische gronden. De gronden kunnen gebruikt worden voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf alsmede het weiden van vee. De bestemming laat ruimte voor extensief dagrecreatief medegebruik.
Bij deze bestemming is een omgevingsvergunningstelsel voor het uitvoeren van nader aangegeven werken en werkzaamheden (o.a. het aanplanten van bomen, het kappen van houtgewas, het graven en dempen van watergangen).
In Drogteropslagen is nog de mogelijkheid opgenomen om te zijner tijd een gebied met de bestemming "Agrarisch" te wijzigen in "Woongebied". Dit kan niet eerder dan nadat het naastgelegen gebied met de bestemming "Woongebied" praktisch volledig is uitgegeven.
Agrarisch met waarden
Bij deze bestemming is sprake van agrarisch gebruik in gebieden met landschappelijke en/of natuur(wetenschappelijke) waarden. Mede met het oog op die waarden kent deze bestemming een omgevingsvergunningstelsel voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden.
De bestemming laat ruimte voor extensief dagrecreatief medegebruik en bestaande paardenbakken zijn aangeduid.
Bedrijf
Deze gronden zijn bestemd voor binnen het plangebied voorkomende bedrijvigheid. De toelaatbaarheid van een bedrijfssoort is gerelateerd aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlage bij de regels is opgenomen. In de bestaande milieuregelgeving wordt de bestaande situatie voldoende afgedekt. Over het algemeen betreft het tamelijk "lichte" bedrijven, die weinig milieuhinderlijk zijn ten opzichte van de omliggende woonbebouwing.
Gemengd
Deze bestemming heeft betrekking op percelen die gebruikt kunnen worden voor detailhandel, dienstverlening, kantoor en nader aangegeven horeca.
Maatschappelijk
De gronden met deze bestemming mogen gebruikt worden voor maatschappelijke voorzieningen. Ingevolge de begripsbepaling worden hieronder onder meer begrepen educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
Tuin
Deze bestemming betreft gronden die in beginsel gevrijwaard dienen te blijven van gebouwen. De tot "Tuin" bestemde gronden behoren tot het bouwperceel en tellen dus mee bij de eventuele berekening van het bebouwingspercentage van het bouwperceel.
Wonen en Woongebied
In de bestemmingsomschrijving is opgenomen dat deze gronden zijn bestemd voor wonen. Gelet op de definitie van woonhuizen is sprake van gebouwen die slechts één woning omvatten.
In de bouwregels wordt onderscheid gemaakt tussen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bij gebouwen wordt nader onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen enerzijds (de woonhuizen of woongebouwen) en bijbehorende bouwwerken anderzijds. Onder bijbehorende bouwwerken worden bijgebouwen, aan- en uitbouwen, alsmede bouwwerken met een dak begrepen.
Een bijbehorend bouwwerk mag bijvoorbeeld wel worden gebruikt als slaapkamer van het huishouden dat in de woning is gevestigd. Voor vrijstaande objecten geldt dat zelfstandige bewoning wordt aangemerkt als een gebruik in strijd met het bestemmingsplan.
Hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. Er zijn regels gesteld voor wat betreft de maximale bouwhoogte, de breedte van woningen en de afstand tot de zijdelingse perceelgrens.
Aan de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken zijn in beginsel twee maxima verbonden: de 50%-norm en het aantal m2. De 50%-norm is een beperking op de bouwmogelijkheden op kleine percelen, het maximale aantal m2 is een rem op de bouwmogelijkheden op grote percelen. Bij het berekenen van de toegestane bebouwing geldt de oppervlakte van het zogenaamde achtererfgebied.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, achter de voorgevel of het verlengde daarvan mag ten hoogste 2 meter bedragen. Deze bepaling is met name van belang voor erfafscheidingen.
In afwijking van de regels kan een overschrijding van het bouwvlak worden toegestaan, alsmede een bescheiden afwijking van de gegeven goothoogte, dakhelling en dergelijke.
Gebouwen mogen mede worden gebruikt voor beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis, mits de woonfunctie als hoofdfunctie aanwezig blijft. In een bijlage bij de regels wordt inzichtelijk gemaakt welke beroepen en/of bedrijven toelaatbaar zijn.
Anti-dubbeltelbepaling
Deze bepaling is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen. Deze zou zich kunnen voordoen indien een deel van een bouwperceel dat reeds bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage was betrokken wederom bij een dergelijke berekening, doch nu ten behoeve van een ander bouwperceel wordt betrokken.
Algemene gebruiksregels
In het Besluit ruimtelijke ordening is een gebruiksverbod opgenomen. Deze gaat uit van de gedachte, dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. Dit maakt het noodzakelijk, dat de bestemmingsomschrijving voldoende duidelijk is.
Bepaald is dat het gebruik van behorende bouwwerken bij een woning ten dienste van bewoning door een persoon die vanwege zijn gezondheidstoestand is aangewezen op de niet bedrijfsmatige zorg van een bewoner van de woning, is toegestaan (zogenaamde mantelzorg). Ook is nadrukkelijk bepaald dat het gebruiken van gronden binnen het bouwvlak voor hobbymatige paardensport in een bestaande paardenbak (zonder lichtmasten) is toegestaan.
Algemene afwijkingsregels
In dit artikel is een aantal regels opgenomen, om het mogelijk te maken dat het plan op ondergeschikte punten wordt aangepast. Dit evenwel met het voorbehoud dat de belangen van derden in redelijkheid niet mogen worden aangetast. Ook kleine afwijkingen (maximaal 10%) van in het plan aangegeven maten en aantallen, kunnen volgens dit artikel mogelijk worden gemaakt. Omdat een en ander zich niet beperkt tot één bestemming maar bij diverse bestemmingen gewenst of noodzakelijk kan blijken, zijn deze regels in beginsel op alle bestemmingen van toepassing.
Het toestaan van afwijkingen mag geen automatisme zijn. Burgemeester en wethouders zullen daarbij zorgvuldig belangen moeten afwegen en motiveren conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.
Algemene wijzigingsregels
In dit artikel is een "wro-zone - wijzigingsgebied 2" opgenomen om een drietal woningen in Fort de mogelijkheid te geven om bij vernieuwbouw dichter naar de weg op te schuiven. Deze liggen thans met de voorgevel nogal ver van de weg af. Voorwaarde is wel dat ze dan alle drie tegelijk verplaatst worden.
Overgangsregels
Bebouwing die niet voldoet aan de bepalingen van dit bestemmingsplan is onder het overgangsrecht gebracht. Een geringe uitbreiding van de bebouwing wordt mogelijk gemaakt. Indien de onder het overgangsrecht gebrachte bebouwing door een calamiteit verloren gaat is volledige herbouw toegestaan.
Het gebruik van gronden en opstallen dat in strijd is met dit bestemmingsplan op het tijdstip van inwerkingtreding, mag in beginsel worden voortgezet. Wijziging van dit strijdige gebruik is verboden, indien de afwijking van het plan wordt vergroot.