Plan: | Buitengebied Landerd, eerste ontwikkelplan 2011 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1685.bplan2011herz1-OH01 |
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:
Voor teeltondersteunende voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d..
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder a teneinde voor erf- en perceelsafscheidingen een grotere bouwhoogte toe te staan tot maximaal 2 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in overeenstemming met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 3.5.4 opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 3.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 3.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 3.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 3.5.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden |
Aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m² | - het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van natuur- en landschapswaarden tot gevolg hebben. |
Het vellen en rooien van houtgewas
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' |
de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de houtwal |