Graspeel
Status: | Onherroepelijk |
Identificatie: | NL.IMRO.1685.bpgraspeel2009-OH01 |
Plantype: | gemeentelijke overheid/bestemmingsplan |
Artikel 5 Bos
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen
De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bosbouw en houtproductie;
behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurwaarden;
behoud, herstel en ontwikkeling van de bestaande biotopen;
behoud en bescherming van de aardkundige waarden;
behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
water en waterhuishoudkundige doeleinden;
extensief recreatief medegebruik;
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals (on)verharde paden en overeenkomstig de in 5.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
5.1.2 Nadere detaillering van de bestemming
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 5.1.1
a Verhouding tussen de doeleinden
Binnen deze bestemming is het beleid primair gericht op het beschermen van de landschappelijke en ecologische waarden. Houtproductie is toegestaan, mits dit ondergeschikt is aan het bosbehoud en het behoud van de landschappelijke en natuurwaarden.
b Extensief recreatief medegebruik
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, informatieborden, bewegwijzering e.d.
c Natuur- en landschapswaarden
De binnen deze bestemming vallende gronden zijn de overige bos- en natuurgebieden. Deze overige bos- en natuurgebieden bevatten minder hoge natuurwaarden dan de natuurparels of zijn voorzien van minder hoge streefbeelden dan de natuurparels. Het zijn grotendeels (productie)bossen op droge gronden en graslanden, en voor een klein gedeelte landbouwgronden.
Ook in de overige bos- en natuurgebieden moet worden gezorgd voor maximale rust en ruimte voor de ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden.
d Waterhuishoudkundige doeleinden
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
5.2.2 Maatvoering
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 2 m;
in afwijking van het bepaalde onder a. bedraagt de bouwhoogte voor bouwwerken ten behoeve van informatievoorzieningen, entreevoorzieningen dan wel schuilvoorzieningen maximaal 3 m;
de bebouwde oppervlakte bedraagt maximaal 10 m2;
in afwijking van het bepaalde onder a. bedraagt de bouwhoogte voor erfafscheidingen maximaal 1 m.
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Strijdig gebruik
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:
het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
lawaaisporten;
verblijfsrecreatie;
het aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen;
het diepwoelen en diepploegen van de bodem vanaf 50 cm diepte.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Omgevingsvergunningplicht
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (opgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden) de in het schema onder 5.4.4 opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
5.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht
Het onder 5.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden is verleend;
welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
welke plaatsvinden in het kader van het normale onderhoud en/of bos- en natuurbeheer.
5.4.3 Toetsing aan aanwezige waarden
De in 5.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 5.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 5.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
5.4.4 Schema omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden |
Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden |
Aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2 |
- de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
Aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 |
- het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; |
Het afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem |
- de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |