Graspeel
Status: | Onherroepelijk |
Identificatie: | NL.IMRO.1685.bpgraspeel2009-OH01 |
Plantype: | gemeentelijke overheid/bestemmingsplan |
Artikel 4 Bedrijf - Nutsbedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen
De voor Bedrijf - Nutsbedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
nutsvoorzieningen;
water en waterhuishoudkundige doeleinden;
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 4.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
4.1.2 Nadere detaillering van de bestemming
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:
Type bedrijf
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de bedrijven genoemd in de navolgende Staat van nutsbedrijven:
Afkorting |
aanduiding |
type bedrijf |
adres |
bebouwde oppervlakte (m2) |
(sb-1) |
specifieke vorm van bedrijf - 1 |
electriciteitshuis |
Langstraat 3a |
26 |
waterhuishoudkundige doeleinden.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Toegestane bebouwing
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
4.2.2 Bedrijfswoning
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
4.2.3 Bebouwde oppervlakte
De in de onder 4.1.2 onder a opgenomen Staat van nutsbedrijven aangegeven bebouwde oppervlakte van gebouwen en bijbehorende bijgebouwen mag niet worden overschreden. Indien in de tabel geen bebouwde oppervlakte is opgenomen, geldt de bestaande bebouwde oppervlakte als maximum.
4.2.4 Maatvoeringseisen
Gebouwen algemeen |
min. |
afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - erftoegangsweg' aangeduide weg |
15 m |
gebouwen mogen uitsluitend in of minimaal 1 m uit de bouwperceelgrens worden gesitueerd |
0 of 1 m
|
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan |
|
Bedrijfsgebouwen |
min. |
max. |
goothoogte |
n.v.t. |
6 m |
bouwhoogte |
n.v.t. |
6 m |
dakhelling |
12o |
45o |
Bouwwerken geen gebouwen zijnde |
max. |
bouwhoogte erfafscheidingen
|
voor voorgevelrooilijn: 1 m; |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
6 m |
Voorzover in de tabel in 4.1.2 onder a maatvoeringseisen zijn opgenomen, gelden deze eisen in afwijking van bovenstaande tabel.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:
het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
woondoeleinden;
een niet-publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis of een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
een seksinrichting;
coffeeshop;
een geluidzoneringsplichtige inrichting;
een risicovolle inrichting;
de opslag van gevaarlijke stoffen, zoals kunstmeststoffen en propaan, die een 10-6 risicocontour hebben die de bestemmingsgrens overschrijdt.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Omgevingsvergunning gevaarlijke stoffen
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.3.1 onder i ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de bestemmingsgrens overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
er is sprake van zuinig ruimtegebruik;
er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
de ontwikkeling gaat gepaard met een extra kwaliteitsverbetering van het buitengebied;
het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
qua grootte en ruimtebeslag is het passend op de locatie en in de omgeving;
het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 4.1 omschreven waarden