direct naar inhoud van Artikel 13 Water
Plan: Kern Reek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1685.BPKOMreek-OH01

Artikel 13 Water

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en/of instandhouding van waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals watergangen, waterbergingen met de bijbehorende bermen en taluds;
  • b. behoud en ontwikkeling van ecologische waarden in relatie tot de waterhuishoudkundige voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.1.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

13.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde die ten dienste staan van of een relatie hebben met de bestemming, zoals bruggen, steigers, kademuren, verkeerstekens, oeverbeschoeiingen en dergelijke;

13.2.3 Overige regels
  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2,00 m. bedragen
13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.3.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voorheen: aanlegvergunning) van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het dempen van oppervlaktewater;
  • b. het vergraven van oevers;
  • c. het verleggen van watergangen
13.3.2 Uitzonderingen

Het in artikel 13.3.1 bepaalde geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een vergunning is verleend;
  • b. die noodzakelijk zijn voor het normale beheer en onderhoud.
13.3.3 Toetsingscriteria

De in artikel 13.3.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden (en de direct of indirect daarvan te verwachten gevolgen) de in artikel 13.1genoemde waarden, belangen en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel daarvan niet wezenlijk worden verkleind.

13.3.4 Advies

Alvorens de vergunning te verlenen, wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.