direct naar inhoud van Regels

Buitengebied

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.1684.18BPbuitengeb2010-VA01

Artikel 18 Verkeer - Railverkeer

 

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer - Railverkeer ’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. spoorwegvoorzieningen;

  2. wegen en straten;

  3. ongelijkvloerse kruisingen ten behoeve van wegen, straten en water;

  4. geluidsreducerende voorzieningen;

  5. groenvoorzieningen;

  6. nutsvoorzieningen;

  7. geluidschermen;

  8. water en waterhuishoudkundige voorzieningen’

  9. extensief recreatief medegebruik.

 

18.2 Bouwregels

 

18.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  1. De bouwhoogte van tot de spoorwerken behorende gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 m ten opzichte van de Bovenkant Spoorstaaf.

  2. De oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 30 m2.

 

18.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. De bouwhoogte van draagconstructies voor bovenleidingen, seinpalen, bakens en andere railverkeersvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 15 m.

  2. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m.

  3. De bouwhoogte van bouwwerken voor het onderbrengen van voorzieningen van de elektrotechnische systemen mag niet meer bedragen dan 7 m ten opzichte van de Bovenkant Spoorstaaf.

  4. De bouwhoogte van geluidsschermen gemeten vanaf de Bovenkant Spoorstaaf mag niet meer bedragen dan 4 m.

  5. De bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 40 m.

  6. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

 

18.3 Afwijken van de bouwregels

 

18.3.1 Hogere bouwhoogte geluidschermen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 18.2.2 onder d voor het bouwen van hogere geluidschermen, waarbij dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De afwijking is noodzakelijk om aan de eisen te kunnen voldoen die gelden ingevolge de Wet geluidhinder.

  2. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 8 meter.

  3. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  4. De afwijking leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.