Buitengebied
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.1684.18BPbuitengeb2010-VA01 |
Artikel 6 Bedrijf
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bedrijven, die zijn opgenomen in de ‘Tabel Bedrijven’ (bijlage bij dit artikel), waarbij niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn per bestemmingsvlak;
bedrijfswoningen, voor zover opgenomen in de ‘Tabel Bedrijven’, met dien verstande dat indien aangeduid uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ een bedrijfswoning is toegestaan;
(onverharde) paden en wegen en parkeervoorzieningen;
groenvoorzieningen;
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
extensief recreatief medegebruik;
nutsvoorzieningen;
erfbeplanting ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - erfbeplanting’;
behoud van karakteristieke bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
de bescherming c.q. instandhouding van de groeiplaats van (potentieel) monumentale bomen ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom'.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen
Voor het bouwen van gebouwen gelden in het algemeen de volgende regels:
Bouwen is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
Per bouwvlak is bebouwing ten behoeve van niet meer dan één bedrijf toegestaan.
Het bouwvlak mag tot de in de ‘Tabel Bedrijven’ aangegeven oppervlakte worden bebouwd, met dien verstande dat:
de afstand tot de as van de weg waaraan wordt gebouwd niet minder mag bedragen dan 15 m. Indien de bestaande afstand reeds minder bedraagt, geldt deze afstand als minimale afstand tot de weg.
de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen niet minder mag bedragen dan 3 m. Indien de bestaande afstand reeds minder bedraagt, geldt deze afstand als minimale afstand.
Het is ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' verboden om bouwwerken te bouwen, met uitzondering van:
de herbouw van bestaande bouwwerken;
hekwerken waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.
6.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
De goothoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven in de ‘Tabel Bedrijven’, waarbij voor nieuw te bouwen gebouwen de goothoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 m, met dien verstande dat de goothoogte ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – 18’, ‘specifieke vorm van bedrijf – 19 en ‘specifieke vorm van bedrijf – 27’, bij nieuw te bouwen gebouwen gelijk mag zijn aan de bestaande goothoogte.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven in de ‘Tabel Bedrijven’, waarbij voor nieuw te bouwen gebouwen de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 8 m, met dien verstande dat de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – 18’, ‘specifieke vorm van bedrijf – 19 en ‘specifieke vorm van bedrijf – 27’, bij nieuw te bouwen gebouwen gelijk mag zijn aan de bestaande bouwhoogte.
6.2.3 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Het aantal bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan aangegeven in de ‘Tabel Bedrijven’.
Indien aangeduid zijn bedrijfswoningen uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’.
De goothoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 m, met dien verstande dat bij inpandige bedrijfswoningen het bepaalde onder 6.2.2 onder a van toepassing is.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m, met dien verstande dat bij inpandige bedrijfswoningen het bepaalde onder 6.2.2 onder b van toepassing is.
De inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3.
6.2.4 Nieuwbouw van bedrijfswoningen
Voor het bouwen van nieuwe woningen gelden de volgende regels:
Nieuwbouw van bedrijfswoningen is niet toegestaan, met uitzondering van vervangende nieuwbouw.
Bij vervangende nieuwbouw mag de bedrijfswoning uitsluitend gesitueerd worden ter plaatse van de bestaande funderingen en, in geval van uitbreiding, daar direct op aansluitend.
6.2.5 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 m.
De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m².
Bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van ten minste 2 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.
De afstand van vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 15 m.
6.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde onder a mogen silo’s uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m.
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor de voorgevel van de bedrijfswoning niet meer mag bedragen dan 1 m.
De bouwhoogte van hoogspanningsmasten mag net meer bedragen dan 40 m.
De bouwhoogte van ooievaarsnesten mag niet meer bedragen dan 7 m.
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor de voorgevel van de bedrijfswoning niet meer mag bedragen dan 1 m.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afwijking algemene bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid:
Lid 6.2.1 onder c.1 voor het bouwen van gebouwen op een afstand minder dan 15 m tot de weg mits dit stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is en de verkeersveiligheid niet wordt aangetast.
Lid 6.2.1 onder c.2 voor het bouwen binnen 3 m van of in de zijdelingse perceelsgrens mits dit stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
6.3.2 Afwijking nieuwbouw van woningen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 6.2.4 onder b voor het herbouwen van de woning op een andere locatie, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Herbouw dient voor minimaal 30% plaats te vinden op de bestaande fundering.
Herbouw op een andere locatie is stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar.
De ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven worden niet onevenredig beperkt.
De in het gebied aanwezige waarden worden niet onevenredig aangetast.
Er wordt voldaan aan de eisen die gelden ingevolge de Wet geluidhinder.
6.3.3 Afwijking bouwregels bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid:
Lid 6.2.2 onder a en/of b voor het bouwen van bedrijfsgebouwen met een hogere goothoogte tot maximaal 6 m en/of een hogere bouwhoogte tot maximaal 10 m, mits dit stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is en dit noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering.
Lid 6.2.3 c en/of d voor het bouwen van bedrijfswoningen met een hogere goothoogte tot maximaal 7,5 m en/of een hogere bouwhoogte tot maximaal 12 m, mits dit stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is.
Lid 6.2.5 onder e voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk op een afstand van meer dan 15 m van de bedrijfswoning mits dit stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is en dit noodzakelijk is in verband met een doelmatige inrichting van het perceel.
6.3.4 Afwijking bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid:
Lid 6.2.6 onder c voor het bouwen van erf- en terreinafscheidingen met een hoogte van 2 m vóór de voorgevellijn, mits dit stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is en de verkeersveiligheid niet wordt aangetast.
Lid 6.2.6 onder f voor het bouwen van installaties en kleine windmolens met een bouwhoogte tot maximaal 15 m, mits dit stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is en dit noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering.
Lid 6.2.6 onder f voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot 6 m, mits dit stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is.
6.3.5 Afwijking uitbreiding van de oppervlakte aan bedrijfsbebouwing
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 onder c voor het uitbreiden van de oppervlak aan bedrijfsbebouwing waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:
De vergroting dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van het bedrijf.
De vergroting dient plaats te vinden binnen het bestaande bouwvlak.
Bedrijven mogen eenmalig uitbreiden met maximaal 15% van de in de ‘Tabel Bedrijven’ aangegeven oppervlakte aan bedrijfsbebouwing.
In afwijking van het bepaalde onder c mogen agrarisch technische hulpbedrijven en agrarische verwante bedrijven uitbreiden tot maximaal de oppervlakte van het bouwvlak van de in de ‘Tabel Bedrijven’ aangegeven oppervlakte aan bedrijfsbebouwing.
Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.
Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.
6.3.6 Afwijking monumentale boom
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 onder d, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Er is aangetoond dat door het bouwen en/of het gebruik van de gronden de groeiplaats, conditie, levensverwachting en (beeld)kwaliteit van de boom niet wordt aangetast.
De overige bouwregels blijven onverminderd van kracht.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden ten behoeve van detailhandel.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Afwijking vestiging ander soort bedrijf
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 6.1 onder a voor het vestigen van een ander soort bedrijf dan dat op basis van de Tabel Bedrijven is toegestaan, waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:
De bebouwde oppervlakte mag niet worden vergroot.
De vestiging betreft een bedrijf dat is genoemd in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) onder de milieucategorieën 1 of 2.
Het nieuw te vestigen bedrijf mag naar aard en invloed niet meer milieuhinder voor de omgeving opleveren dan de oorspronkelijk toegestane bedrijfssoort.
Het nieuw te vestigen bedrijf mag geen grotere verkeersaantrekkende werking hebben dan de oorspronkelijk toegestane bedrijfssoort.
6.5.2 Afwijking ondergeschikte productiegebonden detailhandel
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 6.4 voor het uitoefenen van ondergeschikte productiegebonden detailhandel, waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:
De oppervlakte ten behoeve van productiegebonden detailhandel mag niet meer bedragen dan 25 m².
In afwijking van het bepaalde onder a geldt dat ter plaatse van de aanduiding ‘bebouwingsconcentratie’ de oppervlakte ten behoeve van productiegebonden detailhandel niet meer mag bedragen dan 50 m².
Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
Het gebruik dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
6.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.6.1 Verboden werkzaamheden
Ter plaatse van de aanduiding ‘monumentale boom’ is een omgevingsvergunning vereist om de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verlagen, ophogen of egaliseren van het maaiveld.
Het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 0,50 m, waartoe ook wordt gerekend woelen, mengen, diepploegen en ontginnen, alsmede het aanleggen van drainage.
Het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond.
Het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies.
Het aanleggen en/of verharden van wegen of paden, dan wel het aanbrengen van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan 100 m².
Het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels.
Het wijzigen van de grondwaterstand door bevloeiing, (bron)bemaling, drainage of op andere wijze.
Het opslaan van goederen waaronder ook inbegrepen het opslaan van afvalstoffen.
6.6.2 Uitzonderingen
Het in lid 6.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.
Reeds in uitvoering zijn krachtens een verleende omgevingsvergunning, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
Binnen het bouwvlak plaats vinden, met uitzondering van de werken en werkzaamheden ter plaatse van de aanduiding ‘monumentale boom’.
6.6.3 Toelaatbaarheid
De in lid 6.6.1 genoemde vergunning wordt geweigerd, indien het werk of de werkzaamheden de conditie en/of vitaliteit van de te beschermen boom negatief kunnen beïnvloeden.
6.7 Wijzigingsbevoegdheid
6.7.1 Vergroting bouwvlak
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de vergroting van het bouwvlak van agrarisch-technisch hulpbedrijven en agrarisch verwante bedrijven, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
De vergroting dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van het bedrijf.
Agrarisch technische hulpbedrijven en agrarische verwante bedrijven mogen uitbreiden tot maximaal 1,5 ha.
Door de uitbreiding mag het bedrijf naar aard en invloed niet meer milieuhinder voor de omgeving opleveren.
Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.
De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied.
Er dient te worden voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een erfbeplantingsplan.
6.7.2 Wijziging naar Wonen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor zover het de voormalige bedrijfswoning betreft, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Deze wijziging is niet toegestaan op locaties ter plaatse van de aanduiding ‘Reconstructiewetzone - Landbouwontwikkelingsgebied’.
Het bestemmingsvlak wordt verkleind tot de voormalige bedrijfswoning met bijhorende tuinen, erven en verhardingen en de wijziging gelijktijdig plaatsvindt met wijziging van de overige gronden naar de aangrenzende bestemming ‘Agrarisch met waarden – Landschapswaarden’ en/of ‘Agrarisch met waarden- Landschaps- en Natuurwaarden’, waarbij deze worden bestemd overeenkomstig de genoemde aangrenzende bestemmingen.
De voormalige bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt waarbij geldt dat maximaal 15% van de oppervlakte van de overtollige bedrijfsgebouwen worden toegevoegd aan de inhoud van de woning tot een maximum van 900 m3, en/of aan de maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 250 m². Hierbij dienen de karakteristieke gebouwen ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ gehandhaafd te blijven.
De gesloopte bebouwing nimmer mag worden teruggebouwd.
De woning mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven.
De woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.
De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied.
Er dient te worden voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een erfbeplantingsplan.
6.7.3 Wijziging ten behoeve van vestiging agrarisch bedrijf
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Bedrijf’ te wijzigen in een agrarische bestemming (‘Agrarisch’, ‘Agrarisch met waarden – Landschapswaarden’ Agrarisch met waarden – Landschaps- en Natuurwaarden) met bouwvlak ten behoeve van de vestiging van een agrarisch bedrijf (grondgebonden, overig niet grondgebonden of paardenhouderij) waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:
De wijziging heeft betrekking op een reëel agrarisch bedrijf. Dit dient aangetoond te worden door een vooraf ingewonnen AAB - advies.
De wijziging dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsontwikkeling van een volwaardig bedrijf.
Wijziging ten behoeve van de vestiging van een intensieve veehouderij is niet mogelijk.
De omschakeling dient plaats te vinden binnen het bestaande bestemmingsvlak.
De wijziging kan uitsluitend plaatsvinden wanneer de omliggende gronden bestemd zijn als ‘Agrarisch’ of ‘Agrarisch met waarden - Landschapswaarden’.
De vestiging mag geen onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu van omliggende woningen tot gevolg hebben.
De in de doeleindenomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
De wijziging dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.
De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied.
Er dient te worden voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een erfbeplantingsplan.
6.7.4 Wijziging ten behoeve van het verwijderen van de aanduiding ‘monumentale boom’
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om deze bestemming te wijzigen in die zin dat de aanduiding 'monumentale boom' voor één of meerdere locaties wordt verwijderd, in het geval dat:
De levensverwachting van de monumentale boom door ziekte of ouderdom minder dan 10 jaar is.
De bescherming van de monumentale boom niet langer noodzakelijk is, omdat de boom wordt verplaatst.
Zwaarwegende maatschappelijke belangen dit vergen.
TABEL BEDRIJVEN