direct naar inhoud van Artikel 22 Waarde - Archeologie 1
Plan: Cuijk Centrum
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.07BPcuijkcentrum-OH01

Artikel 22 Waarde - Archeologie 1

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve bestemd voor het bepaalde in de ter plaatse geldende bestemmingen, ook bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn op basis van de Monumentenwet 1988 door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangewezen als beschermd archeologisch rijksmonument.

22.2 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden om zonder archeologische monumentenvergunning op grond van de Monumentenwet 1988 de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. een beschermd archeologisch monument te slopen, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;
  • b. een beschermd archeologisch monument zodanig te herstellen of te (laten) gebruiken op een wijze, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht;
  • c. een archeologische monumentenvergunning kan worden aangevraagd bij het ministerie dat verantwoordelijk is voor de archeologische monumentenzorg;
  • d. een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit, een sloopactiviteit of het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, op of in een beschermd archeologisch rijksmonument treedt niet in werking voordat voor de voorgenomen activiteiten ook een archeologische monumentenvergunning op grond van artikel 11, lid 2 van de Monumentenwet 1988 in werking is getreden. 
22.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde lid 36.1 bevoegd om het plan te wijzigen in die zin dat:

  • a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk komt te vervallen, onder voorwaarde dat:
    • 1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
    • 2. burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij het ministerie dat verantwoordelijk is voor de archeologische monumentenzorg;
  • b. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' alsnog aan gronden wordt toegekend, onder voorwaarde dat:
    • 1. uit archeologisch onderzoek blijkt dat de bestemming van deze gronden, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft;
    • 2. burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij het ministerie dat verantwoordelijk is voor de archeologische monumentenzorg;
    • 3. de regels van de reeds aanwezige bestemming(en) onverkort van toepassing blijven.