Plan: | Gasteren dorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1680.GST-VB01 |
10. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. sport- en speelterreinen;
b. gebouwen ten behoeve van:
1. onderhoud en beheer;
2. kantines en/of kleedruimtes;
met daaraan ondergeschikt:
c. groenvoorzieningen;
d. nutsvoorzieningen;
e. parkeervoorzieningen;
f. water;
met de daarbijbehorende:
g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder lichtmasten en ballenvangers.
10. 2. Bouwregels
10. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 10.1. sub b. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a. het bebouwingspercentage per bestemmingsvlak zal ten hoogste 5% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak bedragen;
b. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
c. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
10. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erfafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
b. de bouwhoogte van lichtmasten en ballenvangers zal ten hoogste 10,00 m bedragen;
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
10. 3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaatse en de afmetingen van de bebouwing.
10. 4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, tenzij het detailhandel betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 10.1. genoemde doeleinden;
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca.
10. 4. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval niet gerekend:
- het tijdelijk al dan niet periodiek gebruik van de gronden voor evenementen.
10. 5. Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:
- het bepaalde in lid 10.4. sub b. en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van horeca, mits het horeca betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 10.1. genoemde doeleinden.