direct naar inhoud van Artikel 27 Verkeer - Verblijf
Plan: Gasselternijveen dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1680.GNV-VB01

Artikel 27 Verkeer - Verblijf

 

27. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ´Verkeer - Verblijf´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    wegen en straten;

b.    voet- en rijwielpaden;

c.    parkeervoorzieningen;

d.    groenvoorzieningen;

e.    speelvoorzieningen;

f.     water;

g.    garageboxen, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer - garageboxen’;

h.    het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege een industrieterrein van geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - industrie’;

i.      de bescherming van de belevingswaarde en het functioneren van de molen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘vrijwa­ringszone - molenbiotoop’;

met daaraan ondergeschikt:

j.      tuinen en erven;

met de daarbijbehorende:

k.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

27. 2.     Bouwregels

27. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende re­gels:

a.    als gebouw mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd;

b.    garageboxen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer - garage­boxen’;

c.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,50 m bedra­gen.

27. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 6,00 m bedra­gen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

27. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de ver­keersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangren­zende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetin­gen van de bebouwing.

27. 4.     Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

-       het gebruik van de gronden als verkooppunt van motorbrand­stoffen.