Plan: | Kerkwerve, Noordwelle, Ellemeet, Serooskerke en Scharendijke |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1676.00145BpaKNESS-VA01 |
het bestemmingsplan Kerkwerve, Noordwelle, Ellemeet, Serooskerke en Scharendijke met identificatienummer NL.IMRO.1676.00145BpaKNESS-VA01 van de gemeente Schouwen-Duiveland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens.
blokken van meer dan twee-aaneen gebouwde hoofdgebouwen.
gedeelte van het erf tussen de achtergevellijn en de aan de achterzijde van het hoofdgebouw gelegen erfgrens.
het meest achterwaarts gelegen deel van een hoofdgebouw.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een hoofdgebouw tot aan de bouwperceelgrenzen.
de gemiddelde hoogte van de gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, omringende grond; bij hellende terreinen: het hoogste punt van de gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, omringende grond.
een horecabedrijf dat zich richt op het verstrekken van maaltijden voor directe consumptie ter plaatse met al dan niet het daarnaast afzonderlijk verstrekken van dranken of kleine etenswaren voor directe consumptie ter plaatse en waarbij tevens de mogelijkheid bestaat dat consumpties ter plaatse afgehaald worden en niet ter plaatse geconsumeerd worden.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
de provinciaal archeoloog van Zeeland, de Rijksarcheoloog van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed of een ander deskundig archeologisch adviesbureau.
de in het kader van dit plan aan het gebied toegekende waarde gekenmerkt door voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen direct onder het aardoppervlak.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een maatvoeringsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
een nevenactiviteit in een bestaande woning waar logies wordt verstrekt en waar eventueel afzonderlijke maaltijden worden verstrekt aan gasten.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.
het gebruik van een gedeelte van een woning en/of een bijbehorend bouwwerk voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijk bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk en dat is gericht op consumentenverzorging en waarvan de omvang zodanig is dat de woonfunctie behouden blijft.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon,
het gebruik van een gedeelte van een woning en/of een bijbehorend bouwwerk voor een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, haarverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied.
ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw dat functioneel en architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
verhoogd platform met afdak en maximaal 2 wanden voor de ingang van een (sta)caravan bereikbaar via een aantal treden of een trap.
verhoogd platform voor de ingang van een gebouw bereikbaar via een aantal treden of een trap.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct, hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van ter plaatse bereide kleine etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak-alcoholische dranken voor consumptie elders dan ter plaatse en niet-alcoholische dranken voor directe consumptie en consumptie elders dan ter plaatse.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleinere etenswaren.
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een gezamenlijk beheer en exploitatie van recreatiewoningen, kampeerterreinen en kampeermiddelen, gericht op het bieden van (permanent wisselende) recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden.
een locatie waar activiteiten plaatsvinden op het gebied van kunst, muziek en cultuur.
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport en spel (uitgezonderd casino's en speelautomatenhallen), toerisme en educatie, waarbij geen sprake is van overnachting.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop (bijvoorbeeld een showroom), het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel in de volgende detailhandelbranches:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen zoals bijvoorbeeld een makelaarskantoor, uitzendbureau, reisbureau, kapper, schoonheidssalon, fysiotherapeut, belwinkel en internetcafé.
al dan niet omheind stuk grond dat in ruimtelijk opzicht direct behoort bij, in functioneel opzicht ten dienste staat van, en in feitelijk opzicht direct aansluit aan een gebouw en dat, blijkens de kadastrale gegevens behoort tot het bouwperceel waarop dat gebouw is geplaatst.
de grens van het erf.
een terugkerende activiteit in de openbare ruimte op het gebied van kunst, cultuur, muziek, sport en/of ontspanning die (mede) gericht is op het aantrekken van een groot aantal bezoekers.
stoffen behorende tot klasse 1 van het Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route (ADR), met uitzondering van consumentenvuurwerk zoals bedoeld in artikel 1.1.1 van het Vuurwerkbesluit.
kleinschalige extensieve recreatieve activiteiten gericht op de beleving van een gebied, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, kanoën, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
een vrijstaand of aan een woning aangebouwd gebouw, die niet direct vanuit de woning toegankelijk is en die gebruikt wordt om niet-commercieel logies te bieden aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen alsmede andere geluidsgevoelige gebouwen of geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder (Wgh) en artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder (Bgh).
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder (Stbl. 1981, 533) rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld.
woningen die door middel van bijbehorende bouwwerken met elkaar zijn verbonden.
een al dan niet uit meerdere bouwlagen bestaande woning, deel uitmakend van een gebouw waarin meerdere woningen zijn ondergebracht, zodanig dat deze boven dan wel beneden elkaar zijn gesitueerd, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het maaiveld, gewaarborgd is.
denkbeeldige lijn die strak langs de gevel van een gebouw loopt tot aan de bouwperceelgrenzen, dan wel de aangeduide lijn.
een risico als bedoeld in artikel 1.1 onder j, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
het houden van vee, mits ten hoogste de volgende aantallen dieren worden gehouden:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
een bedrijf gericht op het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereidde en al dan niet ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaren en/of het verstrekken van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodaties.
een terrasoverkapping bestaande uit een frame met twee of meer staanders en een ligger waaraan aan weerszijden een zogenaamd uitval- of knikarmscherm is bevestigd.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht), maaltijden en dranken ter plaatse en eventueel zaalverhuur voor congressen.
een detailhandelsbedrijf dat zich toelegt op de verkoop via internet en dat zich kenmerkt door de afwezigheid van een winkelruimte waar uitstalling van goederen plaatsvindt, maar waar wel een loketfunctie aanwezig is voor de levering van goederen ter plaatse.
een gebied als bedoeld in artikel 1.1, onder k van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een eenvoudig gebouw gelegen op een standplaats met een oppervlakte van maximaal 75 m² en een hoogte van maximaal 5,50 meter, mits sprake is van een beperkte inhoud tot 250 m³, bestemd voor recreatief nachtverblijf voor personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
tenten, tentwagen, kampeerhuisjes, caravans, campers, (sta)caravans of hiermee gelijk te stellen mobiele onderkomens op kampeerterreinen bestemd voor recreatief nachtverblijf, waarbij gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, waaronder begrepen dienstgebouwen en andere voorzieningen ten dienste van het kamperen.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig/bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, ontwerptechnisch of hiermee naar aard gelijk te stellen gebied.
Voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport en spel (waarbij overnachting uitdrukkelijk is uitgesloten) zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Staatsblad 2004, nr. 250) een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.
alle vormen van langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Bij de mogelijk hiervoor benodigde extra woonruimte dient er sprake te zijn van bewoning door één huishouden.
voorziening (dat geen bouwwerk is) ten behoeve van de opslag van mest, zoals mestzakken, foliebassins en daarmee vergelijkbare vormen van mestopslag.
bouwwerk ten behoeve van de opslag van mest.
Door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
De effectieve, vrije standplaatsruimte per kampeerplaats, gemeten zonder beplantingen, wegen, (schouw)paden, sport- en spelvoorzieningen en parkeergelegenheid.
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut.
gelegenheid waarbij het doel van de onderneming niet primair is gericht op de verkoop van goederen, maar slechts ter ondersteuning is van de hoofdactiviteit.
gelegenheid waarbij het doel van de onderneming niet primair is gericht op het verstrekken van consumptieve goederen, maar slechts ter ondersteuning is van de hoofdactiviteit. Deze consumptieve gelegenheid richt zich op het verstrekken van etenswaren voor directe consumptie ter plaatse met daarnaast het afzonderlijk verstrekken van dranken voor directe consumptie ter plaatse.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met een maximum van 25 slaapplaatsen, met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten.
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
de risicocontour als bedoeld in artikel 1.1, onder o van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een sanitaire unit (voorzien van douche, toilet en wastafel) slechts voor gebruik door de huurder van een standplaats, waarbij de unit gedurende het gehele jaar op een standplaats aanwezig is.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een gebouw, geen woonkeet en geen (sta)caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bestemd is voor recreatief nachtverblijf door één huishouden en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
ruimtelijke meerwaarde die bestaat uit de inrichting van het erf, landschaps- en/of natuurontwikkeling, herstel of herkenbaar maken van de cultuurhistorische waarden of het vergroten van de toegankelijkheid van het gebied ten behoeve van extensieve recreatie.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een kampeermiddel uit één niet-samengesteld geheel, die in zijn geheel (over de weg) vervoerd kan worden met een maximale oppervlakte van 55 m2 en maximaal 5 meter hoog, gemeten vanaf het afgewerkt bouwterrein.
het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor recreatief nachtverblijf in één of meerdere kampeermiddelen, waarbij de standplaatsen voor kampeermiddelen nader zijn te onderscheiden in:
een standplaats bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel en twee bijzettentjes van maximaal acht vierkante meter, dat gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
een standplaats bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel, niet zijnde een stacaravan of kampeerhuisje, en twee bijzettentjes van maximaal acht vierkante meter gedurende het zomer- en/of winterseizoen.
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een zelfbedieningszaak die in hoofdzaak is gericht op de verkoop van een grote verscheidenheid aan levensmiddelen.
bouwwerken ten behoeve van de bescherming van de teeltgewassen en/of de voorkweek van voor het eigen bedrijf benodigd plantenmateriaal en/of de voorkoming van de verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen, ten behoeve van grondgebonden agrarische teelten.
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten en andere siergewassen en in samenhang daarmee de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschappen, tuinmeubilair en tuingrond, alsmede voor aanverwante artikelen ten behoeve van dierenverzorging en lifestyle.
blok van twee aaneen gebouwde hoofdgebouwen die door middel van één gemeenschappelijke wand met elkaar zijn verbonden.
voormalige agrarisch bedrijf, waarbij alle bedrijfsmatige activiteiten zijn gestaakt en de voormalige bedrijfswoning voor wonen wordt gebruikt.
landbouwhuisdieren zoals koeien, schapen, paarden, geiten, enzovoorts.
recreatie in ruimten die zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie, logeergebouw, pension of kampeermiddel, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
voorzieningen, geen verblijfseenheden zijnde, ten behoeve van de verblijfsrecreatie.
de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de meest naar de weg zijde gekeerde deel van een hoofdgebouw (voorgevel) tot aan de perceelsgrenzen.
een gebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander gebouw.
voorziening (die geen bouwwerk is) ten behoeve van de opslag van water, zoals een foliebassin en daarmee vergelijkbare vormen van wateropslag.
bouwwerk ten behoeve van de opslag van water, zoals een wateropslagtank en daarmee vergelijke vormen van wateropslag
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, (riool)gemalen en inlaten.
een detailhandelsbedrijf dat zich toelegt op de verkoop via internet en dat zich kenmerkt door de afwezigheid van een winkelruimte waar uitstalling, verkoop en levering van goederen ter plaatse plaatsvindt.
voor het openbaar verkeer openstaande weg inclusief de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die weg behorende paden en bermen of zijkanten.
het buiten laten lopen van dieren op een substantiële oppervlakte agrarische grond met het oog op het voorzien in (een deel van) de voerbehoefte van de dieren.
het gebruik van kampeermiddelen voor recreatief nachtverblijf in de periode van 16 november tot 1 maart.
de jaarlijkse periode van 16 november tot 1 maart van enig jaar.
het stallen van kampeermiddelen in de open lucht op een aparte plaats op het kampeerterrein, zodanig dat daarin geen recreatief nachtverblijf kan plaatsvinden, in het winterseizoen.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
gedeelte van het erf tussen een zijgevellijn en de aan die zijde van het gebouw gelegen erfgrens.
een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of achtergevel is.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen.
de jaarlijkse periode van 1 maart tot en met 15 november van enig jaar.
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
gemeten in de verticale projectie op het bouwterrein van de grootste buitenwerkse maten van de (denkbeeldige) gevels, exclusief overstekken tot 50 centimeter, boven het afgewerkte maaiveld en eventueel tot het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur.
de oppervlakte van voor mensen toegankelijke ruimte(n) van een gebouw.
de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een gebouw gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de buitenste opgaande scheidingsconstructie en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen.
de gezamenlijke oppervlakte van vaste vloeren in gebouwen, mestdoorlatende vloeren daaronder begrepen, die worden gebruikt voor de huisvesting van dieren ten behoeve van de intensieve veehouderij, die bestaat uit de ruimten waar de dieren worden gehuisvest, waaronder wordt begrepen de hok- of stalruimten, inclusief scheidingswanden en gangpaden.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | oppervlakte | inhoud | goothoogte | bouwhoogte | ||||||||||||||||||
bedrijfsgebouwen | niet geregeld | niet geregeld | zie aanduiding 'maximale goothoogte (m), maximale bouwhoogte (m)' | zie aanduiding 'maximale goothoogte (m), maximale bouwhoogte (m)' | ||||||||||||||||||
overkappingen | niet geregeld | niet geregeld | 3 meter | 3 meter | ||||||||||||||||||
bedrijfswoningen inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken | niet geregeld | 750 m³ | 6 meter | 9 meter | ||||||||||||||||||
vrijstaande bijbehorend bouwwerken bij bedrijfswoningen | 40 m² | niet geregeld | 3,3 meter | 7 meter |
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter | |||
erfafscheidingen elders | 2 meter | |||
vlaggenmasten | 8 meter | |||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' wijzigen in de bestemming 'Wonen', indien het agrarisch bedrijf beëindigd is.
De wijziging als bedoeld in 3.5.1 kan slechts worden toegepast, mits:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn ook bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | oppervlakte | inhoud | goothoogte | bouwhoogte | ||||||||
bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 200 m² | 750 m³ | 6 meter | 10 meter | ||||||||
bijbehorend bouwwerk bij bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 40 m² | niet geregeld | 3,3 meter | 6 meter |
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
licht- en vlaggenmasten | 8 meter |
overige bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' | 5 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1.1, onder a en onder b, door bedrijven en bedrijfsactiviteiten toe te staan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel bedrijven of bedrijfsactiviteiten toe te staan uit één milieucategorie hoger, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen met ingang van 1 juni 2017 ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone – wijzigingsgebied - 3' het bestemmingsplan wijzigen door het aanduidingsvlak 'bedrijfswoning' van de verbeelding te verwijderen.
De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bedrijven als bedoeld in lid 5.1.1, onder a zijn toegestaan voor zover deze voorkomen op de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten met dien verstande dat:
De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn ook bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Bouwwerk | Oppervlakte | Inhoud | Goothoogte | Bouwhoogte | |||
bedrijfsgebouwen en overkappingen | zie onder b | niet geregeld | 4,5 meter | 8,5 meter | |||
bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 200 m² | 750 m³ | 6 meter | 10 meter | |||
bijbehorend bouwwerk bij bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 40 m² | niet geregeld | 3,3 meter | 6 meter |
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
licht- en vlaggenmasten | 8 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2, onder e, voor gebouwen in een bouwvlak op een kortere afstand tot de perceelsgrens, indien op het naastgelegen perceel in een straal van 5 meter rondom het gebouw (gemeten vanaf de gevel) geen andere gebouwen gebouwd mogen worden krachtens een bestemmingsplan en/of verleende omgevingsvergunning en er ook geen gebouwen reeds aanwezig zijn.
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.4.1 kan slechts verleend worden als:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 5.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Een risicovolle inrichting is uitsluitend toegestaan indien de plaatsgebonden risicocontour binnen de eigen bedrijfsperceelsgrenzen van de risicovolle inrichting en aangrenzende gronden met de bestemming verkeer, groen, groen-landschappelijk of water blijft.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1.2 door bedrijven en bedrijfsactiviteiten toe te staan, die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijven of bedrijfsactiviteiten toe te staan uit één milieucategorie hoger, indien:
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde (exclusief overkappingen), bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
travaljes | 4 meter | |||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Uitsluitend niet-bedriijfsmatig gebruik van een travalje is toegestaan.
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd: gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.
bouwwerk | oppervlakte | inhoud | goothoogte | bouwhoogte | ||||||||
bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 250 m² | 750 m³ | 6 meter | 10 meter | ||||||||
bijbehorend bouwwerk bij bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 40 m² | niet geregeld | 3,3 meter | 6 meter |
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
vlaggenmasten | 8 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
Bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
licht- en vlaggenmasten | 8 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.2, onder f, voor een hogere goothoogte tot een overschrijding met maximaal 1 meter;
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 kan slechts worden verleend, indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 8.3 gesteld worden.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 onder d, door bedrijven en bedrijfsactiviteiten toe te staan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel bedrijven of bedrijfsactiviteiten toe te staan uit één milieucategorie hoger, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen met ingang van 1 juni 2017 ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone – wijzigingsgebied - 4' het bestemmingsplan wijzigen door het aanduidingsvlak 'wonen' van de verbeelding te verwijderen.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | bouwhoogte | |||
antennes | 5 meter | |||
speeltoestellen | 4 meter | |||
lichtmasten | 8 meter | |||
openbare nutsvoorzieningen | 3,5 meter | |||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het is binnen gronden met de aanduiding 'monumentale boom' verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 9.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering dan wel vergund zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.3.1 wordt slechts verleend indien:
De voor 'Groen - Landschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 10.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.3.1 wordt slechts verleend indien de werken of werkzaamheden, direct of indirect, geen onevenredige aantasting van de landschappelijke inpassing tot gevolg hebben.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
licht- en vlaggenmasten | 8 meter |
terrasschermen | 1,5 meter |
parasols | 5 meter |
horecaterrasoverkappingen | 4 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen met ingang van 1 juni 2017 ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone – wijzigingsgebied - 5' het bestemmingsplan wijzigen door het aanduidingsvlak 'wonen' van de verbeelding te verwijderen.
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde (exclusief overkappingen), bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend de buitenopslag van goederen.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter | |||
erfafscheidingen elders | 2 meter | |||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | maximum hoogte | maximum oppervlakte | |
tuinhuisje | 3 m | 10 m² | |
kweekkas | 2,5 m | 5 m² |
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde (exclusief overkappingen), bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||||
speeltoestellen | 4 meter | |||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Recreatie - Kampeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming bouwwerken geen gebouw zijnde en de volgende gebouwen toegestaan: kampeermiddelen, bijbehorende bouwwerken en sanitairgebouwen.
Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden in ieder geval de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.3, onderdeel i, onder 1°, ten behoeve van het gebruik van niet-permanente standplaatsen voor winterkamperen met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door het aantal permanente standplaatsen als bedoeld in lid 15.3 te vergroten, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door de bouw van kampeerhuisjes mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde (exclusief overkappingen), bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||||
speeltoestellen | 4 meter | |||||
erfafscheidingen voor de voorgevellijn | 1 meter | |||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden in ieder geval de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone – wijzigingsgebied - 2' het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie te wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde (exclusief overkappingen), bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||||
vlaggenmasten | 8 meter | |||||
ballenvangers | 6 meter | |||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.3 ten behoeve van lichtmasten als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.4.1 kan slechts verleend worden indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 17.3 gesteld worden.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||||
antennes | 5 meter | |||||
speeltoestellen | 4 meter | |||||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||||
openbare nutsvoorzieningen | 3,5 meter | |||||
horecaterrasoverkappingen waarbij de uitvalschermen onder een hellingshoek van 20° gemonteerd dienen te worden, ter plaatse van de aanduiding 'terras' | 4 meter | |||||
horecaterrasschermen ter plaatse van de aanduiding 'terras' | 1,5 meter | |||||
parasols ter plaatse van de aanduiding 'terras' | 5 meter | |||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 3 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Een verkooppunt voor ambulante handel is uitsluitend toegestaan, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het is binnen gronden met de aanduiding 'monumentale boom' verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 18.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering dan wel vergund zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 18.5.1 wordt slechts verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een nieuw horecaterras toestaan, dan wel een bestaand terras verplaatsen door de aanduiding 'terras' toe te voegen dan wel te verplaatsen, met in achtneming van het volgende:
Van het bepaalde onder a tot en met c kan worden afgeweken wanneer de inrichting of het gebruik van de openbare ruimte ter plaatse hier aanleiding toe geeft.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwaanduidingsvlak | breedte woning | afstand bouwperceelsgrens | |||
vrijstaand en 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand -1' | 6 meter | 3 meter | |||
twee-aaneen | 5 meter | 3 meter (aan één zijde) | |||
gestapeld en 'specifieke bouwaanduiding - geschakeld' | niet nader bepaald | niet nader bepaald | |||
aaneengebouwd | 4 meter | niet nader bepaald | |||
karakteristiek | 5 meter | niet nader bepaald |
bouwaanduidingsvlak | bijbehorend bouwwerk aan de zij- of achtergevel | vrijstaand bijbehorend bouwwerk | |||
vrijstaand | 3 meter | 3 meter (aan één zijde) | |||
specifieke bouwaanduiding - vrijstaand - 1 | niet nader bepaald | niet nader bepaald | |||
twee-aaneen | 3 meter (aan één zijde) | niet nader bepaald | |||
overige | niet nader bepaald | niet nader bepaald |
Ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' gelden de volgende bouwregels:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van een minicamping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' gelden de volgende bouwregels::
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste de volgende maten:
Bouwwerk | Bouwhoogte |
vlaggenmasten en overige masten | 8 meter |
erfafscheidingen voor de voorgevellijn | 1 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2 voor de bouw van een vrijstaande woning en voor twee-aaneen gebouwde woningen ter plaatse van de aanduidingen 'aaneengebouwd' en 'geschakeld' en voor de bouw van een vrijstaande woning ter plaatse van de aanduidingen 'twee-aaneen' en 'geschakeld', mits:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2.2, onder b, voor het vergroten van een woning buiten het aanduidingsvlak 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand - 1' tot een oppervlakte van maximaal 150 m², mits niet meer dan 50% van het bestemmingsvlak wordt bebouwd met gebouwen en overkappingen.
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 20.4.2 en 20.4.3 kan slechts worden verleend, indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 20.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in elk geval gerekend het inrichten en/of gebruiken van een bijbehorend bouwwerk bij een woning of van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' als
In aanvulling op de regeling voor het beroepsmatig of bedrijfsmatig gebruik van een woning en bijbehorende bouwwerken zoals opgenomen in artikel 28.3.2 is als bedrijf aan huis toegestaan:
als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Met betrekking tot het gebruik van gronden als minicamping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met ingang van 22 oktober 2025 ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone – wijzigingsgebied - 1' het bestemmingsplan wijzigen door:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' het aantal niet-permanente standplaatsen verhogen met in achtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' van de verbeelding te verwijderen indien de betreffende minicamping is beëindigd.
De voor 'Wonen - Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste de volgende maten:
Bouwwerk | Bouwhoogte |
erfafscheidingen voor de voorgevellijn en tot 1 meter achter de voorgevellijn | 1 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2.2, onder b voor een kortere afstand van een gebouw tot minimaal 1 meter van de perceelsgrens;
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 21.4.1 kan slechts worden verleend, indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 21.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in elk geval gerekend het inrichten en/of gebruiken van een bijbehorend bouwwerk als:
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 22.1.1 genoemde bestemming bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
De bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 meter.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.2, onder a ten behoeve van het bouwen groter dan 50 m² en dieper dan 0,50 meter, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 22.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 22.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 22.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk op of in gronden ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Archeologie - 4'.
Aan de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 22.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,30 meter boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 50 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,50 meter.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 4', als bedoeld in lid 22.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie - 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 23.1.1 genoemde bestemming bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
De bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 meter.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2.2, onder a ten behoeve van het bouwen groter dan 250 m² en dieper dan 0,50 meter, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 23.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 23.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 23.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk op of in gronden ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Archeologie - 5'.
Aan de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 23.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,30 meter boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 250 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,50 meter.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kan verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 5', als bedoeld in lid 23.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie - 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 24.1.1 genoemde bestemming bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
De bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 meter.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2.2, onder a ten behoeve van het bouwen groter dan 2500 m² en dieper dan 0,50 meter, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 24.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 24.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 24.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk op of in gronden ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Archeologie - 6'.
Aan de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 24.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,30 meter boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 2.500 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,50 meter.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kan verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 6', als bedoeld in lid 24.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie - 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 25.1.1 genoemde bestemming bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
De bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedragt maximaal 2 meter.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2.2, onder a ten behoeve van het bouwen groter dan 5.000 m² en dieper dan 0,50 meter, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 25.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 25.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 25.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk op of in gronden ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Archeologie - 7'.
Aan de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 25.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,30 meter boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 5.000 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,50 meter.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kan verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 7', als bedoeld in lid 25.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de waterkering.
Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de in lid 26.1 genoemde bestemming toegestaan met een bouwhoogte van ten hoogste 2 meter.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met in achtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder het peil, niet wordt uitgebreid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2.2 met inachtneming van het volgende:
Voor bouwwerken die op het tijdstip van vaststelling van het plan niet voldoen aan de in het plan voorgeschreven aantallen, afstands-, hoogte-, inhouds-, hellings- en/of oppervlaktematen, terwijl het bouwwerk krachtens een omgevingsvergunning aanwezig is of gebouwd kan worden, gelden deze afwijkende maten als vervangende regel. Bij vervangende nieuwbouw dient de bebouwing op dezelfde plaats te worden herbouwd.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen of verbouwen van gebouwen wordt slechts verleend indien ten behoeve van de betreffende functie voldoende parkeergelegenheid voor auto's worden gerealiseerd en indien in de aanvraag is aangetoond dat voldoende ruimte aanwezig is voor het laden of lossen van goederen in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het gebouw hoort. Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid indien voldaan wordt aan de parkeerkencijfers van de CROW publicatie nr. 317 "Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie".
De zijdelingse begrenzing van een bouwwerk moet ten opzichte van de zijdelingse grens van het erf zodanig zijn gelegen dat tussen dat bouwwerk en de op het aangrenzende erf aanwezige bebouwing geen tussenruimten ontstaan die:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het aantal toegestane vlaggenmasten bedraagt maximaal 3 per bouwperceel.
Verlichte reclame-uitingen mogen geen licht naar boven uitstralen. Skybeamers zijn niet toegestaan.
Een onoverdekt zwembad bij een (bedrijfs)woning mag alleen worden gebouwd, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te doen of laten gebruiken voor een doel of op een wijze, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming(en).
Als een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, geldt in ieder geval het gebruik van gronden en bouwwerken:
Het aanbieden van bed & breakfast in (het hoofdgebouw van) een (bedrijfs)woning is toegestaan als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het beroepsmatig of bedrijfsmatig gebruik van een (bedrijfs)woning en bijbehorende bouwwerken is toegestaan als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan voor het overschrijden van de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens, alsmede van de ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens bepaalde minimumafstand door:
Deze regel is van toepassing voor het overschrijden van grenzen voor zover deze niet leiden tot wijziging van bestemmingen.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit plan voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 meter, indien in de regels van de betreffende bestemming geen afwijkingsbevoegdheid voor bouwwerken geen gebouwen zijnde is opgenomen. Deze afwijkingsbevoegdheid geldt niet voor:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.3.2 ten behoeve van een grotere oppervlakte van het beroepsmatig of bedrijfsmatig gebruik van een (bedrijfs)woning en bijbehorende bouwwerken als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 29.1, 29.2 en lid 29.3 kan slechts worden verleend, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan voor het inrichten en/of gebruiken van een bijbehorend bouwwerk bij een woning als gastenverblijf, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit plan voor het inrichten en/of gebruiken van een bijbehorend bouwwerk als woonruimte ten behoeve van het bieden of ontvangen van mantelzorg, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van:
Deze regels zijn van toepassing voor het overschrijden van grenzen voor zover deze leiden tot wijziging van bestemmingen;
Burgemeester en wethouders kunnen de bij deze regels horende Staat van Bedrijfsactiviteiten wijzigen door de categorie-indeling van bedrijfsactiviteiten te wijzigen indien technologische ontwikkelingen binnen de betreffende bedrijfsactiviteiten daartoe aanleiding geeft.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een nieuw horecaterras toestaan, dan wel een bestaand terras verplaatsen door de aanduiding 'terras' toe te voegen dan wel te verplaatsen, met in achtneming van het volgende:
Van het bepaalde onder a, b en c kan worden afgeweken wanneer de inrichting of het gebruik van de openbare ruimte ter plaatse hier aanleiding toe geeft.
Een wijziging als bedoeld in lid 30.1 tot en met 30.3 kan slechts worden toegepast, indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenemententerrein 1' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor evenementen.
Uitsluitend evenementen uit categorie A van de Lijst van toegelaten evenementen zijn toegestaan met een maximum van 5 per jaar.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenemententerrein 2' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor evenementen.
Uitsluitend evenementen uit categorie B uit de Lijst van toegelaten evenementen zijn toegestaan tot een maximum van 1 per jaar.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de vrije windvang van molen 'De Lelie' en voor de bescherming van de waarde van de molen als beeldbepalend element.
De bouwhoogte van bouwwerken bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'bouwhoogte molenbiotoop (m)' aangegeven maat, tenzij op grond van de geldende bestemming(en) van de gronden voor het betreffende bouwwerk reeds een lagere maximale hoogte is toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het vorige lid, ten behoeve van een bouwwerk dat is toegelaten op grond van de overige regels van dit bestemmingsplan, indien
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing ter bescherming van de vrije windvang en de waarde van de molen als beeldbepalend element.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - leiding' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van ondergrondse transport(afval)waterleidingen.
Voor het bouwen gelden de volgende bouwregels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.4.2, onder a en b, ten behoeve van bebouwing als toegestaan volgens de andere voorkomende bestemmingen, mits door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de leiding en nadat advies is gevraagd aan de betreffende leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld 31.4.4 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.4.4 wordt slechts verleend indien het belang van bescherming van de leiding(en) door de werken niet onevenredig worden geschaad en er door de werken en/of werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan. Alvorens de vergunning te verlenen, vraagt het bevoegd gezag advies aan de betreffende leidingbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Kerkwerve, Noordwelle, Ellemeet, Serooskerke en Scharendijke.