direct naar inhoud van 4.4 Water
Plan: Bebouwde kom Bruinisse
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00026BpAwk-va01

4.4 Water

Algemeen

Waterbeleid

De laatste jaren dient in ruimtelijke plannen steeds meer aandacht besteed te worden aan waterhuishoudkundige aspecten. Daarbij staan naast een duurzaam waterbeheer de integrale afweging en het creƫren van maatwerk voorop. Water moet altijd bekeken worden in het licht van het watersysteem of stroomgebied waarin een stad of een dorp ligt. Een goede afstemming van waterbeleid en ruimtelijke ordening, ook in het direct aangrenzende gebied, is daarom noodzakelijk. Elk ruimtelijk plan dient dan ook een zogenaamde waterparagraaf te bevatten, die keuzes ten aanzien van de waterhuishoudkundige aspecten gemotiveerd beschrijft. Daarin dient een wateradvies van de waterbeheerder te worden meegenomen. De watertoets is wettelijk verankerd in artikel 3.6 lid 1, sub b Bro.

Om vanuit het waterbeheer in te kunnen spelen op ruimtelijke ontwikkelingen en bestaande ongewenste situaties bij te sturen, zijn door de provincie Zeeland waterkansenkaarten ontwikkeld. Op basis van hydrologische uitgangspunten zijn voor de verschillende functies en het landgebruik kansen en bedreigingen in beeld gebracht. Resultaat zijn de kansenkaarten voor het landelijk en het stedelijk gebied en een kansenkaart voor het thema wateroverlast. De kaarten geven aan waar deze functies vanuit het watersysteem/beheer optimaal bediend kunnen worden en het waterbeheer in beginsel tegen geringe kosten kan worden uitgevoerd.

Met betrekking tot het plangebied

Geomorfologie en grondwater

Op basis van de provinciale Waterkansenkaart zijn de volgende geomorfologische kenmerken van het plangebied bepaald. De verschillende bodemtypes zijn aangegeven op de kaart. Ter plaatse van de dorpsbebouwing is de bodem deels niet gekarteerd, maar aangemerkt als stad/overig. Door extrapolatie van aangrenzende bodemtypen kan worden gesteld dat de bodem ter plaatse van het plangebied bestaat uit lichte schor. De infiltratiemogelijkheden van regenwater in het plangebied zijn daardoor zeer beperkt aanwezig. In het plangebied is de bodem over het algemeen matig tot sterk zettingsgevoelig. De kern ligt niet in een waterwingebied.

Oppervlaktewatersysteem

Het plangebied is gelegen op het eiland Schouwen-Duiveland en maakt daarmee onderdeel uit van de Zeeuwse delta. Het eiland wordt omgeven door de Noordzee, de Oosterschelde en Grevelingen. Het plangebied maakt deel uit van het waterafvoergebied Duiveland-Oosterland.

Hoogte en wateroverlast

De beste mogelijkheden voor waterberging c.q. waterretentie (vasthouden van water) bevinden zich in die gebieden die behoren tot de 10% laagste, respectievelijk 10% hoogste delen van een waterafvoergebied. Het maaiveld heeft in het plangebied een hoogte die varieert van 0,5 m in het westen tot 0,9 m in het oosten ten opzichte van N.A.P.

Plaatselijk is beperkte infiltratie mogelijk. Afkoppelen is derhalve niet beperkt tot enkel infiltratie, regenwater kan altijd afgekoppeld worden. Mogelijkheden hiervoor zijn:

  • 1. hergebruik van afgekoppeld regenwater als grijswater (toiletspoeling e.d.);
  • 2. infiltratie in de bodem;
  • 3. lozing van het hemelwater op het afwateringsstelsel (waterlopen, eventueel via een hemelwatertransportbuis).

Als in de huidige situatie niet afgekoppeld kan worden dan is het zaak om toch een gescheiden dwa en hwa aan te leggen zodat, wanneer dat op termijn mogelijk wordt gemaakt, regenwater en afvalwater alsnog gescheiden afgevoerd kunnen worden. Gebruik van uitlogende materialen dient vermeden te worden met name als er sprake is van lozing op oppervlaktewater.

afbeelding "i_NL.IMRO.1676.00026BpAwk-va01_0012.jpg"

Zonering waterkeringen (Keur Watersystemen)

Waterkeringen

Aan de noord- en oostzijde van het plangebied liggen dijken. Het gaat hier om de Havendijk, Havenkade en Boomdijk. De dijken betreffen een primaire waterkering. Binnen een waterkering (het zogenaamde Waterstaatswerk) is aanpassing van een bestaand gebouw of nieuwbouw mogelijk mits er ontheffing is verleend op grond van de Keur Scheldestromen. De Keur uit 2009 is inmiddels vervangen door de nieuwe Keur Watersystemen, vastgesteld op 15 december 2011 en in werking getreden. De Keur onderscheidt een Beschermingszone A en een Beschermingszone B die aan weerszijden van het waterstaatswerk zijn aangewezen. De Beschermingszone A omvat in ieder geval die gronden die technisch/fysisch (mede) een bijdrage leveren aan de stabiliteit van de waterkering. Daarbij geldt echter aan de landwaartse zijde als minimum dat gronden die voor toekomstige dijkverzwaring nodig zijn, ook wel het profiel van vrije ruimte of reserveringsstrook genoemd, in ieder geval binnen de Beschermingszone A vallen. Waar het profiel van vrije ruimte breder is dan de strook die een bijdrage levert aan de stabiliteit van de waterkering is eerstgenoemde bepalend voor de dimensionering van de Beschermingszone A. Dit is vrijwel overal het geval. Er is daarom voor gekozen om het profiel van vrije ruimte overal te laten samenvallen met de Beschermingszone A en niet apart weer te geven.

De beschermingszone B is aangewezen om bepaalde activiteiten, die potentieel grote gevaren voor de waterkering in zich bergen (bijvoorbeeld de aanleg van hogedrukleidingen) ook op grotere afstand van de waterkering te kunnen reguleren.

Verdroging, watervoorziening en bodemdaling

Het aspect verdroging is niet aan de orde en ook het aspect bodemdaling is niet aan de orde. De polderpeilen worden niet aangepast. Daarnaast is watervoorziening niet in het geding.

Ecosysteem

Het plangebied bestaat uit de bebouwde kom van Bruinisse. Het plangebied grenst aan de zuidoostzijde aan het Natura-2000 gebied Oosterschelde. In het plangebied komen geen natte ecologische verbindingen voor, noch zijn deze in de toekomst gepland.

Regen- en afwatersysteem

In de kern Bruinisse is een gemengd rioleringssysteem aanwezig. Op het moment dat er nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden wordt er eerst afgekoppeld. Bij nieuwbouw wordt beoogd alles gescheiden aan te bieden.

Watermaatregelen

Het bestemmingsplan betreft een beheersplan. In een dergelijk plan ligt het accent vooral op het bieden van rechtsbescherming ten aanzien van het bestaande gebruik van gronden en opstallen. Het bestemmingsplan is daarmee consoliderend van aard en laat slechts beperkt ruimte voor nieuwe potentiƫle ontwikkelingen.

Door de aanwezige bebouwing leent het plangebied zich niet voor de aanleg van extra waterberging. Bij inbreidingslocaties is in verband met de over het algemeen beperkte infiltratiemogelijkheden, infiltratie van regenwater eveneens lastig. In geval van stedelijke vernieuwing en inbreiding streeft de gemeente ernaar duurzaam te bouwen. Ook maatregelen op het gebied van duurzaam stedelijk waterbeheer worden hieronder verstaan. Te denken valt aan het toepassen van vegetatiedaken, gebruik van niet uitloogbare materialen, afkoppeling van hemelwater en hergebruik van regenwater (bijvoorbeeld voor toiletspoeling en voor de tuin).

In de regels van het bestemmingsplan wordt de nodige aandacht besteed aan het thema water. Er is een bestemming 'Water' en een dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' opgenomen.

De op de verbeelding voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor waterpartijen en (primaire) waterlopen, zoals sloten, watergangen en singels en andere tot de bestemming behorende watervoorzieningen. De regels van het bestemmingsplan voorzien daarnaast in de mogelijkheid tot de aanleg van waterlopen binnen alle bestemmingen, dan wel bermsloten en waterpartijen (binnen de bestemming 'Groen') of waterhuishoudkundige voorzieningen (binnen de bestemming 'Verkeer'). Binnen de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' is de dijk ten noorden en ten oosten van Bruinisse aangemerkt als primaire waterkering en als zodanig beschermd.

Onderhoud

Ingevolge de Keur dient een onderhoudsstrook van 7,00 meter breed langs leggerwater te worden vrijgehouden van bebouwing of opgaande beplanting, om de toegankelijkheid van de waterlopen voor het onderhoudsmaterieel te waarborgen. Bij leggerwater langs wegbermen geldt een vrije strook tot 1 m. Bij bouwaanvragen dient, binnen de aangegeven afstanden, de gemeente standaard te wijzen op het betreffende verbod. Het Waterschap kan op aanvraag ontheffing verlenen van het genoemde verbod.

Waterschapswegen

In het plangebied zijn de volgende waterschapswegen aanwezig: Rijksstraatweg, Dorpsweg, Zijpe, Havenweg, Nieuwlandje, Boomdijk en Havenkade.