Gemeente Roosendaal

Planteksten

Op deze pagina vindt u de planteksten behorende bij het plan Majoppeveld.

Regels


 

Inhoudsopgave

 

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 2 Wijze van meten

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Agrarisch

Artikel 4 Bedrijventerrein - 1

Artikel 5 Bedrijventerrein - 2

Artikel 6 Bedrijventerrein - 3

Artikel 7 Bedrijventerrein - 4

Artikel 8 Bos

Artikel 9 Gemengd - Majoppeveld

Artikel 10 Groen

Artikel 11 Tuin

Artikel 12 Verkeer

Artikel 13 Water

Artikel 14 Wonen - 2

Artikel 15 Waarde - Archeologie 2

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 16 Antidubbeltelregel

Artikel 17 Algemene bouwregels

Artikel 18 Algemene gebruiksregels

Artikel 19 Algemene aanduidingsregels

Artikel 20 Algemene afwijkingsregels

Artikel 21 Algemene wijzigingsregels

Artikel 22 Algemene procedureregels

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 23 Overgangsregels

Artikel 24 Slotregels

Hoofdstuk 5 BIJLAGEN BIJ REGELS

Artikel 25 Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

Artikel 26 Bijlage 2 Toegestane milieucategorie 2 bedrijven

Artikel 27 Bijlage 3 Parkeernormen

 

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regels wordt verstaan onder:

 

1.1 het plan

 

het bestemmingsplan 'Majoppeveld' met identificatienummer NL.IMRO.1674.2082MAJOPPEVELD-0401 van de gemeente Roosendaal;

 

1.2 aan huis gebonden beroep of bedrijfsactiviteiten.

de uitoefening van een (vrij) beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, kunstzinnig ontwerp-technisch, consumentenverzorgend (met uitzondering van erotisch gerichte dienstverlening) of hiermee gelijk te stellen terrein, met behoud van de woonfunctie en de ruimtelijke uitstraling die met de woonfunctie in overeenstemming is;

 

1.3 aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten

het bedrijfsmatig verlenen van diensten dan wel het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en/of daar bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden uirgeoefend;

 

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

 

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

 

1.6 afhankelijke woonruimte (m.b.t. mantelzorg)

een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;

 

1.7 ambachtelijk bedrijf

een bedrijf -niet zijnde een aan huis gebonden beroep- waarbij het productieproces grotendeels wordt uitgevoerd met de hand of althans niet in hoofdzaak gemechaniseerd, geautomatiseerd of met behulp van werktuigen, die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven; voor zover van laatstbedoelde werktuigen gebruik wordt gemaakt, zijn deze als ondergeschikt te beschouwen aan de menselijke handvaardigheid;

 

1.8 archeologisch advies

advies door een organisatie die werkt conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA);

 

1.9 archeologisch onderzoek

inventariserend veldonderzoek uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA);

 

1.10 archeologische begeleiding

begeleiding uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA);

 

1.11 archeologische opgraving

opgraving uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) waarbij de aanwezige archeologische waarden worden veilig gesteld;

 

1.12 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;

 

 

1.13 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

 

1.14 bebouwingspercentage

het percentage van een bouwperceel of gedeelte daarvan, dat ten hoogste mag worden bebouwd;

 

1.15 bedrijfsverzamelgebouw

een gebouw waarin meerdere individuele bedrijven zijn gevestigd;

 

1.16 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk bedoeld voor (het huishouden) van een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

 

1.17 belwinkel

een ruimte voor het bedrijfsmatig aan het publiek gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, al dan niet geplaatst in belcabines, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan belwinkel, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'belwinkel';

 

1.18 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;

 

1.19 bestaande situatie (bebouwing en gebruik)

  1. bouwwerken, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerpplan, dan wel mogen worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning;

  2. het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft gekregen;

 

1.20 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

 

1.21 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

 

1.22 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel funcioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

 

1.23 bijzondere woonvormen

met het wonen enigszins vergelijkbare huisvesting, zoals al dan niet zelfstandige woonruimten voor andere groepen dan een gezin of daarmee vergelijkbare vorm van een vast samenlevingsverband, zoals gezinsvervangende woningen, aanleunwoningen en woonverblijven die mede afhankelijk zijn van binnen het complex aangeboden voorzieningen, waaronder in ieder geval een hospice wordt verstaan, alsmede bejaardentehuizen en verzorgingstehuizen;

 

1.24 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten vernieuwen of veranderen van een standplaats;

 

1.25 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

 

1.26 bouwmarkt

een al dan niet geheel overdekte verkoopplaats met een (overdekt) netto-verkoopvloeroppervlakte van minimaal 1000 m², waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelf-producten wordt aangeboden aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker (in de vorm van detailhandel);

 

1.27 bouwperceelsgrens

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

 

1.28 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

 

1.29 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

 

1.30 bouwwerken ten behoeve van algemeen nut

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

 

1.31 bruto-bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van winkels, kantoren of bedrijven met inbegrip van daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;

 

1.32 coffeeshop

een alcoholvrije horeca-inrichting waar handel in en/of gebruik van softdrugs plaatsvindt. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan een coffeeshop, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'coffeeshop';

 

1.33 consumentenvuurwerk

vuurwerk voor particulier gebruik als bedoeld in het Vuurwerkbesluit;

 

1.34 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid;

 

1.35 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen, die goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit onder detailhandel wordt mede begrepen: een afhaalservice zonder de mogelijkheid om ter plaatse te consumeren;

 

1.36 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering een seksinrichting;

 

1.37 dienstverlening

het bedrijfsmatig aanbieden, verkopen en/of leveren van diensten aan personen, zoals reisbureaus, kapsalons en wasserettes;

 

1.38 erotisch gericht bedrijf c.q. inrichting

bedrijf c.q. inrichting, waarin voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard plaatsvinden. Hieronder worden mede begrepen:

  1. seksautomatenhal: een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid, waarin door middel van automaten filmvoorstellingen van porno-erotische aard worden gegeven;

  2. seksbioscoop: een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid, waarin filmvoorstellingen van porno-erotische aard worden gegeven;

  3. seksclub: een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid, waarin vertoningen van porno-erotische aard worden gegeven c.q. gelegenheid wordt geboden voor het verrichten van handelingen van porno-erotische aard, al dan niet gecombineerd met het bedrijfsmatig ten behoeve van gebruik ter plaatse verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken en/of kleine etenswaren;

 

1.39 garages en bergingen

een gebouw bedoeld voor de stalling van vervoermiddelen en voor de berging van niet voor handel en distributie bestemde goederen;

 

1.40 gebouwde parkeervoorzieningen

een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

 

1.41 geluidgevoelige functie

woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;

 

1.42 geluidshinderlijke inrichtingen

bedrijven in de zin van artikel 41 van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99, laats gewijzigd Stb. 2001, 29) en artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);

 

1.43 gevel

zijde van een gebouw;

 

1.44 gezoneerd industrieterrein

een terrein waarvoor een zone industrielawaai geldt, zoals bedoeld in artikel 52 en artikel 54 van de Wet geluidhinder;

 

1.45 groepsrisico

de kans per jaar dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van één ongeval in een inrichting waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn;

 

1.46 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of afleveren van goederen aan wederverkopers, instellingen, dan wel aan die personen, die deze goederen in een door hen gedreven onderneming of instelling bedrijfsmatig aanwenden, hieronder vallen zowel detail- als groothandel;

 

1.47 groothandel in smart- en growproducten

het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen de uitstalling ter verkoop, ter huur, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen die het maatschappelijk verkeer worden aangeduid als smart- en growproducten aan tussenhandelaren of verwerkende bedrijven die deze goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit met dien verstande dat het niet is toegestaan om in groothandel detailhandel te bedrijven;

 

1.48 growshop

een al dan niet zelfstandige ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van kweekbenodigdheden (zoals potgrond, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, lampen, ventilatiesystemen, waterpompen) voor psychotrope stoffen, aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan een growshop, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'growshop';

 

1.49 handel in softdrugs

het verkopen van softdrugs vanuit een horeca-inrichting of een andere voor het publiek toegankelijke lokaliteit en de daarbij behorende erven, dan wel het aldaar aanwezig zijn van middelen als bedoeld in artikel 3 (lijst II) van de Opiumwet, dan wel toegestaan dat bedoelde middelen in de horeca-inrichting gebruikt, bereid, bewerkt, verkocht, geleverd, verstrekt en vervaardigd worden;

 

1.50 handelsbedrijf

een bedrijf dat bedrijfsmatig goederen ten verkoop uitstalt, te koop aanbiedt, verkoopt of levert;

 

1.51 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken;

 

1.52 horecabedrijf

een bedrijf of instelling waar als hoofdfunctie bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;

 

1.53 industrieel bedrijf

een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend machinaal verwerken van grondstoffen en/of vervaardigen van producten (nijverheids- en productie-technische bedrijven);

 

1.54 kantoor

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn indeling en inrichting kennelijk bestemd is voor het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen, die een administratief karakter hebben dan wel handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, al dan niet in rechtstreekse aanraking met het publiek;

 

1.55 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;

 

1.56 landschapswaarden

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;

 

1.57 logistiek bedrijf

bedrijf dat zich richt op transport en opslag van goederen;

 

1.58 maaiveld

bovenkant van een terrein dat een bouwwerk omgeeft;

 

1.59 mantelzorg

intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van redzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;

 

1.60 monumentale boom

bijzondere voor bescherming in aanmerking komende boom c.q. houtopstand met een relatief hoge leeftijd en met een bijzondere schoonheid- of zeldzaamheidswaarde, of een bijzondere functie voor de omgeving, zoals opgenomen op de gemeentelijke lijst van monumentale bomen;

 

1.61 natuurwaarden

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied;

 

1.62 netto-bedrijfsvloeroppervlak

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte, inclusief de etalageruimte(n), bestemd en gebruikt voor het en detail verkopen en leveren van roerende goederen, welke niet ter plaatse worden geconsumeerd en/of verbruikt;

 

1.63 peil

  1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: - de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;

  2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: - de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

  3. indien in of op het water wordt gebouwd: - het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);

 

1.64 perifere detailhandel

detailhandel in volumineuze goederen en tuincentra in een daarop afgestemde verkoopruimte. Onder volumineuze goederen worden verstaan: bouw- en doe-het-zelf-producten, grove bouwmaterialen, kampeer- en caravanartikelen, auto's, keukens, sanitaire artikelen, meubelen, woningstoffering en -inrichting;

 

1.65 plaatsgebonden risico

risico op een plaats buiten de inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;

 

1.66 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

 

1.67 retentiegebied

gronden en werken ten behoeve van de waterkering, ingericht voor het ontvangen, tijdelijk bergen en daarna geleidelijk lozen dan wel infiltreren van water;

 

1.68 risicovolle inrichting

  1. een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico cq. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

  2. een AMvB-inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op de externe veiligheid;

  3. met uitzondering van gasdrukmeet- en regelstations.

 

1.69 ruimtelijke kwaliteit

de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van de ruimte;

 

1.70 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoning van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

 

1.71 smartshop

een al dan niet zelfstandige ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan smartshop, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'smartshop'.

 

1.72 stedenbouwkundig beeld

het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaald beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, natuurlijke waarde en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n);

 

1.73 stedenbouwkundige waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's en de ter plaatse door de infrastructuur, natuurlijke waarde en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n);

 

1.74 straalpad

telecommunicatie met behulp van straalzenders waarbij radio- en/of televisiezenders in smalle stralenbundels uitzenden;

 

1.75 verblijfsmiddelen

een voor verblijf geschikte -al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken- voer- en vaartuigen, arken, caravans en andere soortgelijke constructies, alsmede tenten;

 

1.76 voorgevel

een naar de openbare weg gekeerde zijde van een gebouw;

 

1.77 voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;

 

1.78 vuurwerkbesluit

vuurwerkbesluit zoals gepubliceerd in Stb. 2002,33, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 maart 2004, Stb. 2004, 133;

 

1.79 wonen

het gehuisvest zijn in een woning/wooneenheid, zoals omschreven in onderhavige begripsbepalingen.

 

1.80 woning/wooneenheid

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding, niet zijnde een bijzondere woonvorm, en/of voor de huisvesting van maximaal drie personen naast de huishouding, of voor de huisvesting van maximaal vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in het gebouw is ondergebracht;

 

1.81 woongebouw

een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;

 

 

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

 

2.1 de afstand tot (zijdelingse) perceelsgrens

de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelscheiding van het bouwperceel;

 

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

 

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk ten behoeve van railverkeer

vanaf bovenkant spoorstaaf tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde;

 

2.4 de breedte van bouwpercelen

tussen de zijdelingse perceelgrenzen van het bouwperceel in de naar de zijde van de weg gekeerde bestemmingsgrens;

 

2.5 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

 

2.6 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

 

2.7 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

 

2.8 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

 

2.9 stapelhoogte in het kader van opslag

de hoogte van goederen en materialen die in de buitenlucht worden opgeslagen vanaf het peil tot aan het hoogste punt;

 

2.10 toepassing van maten

de in deze regels omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten, schoorstenen, gasafvoer- en ontluchtingskanalen, antennes, balkons, galerijen, noodtrappen, luifels, liftkokers, afvoerpijpen van hemelwater, gevellijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en dergelijke naar aard en omvang ondergeschikte bouwonderdelen.

 

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

 

Artikel 3 Agrarisch

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. grondgebonden agrarische bedrijven;

  2. waterhuishoudkundige doeleinden;

  3. doeleinden van openbaar nut;

een en ander met bijbehorende voorzieningen.

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Algemeen

Op deze gronden zijn geen gebouwen toegestaan.

 

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

  1. erfafscheidingen 1 m;

  2. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.

 

3.3 Afwijken van de bouwregels

 

3.3.1 Hoogte

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waar de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 m.

 

Artikel 4 Bedrijventerrein - 1

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 3.1 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede groothandelsbedrijven, met uitzondering van de gronden met de aanduiding 'bedrijf van categorie 3.1 uitgesloten';

  2. bedrijven in milieucategorie 2, voorzover deze zijn opgenomen in de bij deze regels gevoegde bedrijvenlijst 'toegestane milieucategorie 2 bedrijven';

  3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens een bedrijfswoning;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning' tevens een voormalige bedrijfswoning;

  5. geluidwerende voorzieningen;

  6. verkeers- en groenvoorzieningen, waaronder wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;

  7. watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;

  8. bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen;

met dien verstande dat:

  1. nieuwe risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan, tenzij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar binnen de eigen perceelsgrens van het bedrijf ligt;

  2. een bestaande risicovolle inrichting waarbij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar zich uitstrekt buiten de perceelsgrens van het bedrijf, mag worden voortgezet of gewijzigd op voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar niet wordt vergroot of gewijzigd;

  3. binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een bedrijf geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht;

  4. binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar mag een bestaand kwetsbaar object niet worden uitgebreid;

  5. per bedrijfsvestiging het kantoorvloeroppervlak niet meer dan 50% van het totale perceelsoppervlak mag bedragen tot een maximum van 1500 m².

 

4.2 Bouwregels

 

4.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd:

  1. gebouwen;

  2. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

  3. een voormalige bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';

  4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

  5. parkeerplaatsen.

 

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;

  2. de oppervlakte van bouwpercelen dient minimaal 1.000 m² te zijn en mag maximaal 5 ha groot zijn;

  3. het minimale oppervlak aan gebouwen mag niet minder bedragen dan 30% en het maximale oppervlak aan gebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75%;

  4. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient tenminste 1 m te bedragen;

  5. onverminderd het onder a. bepaalde dient de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen ten minste 3 m te bedragen;

  6. onverminderd het onder a.bepaalde, dient de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg 10 m te bedragen;

  7. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven en met uitzondering van nutsvoorzieningen waarvan de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.

 

4.2.3 Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning

  1. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

  2. voormalige bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';

  3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'of 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning' is slechts één bedrijfswoning c.q. voormalige bedrijfswoning toegestaan;

  4. de inhoud van een (voormalige) bedrijfswoning mag ten hoogste 750 m3 mag bedragen, met dien verstande dat voor zover de inhoud ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, de bestaande inhoud als maximum geldt;

  5. de afstand tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen dient ten minste 3 m. te bedragen;

  6. de goot- en of bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste bedragen:

  1. goothoogte: 6 m.;

  2. bouwhoogte: 10 m.

  1. per (voormalige) bedrijfswoning mogen bijbehorende bouwwerken worden opgericht met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van ten hoogste 5 m en met een maximale oppervlakte van 40 m²;

 

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

  1. erfafscheidingen 3 m;

  2. geluidwerende voorzieningen 3 m;

  3. (reclame)masten en verlichtingsarmaturen 25 m;

  4. bliksemafleiders 15 m;

 

4.2.5 Parkeerplaatsen

Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein al dan niet in een (ondergrondse) parkeergarage dienen te worden gerealiseerd.

 

4.3 Afwijken van de bouwregels

 

4.3.1 Omvang, hoogte en positionering hoofdgebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:

  1. in 4.2.2 onder a. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak aan de zijde van de openbare weg voor zover de overschrijding niet meer dan 5 m bedraagt;

  2. in 4.2.2 onder c. tot een verlaging van het minimum bebouwingspercentage met dien verstande dat het minimum bebouwingspercentage nooit minder dan 20% mag bedragen c.q. tot een verhoging van het maximum bebouwingspercentage naar ten hoogste 85%;

  3. in 4.2.2 onder e., ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen tot op één van de zijdelingse of achterliggende perceelsgrenzen;

  4. in 4.2.2 onder f. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen waarbij de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg minder dan 10 m bedraagt met dien verstande dat de afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;

  5. in 4.2.2 onder g. tot verhoging van de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte van bedrijfsgebouwen met ten hoogste 4 m.;

  6. omgevingsvergunning als bedoeld in a. tot en met e. wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarden dat:

  1. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;

  2. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;

  3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;

  4. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;

  5. op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is c.q. zijn.

  6. afwijking van het bepaalde onder e. wordt niet verleend voor bedrijfsgebouwen op gronden, gelegen ten zuiden van de Rucphensebaan.

 

4.4 Specifieke gebruiksregels

 

4.4.1 Bedrijven en inrichtingen

Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken:

voor geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);

  1. voor bedrijven en inrichtingen genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (27 mei 2004, Staatsblad 2004, 250);

  2. voor nieuwe risicovolle inrichtingen, tenzij de plaatsgebonden rsicocontour van 10-6/jaar vanwege de inrichting op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen ligt;

  3. voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A.

 

4.4.2 Opslag

Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m.

 

4.4.3 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel.

 

4.4.4 Wonen

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor wonen, behoudens daar waar door middel van een aanduiding een bedrijfswoning of een voormalige bedrijfswoning is toegestaan.

 

4.4.5 Bedrijfswoning

Het is niet toegestaan op de gronden die niet zijn aangeduid als 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning te realiseren.

 

4.4.6 Bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte

Het is niet toegestaan de (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen of voormalige bedrijfswoningen te gebruiken als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte, tenzij het mantelzorg betreft.

 

4.4.7 Bijzondere woonvorm

Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen.

 

4.4.8 Detailhandel en kantoren

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als detailhandel en zelfstandige kantoren, met uitzondering van detailhandel in ondergeschikte zin in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen en met uitzondering van bedrijven met een apart aangegeven aanduiding.

 

4.4.9 Internetverkopen

internetverkopen, waarbij het volledige assortiment alleen te bezichtigen is via internet en/of postcatalogus en levering van de producten hoofdzakelijk plaatsvindt via post- of (eigen) koeriersdiensten, zijn toegestaan.

 

4.4.10 Horeca

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant.

 

4.4.11 Parkeren

Voor wat betreft het gebruik van bestaande opstallen gelden de parkeernomen zoals deze zijn opgenomen in de Nota parkeernormen zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, en met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.

 

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

 

4.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:

  1. in 4.1 teneinde bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan genoemd in 4.1 voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorieën van de deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;

  2. in 4.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;

met dien verstande dat:

  1. geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143) dat als bijlage in de regels is opgenomen, niet zijn toegestaan.

  2. het onder a. bepaalde niet geldt voor de gronden ten zuiden van de Rucphensebaan

 

4.5.2 Plaatsgebonden risicocontour

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5.1 onder b. voor de vestiging van een nieuwe risicovolle inrichting met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar buiten de perceelsgrens of -grenzen van het bedrijf, op voorwaarde dat:

  1. de plaatsgebonden risicocontour van 10 -6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;

  2. met de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;

  3. een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;

  4. vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;

met dien verstande dat:

  1. een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting komt te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.

 

4.5.3 AMVB-inrichtingen 8.40 Wet milieubeheer

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5.1 onder d. van de bepaling dat AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A., voor een afstand gelegen buiten de perceelsgrens of -grenzen, op voorwaarde dat:

  1. de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;

  2. met de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;

  3. een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;

  4. vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;

met dien verstande dat:

  1. een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen komen te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.

 

4.5.4 Toelaatbaar maximum vloeroppervlakte kantoor bij een bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 onder l. teneinde de oppervlakte van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 2.500 m², op voorwaarde dat:

  1. het kantoorvloeroppervlak passend is te beschouwen bij de maat, schaal en omvang van het bedrijf;

  2. het kantoorvloeroppervlak nooit meer dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen;

  3. inwilliging van een verzoek om afwijking niet mag leiden tot een beperking van de gebruiksmogelijkheden van omliggende bedrijven en niet mag plaatsvinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een risicovolle inrichting.

 

4.5.5 Stapelhoogte opslag

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.2 ten behoeve van opslag van goederen tot een stapelhoogte van 8 m., op voorwaarde dat:

 

  1. de hogere opslaghoogte noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;

  2. de opslag niet zichtbaar is vanaf de openbare weg;

  3. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;

  4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;

  5. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd.

 

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

 

4.6.1 Wijzigingsbevoegdheid bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een bestaande of voormalige bedrijfswoning aangeduid als 'bedrijfswoning' c.q. 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedtijfswoning' te schrappen, met inachtneming van de volgende regel:

  1. er dient sprake te zijn van beëindiging van de woonfunctie gedurende een jaar.

 

4.6.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.

 

Artikel 5 Bedrijventerrein - 2

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 3.1 en 3.2 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede groothandelsbedrijven;

  2. bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) in milieucategorie 2, voorzover deze zijn opgenomen in de bij deze regels gevoegde bedrijvenlijst 'toegestane milieucategorie 2 bedrijven';

  3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens een bedrijfswoning;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning' tevens een voormalige bedrijfswoning;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - detailhandel in auto's' tevens detailhandel in auto's, motoren, caravans en boten;

  6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - hoogspanning verdeelstation' tevens een nutsbedrijf bedoeld voor het transporteren, verdelen en transformeren van elektrische energie;

  7. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' tevens een tuincentrum;

  8. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - detailhandel in groenten en fruit' tevens detailhandel in groenten en fruit;

  9. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - educatieve moestuin en agrarische educatie' tevens een educatieve moestuin en agrarische educatie;

  10. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kookgerei en cadeauartikelen' tevens detailhandel in kookgerei en cadeauartikelen;

  11. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG' tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder LPG;

  12. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - ambulancepost' tevens een ambulancepost;

  13. geluidwerende voorzieningen;

  14. verkeers- en groenvoorzieningen, waaronder wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;

  15. watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;

  16. bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen.

met dien verstande dat:

  1. nieuwe risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan, tenzij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar binnen de eigen perceelsgrens van het bedrijf ligt;

  2. een bestaande risicovolle inrichting waarbij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar zich uitstrekt buiten de perceelsgrens van het bedrijf, mag worden voortgezet of gewijzigd op voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar niet wordt vergroot of gewijzigd;

  3. binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een bedrijf geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht;

  4. binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar mag een bestaand kwetsbaar object niet worden uitgebreid;

  5. per bedrijfsvestiging het kantoorvloeroppervlak niet meer dan 50% van het totale perceelsoppervlak mag bedragen tot een maximum van 1500 m².

 

5.2 Bouwregels

 

5.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd:

  1. gebouwen;

  2. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

  3. een 'voormalige bedrijfswoning' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';

  4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

  5. parkeerplaatsen.

 

5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;

  2. de oppervlakte van bouwpercelen dient minimaal 1.000 m² te zijn en mag maximaal 5 ha groot zijn, met dien verstande dat de maximum maatvoering van 5 ha niet van toepassing voor de gronden met de 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende perceelsgrootte';

  3. het minimale oppervlak aan gebouwen mag niet minder bedragen dan 30% en het maximale oppervlak aan gebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75%;

  4. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient tenminste 1 m te bedragen;

  5. onverminderd het onder a. bepaalde dient de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen ten minste 3 m te bedragen;

  6. onverminderd het onder a.bepaalde, dient de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg 10 m te bedragen;

  7. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven en met uitzondering van nutsvoorzieningen waarvan de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.

 

5.2.3 Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning

Voor bestaande en voormalige bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  1. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

  2. voormalige bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';

  3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'of 'specifieke vorm van bedrijventerrein -voormalige bedrijfswoning' is slechts één bedrijfswoning c.q. voormalige bedrijfswoning toegestaan;

  4. de inhoud van een (voormalige) bedrijfswoning mag ten hoogste 750 m3 mag bedragen, met dien verstande dat voor zover de inhoud ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, de bestaande inhoud als maximum geldt;

  5. de afstand tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen dient ten minste 3 m. te bedragen;

  6. de goot- en of bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste bedragen:

  1. goothoogte: 6 m.;

  2. bouwhoogte: 10 m.

  1. per (voormalige) bedrijfswoning mogen bijbehorende bouwwerken worden opgericht met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van ten hoogste 5 m en met een maximale oppervlakte van 40 m²;

 

5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

  1. erfafscheidingen 3 m;

  2. geluidwerende voorzieningen 3 m;

  3. (reclame)masten en verlichtingsarmaturen 25 m;

  4. bliksemafleiders 15 m;

 

5.2.5 Parkeerplaatsen

Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein al dan niet in een (ondergrondse) parkeergarage dienen te worden gerealiseerd.

 

5.3 Afwijken van de bouwregels

 

5.3.1 Omvang, hoogte en positionering hoofdgebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:

  1. in 5.2.2 onder a. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak aan de zijde van de openbare weg voor zover de overschrijding niet meer dan 5 m bedraagt;

  2. in 5.2.2 onder c. tot een verlaging van het minimum bebouwingspercentage met dien verstande dat het minimum bebouwingspercentage nooit minder dan 20% mag bedragen c.q. tot een verhoging van het maximum bebouwingspercentage naar ten hoogste 85%;

  3. in 5.2.2 onder e., ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen tot op één van de zijdelingse of achterliggende perceelsgrenzen;

  4. in 5.2.2 onder f. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen waarbij de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg minder dan 10 m bedraagt met dien verstande dat de afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;

  5. in 5.2.2 onder g. tot verhoging van de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte van bedrijfsgebouwen met ten hoogste 4 m.;

  6. omgevingsvergunning als bedoeld in a. tot en met e. wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarden dat:

  1. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;

  2. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;

  3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;

  4. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;

  5. op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is c.q. zijn.

  6. afwijking van het bepaalde onder e. wordt niet verleend voor besdrijfsgebouwen op gronden, gelegen ten zuiden van de Rucphensebaan.

 

5.4 Specifieke gebruiksregels

 

5.4.1 Bedrijven en inrichtingen

Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken:

  1. voor geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);

  2. voor bedrijven en inrichtingen genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (27 mei 2004, Staatsblad 2004, 250);

  3. voor nieuwe risicovolle inrichtingen, tenzij de plaatsgebonden rsicocontour van 10-6/jaar vanwege de inrichting op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen ligt;

  4. voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A.

 

5.4.2 Opslag

Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m.

 

5.4.3 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel.

 

5.4.4 Wonen

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor wonen, behoudens daar waar door middel van een aanduiding een bedrijfswoning is toegestaan.

 

5.4.5 Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning

Het is niet toegestaan op de gronden die niet zijn aangeduid als 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning te realiseren.

 

5.4.6 Bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte

Het is niet toegestaan de (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen of voormalige bedrijfswoningen te gebruiken als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte, tenzij het mantelzorg betreft.

 

5.4.7 Bijzondere woonvorm

Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen.

 

5.4.8 Detailhandel en kantoren

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als detailhandel en zelfstandige kantoren, met uitzondering van detailhandel in ondergeschikte zin in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen en met uitzondering van bedrijven met een apart aangegeven aanduiding.

 

5.4.9 Internetverkopen

Internetverkopen, waarbij het volledige assortiment alleen te bezichtigen is via internet en/of postcatalogus en levering van de producten hoofdzakelijk plaatsvindt via post- of (eigen) koeriersdiensten, zijn toegestaan.

 

5.4.10 Horeca

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant.

 

5.4.11 Parkeren

Voor wat betreft het gebruik van bestaande opstallen gelden de parkeernomen zoals deze zijn opgenomen in de Nota parkeernormen en met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.

 

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

 

5.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:

  1. in 5.1 teneinde bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan genoemd in 5.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorieën van de deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;

  2. in 5.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;

met dien verstande dat:

  1. geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143) dat als bijlage in de regels is opgenomen, niet zijn toegestaan.

 

5.5.2 Plaatsgebonden risicocontour

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder b. voor de vestiging van een nieuwe risicovolle inrichting met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar buiten de perceelsgrens of -grenzen van het bedrijf, op voorwaarde dat:

  1. de plaatsgebonden risicocontour van 10 -6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;

  2. met de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;

  3. een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;

  4. vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;

met dien verstande dat:

  1. een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting komt te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.

 

 

5.5.3 AMVB-inrichtingen 8.40 Wet milieubeheer

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder d. van de bepaling dat AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A., voor een afstand gelegen buiten de perceelsgrens of -grenzen, op voorwaarde dat:

  1. de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;

  2. met de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;

  3. een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;

  4. vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;

met dien verstande dat:

  1. een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen komen te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.

 

5.5.4 Toelaatbaar maximum vloeroppervlakte kantoor bij een bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 onder s. teneinde de oppervlakte van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 2.500 m², op voorwaarde dat:

  1. het kantoorvloeroppervlak passend is te beschouwen bij de maat, schaal en omvang van het bedrijf;

  2. het kantoorvloeroppervlak nooit meer dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen;

  3. inwilliging van een verzoek om afwijking niet mag leiden tot een beperking van de gebruiksmogelijkheden van omliggende bedrijven en niet mag plaatsvinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een risicovolle inrichting.

 

5.5.5 Stapelhoogte opslag

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.2 ten behoeve van opslag van goederen tot een stapelhoogte van 8 m., op voorwaarde dat:

  1. de hogere opslaghoogte noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;

  2. de opslag niet zichtbaar is vanaf de openbare weg;

  3. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;

  4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;

  5. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd.

 

5.6 Wijzigingsbevoegdheid

 

5.6.1 Wijzigingsbevoegdheid bedrijfswoningen en voormalige bedrijfswoningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een bestaande of voormalige bedrijfswoning aangeduid als 'bedrijfswoning' c.q. 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedtijfswoning' te schrappen, met inachtneming van de volgende regel:

  1. er dient sprake te zijn van beëindiging van de woonfunctie gedurende een jaar.

 

5.6.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.

 

Artikel 6 Bedrijventerrein - 3

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 3.1, 3.2 en 4.1 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede groothandelsbedrijven;

  2. bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) in milieucategorie 2, voorzover deze zijn opgenomen in de bij deze regels gevoegde bedrijvenlijst 'toegestane milieucategorie 2 bedrijven';

  3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens een bedrijfswoning;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning' tevens een voormalige bedrijfswoning;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - detailhandel in auto's' tevens detailhandel in auto's, motoren, caravans en boten;

  6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - lampenfabriek' tevens een lampenfabriek';

  7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - parket en laminaat' tevens detailhandel in parket en laminaat;

  8. geluidwerende voorzieningen;

  9. verkeers- en groenvoorzieningen, waaronder wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;

  10. watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;

  11. bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen;

met dien verstande dat:

  1. nieuwe risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan, tenzij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar binnen de eigen perceelsgrens van het bedrijf ligt;

  2. een bestaande risicovolle inrichting waarbij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar zich uitstrekt buiten de perceelsgrens van het bedrijf, mag worden voortgezet of gewijzigd op voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar niet wordt vergroot of gewijzigd;

  3. binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een bedrijf geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht;

  4. binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar mag een bestaand kwetsbaar object niet worden uitgebreid;

  5. per bedrijfsvestiging het kantoorvloeroppervlak niet meer dan 50% van het totale perceelsoppervlak mag bedragen tot een maximum van 1500 m².

 

6.2 Bouwregels

 

6.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd:

  1. gebouwen;

  2. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

  3. een voormalige bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';

  4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

  5. parkeerplaatsen.

 

6.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;

  2. de oppervlakte van bouwpercelen dient minimaal 1.000 m² te zijn en mag maximaal 5 ha groot zijn;

  3. het minimale oppervlak aan gebouwen mag niet minder bedragen dan 30% en het maximale oppervlak aan gebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75%;

  4. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient tenminste 1 m te bedragen;

  5. onverminderd het onder a. bepaalde dient de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen ten minste 3 m te bedragen;

  6. onverminderd het onder a.bepaalde, dient de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg 10 m te bedragen;

  7. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven en met uitzondering van nutsvoorzieningen waarvan de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.

 

6.2.3 Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning

  1. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

  2. voormalige bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';

  3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'of 'voormalige bedrijfswoning' is slechts één bedrijfswoning c.q. voormalige bedrijfswoning toegestaan;

  4. de inhoud van een (voormalige) bedrijfswoning mag ten hoogste 750 m3 mag bedragen, met dien verstande dat voor zover de inhoud ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, de bestaande inhoud als maximum geldt;

  5. de afstand tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen dient ten minste 3 m. te bedragen;

  6. de goot- en of bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste bedragen:

  1. goothoogte: 6 m.;

  2. bouwhoogte: 10 m.

  1. per (voormalige) bedrijfswoning mogen bijbehorende bouwwerken worden opgericht met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van ten hoogste 5 m en met een maximale oppervlakte van 40 m²;

 

6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

  1. erfafscheidingen 3 m;

  2. geluidwerende voorzieningen 3 m;

  3. (reclame)masten en verlichtingsarmaturen 25 m;

  4. bliksemafleiders 15 m;

 

6.2.5 Parkeerplaatsen

Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein al dan niet in een (ondergrondse) parkeergarage dienen te worden gerealiseerd.

 

6.3 Afwijken van de bouwregels

 

6.3.1 Omvang, hoogte en positionering hoofdgebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:

  1. in 6.2.2 onder a. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak aan de zijde van de openbare weg voor zover de overschrijding niet meer dan 5 m bedraagt;

  2. in 6.2.2 onder c. tot een verlaging van het minimum bebouwingspercentage met dien verstande dat het minimum bebouwingspercentage nooit minder dan 20% mag bedragen c.q. tot een verhoging van het maximum bebouwingspercentage naar ten hoogste 85%;

  3. in 6.2.2 onder e., ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen tot op één van de zijdelingse of achterliggende perceelsgrenzen;

  4. in 6.2.2 onder f. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen waarbij de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg minder dan 10 m bedraagt met dien verstande dat de afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;

  5. in 6.2.2 onder g. tot verhoging van de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte van bedrijfsgebouwen met ten hoogste 4 m.;

  6. omgevingsvergunning als bedoeld in a. tot en met e. wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarden dat:

  1. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;

  2. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;

  3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;

  4. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;

  5. op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is c.q. zijn.

 

6.4 Specifieke gebruiksregels

 

6.4.1 Bedrijven en inrichtingen

Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken:

 

  1. voor geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);

  2. voor bedrijven en inrichtingen genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (27 mei 2004, Staatsblad 2004, 250);

  3. voor nieuwe risicovolle inrichtingen, tenzij de plaatsgebonden rsicocontour van 10-6/jaar vanwege de inrichting op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen ligt;

  4. voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A.

 

6.4.2 Opslag

Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m.

 

6.4.3 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel.

 

6.4.4 Wonen

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor wonen, behoudens daar waar door middel van een aanduiding een bedrijfswoning is toegestaan.

 

6.4.5 Bedrijfswoning

Het is niet toegestaan op de gronden die niet zijn aangeduid als 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning te realiseren.

 

6.4.6 Bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte

Het is niet toegestaan de (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen te gebruiken als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte, tenzij het mantelzorg betreft.

 

6.4.7 Bijzondere woonvorm

Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen.

 

6.4.8 Detailhandel en kantoren

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als detailhandel en zelfstandige kantoren, met uitzondering van detailhandel in ondergeschikte zin in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen en met uitzondering van bedrijven met een apart aangegeven aanduiding.

 

6.4.9 Internetverkopen

Internetverkopen, waarbij het volledige assortiment alleen te bezichtigen is via internet en/of postcatalogus en levering van de producten hoofdzakelijk plaatsvindt via post- of (eigen) koeriersdiensten, zijn toegestaan.

 

6.4.10 Horeca

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant.

 

6.4.11 Parkeren

Voor wat betreft het gebruik van bestaande opstallen gelden de parkeernomen zoals deze zijn opgenomen in de Nota parkeernormen en met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.

 

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

 

6.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:

  1. in 6.1 teneinde bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan genoemd in 6.1 , voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorieën van de deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;

  2. in 6.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;

met dien verstande dat:

  1. geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143) dat als bijlage in de regels is opgenomen, niet zijn toegestaan.

 

6.5.2 Plaatsgebonden risicocontour

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4.1 onder b. voor de vestiging van een nieuwe risicovolle inrichting met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar buiten de perceelsgrens of -grenzen van het bedrijf, op voorwaarde dat:

  1. de plaatsgebonden risicocontour van 10 -6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;

  2. met de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;

  3. een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;

  4. vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;

met dien verstande dat:

  1. een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting komt te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.

 

6.5.3 AMVB-inrichtingen 8.40 Wet milieubeheer

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4.1 onder d. van de bepaling dat AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A., voor een afstand gelegen buiten de perceelsgrens of -grenzen, op voorwaarde dat:

  1. de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;

  2. met de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;

  3. een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;

  4. vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;

met dien verstande dat:

  1. een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen komen te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.

 

6.5.4 Toelaatbaar maximum vloeroppervlakte kantoor bij een bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 onder n. teneinde de oppervlakte van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 2.500 m², op voorwaarde dat:

  1. het kantoorvloeroppervlak passend is te beschouwen bij de maat, schaal en omvang van het bedrijf;

  2. het kantoorvloeroppervlak nooit meer dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen;

  3. inwilliging van een verzoek om afwijking niet mag leiden tot een beperking van de gebruiksmogelijkheden van omliggende bedrijven en niet mag plaatsvinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een risicovolle inrichting.

 

6.5.5 Stapelhoogte opslag

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4.2 ten behoeve van opslag van goederen tot een stapelhoogte van 8 m., op voorwaarde dat:

 

  1. de hogere opslaghoogte noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;

  2. de opslag niet zichtbaar is vanaf de openbare weg;

  3. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;

  4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;

  5. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd.

 

6.6 Wijzigingsbevoegdheid

 

6.6.1 Wijzigingsbevoegdheid bedrijfswoningen en voormalige bedrijfswoningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een bestaande of voormalige bedrijfswoning aangeduid als 'bedrijfswoning' c.q. 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedtijfswoning' te schrappen, met inachtneming van de volgende regel:

  1. er dient sprake te zijn van beëindiging van de woonfunctie gedurende een jaar.

 

6.6.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.

 

Artikel 7 Bedrijventerrein - 4

 

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede groothandelsbedrijven;

  2. bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) in milieucategorie 2, voorzover deze zijn opgenomen in de bij deze regels gevoegde bedrijvenlijst 'toegestane milieucategorie 2 bedrijven' en uitsluitend voorzover deze ter plaatse gevestigd en in gebruik zijn op het moment van tervisielegging van het ontwerp van het onderhavige bestemmingsplan;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens een bedrijfswoning;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'voormalige bedrijfswoning' tevens een voormalige bedrijfswoning;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - bedrijfswoonwagen' tevens een bedrijfswoonwagen;

  6. geluidwerende voorzieningen;

  7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - detailhandel in auto's' tevens detailhandel in auto's, motoren, caravans en boten;

  8. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - autorecyclebedrijf' tevens autorecyclebedrijven;

  9. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel- detailhandel in gebruikte goederen' tevens detailhandel in gebruikte goederen;

  10. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - houthandel' tevens detailhandel in hout en steigerhouten producten;

  11. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel- keukens, badkamers, sanitair, tegels' tevens detailhandel in keukens, badkamers, sanitairs, tegels en aanverwante producten;

  12. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kwekerijproducten ten behoeve van land- en tuinbouw' tevens detailhandel in kwekerijproducten ten behoeve van land- en tuinbouw;

  13. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs' tevens een onderwijsinstelling;

  14. verkeers- en groenvoorzieningen, waaronder wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;

  15. watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;

  16. bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen;

met dien verstande dat:

  1. nieuwe risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan, tenzij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar binnen de eigen perceelsgrens van het bedrijf ligt;

  2. een bestaande risicovolle inrichting waarbij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar zich uitstrekt buiten de perceelsgrens van het bedrijf, mag worden voortgezet of gewijzigd op voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar niet wordt vergroot of gewijzigd;

  3. binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een bedrijf geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht;

  4. binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar mag een bestaand kwetsbaar object niet worden uitgebreid;

  5. per bedrijfsvestiging het kantoorvloeroppervlak niet meer dan 50% van het totale perceelsoppervlak mag bedragen tot een maximum van 1500 m²,

 

7.2 Bouwregels

 

7.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd

  1. gebouwen;

  2. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

  3. een voormalige bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';

  4. een bedrijfswoonwagen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - bedrijfswoonwagen';

  5. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

  6. parkeerplaatsen.

 

7.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;

  2. de oppervlakte van bouwpercelen dient minimaal 1.000 m² te zijn en mag maximaal 5 ha groot zijn met dien verstande dat de maximum maatvoering van 5 ha niet van toepassing voor de gronden met de 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende perceelsgrootte';

  3. het minimale oppervlak aan gebouwen mag niet minder bedragen dan 30% en het maximale oppervlak aan gebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75%;

  4. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient tenminste 1 m te bedragen;

  5. onverminderd het onder a. bepaalde dient de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen ten minste 3 m te bedragen;

  6. onverminderd het onder a.bepaalde, dient de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg 10 m te bedragen;

  7. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven en met uitzondering van nutsvoorzieningen waarvan de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.

 

7.2.3 Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning

  1. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

  2. voormalige bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';

  3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'of 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning' is slechts één bedrijfswoning c.q. voormalige bedrijfswoning toegestaan;

  4. de inhoud van een (voormalige) bedrijfswoning mag ten hoogste 750 m3 mag bedragen, met dien verstande dat voor zover de inhoud ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, de bestaande inhoud als maximum geldt;

  5. de afstand tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen dient ten minste 3 m. te bedragen;

  6. de goot- en of bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste bedragen:

  1. goothoogte: 6 m.;

  2. bouwhoogte: 10 m.

  1. per (voormalige) bedrijfswoning mogen bijbehorende bouwwerken worden opgericht met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van ten hoogste 5 m en met een maximale oppervlakte van 40 m².

 

7.2.4 Bedrijfswoonwagen

Voor een bedrijfswoonwagen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - bedrijfswoonwagen' gelden de volgende regels:

  1. een bedrijfswoonwagen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van een standplaats waarvan de mimale oppervlakte 240 m2 bedraagt;

  2. per standplaats is maximaal één woonwagen toegestaan;

  3. de maximum gevelbreedte van het hoofdgebouw bedraagt 7 m.;

  4. de maximum diepte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 15 m.;

  5. de maximum bouwhoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 5,5 m.;

  6. de minimum afstand tussen het hoofdgebouw en de grens van de standplaats bedraagt maximaal 60% van de standplaats;

  7. per standplaats is maximaal één bijbehorend bouwwerk toegestaan;

  8. de minimale afstand tussen woonwagens bedraagt 5 m.

 

7.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

  1. erfafscheidingen 3 m;

  2. geluidwerende voorzieningen 3 m;

  3. (reclame)masten en verlichtingsarmaturen 25 m;

  4. bliksemafleiders 15 m;

 

7.2.6 Parkeerplaatsen

Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein al dan niet in een (ondergrondse) parkeergarage dienen te worden gerealiseerd.

 

7.3 Afwijken van de bouwregels

 

7.3.1 Omvang, hoogte en positionering hoofdgebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:

  1. in 7.2.2 onder a. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak aan de zijde van de openbare weg voor zover de overschrijding niet meer dan 5 m bedraagt;

  2. in 7.2.2 onder c. tot een verlaging van het minimum bebouwingspercentage met dien verstande dat het minimum bebouwingspercentage nooit minder dan 20% mag bedragen c.q. tot een verhoging van het maximum bebouwingspercentage naar ten hoogste 85%;

  3. in 7.2.2 onder e., ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen tot op één van de zijdelingse of achterliggende perceelsgrenzen;

  4. in 7.2.2 onder f. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen waarbij de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg minder dan 10 m bedraagt met dien verstande dat de afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;

  5. in 7.2.2 onder g. tot verhoging van de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte van bedrijfsgebouwen met ten hoogste 4 m.;

  6. omgevingsvergunning als bedoeld in a. tot en met e. wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarden dat:

  1. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;

  2. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;

  3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;

  4. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;

  5. op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is c.q. zijn.

 

7.4 Specifieke gebruiksregels

 

7.4.1 Bedrijven en inrichtingen

Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken:

  1. voor geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);

  2. voor bedrijven en inrichtingen genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (27 mei 2004, Staatsblad 2004, 250);

  3. voor nieuwe risicovolle inrichtingen, tenzij de plaatsgebonden rsicocontour van 10-6/jaar vanwege de inrichting op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen ligt;

  4. voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A.

 

7.4.2 Milieucategorie 2-bedrijven

  1. Het is niet toegestaan, behoudens het in 7.1 onder b. bepaalde, een bedrijf in milieucategorie 2 te vestigen c.q. in gebruik te hebben.

  2. Na beëindiging van een bedrijf als bedoeld onder 7.1 onder b, is (nieuw)vestiging van een bedrijf vallend in milieucategorie 2 niet toegestaan.

 

7.4.3 Opslag

Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m.

 

7.4.4 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel.

 

7.4.5 Wonen

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor wonen, behoudens daar waar door middel van een aanduiding een bedrijfswoning c.q. een voormalige bedrijfswoning s toegestaan.

 

7.4.6 Bedrijfswoning

Het is niet toegestaan op de gronden die niet zijn aangeduid als 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning te realiseren.

 

7.4.7 Bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte

Het is niet toegestaan de (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen of voormalige bedrijfswoningen te gebruiken als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte, tenzij het mantelzorg betreft.

 

7.4.8 Bijzondere woonvorm

Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen.

 

7.4.9 Detailhandel en kantoren

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als detailhandel en zelfstandige kantoren, met uitzondering van detailhandel in ondergeschikte zin in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen en met uitzondering van bedrijven met een apart aangegeven aanduiding.

 

7.4.10 Internetverkopen

Internetverkopen, waarbij het volledige assortiment alleen te bezichtigen is via internet en/of postcatalogus en levering van de producten hoofdzakelijk plaatsvindt via post- of (eigen) koeriersdiensten, zijn toegestaan.

 

7.4.11 Horeca

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant.

 

7.4.12 Parkeren

Voor wat betreft het gebruik van bestaande opstallen gelden de parkeernomen zoals deze zijn opgenomen in de Nota parkeernormen en met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.

 

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

 

7.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:

  1. in 7.1 teneinde bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan genoemd in 7.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorieën van de deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;

  2. in 7.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;

met dien verstande dat:

  1. geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143) dat als bijlage in de regels is opgenomen, niet zijn toegestaan.

 

7.5.2 Plaatsgebonden risicocontour

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4.1 onder b. voor de vestiging van een nieuwe risicovolle inrichting met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar buiten de perceelsgrens of -grenzen van het bedrijf, op voorwaarde dat:

  1. de plaatsgebonden risicocontour van 10 -6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;

  2. met de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;

  3. een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;

  4. vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;

met dien verstande dat:

  1. een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting komt te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.

 

7.5.3 AMVB-inrichtingen 8.40 Wet milieubeheer

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4.1 onder d. van de bepaling dat AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A., voor een afstand gelegen buiten de perceelsgrens of -grenzen, op voorwaarde dat:

  1. de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;

  2. met de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;

  3. een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;

  4. vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;

met dien verstande dat:

  1. een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen komen te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.

 

7.5.4 Toelaatbaar maximum vloeroppervlakte kantoor bij een bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1 onder q. teneinde de oppervlakte van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 2.500 m², op voorwaarde dat:

  1. het kantoorvloeroppervlak passend is te beschouwen bij de maat, schaal en omvang van het bedrijf;

  2. het kantoorvloeroppervlak nooit meer dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen;

  3. inwilliging van een verzoek om afwijking niet mag leiden tot een beperking van de gebruiksmogelijkheden van omliggende bedrijven en niet mag plaatsvinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een risicovolle inrichting.

 

7.5.5 Stapelhoogte opslag

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4.3 ten behoeve van opslag van goederen tot een stapelhoogte van 8 m., op voorwaarde dat:

  1. de hogere opslaghoogte noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;

  2. de opslag niet zichtbaar is vanaf de openbare weg;

  3. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;

  4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;

  5. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd.

 

7.6 Wijzigingsbevoegdheid

 

7.6.1 Wijzigingsbevoegdheid bedrijfswoningen en voormalige bedrijfswoningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een bestaande of voormalige bedrijfswoning aangeduid als 'bedrijfswoning' c.q. 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedtijfswoning' te schrappen, met inachtneming van de volgende regel:

  1. er dient sprake te zijn van beëindiging van de woonfunctie gedurende een jaar.

 

7.6.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.

 

Artikel 8 Bos

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden betreffen bos- en natuurgebieden en zijn bestemd voor:

  1. bosbouw en houtproductie;

  2. behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden;

  3. behoud, herstel en ontwikkeling van aardkundige, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;

  4. recreatief medegebruik;

  5. waterhuishoudkundige doeleinden;

  6. bijbehorende voorzieningen.

 

8.2 Bouwregels

 

8.2.1 Algemeen

 

Uitsluitend zijn toegestaan:

  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming met een maximale bebouwingshoogte van 2 m, met dien verstande dat bouwwerken ten behoeve van informatievoorzieningen, entreevoorzieningen dan wel schuilvoorzieningen zijn toegestaan tot een hoogte van 3 m.

 

8.3 Specifieke gebruiksregels

 

8.3.1 Opslag

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, tenzij dit gebruik plaatsvindt ten dienste van de bestemming.

 

8.3.2 Be- en/of verwerken van goederen en producten

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor het bedrijfsmatig vervaardigen, verwerken of herstellen van goederen en/of be- of verwerken van producten.

 

8.3.3 Lawaaisporten

Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken voor de uitoefening van lawaaisporten.

 

8.3.4 Verblijfsrecreatie

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor verblijfsrecreatie.

 

8.4 Omgevingsvergunning

 

8.4.1 Verbodsregel

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  1. het aanleggen of verharden van wegen en paden of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen of halfverhardingen;

  2. het aanbrengen van boven- of ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies;

  3. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;

  4. het graven en dempen van sloten, greppels en poelen;

  5. het verwijderen van houtopstanden;

8.4.2 Uitzondering

Het in 8.4.1 bepaalde geldt niet voor de werken of werkzaamheden:

  1. waarvoor vóór het van kracht worden van het bestemmingsplan omgevingsvergunning is verleend;

  2. die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;

  3. die het normale onderhoud en beheer betreffen, waaronder begrepen het verwijderen van houtopstanden ten behoeve van het behoud, herstel en ontwikkeling van bestaande biotopen en behoud en herstel van aardkundige waarden.

 

8.4.3 Toelaatbaarheid

De werkzaamheden zijn toelaatbaar indien:

  1. door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de aanwezige waarden van de gronden niet onevenredig worden aangetast;

  2. de werken of werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met bos- en natuurbeheer en ontwikkeling, dan wel in verband met het recreatief medegebruik.

 

Artikel 9 Gemengd - Majoppeveld

 

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-Majoppeveld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 3.1 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede groothandelsbedrijven;

  2. bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) in milieucategorie 2, voorzover deze zijn opgenomen in de bij deze regels gevoegde bedrijvenlijst 'toegestane milieucategorie 2 bedrijven';

  3. kantoren;

  4. voorzieningen ten behoeve van sport zoals sportscholen, fitnessruimten en sauna's;

  5. bedrijfswoningen;

  6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-Majoppeveld - voormalige bedrijfswoning' tevens een voormalige bedrijfswoning;

  7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - zwembaden, whirlpools, sauna’s, cabines en beveiligingsartikelen' tevens detailhandel in zwembaden, whirlpools, sauna's cabines en beveiligingsartikelen;

  8. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - detailhandel in auto's' tevens detailhandel in auto's, motoren, caravans en boten;

  9. verkeers- en groenvoorzieningen, waaronder wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;

  10. watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;

  11. bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen.

 

9.2 Bouwregels

 

9.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd:

  1. gebouwen;

  2. bedrijfswoningen;

  3. een voormalige bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-Majoppeveld - voormalige bedrijfswoning';

  4. bijbehorende bouwwerken;

  5. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

  6. parkeerplaatsen.

 

9.2.2 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  1. gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;

  2. ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouwen uitgesloten', zijn geen gebouwen toegestaan.

  3. het maximale oppervlak aan gebouwen bouwwerken mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75%, tenzij anders is aangegeven;

  4. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient ten minste 1 m te bedragen;

  5. de goot- en/ of bouwhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste bedragen:

  1. goothoogte zie aangegeven goothoogte;

  2. bouwhoogte zie aangegeven bouwhoogte anders 4 m hoger dan de toegestane goothoogte;

  1. de goot- en/of bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste bedragen:

  1. goothoogte 3 m tenzij buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak een andere hoogte is aangegeven;

  2. bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m tenzij buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak een andere hoogte is aangegeven.

 

 

9.2.3 Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning

  1. per bouwperceel is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;

  2. een voormalige bedrijfswoning is alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd- Majoppeveld- voormalige bedrijfswoning' toegestaan;

  3. de inhoud van een (voormalige) bedrijfswoning mag ten hoogste 750 m3 mag bedragen, met dien verstande dat voor zover de inhoud ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, de bestaande inhoud als maximum geldt;

  4. de afstand tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen dient ten minste 3 m. te bedragen;

  5. de goot- en of bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste bedragen:

  1. goothoogte: 6 m.;

  2. bouwhoogte: 10 m.

  1. per (voormalige) bedrijfswoning mogen bijbehorende bouwwerken worden opgericht met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van ten hoogste 5 m en met een maximale oppervlakte van 40 m².

 

9.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

  1. erfafscheidingen 2 m;

  2. vlaggenmasten 6 m;

  3. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.

 

9.2.5 Parkeerplaatsen

Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein al dan niet in een (ondergrondse) parkeergarage dienen te worden gerealiseerd.

 

9.3 Afwijken van de bouwregels

 

9.3.1 Hoogte

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.4 onder a 3 voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarbij de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 m.

 

9.3.2 Parkeernormen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.5 mits of onder voorwaarden dat:

  1. de parkeerdruk in het openbaar gebied niet onevenredig toeneemt;

  2. het voldoen aan de normen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;

of

  1. op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.

 

9.4 Specifieke gebruiksregels

 

9.4.1 Bedrijven en inrichtingen

Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken:

  1. voor geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);

  2. voor bedrijven en inrichtingen genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (27 mei 2004, Staatsblad 2004, 250);

  3. voor nieuwe risicovolle inrichtingen, tenzij de plaatsgebonden rsicocontour van 10-6/jaar vanwege de inrichting op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen ligt;

  4. voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A.

 

 

9.4.2 Opslag

Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m.

 

9.4.3 Aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten

Gebruik van ruimten in de woning ten behoeve van de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. de woning inclusief bijbehorende bouwwerken, die voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten nodig is, behoudt in overwegende mate de woonfunctie, met dien verstande dat maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en maximaal 50 m² van de bijbehorende bouwwerken mag worden aangewend voor de uitoefening van de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten;

  2. het gebruik ten behoeve van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten levert geen hinder voor het woonmilieu op en doet geen afbreuk aan het woonkarakter van de buurt,

  3. e aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten hebben geen publieksgericht karakter;

  4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer en/of leidt niet tot een onaanvaardbare parkeerdruk;

  5. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten;

 

9.4.4 Detailhandel

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als detailhandel, met uitzondering van detailhandel in ondergeschikte zin in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen en met uitzondering van bedrijven met een apart aangegeven aanduiding.

 

9.4.5 Internetverkopen

Internetverkopen, waarbij het volledige assortiment alleen te bezichtigen is via internet en/of postcatalogus en levering van de producten hoofdzakelijk plaatsvindt via post- of (eigen) koeriersdiensten, zijn toegestaan.

 

9.4.6 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel.

 

9.4.7 Horeca

Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant.

 

9.4.8 Bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en afhankelijke woonruimte

Het is niet toegestaan de bijbehorende bouwwerken te gebruiken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte, tenzij het mantelzorg betreft.

 

9.4.9 Bijzondere woonvorm

Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen.

 

9.4.10 Woning/wooneenheid

Het is niet toegestaan om de woning/wooneenheid te gebruiken op een wijze die strijdig is met de in artikel 1 opgenomen omschrijving.

 

9.4.11 Parkeren

Voor wat betreft het gebruik van bestaande opstallen gelden de parkeernomen zoals deze zijn opgenomen in de Nota parkeernormen en met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.

 

 

9.5 Afwijking van de gebruiksregels

 

9.5.1 Woning/wooneenheid

Burgemeester en wethouders kunnen, voor wat betreft de woonfunctie, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.4.10 ten behoeve van de huisvesting buiten het verband van een huishouding tot maximaal tien personen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. de woning/wooneenheid is groter dan 200 m2;

  2. er kunnen voor het extra aantal te huisvesten personen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd; daarbij geldt een parkeernorm van één parkeerplaats per 2 personen;

  3. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het algemeen belang dat gediend is met handhaving van de woonregelgeving;

Artikel 10 Groen

 

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. beplantingen;

  2. bermen;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' een houtwal;

  4. geluidswerende voorzieningen;

  5. voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals verkeers-, water-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder voet- en fietspaden, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling en bergbezinkbassins;

  6. watergangen en andere waterpartijen en daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers.

 

10.2 Bouwregels

 

10.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd:

  1. bouwwerken ten behoeve van algemeen nut;

  2. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

10.2.2 Bouwwerken ten behoeve van algemeen nut

Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van algemeen nut gelden de volgende regels:

  1. de inhoud van het op te richten gebouw mag maximaal 50 m3 bedragen;

  2. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;

  3. de bouwhoogte van een bouwwerk, niet zijnde een gebouw mag ten hoogste 6 m bedragen.

 

10.2.3 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

  1. erfafscheidingen 2 m;

  2. geluidswerende voorzieningen 6 m;

  3. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 15 m.

 

10.3 Wijzigingsbevoegdheid

 

10.3.1 Verkeer of Water

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemmingen 'Verkeer' of 'Water', indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake verkeersstructuur, waterhuishouding en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte.

 

10.3.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.

Artikel 11 Tuin

 

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. (voor)tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;

 

11.2 Bouwregels

 

11.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  1. aangebouwde bijbehorende bouwwerken;

  2. overige andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen;

  3. uitwendige energiebesparende gevelvoorzieningen van de bij de tuin behorende hoofdbebouwing.

 

11.2.2 Aangebouwde bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van aangebouwde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 1 m te bedragen;

  2. aangebouwde bijbehorende bouwwerken aan de voorgevel mogen tot op maximaal 1,5 m voor de gevel van het hoofdgebouw worden opgericht, met een breedte tot maximaal 75% van de oorspronkelijke breedte van de voorgevel en met een maximale breedte van 3,5 m;

  3. de afstand van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 1 m te bedragen;

  4. de diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel mag maximaal 3 m bedragen, waarbij een afstand van minimaal 3 m vanaf de voorgevel moet worden aangehouden;

  5. de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen;

  6. onverminderd hetgeen bepaald is in a tot en met d mag maximaal 50% van de tuin worden bebouwd.

 

11.2.3 Overige andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:

  1. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen mag ten hoogste bedragen:

  1. erfafscheidingen 1 m;

  2. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen 2 m.

 

Artikel 12 Verkeer

 

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen met ten hoogste 2 keer 1 doorgaande rijstrook, opstelstrooken en busstroken daar niet onder begrepen;

  2. voor zover het betreft Rijksweg A58: maximaal 2 keer 2 doorgaande rijstroken, inclusief bijbehorende voorzieningen zoals vluchtstroken, opstelstroken, op- en afritten;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' uitsluitend voor spoorwegen met bijbehorende voorzieningen waaronder bouwwerken ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van railverkeer;

  4. voet- en fietspaden;

  5. parkeervoorzieningen;

  6. beplantingen;

  7. bermen;

  8. watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;

  9. civieltechnische kunstwerken, zoals een brug, tunnel of viaduct of daarmee vergelijkbare voorzieningen;

  10. voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals groen-, water-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder straatmeubilair, abri's, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen;

  11. geluidswerende voorzieningen en daarbij behorende beplantingen;

  12. kunstwerken en kunstobjecten;

 

12.2 Bouwregels

 

12.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  1. bouwwerken ten behoeve van algemeen nut;

  2. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

12.2.2 Bouwwerken ten behoeve van algemeen nut

Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van algemeen nut gelden de volgende regels:

  1. de inhoud van een gebouw mag maximaal 50 m3 bedragen;

  2. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;

  3. de hoogte van een bouwwerk, niet zijnde een gebouw mag ten hoogste 6 m bedragen.

 

12.2.3 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

  1. erfafscheidingen 1 m;

  2. geluidswerende voorzieningen 6 m;

  3. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 15 m.

 

12.3 Wijzigingsbevoegdheid

 

12.3.1 Groen of Water

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Verkeer' te wijzigen in de bestemmingen 'Groen' of 'Water', indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, waterhuishouding en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte.

 

12.3.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.

Artikel 13 Water

 

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;

  2. bergbezinkbassins;

  3. bermen;

  4. beplantingen;

  5. civieltechnische kunstwerken, zoals een brug, tunnel of viaduct of daarmee vergelijkbare voorzieningen;

  6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - retentiegebied' uitsluitend voor het ontvangen, tijdelijk bergen en daarna geleidelijk lozen dan wel infiltreren van (gebiedseigen) water, alsmede voor het behoud en/of herstel en de onrtwikkeling van beplanting;

  7. voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals verkeers-, groen-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder voet- en fietspaden, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, abri's, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling;

  8. kunstwerken en kunstobjecten.

 

13.2 Bouwregels

 

13.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  1. bouwwerken ten behoeve van algemeen nut;

  2. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

13.2.2 Bouwwerken ten behoeve van algemeen nut

Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van algemeen nut gelden de volgende regels:

  1. de inhoud van een gebouw mag maximaal 50 m3 bedragen;

  2. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;

  3. de hoogte van een bouwwerk, niet zijnde een gebouw mag ten hoogste 6 m bedragen.

 

13.2.3 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

  1. erfafscheidingen 2. m;

  2. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 15 m.

 

13.3 Wijzigingsbevoegdheid

 

13.3.1 Groen of Verkeer

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Water' te wijzigen in de bestemmingen 'Groen' of 'Verkeer', indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, verkeersstructuur en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte.

 

13.3.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.

Artikel 14 Wonen - 2

 

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

 

  1. twee-aaneen, geschakelde en vrijstaande grondgebonden woningen;

  2. voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling;

  3. aan-huis-gebonden-beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten,

met dien verstande dat het aantal woningen, zoals dat aanwezig is bij het in ontwerp ter inzage leggen van dit bestemmingsplan niet mag toenemen.

 

14.2 Bouwregels

 

14.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  1. hoofdgebouwen;

  2. bijbehorende bouwwerken;

  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

14.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  1. hoofdgebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;

  2. de goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste bedragen:

  1. goothoogte zie aangegeven goothoogte;

  2. bouwhoogte zie aangegeven bouwhoogte en anders 4 m hoger dan de toegestane goothoogte.

 

14.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. bijbehorende bouwwerken zijn ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak en buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan, tenzij anders is aangegeven;

  2. op de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak mag het gezamenlijk te bebouwen oppervlak aan bijbehorende bouwwerken ten hoogste 50% van deze gronden bedragen, met een maximum van:

  1. bij bouwpercelen kleiner dan 200 m2: 30 m2;

  2. bij bouwpercelen van 200 m2 tot 500 m2 : 45 m2;

  3. bij bouwpercelen van 500 m2 tot 1.000 m2 : 60 m2;

  4. bij bouwpercelen van 1.000 m2 of groter : 75 m2;

met dien verstande dat:

  1. bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;

  2. indien de bijbehorende bouwwerken niet in de perceelsgrens worden gebouwd, dient de afstand tot de perceelsgrens ten minste 1 m te bedragen;

  3. de goot- en/ of bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste bedragen:

  1. bijbehorende bouwwerken opgericht voor de voorgevel: bouwhoogte maximaal 3 m;

  2. goothoogte 3 m;

  3. bouwhoogte 5 m tenzij anders is aangegeven.

 

14.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

  1. erfafscheidingen 2 m;

  2. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.

 

14.2.5 Parkeerplaatsen

Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd.

 

14.3 Nadere eisen

 

14.3.1 Situering en goot- en bouwhoogte bijbehorende bouwwerken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering en de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken, indien over een lengte van meer dan 2,5 m in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd, teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweegbrengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen met dien verstande dat:

 

  1. daardoor de gebruikswaarde van de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak niet onevenredig wordt geschaad;

  2. de goot- of bouwhoogte van (delen van) gebouwen niet wordt teruggebracht tot minder dan 2,5 m;

  3. geen inbreuk wordt gemaakt op het bepaalde in 14.2.3 onder b ten aanzien van het maximaal te bebouwen gedeelte van de gronden.

 

14.4 Afwijken van de bouwregels

 

14.4.1 Omvang van de hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.2 onder a en 14.2.3 onder b:

  1. teneinde de maximumdiepte van hoofdgebouwen te verruimen met ten hoogste 2 m;

  2. teneinde de maximum gezamenlijk te bebouwen oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken op gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak te verhogen met ten hoogste 10m2;

met dien verstande dat:

  1. het bebouwingspercentage van 50% van de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak niet wordt overschreden;

  2. daardoor de gebruikswaarde van de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak niet onevenredig wordt geschaad;

  3. daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

 

14.4.2 Parkeernormen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.5 mits of onder voorwaarden dat:

  1. de parkeerdruk in het openbaar gebied niet onevenredig toeneemt;

  2. het voldoen aan de normen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;

of

  1. op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.

 

14.5 Specifieke gebruiksregels

 

14.5.1 Aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten

Gebruik van ruimten in de woning ten behoeve van de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. de woning inclusief bijbehorende bouwwerken, die voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten nodig is, behoudt in overwegende mate de woonfunctie, met dien verstande dat maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en maximaal 50 m² van de bijbehorende bouwwerken mag worden aangewend voor de uitoefening van de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten;

  2. het gebruik ten behoeve van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten levert geen hinder voor het woonmilieu,

  3. de aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten hebben geen publieksgericht karakter;

  4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer en/of leidt niet tot een onaanvaardbare parkeerdruk;

  5. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten;

 

 

 

14.5.2 Bijzondere woonvorm

Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen.

 

14.5.3 Bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en afhankelijke woonruimte

Het is niet toegestaan de bijbehorende bouwwerken te gebruiken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte, tenzij het mantelzorg betreft.

 

14.5.4 Woning/wooneenheid

Het is niet toegestaan om de woning/wooneenheid te gebruiken op een wijze die strijdig is met de in artikel 1 opgenomen omschrijving.

 

14.6 Afwijking van de gebruiksregels

 

14.6.1 Woning/wooneenheid

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.5.4 ten behoeve van de huisvesting buiten het verband van een huishouding tot maximaal tien personen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. de woning/wooneenheid is groter dan 200 m2;

  2. er kunnen voor het extra aantal te huisvesten personen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd; daarbij geldt een parkeernorm van één parkeerplaats per 2 personen;

  3. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het algemeen belang dat gediend is met handhaving van de woonregelgeving;

 

 

Artikel 15 Waarde - Archeologie 2

 

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor het behoud van middelhoge archeologische waarden.

 

15.2 Bouwregels

 

15.2.1 Algemeen

Voor het bouwen van bouwwerken, met een grotere oppervlakte dan 100 m2 en een grotere diepte dan 0,5 meter beneden maaiveld, waarvoor een omgevingsvergunning is vereist, geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd nadat de aanvrager een archeologisch rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. Indien archeologische waarden worden aangetroffen, dient een advies te worden ingewonnen ten aanzien van de voorgenomen werken bij een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

 

15.2.2 Omgevingsvergunning voor bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2.1 mits aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat er geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;

  2. op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad;

  3. er worden technische maatregelen getroffen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;

  4. er wordt archeologisch onderzoek door middel van opgraving uitgevoerd;

  5. de bouw van het bouwwerk wordt begeleid door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

 

15.2.3 Voorwaarden voor afwijking

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de in 15.2.2 genoemde vergunning voorwaarden te verbinden wordt een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg om advies gevraagd.

 

15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

15.3.1 Verbod

Het is op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  1. het verlagen of afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;

  2. het graven, verbreden, verdiepen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

  3. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;

  4. het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen, waarbij de stobben worden verwijderd;

  5. het omzetten van gras- of akkerland in een teelt waarbij grond wordt afgevoerd, waartoe gerekend wordt boomteelt en graszodenteelt;

  6. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waartoe ook gerekend wordt het aanleggen van drainage, diepwoelen, mengen van grond, diepploegen en ontginnen;

  7. het aanbrengen van ondergrondse transportleidingen en de daarmee verband houdende constructies;

  8. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand;

  9. het aanbrengen van verhardingen.

 

15.3.2 Uitgezonderde werkzaamheden

Het in 15.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden die:

  1. het normale onderhoud en beheer betreffen;

  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt;

  3. tot een oppervlakte kleiner dan 50 m2 en een diepte minder dan 0,5 m beneden maaiveld;

  4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

 

15.3.3 Toelaatbaarheid

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in zijn slechts toelaatbaar indien en voorzover door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de archeologische waarden ontstaat of kan ontstaan.

 

15.3.4 Opgraving

Indien het om zwaarwegende redenen niet mogelijk is de archeologische waarden geheel of gedeeltelijk te behouden, wordt aan de omgevingsvergunning de regel verbonden dat voorafgaand aan het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden een archeologische opgraving zal plaatsvinden.

 

15.3.5 Advies

Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in 15.3.1 wordt verleend, wordt archeologisch advies ingewonnen bij een archeologische deskundige.

 

15.4 Wijzigingsbevoegdheid

 

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' van de verbeelding te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

 

 

 

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

 

Artikel 16 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

Artikel 17 Algemene bouwregels

 

17.1 Bestaande afstanden en andere maten

 

17.1.1 Maximaal toelaatbaar

Indien afstanden tot, en hoogten, inhoud, aantallen en/ of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de wetgeving, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.

 

17.1.2 Minimaal toelaatbaar

In die gevallen dat afstand tot, en hoogte, inhoud, aantallen en / of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de wetgeving, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.

 

17.1.3 Heroprichting

In het geval van heroprichting van gebouwen is het bepaalde in 17.1.1 en 17.1.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.

 

17.2 Overschrijding bouwgrenzen

De aangegeven bouwgrenzen/voorgevellijn mogen/mag uitsluitend worden overschreden door:

  1. tot gebouwen behorende stoepen, trappen- c.q. lifthuizen, hellingbanen, funderingen, entreeportalen, veranda's mits de overschrijding niet meer dan 2,5 m bedraagt;

 

Artikel 18 Algemene gebruiksregels

 

18.1 Gebruik van gronden en bouwwerken

 

18.1.1 Strijdigheid artikelen

Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in de artikelen 2 tot en met 14 aan de grond gegeven bestemming, de bestemmingsomschrijving en de overige regels.

 

Artikel 19 Algemene aanduidingsregels

 

19.1 Vrijwaringszone - beschermingszone

 

19.1.1 Omschrijving

De voor 'Vrijwaringszone - beschermingszone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterschapsdoeleinden ten behoeve van de aan deze zone grenzende waterloop.

 

19.1.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd.

 

19.1.3 Afwijken van de bouwregels

  1. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.1.2 ten behoeve van bebouwing, die is toegestaan ingevolge de ter plaatse geldende andere bestemming, indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt toegebracht aan het belang van de waterhuishouding.

  2. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. wordt pas verleend nadat ter zake advies is ingewonnen bij de beheersinstantie van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde waterloop; de beslissing inzake het verlenen van de omgevingsvergunning wordt aan genoemde instantie medegedeeld.

 

19.1.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  1. een gesloten wegdek aan te brengen;

  2. beplantingen en / of bomen aan te brengen c.q. te vellen en / of te rooien;

  3. waterlopen wijzigen en afgravings- en ontgrondingwerkzaamheden uit te voeren anders dan normaal spitwerk, dieper dan 0,30 meter;

  4. heiwerken uit te voeren en/of scherpe voorwerpen in de bodem te drijven dieper dan 0,30 m;

  5. parallelriolen, nutsvoorzieningen en transportleidingen aan te leggen;

  6. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van gezamenlijk meer dan 100 m2;

  7. het ophogen van gronden;

  1. Het verbod bedoeld als in a is niet van toepassing op werken en / of werkzaamheden die:

  1. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;

  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;

  3. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

  1. De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in a. zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de beschermingsfunctie ten behoeve van de waterloop;

  2. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamhed en als bedoeld onder a. wordt pas verleend nadat terzake advies is ingewonnen bij de beheersinstantie van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde waterloop; de beslissing inzake het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden wordt aan genoemde instantie medegedeeld.

 

Artikel 20 Algemene afwijkingsregels

 

20.1 Afwijking bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woon- en milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, en tenzij daardoor belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, met een omgevingsvergunning afwijken van het in dit plan bepaalde:

  1. ten aanzien van de plaats van de bebouwingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt;

  2. van de in de artikelen 1 tot en met 15 genoemde maten resp. percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%;

  3. van enige bestemming van gronden uitsluitend ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, telefooncellen en wachthuisjes, met dien verstande, dat de inhoud per op te richten bouwwerk niet meer dan 50 m³ zal bedragen en de goothoogte ervan niet meer dan 3 m zal bedragen.

 

20.2 Afwijking maximale perceelsgrootte bestaande bedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 onder b., 5.2.2 onder b, 6.2.2 onder b en 7.2.2 onder b teneinde de maximale oppervlak van een bouwperceel te verhogen naar maximaal 7,5 ha, op voorwaarde dat:

  1. van deze afwijking uitsluitend gebruik gemaakt wordt ten behoeve van bestaande bedrijven, die in het plangebied gevestigd zijn op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het onderhavige bestemmingsplan en deze bedrijven op dat moment al een omvang hebben van meer dan 4 ha;

  2. wordt aangetoond dat de overschrijding noodzakelijk is voor een economisch verantwoorde bedrijfsvoering en gezonde ontwikkeling van het bedrijf;

  3. deze afwijkingsbevoegdheid niet van toepassing is voor de gronden met de 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende perceelsgrootte'.

 

20.3 Afwijking gebruik

 

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.10, 5.4.10, 6.4.10, 7.4.11 ten behoeve van de oprichting van een kleinschalige horecavoorziening in de vorm van een broodjeszaak, cafetaria of lunchroom, vooral bedoeld voor werknemers en bezoekers van de ter plaatse gevestigde bedrijven, met dien verstande dat:

  1. het brutovloeroppervlak van de betreffende horecavoorziening niet meer mag bedragen dan 150 m2 bvo;

  2. in het gehele plangebied van het onderhavige bestemmingsplan maximaal 2 horecavestigingen als bedoeld in de aanhef van dit artikel aanwezig mogen, nl. één op Majoppeveld Noord (het gedeelte van het bedrijventerrein gelegen ten noorde van de A58) en één op Majoppeveld Zuid (het gedeelte van het bedrijventerrein gelegen ten zuiden van de A58).

 

20.4 Afwijken kantoorvloeroppervlak

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1, onder u en 7.1, onder u en in afwijking van het bepaalde in 5.5.4 respectievelijk 7.5.4 teneinde de maximale vloeroppervlak van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 15.000 m2 met dien verstande dat:

  1. afwijking uitsluitend mogelijk is voor zover het betreft de gronden kadastraal bekend gemeente Roosendaal en Nispen sectie B, de nummers 4808, 6391, 4740, 4795, 8298, 4821, 5956, 8299 (plaatselijk bekend als het 'voormalig Philipsterrein');

  2. afwijking uitsluitend mogelijk wanneer dit voor de bedrijfsvoering van het te vestigen bedrijf (of de te vestigen bedrijven) op voornoemde gronden passend is bij de omvang en oppervlak van de bedrijfsvestiging(en).

 

Artikel 21 Algemene wijzigingsregels

 

21.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.

 

 

 

21.2 Belangenprocedure bij de algemene wijzigingsregels

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.

 

Artikel 22 Algemene procedureregels

 

22.1 Procedure wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen voornemens zijn gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid voor zover naar dit artikel wordt verwezen.

 

22.2 Procedureregels

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn gebruik te maken van een wijziging als bedoeld in 22.1 gelden hiervoor de volgende procedureregels.

 

22.2.1 Termijn en terinzagelegging

Het ontwerpbesluit, houdende een wijziging of uitwerking als bedoeld in bovenstaande artikelen, ligt gedurende zes weken bij de gebruikelijke gemeentelijke informatiepunten voor belanghebbenden ter inzage.

 

22.2.2 Wijze bekendmaking

Burgemeester en wethouders maken de nederlegging tevoren op de gebruikelijke wijze bekend.

 

22.2.3 Zienswijzen

De bekendmaking houdt in de bevoegdheid van belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging zienswijzen naar voren te brengen bij burgemeester en wethouders tegen het ontwerpbesluit.

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

 

Artikel 23 Overgangsregels

 

23.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

 

23.2 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van 23.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 23.1 met maximaal 10 %.

 

23.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 23.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

23.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

 

23.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 23.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

 

23.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in het 23.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

 

23.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 23.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

23.8 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer personen, kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.

 

 

Artikel 24 Slotregels

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Majoppeveld' van de gemeente Roosendaal.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van

De griffier, De voorzitter,

 

Hoofdstuk 5 BIJLAGEN BIJ REGELS

 

Artikel 25 Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

 

 

 

Staat van Bedrijfsactiviteiten

Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten

 

 

Niet toegestane bedrijven c.q. bedrijfsactiviteiten (voor zover in de regels niet anders is bepaald)

 

 

  • - niet van toepassing of niet relevant

  • < kleiner dan

  • > groter

  • = gelijk aan

  • cat. categorie

  • e.d. en dergelijke

  • kl. klasse

  • n.e.g. niet elders genoemd

  • o.c. opslagcapaciteit

  • p.c. productiecapaciteit

  • p.o. productieoppervlak

  • b.o. bedrijfsoppervlak

  • v.c. verwerkingscapaciteit

  • u uur

  • d dag

  • w week

  • j jaar

  • Zonering op basis van Wet geluidhinder

 

 

  • buurt- en clubhuizen (SBI-code 9133.1);

  • buurt- en clubhuizen (SBI-code 9133.1); dansscholen (SBI-code 9234.1);

  • bioscopen (SBI-code 9213);

  • theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen (SBI-code 9232);

  • recreatiecentra, vaste kermis e.d. (SBI-code 9233);

  • muziek- en balletscholen (SBI-code 9234);

  • bibliotheken, musea, ateliers, e.d. (SBI-codes 9251, 9252);

  • dierentuinen (SBI-code 9253.1);

  • zwembaden (SBI-code 9261.1);

  • sporthallen (SBI-code 9261.2);

  • bowlingcentra (SBI-code 9261.2);

  • overdekte kunstijsbanen (SBI-code 9261.2);

  • stadions en open-lucht-ijsbanen (SBI-code 9261.2);

  • maneges (SBI-code 9261.2);

  • tennisbanen (met verlichting) (SBI-code 9261.2);

  • veldsportcomplex (met verlichting) (SBI-code 9261.2);

  • golfbanen (SBI-code 9261.2);

  • kunstskibanen (SBI-code 9261.2);

  • schietinrichtingen (SBI-code 9262); skelterbanen (SBI-code 9262);

  • autocircuits, motorcrossterreinen e.d. (SBI-code 9262);

  • sportscholen, gymnastiekzalen (SBI-code 9262);

  • jachthavens met diverse voorzieningen (SBI-code 9262);

  • casino's (SBI-code 9271);

  • amusementshallen (SBI-code 9272.1);

  • modelvliegtuig-velden (SBI-code 9272.2);

  

  

SBI-code

SBI-code 2008

Nr.

Omschrijving

Cat.

   

   

  

   

  

01

01

-

Landbouw en dienstverlening t.b.v. de landbouw

  

0111, 0113

011, 012, 013

   

Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen)

2

0112

011, 012, 013, 016

0

Tuinbouw:

   

0112

011, 012, 013

1

  • bedrijfsgebouwen

2

0112

011, 012, 013

2

  • kassen zonder verwarming

2

0112

011, 012, 013

3

  • kassen met gasverwarming

2

0112

0113

4

  • champignonkwekerijen (algemeen)

2

0112

0113

5

  • champignonkwekerijen met mestfermentatie

3.2

0112

0163

6

  • bloembollendroog- en prepareerbedrijven

2

0112

011

7

  • witlofkwekerijen (algemeen)

2

0121

0141, 0142

   

Fokken en houden van rundvee

3.2

0122

0143, 0145

0

Fokken en houden van overige graasdieren:

   

0122

0143

1

  • paardenfokkerijen

3.1

0122

0145

2

  • overige graasdieren

3.1

0123

0146

   

Fokken en houden van varkens

4.1

0124

0147

0

Fokken en houden van pluimvee:

   

0124

0147

1

  • legkippen

4.1

0124

0147

2

  • opfokkippen en mestkuikens

4.1

0124

0147

3

  • eenden en ganzen

4.1

0124

0147

4

  • overig pluimvee

3.2

0125

0149

0

Fokken en houden van overige dieren:

   

0125

0149

1

  • nertsen en vossen

4.1

0125

0149

2

  • konijnen

3.2

0125

0149

3

  • huisdieren

3.1

0125

0149

4

  • maden, wormen e.d.

3.2

0125

0149

5

  • bijen

2

0125

0149

6

  • overige dieren

2

0130

0150

   

Akker- en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren (niet intensief)

3.2

014

016

0

Dienstverlening t.b.v. de landbouw:

   

014

016

1

  • algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m²

3.1

014

016

2

  • algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m²

2

014

016

3

  • -plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²

3.1

014

016

4

  • plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²

2

0142

0162

   

KI-stations

2

  

  

  

  

   

02

02

-

Bosbouw en dienstverlening t.b.v. bosbouw

   

020

021, 022, 024

   

Bosbouwbedrijven

3.1

  

  

  

  

   

05

03

-

Visserij- en visteeltbedrijven

   

0501.1

0311

   

Zeevisserijbedrijven

3.2

0501.2

0312

   

Binnenvisserijbedrijven

3.1

  

  

  

  

  

0502

032

0

Vis- en schaaldierkwekerijen

   

0502

032

1

  • oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven

3.2

0502

032

2

  • visteeltbedrijven

3.1

  

  

  

  

   

10

08

-

Turfwinning

   

103

089

   

Turfwinningbedrijven

3.2

  

  

  

  

   

11

06

-

Aardolie- en aardgaswinning

   

111

061, 062

0

Aardolie- en aardgaswinning:

   

111

061

1

  • aardoliewinputten

4.1

111

062

2

  • aardgaswinning incl. gasbeh. inst. < 10.000.000 N m³/d

5.1

111

062

3

  • aardgaswinning incl. gasbeh. inst. >= 10.000.000 N m³/d

5.2

  

  

  

  

  

14

08

-

Winning van zand, grind, klei, zout, e.d.

   

1421

0182

0

Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht):

  

1421

0182

1

  • algemeen

4.1

1421

0182

2

  • steenbrekerijen

5.2

144

0893

  

Zoutwinningbedrijven

3.2

  

  

  

  

  

15

10, 11

-

Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken

   

151

101, 102

0

Slachterijen en overige vleesverwerking:

   

151

101, 102

1

  • slachterijen en pluimveeslachterijen

3.2

151

101, 102

2

  • vetsmelterijen

5.2

151

101

3

  • bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval

4.2

151

101

4

  • vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²

3.2

151

101

5

  • vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²

3.1

151

101

6

  • vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²

3.1

151

101, 102

7

  • loonslachterijen

3.1

151

108

8

  • vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²

3.1

152

102

0

Visverwerkingsbedrijven:

   

152

102

1

  • drogen

5.2

152

102

2

  • conserveren

4.1

152

102

3

  • roken

4.2

152

102

4

  • verwerken anderszins: p.o.> 1000 m²

4.2

152

102

5

  • verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²

3.2

152

102

6

  • verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²

3.1

1531

1031

0

Aardappelproducten fabrieken:

   

1531

1031

1

  • vervaardiging van aardappelproducten

4.2

1531

1031

2

  • vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²

3.1

1532, 1533

1032, 1039

0

Groente- en fruitconservenfabrieken:

   

1532, 1533

1032, 1039

1

  • jam

3.2

1532, 1533

1032, 1039

2

  • groente algemeen

3.2

1532, 1533

1032, 1039

3

  • met koolsoorten

3.2

1532, 1533

1032, 1039

4

  • met drogerijen

4.2

1532, 1533

1032, 1039

5

  • met uienconservering (zoutinleggerij)

4.2

1541

104101

0

Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:

   

1541

104101

1

  • p.c. < 250.000 t/j

4.1

1541

104101

2

  • p.c. >= 250.000 t/j

4.2

1542

104102

0

Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:

   

1542

104102

1

  • p.c. < 250.000 t/j

4.1

1542

104102

2

  • p.c. >= 250.000 t/j

4.2

1543

1042

0

Margarinefabrieken:

   

1543

1042

1

  • p.c. < 250.000 t/j

4.1

1543

1042

2

  • p.c. >= 250.000 t/j

4.2

1551

1051

0

Zuivelproducten fabrieken:

   

1551

1051

1

  • gedroogde producten, p.c. . >= 1,5 t/u

5.1

1551

1051

2

  • geconcentreeerde producten, verdamp. Cap. >= 20 t/u

5.1

1551

1051

3

  • melkproducten fabrieken v.c. < 55.000 t/j

3.2

1551

1051

4

  • melkproducten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j

4.2

1551

1051

5

  • overige zuivelproducten fabrieken

4.2

1552

1052

1

Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²

3.2

1552

1052

2

  • consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²

2

1561

1061

0

Meelfabrieken:

   

1561

1061

1

  • p.c. >= 500 t/u

4.2

1561

1061

2

  • p.c. < 500 t/u

4.1

1561

1061

   

Grutterswarenfabrieken

4.1

1562

1062

0

Zetmeelfabrieken:

   

1562

1062

1

  • p.c. < 10 t/u

4.1

1562

1062

2

  • p.c. >= 10 t/u

4.2

1571

1091

0

Veevoerfabrieken:

   

1571

1091

1

  • destructiebedrijven

5.2

1571

1091

2

  • beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek

5.2

1571

1091

3

  • drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water

4.2

1571

1091

  

  • drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. .>=10 t/u water

5.2

1571

1091

5

  • mengvoeder, p.c. < 100 t/u

4.1

1571

1091

6

  • mengvoeder, p.c. >= 100 t/u

4.2

1572

1092

   

Vervaardiging van voer voor huisdieren

4.1

1581

1071

0

Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:

   

1581

1071

1

  • v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens

2

1581

1071

2

  • v.c. >= 7500 kg meel/week

3.2

1582

1072

   

Banket, biscuit- en koekfabrieken

3.2

1583

1081

1

  • v.c. < 2.500 t/j

5.1

1584

10821

0

Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:

   

1584

10821

1

  • cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m²

5.1

1584

10821

2

  • cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²

3.2

1584

10821

3

  • cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²

2

1584

10821

4

  • Suikerwerkfabrieken met suiker branden

4.2

1584

10821

5

  • Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²

3.2

1584

10821

6

  • suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²

2

1585

1073

   

Deegwarenfabrieken

3.1

1586

1083

0

Koffiebranderijen en theepakkerijen:

   

1586

1083

1

  • koffiebranderijen

5.1

1586

1083

2

  • theepakkerijen

3.2

1587

108401

   

Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden

4.1

1589

1089

   

Vervaardiging van overige voedingsmiddelen

4.1

1589.1

1089

   

Bakkerijgrondstoffenfabrieken

4.1

1589.2

1089

0

Soep- en soeparomafabrieken:

   

1589.2

1089

1

  • zonder poederdrogen

3.2

1589.2

1089

2

  • met poederdrogen

4.2

1589.2

1089

   

Bakmeel- en puddingpoederfabrieken

4.1

1591

110101

   

Destilleerderijen en likeurstokerijen

4.2

1592

110102

0

Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:

   

1592

110102

1

  • p.c. < 5.000 t/j

4.1

1592

110102

2

  • p.c. >= 5.000 t/j

4.2

1593 t/m 1595

1102 t/m 1104

   

Vervaardiging van wijn, cider e.d.

2

1596

1105

   

Bierbrouwerijen

4.2

1597

1106

   

Mouterijen

4.2

1598

1107

   

Mineraalwater- en frisdrankfabrieken

3.2

  

  

  

  

   

16

12

-

Verwerking van tabak

   

160

120

   

Tabakverwerkende industrie

4.1

  

  

  

  

   

17

13

-

Vervaardiging van textiel

   

171

131

   

Bewerken en spinnen van textielvezels

3.2

172

132

0

Weven van textiel:

   

172

132

1

  • aantal weefgetouwen < 50

3.2

172

132

2

  • aantal weefgetouwen >= 50

4.2

173

133

   

Textielveredelingsbedrijven

3.1

174, 175

139

   

Vervaardiging van textielwaren

3.1

1751

1393

   

Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken

4.1

176, 177

139, 143

   

Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen

3.1

  

  

  

  

  

18

14

-

Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont

   

181

141

   

Vervaardiging kleding van leer

3.1

182

141

   

Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)

2

183

142, 151

   

Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont

3.1

  

  

  

  

   

19

15

-

Vervaardiging van leer en lederwaren (excl. kleding)

   

191

151,152

   

Lederfabrieken

4.2

192

151

   

Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)

3.1

193

152

   

Schoenenfabrieken

3.1

20

16

-

Houtindustrie en vervaardiging artikelen van hout, riet, kurk e.d.

   

2010.1

16101

   

Houtzagerijen

3.2

2010.2

16102

0

Houtconserveringsbedrijven:

   

2010.2

16102

1

  • met creosootolie

4.1

2010.2

16102

2

  • met zoutoplossingen

3.1

202

1621

   

Fineer- en plaatmaterialenfabrieken

3.2

203, 204, 205

162

0

Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout

3.2

203, 204, 205

162

1

Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2

3.1

205

162902

   

Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken

2

  

  

  

  

   

21

17

-

Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren

   

2111

1711

   

Vervaardiging van pulp

4.1

2112

1712

0

Papier- en kartonfabrieken:

   

2112

1712

1

  • p.c. < 3 t/u

3.1

2112

1712

2

  • p.c. 3 - 15 t/u

4.1

2112

1712

3

  • p.c. >= 15 t/u

4.2

212

172

   

Papier- en kartonwarenfabrieken

3.2

2121.2

17212

0

Golfkartonfabrieken:

   

2121.2

17212

1

  • p.c. < 3 t/u

3.2

2121.2

17212

2

  • p.c. >= 3 t/u

4.1

  

  

  

  

  

22

58

-

Uitgeverijen, drukkerijen en reproduvtie van opgenomen media

   

221

581

   

Uitgeverijen (kantoren)

1

2221

1811

   

Drukkerijen van dagbladen

3.2

2222

1812

   

Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)

3.2

2222.6

18129

   

Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen

2

2223

1814

A

Grafische afwerking

1

2223

1814

B

Binderijen

2

2224

1813

   

Grafische reproductie en zetten

2

2225

1814

   

Overige grafische activiteiten

2

223

182

   

Reproductiebedrijven opgenomen media

1

  

  

  

  

  

23

19

-

Aardolie-/steenkoolverwerk. ind.; bewerking splijt-/kweekstoffen

   

2320.1

19201

  

Aardolieraffinaderijen

6

2320.2

19202

A

Smeeroliën- en vettenfabrieken

3.2

2320.2

19202

B

Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie

4.2

2320.2

19202

C

Aardolieproductenfabrieken n.e.g.

4.2

233

201,212,244

  

Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven

6

  

  

  

  

   

24

20

-

Vervaardiging van chemische producten

   

2411

2011

0

Vervaardiging van industriële gassen:

  

2411

2011

1

  • luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht

5.2

2411

2011

2

  • overige gassenfabrieken, niet explosief

5.1

2411

2011

3

  • overige gassenfabrieken, explosief

5.1

2412

2012

   

Kleur- en verfstoffenfabrieken

4.1

2413

2012

0

Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:

   

2413

2012

1

  • niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"

4.2

2413

2012

2

  • vallend onder "post-Seveso-richtlijn"

5.2

2414.1

20141

A0

Organ. chemische grondstoffenfabrieken:

   

2414.1

20141

A1

  • niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"

4.2

2414.1

20141

B0

Methanolfabrieken:

   

2414.1

20141

B1

  • p.c. < 100.000 t/j

4.1

2414.1

20141

B2

  • p.c. >= 100.000 t/j

4.2

2414.2

20149

0

Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):

   

2414.2

20149

1

  • p.c. < 50.000 t/j

4.2

2414.2

20149

2

  • p.c. >= 50.000 t/j

5.1

2415

2015

  

Kunstmeststoffenfabrieken

5.1

2416

2016

  

Kunstharsenfabrieken e.d.

5.2

242

202

0

landbouwchemicaliënfabrieken;

  

242

202

2

- formuliering en afvullen

5.1

243

203

   

Verf, lak en vernisfabrieken

4.2

2441

2110

0

Farmaceutische grondstoffenfabrieken:

   

2441

2110

1

  • p.c. < 1.000 t/j

4.2

2441

2110

2

  • p.c. >= 1.000 t/j

5.1

2442

2120

0

Farmaceutische productenfabrieken:

   

2442

2120

1

  • formulering en afvullen geneesmiddelen

3.1

2442

2120

2

  • verbandmiddelenfabrieken

2

2451

2041

   

Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken

4.2

2452

2042

   

Parfumerie- en cosmeticafabrieken

4.2

2462

2052

0

Lijm- en plakmiddelenfabrieken:

   

2462

2052

1

  • zonder dierlijke grondstoffen

3.2

2462

2052

2

  • met dierlijke grondstoffen

5.1

2464

205902

   

Fotochemische productenfabrieken

3.2

2466

205903

A

Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken

3.1

2466

205903

B

Overige chemische productenfabrieken n.e.g.

4.1

247

2060

   

Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken

4.2

  

  

  

  

   

25

22

-

Vervaardiging van producten van rubber en kunststof

   

2511

221101

   

Rubberbandenfabrieken

4.2

2512

221102

0

Loopvlakvernieuwingsbedrijven:

   

2512

221102

1

  • vloeropp. < 100 m2

3.1

2512

221102

2

  • vloeropp. >= 100 m2

4.1

2513

2219

   

Rubber-artikelenfabrieken

3.2

252

222

0

Kunststofverwerkende bedrijven:

   

252

222

1

  • zonder fenolharsen

4.1

252

222

2

  • met fenolharsen

4.2

252

222

3

  • productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen

3.1

  

  

  

  

   

26

23

-

Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten

   

261

231

0

Glasfabrieken:

   

261

231

1

  • glas en glasproducten, p.c. < 5.000 t/j

3.2

261

231

2

  • glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 t/j

4.2

261

231

3

  • glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j

4.2

261

231

4

  • glaswol en glasvezels. p.c. >= 5.000 t/j

5.1

2615

231

   

Glasbewerkingsbedrijven

3.1

262, 263

232, 234

0

Aardewerkfabrieken:

   

262, 263

232, 234

1

  • vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW

2

262, 263

232, 234

2

  • vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW

3.2

264

233

A

Baksteen en baksteenelementenfabrieken

4.1

264

233

B

Dakpannenfabrieken

4.1

2651

2351

0

Cementfabrieken

  

2651

2351

1

  • p.c. < 100.000 t/j

5.1

2652

235201

0

Kalkfabrieken:

   

2652

235201

1

  • p.c. < 100.000 t/j

4.1

2652

235201

2

  • p.c. >= 100.000 t/j

5.1

2653

235202

0

Gipsfabrieken:

   

2653

235202

1

  • p.c. < 100.000 t/j

4.1

2653

235202

2

  • p.c. >= 100.000 t/j

5.1

2661.1

23611

0

Betonwarenfabrieken:

   

2661.1

23611

1

  • zonder persen, triltafels en bekistingtrillers

4.1

2661.1

23611

2

  • met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d

4.2

2661.1

23611

3

  • met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d

5.2

2661.2

23612

0

Kalkzandsteenfabrieken:

   

2661.2

23612

1

  • p.c. < 100.000 t/j

3.2

2661.2

23612

2

  • p.c. >= 100.000 t/j

4.2

2662

2362

   

Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken

3.2

2663, 2664

2363, 2364

0

Betonmortelcentrales:

   

2663, 2664

2363, 2364

1

  • p.c. < 100 t/u

3.2

2663, 2664

2363, 2364

2

  • p.c. >= 100 t/u

4.2

2665, 2666

2365, 2369

0

Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips:

   

2665, 2666

2365, 2369

1

  • p.c. < 100 t/d

3.2

2665, 2666

2365, 2369

2

  • p.c. >= 100 t/d

4.2

267

237

0

Natuursteenbewerkingsbedrijven:

   

267

237

1

  • zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²

3.2

267

237

2

  • zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²

3.1

267

237

3

  • met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j

4.2

2681

2391

   

Slijp- en polijstmiddelen fabrieken

3.1

2682

2399

A0

Bitumineuze materialenfabrieken:

   

2682

2399

A1

  • p.c. < 100 t/u

4.2

2682

2399

A2

  • p.c. >= 100 t/u

5.1

2682

2399

B0

Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):

   

2682

2399

B1

  • steenwol, p.c. >= 5.000 t/j

4.2

2682

2399

B2

  • overige isolatiematerialen

4.1

2682

2399

C

Minerale productenfabrieken n.e.g.

3.2

2682

2399

D0

Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur

4.1

2682

2399

D1

  • asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur

4.2

  

  

  

  

 

   

27

24

-

Vervaardiging van metalen

   

271

241

0

Ruwijzer- en staalfabrieken

  

271

241

1

  • p.c. < 1.000 t/j

5.2

271

241

2

  • p.c. >= 1.000 t/j

6

272

245

0

IJzeren- en stalenbuizenfabrieken

  

272

245

1

  • p.o, 2.000 m²

5.1

273

243

0

Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:

   

273

243

1

  • p.o. < 2.000 m²

4.2

273

243

2

  • p.o >= 2.000 m²

5.2

274

244

A0

Non-ferro-metaalfabrieken:

   

274

244

A1

  • p.c. < 1.000 t/j

4.2

274

244

A2

  • p.c. >= 1.000 t/j

5.2

274

244

B0

Non-ferro-metaalwalserijen, - trekkerijen e.d.:

  

274

244

B1

  • p.o. < 2.000 m²

5.1

2751, 2752

2451, 2452

0

IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:

   

2751, 2752

2451, 2452

1

  • p.c. < 4.000 t/j

4.2

2751, 2752

2451, 2452

2

  • p.c. >= 4.000 t/j

5.1

2753, 2754

2453, 2454

0

Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:

   

2753, 2754

2453, 2454

1

  • p.c. < 4.000 t/j

4.2

  

  

  

  

  

28

25, 31

-

Vervaard. en reparatie van producten van metaal (excl. mach./transportmidd.)

   

281

251, 331

0

Constructiewerkplaatsen

   

281

251, 331

1

  • gesloten gebouw

3.2

281

251, 331

1a

  • gesloten gebouw, p.o. < 200 m2

3.1

281

251, 331

2

  • in open lucht, p.o. < 2.000 m2

4.1

281

251, 331

3

  • in open lucht, p.o. >= 2.000 m2

4.2

2821

2529, 3311

0

Tank- en reservoirbouwbedrijven:

   

2821

2529, 3311

1

  • p.o. < 2.000 m2

4.2

2821

2529, 3311

1

  • p.o. >= 2.000 m²

5.1

2822, 2830

2521, 2530, 3311

   

Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels

4.1

284

255, 331

A

Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven

4.1

284

255, 331

B

Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.

3.2

284

255, 331

B1

Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2

3.1

2851

2561, 3311

0

Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:

   

2851

2561, 3311

1

  • algemeen

3.2

2851

2561, 3311

10

  • stralen

4.1

2851

2561, 3311

11

  • metaalharden

3.2

2851

2561, 3311

12

  • lakspuiten en moffelen

3.2

2851

2561, 3311

2

  • scoperen (opspuiten van zink)

3.2

2851

2561, 3311

3

  • thermisch verzinken

3.2

2851

2561, 3311

4

  • thermisch vertinnen

3.2

2851

2561, 3311

5

  • mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)

3.2

2851

2561, 3311

6

  • anodiseren, eloxeren

3.2

2851

2561, 3311

7

  • chemische oppervlaktebehandeling

3.2

2851

2561, 3311

8

  • emailleren

3.2

2851

2561, 3311

9

  • galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)

3.2

2852

2562, 3311

1

Overige metaalbewerkende industrie

3.2

2852

2562, 3311

2

Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2

3.1

287

259, 331

A0

Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:

   

287

259, 331

A1

  • p.o. < 2.000 m2

4.1

287

259, 331

A2

  • p.o. >= 2.000 m²

5.1

287

259, 331

B

Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.

3.2

287

259, 331

B

Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2

3.1

  

  

  

  

  

29

27, 28, 33

-

Vervaardiging van machines en apparaten

   

29

27, 28, 33

0

Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:

   

29

27, 28, 33

1

  • p.o. < 2.000 m2

3.2

29

27, 28, 33

2

  • p.o. >= 2.000 m2

4.1

29

28, 33

3

  • met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW

4.2

  

  

  

  

  

30

26, 28, 33

-

Vervaardiging van kantoormachines en computers

   

30

26, 28, 33

A

Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie

2

  

  

  

  

   

31

26, 27, 33

-

Vervaardiging van over. elektr. machines, apparaten en benodigdh.

   

311

271, 331

   

Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie

4.1

312

271, 273

   

Schakel- en installatiemateriaalfabrieken

4.1

313

273

   

Elektrische draad- en kabelfabrieken

4.1

314

272

   

Accumulatoren- en batterijenfabrieken

3.2

315

274

   

Lampenfabrieken

4.2

316

293

   

Elektrotechnische industrie n.e.g.

2

3162

2790

  

Koolelektrodenfabrieken

6

  

  

  

  

   

32

26, 33

-

Vervaardiging van audio-, video-, telecom-apparaten en -benodigdh.

   

321 t/m 323

261, 263, 264, 331

   

Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie

3.1

3210

2612

   

Fabrieken voor gedrukte bedrading

3.1

  

  

  

  

   

33

26, 32, 33

-

Vervaardiging van medische en optische apparaten en instrumenten

   

33

26, 32, 33

A

Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie

2

  

  

  

  

   

34

29

   

Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers

   

341

291

0

Autofabrieken en assemblagebedrijven

   

341

291

1

  • p.o. < 10.000 m2

4.1

341

291

2

  • p.o. >= 10.000 m2

4.2

3420.1

29201

   

Carrosseriefabrieken

4.1

3420.2

29202

   

Aanhangwagen- en opleggerfabrieken

4.1

343

293

   

Auto-onderdelenfabrieken

3.2

  

  

  

  

 

 

   

35

30

-

Vervaardiging van transportmiddelen (excl. auto's, aanhangwagens)

   

351

301, 3315

0

Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:

   

351

301, 3315

1

  • houten schepen

3.1

351

301, 3315

2

  • kunststof schepen

3.2

351

301, 3315

3

  • metalen schepen < 25 m

4.1

351

301, 3315

4

  • metalen schepen >= 25 m en/of proefdraaien motoren >=1MV

5.1

3511

3831

  

Scheepssloperijen

5.2

352

302, 317

0

Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:

   

352

302, 317

1

  • algemeen

3.2

352

302, 317

2

  • met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW

4.2

353

303, 3316

0

Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:

   

353

303, 3316

1

  • zonder proefdraaien motoren

4.1

354

309

   

Rijwiel- en motorrijwielfabrieken

3.2

355

3099

   

Transportmiddelenindustrie n.e.g.

3.2

  

  

  

  

   

36

31

-

Vervaardiging van meubels en overige goederen n.e.g.

   

361

310

1

Meubelfabrieken

3.2

361

9524

2

Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2

1

362

321

   

Fabricage van munten, sieraden e.d.

2

363

322

   

Muziekinstrumentenfabrieken

2

364

323

   

Sportartikelenfabrieken

3.1

365

324

   

Speelgoedartikelenfabrieken

3.1

3663.1

32991

   

Sociale werkvoorziening

2

3663.2

32999

   

Vervaardiging van overige goederen n.e.g.

3.1

  

  

  

  

   

37

38

-

Voorbereiding tot recycling

   

371

383201

  

Metaal- en autoshredders

5.1

372

383202

A0

Puinbrekerijen en -malerijen:

   

372

383202

A1

  • v.c. < 100.000 t/j

4.2

372

383202

A2

  • v.c. >= 100.000 t/j

5.2

372

383202

B

Rubberregeneratiebedrijven

4.2

372

383202

C

Afvalscheidingsinstallaties

4.2

  

  

  

  

   

40

35

-

Productie en distrib. van stroom, aardgas, stoom en warm water

   

40

35

A1

- kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen > 5 MWth

5.2

40

35

A2

- oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth

5.1

40

35

A3

- gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth

5.1

40

35

A5

- warmte- kracht-installaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth

5.1

40

35

B0

Bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:

   

40

35

B1

  • covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie

3.2

40

35

B2

  • vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa

3.2

40

35

C0

Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:

   

40

35

C1

  • < 10 MVA

2

40

35

C2

  • 10 - 100 MVA

3.1

40

35

C3

  • 100 - 200 MVA

3.2

40

35

C4

  • 200 - 1000 MVA

4.2

40

35

C5

  • >=1000 MVA

5.1

40

35

D0

Gasdistributiebedrijven:

   

40

35

D1

  • gascompressorstations vermogen < 100 MW

4.2

40

35

D2

  • gascompressorstations vermogen >= 100 MW

5.1

40

35

D3

  • gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A

1

40

35

D4

  • gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C

2

40

35

D5

  • gasontvang- en -verdeelstations, cat. D

3.1

40

35

E0

Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:

   

40

35

E1

  • stadsverwarming

3.2

40

35

E2

  • blokverwarming

2

40

35

F0

windmolens:

   

40

35

F1

  • wiekdiameter 20 m

3.2

40

35

F2

  • wiekdiameter 30 m

4.1

40

35

F3

  • wiekdiameter 50 m

4.2

  

  

  

  

   

41

36

-

Winning en distributie van water

   

41

36

A0

Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:

   

41

36

A2

  • bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling

3.1

41

36

B0

Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:

   

41

36

B1

  • < 1 MW

2

41

36

B2

  • 1 - 15 MW

3.2

41

36

B3

  • >= 15 MW

4.2

  

  

  

  

   

45

41, 42, 43

-

Bouwnijverheid

   

45

41, 42, 43

0

Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²

3.2

45

41, 42, 43

1

  • bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²

3.1

45

41, 42, 43

2

Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²

3.1

45

41, 42, 43

3

  • aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²

2

  

  

  

  

   

50

45, 47

-

Handel/reparatie van auto's, motorfietsen; benzineservicestations

   

501

451

   

Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie)

3.2

501, 502, 504

451, 452, 454

  

Reparatie- en servicebedrijven (uitgezonderd handel)

2

5020.4

45204

A

Autoplaatwerkerijen

3.2

5020.4

45204

B

Autobeklederijen

1

5020.4

45204

C

Autospuitinrichtingen

3.1

5020.5

45205

   

Autowasserijen

2

505

473

0

Benzineservicestations:

   

505

473

1

  • met LPG > 1000 m3/jr

4.1

505

473

2

  • met LPG < 1000 m3/jr

3.1

505

473

3

  • zonder LPG

2

  

  

  

  

  

51

46

-

Groothandel en handelsbemiddeling

   

511

461

   

Handelsbemiddeling (kantoren)

1

5121

4621

0

Grth in akkerbouwproducten en veevoeders

3.1

5121

4621

1

Grth in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer

4.2

5122

4622

   

Grth in bloemen en planten

2

5123

4623

   

Grth in levende dieren

3.2

5124

4624

   

Grth in huiden, vellen en leder

3.1

5125, 5131

46217, 4631

   

Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen

3.1

5132, 5133

4632, 4633

   

Grth in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën

3.1

5134

4634

   

Grth in dranken

2

5135

4635

   

Grth in tabaksproducten

2

5136

4636

   

Grth in suiker, chocolade en suikerwerk

2

5137

4637

   

Grth in koffie, thee, cacao en specerijen

2

5138, 5139

4638, 4639

   

Grth in overige voedings- en genotmiddelen

2

514

464, 46733

   

Grth in overige consumentenartikelen

2

5148.7

46499

0

Grth in vuurwerk en munitie:

   

5148.7

46499

1

  • consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton

2

5148.7

46499

2

  • consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton

3.1

5148.7

46499

3

  • professioneel vuurwerk, netto expl. Massa per bewaarplaats < 750 kg (en > 25 kg theatervuurwerk)

5.1

5148.7

46499

5

  • munitie

2

5151.1

46711

0

Grth in vaste brandstoffen:

   

5151.1

46711

1

  • klein, lokaal verzorgingsgebied

3.1

5151.2

46712

0

Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:

   

5151.2

46712

1

  • vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3

4.1

5151.2

46712

2

  • vloeistoffen, o.c. >= 1000.000 m³

5.1

5151.2

46712

3

  • tot vloeistof verdichte gassen

4.2

5151.3

46713

   

Grth minerale olieproducten (excl. brandstoffen)

3.2

5152.1

46721

0

Grth in metaalertsen:

   

5152.1

46721

1

  • opslag opp. < 2.000 m2

4.2

5152.1

46721

2

  • opslag opp. >= 2.000 m²

5.2

5152.2 /.3

46722, 46723

   

Grth in metalen en -halffabrikaten

3.2

5153

4673

0

Grth in hout en bouwmaterialen:

   

5153

4673

1

  • algemeen: b.o. > 2000 m²

3.1

5153

4673

2

  • algemeen: b.o. <= 2000 m²

2

5153.4

46735

4

zand en grind:

   

5153.4

46735

5

  • algemeen: b.o. > 200 m²

3.2

5153.4

46735

6

  • algemeen: b.o. <= 200 m²

2

5154

4674

0

Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:

   

5154

4674

1

  • algemeen: b.o. > 2.000 m²

3.1

5154

4674

2

  • algemeen: b.o. < = 2.000 m²

2

5155.1

46751

   

Grth in chemische producten

3.2

5155.2

46752

   

Grth in kunstmeststoffen

2

5156

4676

   

Grth in overige intermediaire goederen

2

5157

4677

0

Autosloperijen: b.o. > 1000 m²

3.2

5157

4677

1

  • autosloperijen: b.o. <= 1000 m²

3.1

5157.2/3

4677

0

Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²

3.2

5157.2/3

4677

1

  • overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²

3.1

518

466

0

Grth in machines en apparaten:

   

518

466

1

  • machines voor de bouwnijverheid

3.2

518

466

2

  • overige

3.1

519

466, 469

   

Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.

2

  

  

  

  

   

5261

4791

   

Postorderbedrijven

3.1

  

  

  

  

   

60

49

-

Vervoer over land

   

601

491, 492

0

Spoorwegen:

   

601

491, 492

1

  • stations

3.2

601

491, 492

2

  • rangeerterreinen, overslagstations (zonder rangeerheuvel)

4.2

6021.1

493

   

Bus-, tram- en metrostations en -remises

3.2

6022

493

   

Taxibedrijven

2

6023

493

   

Touringcarbedrijven

3.2

6024

494

0

Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²

3.2

6024

494

1

  • Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²

3.1

603

495

   

Pomp- en compressorstations van pijpleidingen

2

  

  

  

  

   

61, 62

50, 51

-

Vervoer over water / door de lucht

   

61, 62

50, 51

A

Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)

1

  

  

  

  

   

63

52

-

Dienstverlening t.b.v. het vervoer

   

6311.1

52241

0

Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:

   

6311.1

52241

1

  • containers

5.1

6311.1

52241

2

  • stukgoederen

4.2

6311.1

52241

4

  • granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u

5.1

6311.1

52241

5

  • steenkool, opslagopp. >= 2.000 m²

5.2

6311.1

52241

7

  • tankercleaning

4.2

6311.2

52242

0

Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:

   

6311.2

52242

1

  • containers

4.2

6311.2

52242

10

  • tankercleaning

4.2

6311.2

52242

2

  • stukgoederen

3.2

6311.2

52242

3

  • ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m²

4.2

6311.2

52242

4

  • ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m²

5.2

6311.2

52242

5

  • granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u

4.2

6311.2

52242

6

  • granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u

5.1

6311.2

52242

7

  • steenkool, opslagopp. < 2.000 m2

4.2

6311.2

52242

8

  • steenkool, opslagopp >= 2.000 m²

5.1

6311.2

52242

9

  • olie, LPG, e.d.

5.2

6312

52102, 52109

A

Distributiecentra, pak- en koelhuizen

3.1

6312

52109

B

Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)

2

6321

5221

1

Autoparkeerterreinen, parkeergarages

2

6321

5221

2

Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)

3.2

634

5229

   

Expediteurs, cargadoors (kantoren)

1

  

 

  

  

  

   

64

53

-

Post en telecommunicatie

   

641

531, 532

   

Post- en koeriersdiensten

2

642

61

A

Telecommunicatiebedrijven

1

  

  

  

  

  

642

61

B0

zendinstallaties:

   

642

61

B1

  • LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!)

3.2

642

61

B2

  • FM en TV

1

642

61

B3

  • GSM en UMTS-steunzenders (indien omgevingsvergunningplichtig)

1

  

  

  

  

   

71

77

-

Verhuur van transportmiddelen, machines, andere roerende goederen

   

711

7711

   

Personenautoverhuurbedrijven

2

712

7712, 7739

   

Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)

3.1

713

773

   

Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen

3.1

714

772

   

Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.

2

  

  

  

  

   

72

62

-

Computerservice- en informatietechnologie

   

72

58, 63

B

Datacentra

2

  

  

  

  

   

73

72

-

Speur- en ontwikkelingswerk

   

731

721

   

Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk

2

  

  

  

  

  

74

63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82

-

Overige zakelijke dienstverlening

   

747

812

   

Reinigingsbedrijven voor gebouwen

3.1

7481.3

74203

   

Foto- en filmontwikkelcentrales

2

7484.3

82991

   

Veilingen voor landbouw- en visserijproducten

4.1

7484.4

82992

   

Veilingen voor huisraad, kunst e.d.

1

  

  

  

  

   

75

84

-

Openbaar bestuur, overheidsdiensten, sociale verzekeringen

   

7522

8422

   

Defensie-inrichtingen

4.1

  

  

  

  

  

7525

8425

   

Brandweerkazernes

3.1

  

  

  

  

   

90

37, 38, 39

-

Milieudienstverlening

   

9001

3700

A0

RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:

   

9001

3700

A1

  • < 100.000 i.e.

4.1

9001

3700

A2

  • 100.000 - 300.000 i.e.

4.2

9001

3700

A3

  • >= 300.000 i.e.

5.1

9001

3700

B

rioolgemalen

2

9002.1

381

A

Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.

3.1

9002.1

381

B

Gemeentewerven (afval-inzameldepots)

3.1

9002.1

381

C

Vuiloverslagstations

4.2

9002.2

382

A0

Afvalverwerkingsbedrijven:

   

9002.2

382

A1

  • mestverwerking/korrelfabrieken

5.1

9002.2

382

A2

  • kabelbranderijen

3.2

9002.2

382

A3

  • verwerking radioactief afval

6

9002.2

382

A4

  • pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)

3.1

9002.2

382

A5

  • oplosmiddelterugwinning

3.2

9002.2

382

A6

  • afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW

4.2

9002.2

382

A7

  • verwerking fotochemisch en galvano-afval

2

9002.2

382

B

Vuilstortplaatsen

4.2

9002.2

382

C0

Composteerbedrijven:

   

9002.2

382

C1

  • niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr

4.2

9002.2

382

C2

  • niet belucht v.c. >= 5.000 ton/jr

5.2

9002.2

382

C3

  • belucht v.c. < 20.000 ton/jr

3.2

9002.2

382

C4

  • belucht v.c. > 20.000 ton/jr

4.1

9002.2

382

C5

  • GFT in gesloten gebouw

4.1

  

  

  

  

   

93

96

-

Overige dienstverlening

   

9301.1

96011

A

Wasserijen en strijkinrichtingen

3.1

9301.1

96011

B

Tapijtreinigingsbedrijven

3.1

9301.2

96012

   

Chemische wasserijen en ververijen

2

9301.3

96013

A

Wasverzendinrichtingen

2

 

 

 

 

 

   

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 26 Bijlage 2 Toegestane milieucategorie 2 bedrijven

 

Onderstaand is de VNG-bedrijvenlijst met bedrijven in milieucategorie 2 opgenomen, die in het bestemmingsplan Majoppeveld binnen de bestemmingen Bedrijventerrein-1, Bedrijventerrein - 2, Bedrijventerrein - 3 alsmede binnen de bestemming Gemengd - Majoppeveld toegestaan zijn.

 

 

SBI-2008

  

OMSCHRIJVING

AFSTANDEN IN METERS

  

  

BESTEMMING

-

nummer

  

GEUR

STOF

GELUID

  

GEVAAR

  

GROOTSTE AFSTAND

  

CATEGORIE

  

01

-

LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

016

0

Dienstverlening t.b.v. de landbouw:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

016

2

- algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m²

30

10

30

  

10

  

30

  

2

B

016

4

- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²

30

10

30

  

10

  

30

  

2

B

10, 11

-

VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

1052

2

- consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²

10

0

30

  

0

  

30

  

2

B

1071

0

Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

1071

1

- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens

30

10

30

C

10

  

30

  

2

B

10821

0

Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

10821

3

- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²

30

10

30

  

10

  

30

  

2

B

10821

6

- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²

30

10

30

  

10

  

30

  

2

B

1102 t/m 1104

  

Vervaardiging van wijn, cider e.d.

10

0

30

C

0

  

30

  

2

B

14

-

VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

141

  

Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)

10

10

30

  

10

  

30

  

2

B

16

-

HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

162902

  

Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken

10

10

30

  

0

  

30

  

2

B

58

-

UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

18129

  

Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen

10

0

30

  

0

  

30

  

2

B

1814

B

Binderijen

30

0

30

  

0

  

30

  

2

B

1813

  

Grafische reproduktie en zetten

30

0

10

  

10

  

30

  

2

B

1814

  

Overige grafische aktiviteiten

30

0

30

  

10

  

30

D

2

B

20

-

VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

2120

0

Farmaceutische

produktenfabrieken:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

2120

2

- verbandmiddelenfabrieken

10

10

30

  

10

  

30

  

2

B

22

-

VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

232, 234

0

Aardewerkfabrieken:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

232, 234

1

- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW

10

10

30

  

10

  

30

  

2

B

26, 28, 33

-

VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

26, 28, 33

A

Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie

30

10

30

  

10

  

30

  

2

B

26, 27, 33

-

VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

293

  

Elektrotechnische industrie n.e.g.

30

10

30

  

10

  

30

  

2

B

26, 32, 33

-

VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

26, 32, 33

A

Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie

30

0

30

  

0

  

30

  

2

B

31

-

VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

321

  

Fabricage van munten, sieraden e.d.

30

10

10

  

10

  

30

  

2

B

322

  

Muziekinstrumentenfabrieken

30

10

30

  

10

  

30

  

2

B

32991

  

Sociale werkvoorziening

0

30

30

  

0

  

30

  

2

B/M

35

-

PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

35

C0

Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

35

C1

- < 10 MVA

0

0

30

C

10

  

30

  

2

B

35

D0

Gasdistributiebedrijven:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

35

D4

- gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C

0

0

30

C

10

  

30

  

2

B

35

E0

Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

35

E2

- blokverwarming

10

0

30

C

10

  

30

  

2

B

36

-

WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

36

B0

Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

36

B1

- < 1 MW

0

0

30

C

10

  

30

  

2

B

41, 42, 43

-

BOUWNIJVERHEID

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

41, 42, 43

3

- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²

0

10

30

  

10

  

30

  

2

B

45, 47

-

HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

451, 452, 454

  

Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven

10

0

30

  

10

  

30

  

2

B

45205

  

Autowasserijen

10

0

30

  

0

  

30

  

2

B

453

  

Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires

0

0

30

  

10

  

30

  

2

B

 

 

 

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

 

 

 

 

 

 

  

 

  

 

  

 

 

46

-

GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

4622

  

Grth in bloemen en planten

10

10

30

  

0

  

30

  

2

B

4634

  

Grth in dranken

0

0

30

  

0

  

30

  

2

B

4635

  

Grth in tabaksprodukten

10

0

30

  

0

  

30

  

2

B

4636

  

Grth in suiker, chocolade en suikerwerk

10

10

30

  

0

  

30

  

2

B

4637

  

Grth in koffie, thee, cacao en specerijen

30

10

30

  

0

  

30

  

2

B

4638, 4639

  

Grth in overige voedings- en genotmiddelen

10

10

30

  

10

  

30

  

2

B

464, 46733

  

Grth in overige consumentenartikelen

10

10

30

  

10

  

30

  

2

B

46499

0

Grth in vuurwerk en munitie:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

46499

1

- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton

10

0

30

  

10

V

30

  

2

B

46499

5

- munitie

0

0

30

  

30

  

30

  

2

B

4673

0

Grth in hout en bouwmaterialen:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

4673

2

- algemeen: b.o. <= 2000 m²

0

10

30

  

10

  

30

  

2

B

46735

4

zand en grind:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

46735

6

- algemeen: b.o. <= 200 m²

0

10

30

  

0

  

30

  

2

B

4674

0

Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

4674

2

- algemeen: b.o. < = 2.000 m²

0

0

30

  

0

  

30

  

2

B

46752

  

Grth in kunstmeststoffen

30

30

30

  

30

R

30

  

2

B

4676

  

Grth in overige intermediaire goederen

10

10

30

  

10

  

30

  

2

B

466, 469

  

Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.

0

0

30

  

0

  

30

  

2

B

47

-

DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

55

-

LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

562

  

Cateringbedrijven

10

0

30

C

10

  

30

  

2

B/H

49

-

VERVOER OVER LAND

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

493

  

Taxibedrijven

0

0

30

C

0

  

30

  

2

B

495

  

Pomp- en compressorstations van pijpleidingen

0

0

30

C

10

  

30

D

2

B

52

-

DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

52109

B

Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)

0

0

30

C

10

  

30

  

2

B

5221

1

Autoparkeerterreinen, parkeergarages

10

0

30

C

0

  

30

  

2

V

53

-

POST EN TELECOMMUNICATIE

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

531, 532

  

Post- en koeriersdiensten

0

0

30

C

0

  

30

  

2

B

77

-

VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

7711

  

Personenautoverhuurbedrijven

10

0

30

  

10

  

30

  

2

B

772

  

Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.

10

10

30

  

10

  

30

D

2

B

62

-

COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

58, 63

B

Datacentra

0

0

30

C

0

  

30

  

2

B

72

-

SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

721

  

Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk

30

10

30

  

30

R

30

  

2

K

63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82

-

OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

74203

  

Foto- en filmontwikkelcentrales

10

0

30

C

10

  

30

  

2

B

85

-

ONDERWIJS

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

86

-

GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

37, 38, 39

-

MILIEUDIENSTVERLENING

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

3700

B

rioolgemalen

30

0

10

C

0

  

30

  

2

B

382

A0

Afvalverwerkingsbedrijven:

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

382

A7

- verwerking fotochemisch en galvano-afval

10

10

30

  

30

R

30

  

2

B

94

-

DIVERSE ORGANISATIES

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

96012

  

Chemische wasserijen en ververijen

30

0

30

  

30

R

30

  

2

B

96013

A

Wasverzendinrichtingen

0

0

30

  

0

  

30

  

2

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 27 Bijlage 3 Parkeernormen

 

Onderstaand zijn de parkeernormen opgenomen, zoals deze van kracht zijn op het moment dat het ontwerp van het onderhavige bestemmingsplan ter visie wordt gelegd.

Bij de beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning dient voor wat betreft het parkeren getoetst te worden aan de op dat moment van kracht zijnde parkeernormen.

 

Parkeernormen auto (zoals deze van kracht zijn op moment van het in ontwerp ter visie leggen van het onderhavige bestemmingsplan)

 

2

Werkgelegenheid

 

 

2.1

Groothandel / transport / industrie

2,60

100 m2 bvo

2.2

Opslag / magazijn

0,80

100 m2 bvo

2.3

Showroom / bouwmarkt / meubelzaak

1,70

100 m2 bvo

2.4

Bedrijfsverzamelgebouw

1,30

100 m2 bvo

2.5

Kantoor met baliefunctie

3,00

100 m2 bvo

2.6

Kantoor zonder baliefunctie

1,70

100 m2 bvo

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

Onderwijs en gezondheidzorg

 

 

3.1

Basisschool

0,75

leslokaal

3.2

Voortgezet onderwijs

0,75

leslokaal

3.3

Beroepsonderwijs

6,00

leslokaal

3.4

Arts/kruisgebouw/therapeut

1,70

behandel-

kamer

3.5

Crèche/kinderdagverblijf

0,70

arbeidsplaats

 

- Bij ruimtelijke ontwikkelingen, waarbij sprake is van functiemenging (bijvoorbeeld combinatie wonen en werken) moet rekening gehouden worden met de 'aanwezigheidspercentages', zoals opgesteld door het CROW.