Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS
Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 2 Wijze van meten
Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijventerrein - 1
Artikel 5 Bedrijventerrein - 2
Artikel 6 Bedrijventerrein - 3
Artikel 7 Bedrijventerrein - 4
Artikel 8 Bos
Artikel 9 Gemengd - Majoppeveld
Artikel 10 Groen
Artikel 11 Tuin
Artikel 12 Verkeer
Artikel 13 Water
Artikel 14 Wonen - 2
Artikel 15 Waarde - Archeologie 2
Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS
Artikel 16 Antidubbeltelregel
Artikel 17 Algemene bouwregels
Artikel 18 Algemene gebruiksregels
Artikel 19 Algemene aanduidingsregels
Artikel 20 Algemene afwijkingsregels
Artikel 21 Algemene wijzigingsregels
Artikel 22 Algemene procedureregels
Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 23 Overgangsregels
Artikel 24 Slotregels
Hoofdstuk 5 BIJLAGEN BIJ REGELS
Artikel 25 Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Artikel 26 Bijlage 2 Toegestane milieucategorie 2 bedrijven
Artikel 27 Bijlage 3 Parkeernormen
Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 het plan
het bestemmingsplan 'Majoppeveld' met identificatienummer NL.IMRO.1674.2082MAJOPPEVELD-0401 van de gemeente Roosendaal;
1.2 aan huis gebonden beroep of bedrijfsactiviteiten.
de uitoefening van een (vrij) beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, kunstzinnig ontwerp-technisch, consumentenverzorgend (met uitzondering van erotisch gerichte dienstverlening) of hiermee gelijk te stellen terrein, met behoud van de woonfunctie en de ruimtelijke uitstraling die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.3 aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten
het bedrijfsmatig verlenen van diensten dan wel het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en/of daar bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden uirgeoefend;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 afhankelijke woonruimte (m.b.t. mantelzorg)
een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
1.7 ambachtelijk bedrijf
een bedrijf -niet zijnde een aan huis gebonden beroep- waarbij het productieproces grotendeels wordt uitgevoerd met de hand of althans niet in hoofdzaak gemechaniseerd, geautomatiseerd of met behulp van werktuigen, die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven; voor zover van laatstbedoelde werktuigen gebruik wordt gemaakt, zijn deze als ondergeschikt te beschouwen aan de menselijke handvaardigheid;
1.8 archeologisch advies
advies door een organisatie die werkt conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA);
1.9 archeologisch onderzoek
inventariserend veldonderzoek uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA);
1.10 archeologische begeleiding
begeleiding uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA);
1.11 archeologische opgraving
opgraving uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) waarbij de aanwezige archeologische waarden worden veilig gesteld;
1.12 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
1.13 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.14 bebouwingspercentage
het percentage van een bouwperceel of gedeelte daarvan, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
1.15 bedrijfsverzamelgebouw
een gebouw waarin meerdere individuele bedrijven zijn gevestigd;
1.16 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk bedoeld voor (het huishouden) van een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.17 belwinkel
een ruimte voor het bedrijfsmatig aan het publiek gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, al dan niet geplaatst in belcabines, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan belwinkel, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'belwinkel';
1.18 beperkt kwetsbaar object
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
1.19 bestaande situatie (bebouwing en gebruik)
-
bouwwerken, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerpplan, dan wel mogen worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning;
-
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft gekregen;
1.20 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.21 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.22 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel funcioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.23 bijzondere woonvormen
met het wonen enigszins vergelijkbare huisvesting, zoals al dan niet zelfstandige woonruimten voor andere groepen dan een gezin of daarmee vergelijkbare vorm van een vast samenlevingsverband, zoals gezinsvervangende woningen, aanleunwoningen en woonverblijven die mede afhankelijk zijn van binnen het complex aangeboden voorzieningen, waaronder in ieder geval een hospice wordt verstaan, alsmede bejaardentehuizen en verzorgingstehuizen;
1.24 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.25 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.26 bouwmarkt
een al dan niet geheel overdekte verkoopplaats met een (overdekt) netto-verkoopvloeroppervlakte van minimaal 1000 m², waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelf-producten wordt aangeboden aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker (in de vorm van detailhandel);
1.27 bouwperceelsgrens
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.28 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
1.29 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.30 bouwwerken ten behoeve van algemeen nut
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.31 bruto-bedrijfsvloeroppervlak
de totale vloeroppervlakte van winkels, kantoren of bedrijven met inbegrip van daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
1.32 coffeeshop
een alcoholvrije horeca-inrichting waar handel in en/of gebruik van softdrugs plaatsvindt. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan een coffeeshop, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'coffeeshop';
1.33 consumentenvuurwerk
vuurwerk voor particulier gebruik als bedoeld in het Vuurwerkbesluit;
1.34 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid;
1.35 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen, die goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit onder detailhandel wordt mede begrepen: een afhaalservice zonder de mogelijkheid om ter plaatse te consumeren;
1.36 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering een seksinrichting;
1.37 dienstverlening
het bedrijfsmatig aanbieden, verkopen en/of leveren van diensten aan personen, zoals reisbureaus, kapsalons en wasserettes;
1.38 erotisch gericht bedrijf c.q. inrichting
bedrijf c.q. inrichting, waarin voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard plaatsvinden. Hieronder worden mede begrepen:
-
seksautomatenhal: een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid, waarin door middel van automaten filmvoorstellingen van porno-erotische aard worden gegeven;
-
seksbioscoop: een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid, waarin filmvoorstellingen van porno-erotische aard worden gegeven;
-
seksclub: een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid, waarin vertoningen van porno-erotische aard worden gegeven c.q. gelegenheid wordt geboden voor het verrichten van handelingen van porno-erotische aard, al dan niet gecombineerd met het bedrijfsmatig ten behoeve van gebruik ter plaatse verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken en/of kleine etenswaren;
1.39 garages en bergingen
een gebouw bedoeld voor de stalling van vervoermiddelen en voor de berging van niet voor handel en distributie bestemde goederen;
1.40 gebouwde parkeervoorzieningen
een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.41 geluidgevoelige functie
woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
1.42 geluidshinderlijke inrichtingen
bedrijven in de zin van artikel 41 van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99, laats gewijzigd Stb. 2001, 29) en artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);
1.43 gevel
zijde van een gebouw;
1.44 gezoneerd industrieterrein
een terrein waarvoor een zone industrielawaai geldt, zoals bedoeld in artikel 52 en artikel 54 van de Wet geluidhinder;
1.45 groepsrisico
de kans per jaar dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van één ongeval in een inrichting waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn;
1.46 groothandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of afleveren van goederen aan wederverkopers, instellingen, dan wel aan die personen, die deze goederen in een door hen gedreven onderneming of instelling bedrijfsmatig aanwenden, hieronder vallen zowel detail- als groothandel;
1.47 groothandel in smart- en growproducten
het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen de uitstalling ter verkoop, ter huur, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen die het maatschappelijk verkeer worden aangeduid als smart- en growproducten aan tussenhandelaren of verwerkende bedrijven die deze goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit met dien verstande dat het niet is toegestaan om in groothandel detailhandel te bedrijven;
1.48 growshop
een al dan niet zelfstandige ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van kweekbenodigdheden (zoals potgrond, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, lampen, ventilatiesystemen, waterpompen) voor psychotrope stoffen, aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan een growshop, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'growshop';
1.49 handel in softdrugs
het verkopen van softdrugs vanuit een horeca-inrichting of een andere voor het publiek toegankelijke lokaliteit en de daarbij behorende erven, dan wel het aldaar aanwezig zijn van middelen als bedoeld in artikel 3 (lijst II) van de Opiumwet, dan wel toegestaan dat bedoelde middelen in de horeca-inrichting gebruikt, bereid, bewerkt, verkocht, geleverd, verstrekt en vervaardigd worden;
1.50 handelsbedrijf
een bedrijf dat bedrijfsmatig goederen ten verkoop uitstalt, te koop aanbiedt, verkoopt of levert;
1.51 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
1.52 horecabedrijf
een bedrijf of instelling waar als hoofdfunctie bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
1.53 industrieel bedrijf
een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend machinaal verwerken van grondstoffen en/of vervaardigen van producten (nijverheids- en productie-technische bedrijven);
1.54 kantoor
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn indeling en inrichting kennelijk bestemd is voor het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen, die een administratief karakter hebben dan wel handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, al dan niet in rechtstreekse aanraking met het publiek;
1.55 kwetsbaar object
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
1.56 landschapswaarden
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
1.57 logistiek bedrijf
bedrijf dat zich richt op transport en opslag van goederen;
1.58 maaiveld
bovenkant van een terrein dat een bouwwerk omgeeft;
1.59 mantelzorg
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van redzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
1.60 monumentale boom
bijzondere voor bescherming in aanmerking komende boom c.q. houtopstand met een relatief hoge leeftijd en met een bijzondere schoonheid- of zeldzaamheidswaarde, of een bijzondere functie voor de omgeving, zoals opgenomen op de gemeentelijke lijst van monumentale bomen;
1.61 natuurwaarden
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied;
1.62 netto-bedrijfsvloeroppervlak
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte, inclusief de etalageruimte(n), bestemd en gebruikt voor het en detail verkopen en leveren van roerende goederen, welke niet ter plaatse worden geconsumeerd en/of verbruikt;
1.63 peil
-
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: - de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
-
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: - de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
-
indien in of op het water wordt gebouwd: - het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
1.64 perifere detailhandel
detailhandel in volumineuze goederen en tuincentra in een daarop afgestemde verkoopruimte. Onder volumineuze goederen worden verstaan: bouw- en doe-het-zelf-producten, grove bouwmaterialen, kampeer- en caravanartikelen, auto's, keukens, sanitaire artikelen, meubelen, woningstoffering en -inrichting;
1.65 plaatsgebonden risico
risico op een plaats buiten de inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;
1.66 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.67 retentiegebied
gronden en werken ten behoeve van de waterkering, ingericht voor het ontvangen, tijdelijk bergen en daarna geleidelijk lozen dan wel infiltreren van water;
1.68 risicovolle inrichting
-
een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico cq. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
-
een AMvB-inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op de externe veiligheid;
-
met uitzondering van gasdrukmeet- en regelstations.
1.69 ruimtelijke kwaliteit
de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van de ruimte;
1.70 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoning van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.71 smartshop
een al dan niet zelfstandige ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan smartshop, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'smartshop'.
1.72 stedenbouwkundig beeld
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaald beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, natuurlijke waarde en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n);
1.73 stedenbouwkundige waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's en de ter plaatse door de infrastructuur, natuurlijke waarde en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n);
1.74 straalpad
telecommunicatie met behulp van straalzenders waarbij radio- en/of televisiezenders in smalle stralenbundels uitzenden;
1.75 verblijfsmiddelen
een voor verblijf geschikte -al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken- voer- en vaartuigen, arken, caravans en andere soortgelijke constructies, alsmede tenten;
1.76 voorgevel
een naar de openbare weg gekeerde zijde van een gebouw;
1.77 voorkeursgrenswaarde
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
1.78 vuurwerkbesluit
vuurwerkbesluit zoals gepubliceerd in Stb. 2002,33, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 maart 2004, Stb. 2004, 133;
1.79 wonen
het gehuisvest zijn in een woning/wooneenheid, zoals omschreven in onderhavige begripsbepalingen.
1.80 woning/wooneenheid
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding, niet zijnde een bijzondere woonvorm, en/of voor de huisvesting van maximaal drie personen naast de huishouding, of voor de huisvesting van maximaal vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in het gebouw is ondergebracht;
1.81 woongebouw
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot (zijdelingse) perceelsgrens
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelscheiding van het bouwperceel;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk ten behoeve van railverkeer
vanaf bovenkant spoorstaaf tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde;
2.4 de breedte van bouwpercelen
tussen de zijdelingse perceelgrenzen van het bouwperceel in de naar de zijde van de weg gekeerde bestemmingsgrens;
2.5 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.6 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.7 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.8 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.9 stapelhoogte in het kader van opslag
de hoogte van goederen en materialen die in de buitenlucht worden opgeslagen vanaf het peil tot aan het hoogste punt;
2.10 toepassing van maten
de in deze regels omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten, schoorstenen, gasafvoer- en ontluchtingskanalen, antennes, balkons, galerijen, noodtrappen, luifels, liftkokers, afvoerpijpen van hemelwater, gevellijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en dergelijke naar aard en omvang ondergeschikte bouwonderdelen.
Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
grondgebonden agrarische bedrijven;
-
waterhuishoudkundige doeleinden;
-
doeleinden van openbaar nut;
een en ander met bijbehorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen
Op deze gronden zijn geen gebouwen toegestaan.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 1 m;
-
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Hoogte
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waar de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 m.
Artikel 4 Bedrijventerrein - 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 3.1 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede groothandelsbedrijven, met uitzondering van de gronden met de aanduiding 'bedrijf van categorie 3.1 uitgesloten';
-
bedrijven in milieucategorie 2, voorzover deze zijn opgenomen in de bij deze regels gevoegde bedrijvenlijst 'toegestane milieucategorie 2 bedrijven';
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens een bedrijfswoning;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning' tevens een voormalige bedrijfswoning;
-
geluidwerende voorzieningen;
-
verkeers- en groenvoorzieningen, waaronder wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;
-
watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen;
met dien verstande dat:
-
nieuwe risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan, tenzij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar binnen de eigen perceelsgrens van het bedrijf ligt;
-
een bestaande risicovolle inrichting waarbij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar zich uitstrekt buiten de perceelsgrens van het bedrijf, mag worden voortgezet of gewijzigd op voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar niet wordt vergroot of gewijzigd;
-
binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een bedrijf geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht;
-
binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar mag een bestaand kwetsbaar object niet worden uitgebreid;
-
per bedrijfsvestiging het kantoorvloeroppervlak niet meer dan 50% van het totale perceelsoppervlak mag bedragen tot een maximum van 1500 m².
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd:
-
gebouwen;
-
een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
-
een voormalige bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
parkeerplaatsen.
4.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
-
gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;
-
de oppervlakte van bouwpercelen dient minimaal 1.000 m² te zijn en mag maximaal 5 ha groot zijn;
-
het minimale oppervlak aan gebouwen mag niet minder bedragen dan 30% en het maximale oppervlak aan gebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75%;
-
de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient tenminste 1 m te bedragen;
-
onverminderd het onder a. bepaalde dient de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen ten minste 3 m te bedragen;
-
onverminderd het onder a.bepaalde, dient de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg 10 m te bedragen;
-
de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven en met uitzondering van nutsvoorzieningen waarvan de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.
4.2.3 Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning
-
bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
-
voormalige bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'of 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning' is slechts één bedrijfswoning c.q. voormalige bedrijfswoning toegestaan;
-
de inhoud van een (voormalige) bedrijfswoning mag ten hoogste 750 m3 mag bedragen, met dien verstande dat voor zover de inhoud ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, de bestaande inhoud als maximum geldt;
-
de afstand tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen dient ten minste 3 m. te bedragen;
-
de goot- en of bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste bedragen:
-
goothoogte: 6 m.;
-
bouwhoogte: 10 m.
-
per (voormalige) bedrijfswoning mogen bijbehorende bouwwerken worden opgericht met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van ten hoogste 5 m en met een maximale oppervlakte van 40 m²;
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 3 m;
-
geluidwerende voorzieningen 3 m;
-
(reclame)masten en verlichtingsarmaturen 25 m;
-
bliksemafleiders 15 m;
4.2.5 Parkeerplaatsen
Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein al dan niet in een (ondergrondse) parkeergarage dienen te worden gerealiseerd.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Omvang, hoogte en positionering hoofdgebouwen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
-
in 4.2.2 onder a. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak aan de zijde van de openbare weg voor zover de overschrijding niet meer dan 5 m bedraagt;
-
in 4.2.2 onder c. tot een verlaging van het minimum bebouwingspercentage met dien verstande dat het minimum bebouwingspercentage nooit minder dan 20% mag bedragen c.q. tot een verhoging van het maximum bebouwingspercentage naar ten hoogste 85%;
-
in 4.2.2 onder e., ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen tot op één van de zijdelingse of achterliggende perceelsgrenzen;
-
in 4.2.2 onder f. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen waarbij de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg minder dan 10 m bedraagt met dien verstande dat de afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;
-
in 4.2.2 onder g. tot verhoging van de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte van bedrijfsgebouwen met ten hoogste 4 m.;
-
omgevingsvergunning als bedoeld in a. tot en met e. wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarden dat:
-
de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
-
de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;
-
op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is c.q. zijn.
-
afwijking van het bepaalde onder e. wordt niet verleend voor bedrijfsgebouwen op gronden, gelegen ten zuiden van de Rucphensebaan.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Bedrijven en inrichtingen
Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken:
voor geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);
-
voor bedrijven en inrichtingen genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (27 mei 2004, Staatsblad 2004, 250);
-
voor nieuwe risicovolle inrichtingen, tenzij de plaatsgebonden rsicocontour van 10-6/jaar vanwege de inrichting op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen ligt;
-
voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A.
4.4.2 Opslag
Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m.
4.4.3 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel.
4.4.4 Wonen
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor wonen, behoudens daar waar door middel van een aanduiding een bedrijfswoning of een voormalige bedrijfswoning is toegestaan.
4.4.5 Bedrijfswoning
Het is niet toegestaan op de gronden die niet zijn aangeduid als 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning te realiseren.
4.4.6 Bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte
Het is niet toegestaan de (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen of voormalige bedrijfswoningen te gebruiken als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte, tenzij het mantelzorg betreft.
4.4.7 Bijzondere woonvorm
Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen.
4.4.8 Detailhandel en kantoren
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als detailhandel en zelfstandige kantoren, met uitzondering van detailhandel in ondergeschikte zin in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen en met uitzondering van bedrijven met een apart aangegeven aanduiding.
4.4.9 Internetverkopen
internetverkopen, waarbij het volledige assortiment alleen te bezichtigen is via internet en/of postcatalogus en levering van de producten hoofdzakelijk plaatsvindt via post- of (eigen) koeriersdiensten, zijn toegestaan.
4.4.10 Horeca
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant.
4.4.11 Parkeren
Voor wat betreft het gebruik van bestaande opstallen gelden de parkeernomen zoals deze zijn opgenomen in de Nota parkeernormen zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, en met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
-
in 4.1 teneinde bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan genoemd in 4.1 voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorieën van de deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
in 4.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;
met dien verstande dat:
-
geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143) dat als bijlage in de regels is opgenomen, niet zijn toegestaan.
-
het onder a. bepaalde niet geldt voor de gronden ten zuiden van de Rucphensebaan
4.5.2 Plaatsgebonden risicocontour
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5.1 onder b. voor de vestiging van een nieuwe risicovolle inrichting met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar buiten de perceelsgrens of -grenzen van het bedrijf, op voorwaarde dat:
-
de plaatsgebonden risicocontour van 10 -6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;
-
met de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
-
een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;
met dien verstande dat:
-
een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting komt te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.
4.5.3 AMVB-inrichtingen 8.40 Wet milieubeheer
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5.1 onder d. van de bepaling dat AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A., voor een afstand gelegen buiten de perceelsgrens of -grenzen, op voorwaarde dat:
-
de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;
-
met de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
-
een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;
met dien verstande dat:
-
een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen komen te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.
4.5.4 Toelaatbaar maximum vloeroppervlakte kantoor bij een bedrijf
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 onder l. teneinde de oppervlakte van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 2.500 m², op voorwaarde dat:
-
het kantoorvloeroppervlak passend is te beschouwen bij de maat, schaal en omvang van het bedrijf;
-
het kantoorvloeroppervlak nooit meer dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen;
-
inwilliging van een verzoek om afwijking niet mag leiden tot een beperking van de gebruiksmogelijkheden van omliggende bedrijven en niet mag plaatsvinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een risicovolle inrichting.
4.5.5 Stapelhoogte opslag
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.2 ten behoeve van opslag van goederen tot een stapelhoogte van 8 m., op voorwaarde dat:
-
de hogere opslaghoogte noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
-
de opslag niet zichtbaar is vanaf de openbare weg;
-
de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1 Wijzigingsbevoegdheid bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een bestaande of voormalige bedrijfswoning aangeduid als 'bedrijfswoning' c.q. 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedtijfswoning' te schrappen, met inachtneming van de volgende regel:
-
er dient sprake te zijn van beëindiging van de woonfunctie gedurende een jaar.
4.6.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.
Artikel 5 Bedrijventerrein - 2
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 3.1 en 3.2 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede groothandelsbedrijven;
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) in milieucategorie 2, voorzover deze zijn opgenomen in de bij deze regels gevoegde bedrijvenlijst 'toegestane milieucategorie 2 bedrijven';
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens een bedrijfswoning;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning' tevens een voormalige bedrijfswoning;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - detailhandel in auto's' tevens detailhandel in auto's, motoren, caravans en boten;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - hoogspanning verdeelstation' tevens een nutsbedrijf bedoeld voor het transporteren, verdelen en transformeren van elektrische energie;
-
ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' tevens een tuincentrum;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - detailhandel in groenten en fruit' tevens detailhandel in groenten en fruit;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - educatieve moestuin en agrarische educatie' tevens een educatieve moestuin en agrarische educatie;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kookgerei en cadeauartikelen' tevens detailhandel in kookgerei en cadeauartikelen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG' tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder LPG;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - ambulancepost' tevens een ambulancepost;
-
geluidwerende voorzieningen;
-
verkeers- en groenvoorzieningen, waaronder wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;
-
watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen.
met dien verstande dat:
-
nieuwe risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan, tenzij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar binnen de eigen perceelsgrens van het bedrijf ligt;
-
een bestaande risicovolle inrichting waarbij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar zich uitstrekt buiten de perceelsgrens van het bedrijf, mag worden voortgezet of gewijzigd op voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar niet wordt vergroot of gewijzigd;
-
binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een bedrijf geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht;
-
binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar mag een bestaand kwetsbaar object niet worden uitgebreid;
-
per bedrijfsvestiging het kantoorvloeroppervlak niet meer dan 50% van het totale perceelsoppervlak mag bedragen tot een maximum van 1500 m².
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd:
-
gebouwen;
-
een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
-
een 'voormalige bedrijfswoning' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
parkeerplaatsen.
5.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
-
gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;
-
de oppervlakte van bouwpercelen dient minimaal 1.000 m² te zijn en mag maximaal 5 ha groot zijn, met dien verstande dat de maximum maatvoering van 5 ha niet van toepassing voor de gronden met de 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende perceelsgrootte';
-
het minimale oppervlak aan gebouwen mag niet minder bedragen dan 30% en het maximale oppervlak aan gebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75%;
-
de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient tenminste 1 m te bedragen;
-
onverminderd het onder a. bepaalde dient de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen ten minste 3 m te bedragen;
-
onverminderd het onder a.bepaalde, dient de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg 10 m te bedragen;
-
de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven en met uitzondering van nutsvoorzieningen waarvan de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.
5.2.3 Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning
Voor bestaande en voormalige bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
-
bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
-
voormalige bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'of 'specifieke vorm van bedrijventerrein -voormalige bedrijfswoning' is slechts één bedrijfswoning c.q. voormalige bedrijfswoning toegestaan;
-
de inhoud van een (voormalige) bedrijfswoning mag ten hoogste 750 m3 mag bedragen, met dien verstande dat voor zover de inhoud ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, de bestaande inhoud als maximum geldt;
-
de afstand tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen dient ten minste 3 m. te bedragen;
-
de goot- en of bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste bedragen:
-
goothoogte: 6 m.;
-
bouwhoogte: 10 m.
-
per (voormalige) bedrijfswoning mogen bijbehorende bouwwerken worden opgericht met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van ten hoogste 5 m en met een maximale oppervlakte van 40 m²;
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 3 m;
-
geluidwerende voorzieningen 3 m;
-
(reclame)masten en verlichtingsarmaturen 25 m;
-
bliksemafleiders 15 m;
5.2.5 Parkeerplaatsen
Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein al dan niet in een (ondergrondse) parkeergarage dienen te worden gerealiseerd.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Omvang, hoogte en positionering hoofdgebouwen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
-
in 5.2.2 onder a. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak aan de zijde van de openbare weg voor zover de overschrijding niet meer dan 5 m bedraagt;
-
in 5.2.2 onder c. tot een verlaging van het minimum bebouwingspercentage met dien verstande dat het minimum bebouwingspercentage nooit minder dan 20% mag bedragen c.q. tot een verhoging van het maximum bebouwingspercentage naar ten hoogste 85%;
-
in 5.2.2 onder e., ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen tot op één van de zijdelingse of achterliggende perceelsgrenzen;
-
in 5.2.2 onder f. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen waarbij de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg minder dan 10 m bedraagt met dien verstande dat de afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;
-
in 5.2.2 onder g. tot verhoging van de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte van bedrijfsgebouwen met ten hoogste 4 m.;
-
omgevingsvergunning als bedoeld in a. tot en met e. wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarden dat:
-
de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
-
de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;
-
op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is c.q. zijn.
-
afwijking van het bepaalde onder e. wordt niet verleend voor besdrijfsgebouwen op gronden, gelegen ten zuiden van de Rucphensebaan.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Bedrijven en inrichtingen
Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken:
-
voor geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);
-
voor bedrijven en inrichtingen genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (27 mei 2004, Staatsblad 2004, 250);
-
voor nieuwe risicovolle inrichtingen, tenzij de plaatsgebonden rsicocontour van 10-6/jaar vanwege de inrichting op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen ligt;
-
voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A.
5.4.2 Opslag
Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m.
5.4.3 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel.
5.4.4 Wonen
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor wonen, behoudens daar waar door middel van een aanduiding een bedrijfswoning is toegestaan.
5.4.5 Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning
Het is niet toegestaan op de gronden die niet zijn aangeduid als 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning te realiseren.
5.4.6 Bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte
Het is niet toegestaan de (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen of voormalige bedrijfswoningen te gebruiken als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte, tenzij het mantelzorg betreft.
5.4.7 Bijzondere woonvorm
Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen.
5.4.8 Detailhandel en kantoren
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als detailhandel en zelfstandige kantoren, met uitzondering van detailhandel in ondergeschikte zin in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen en met uitzondering van bedrijven met een apart aangegeven aanduiding.
5.4.9 Internetverkopen
Internetverkopen, waarbij het volledige assortiment alleen te bezichtigen is via internet en/of postcatalogus en levering van de producten hoofdzakelijk plaatsvindt via post- of (eigen) koeriersdiensten, zijn toegestaan.
5.4.10 Horeca
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant.
5.4.11 Parkeren
Voor wat betreft het gebruik van bestaande opstallen gelden de parkeernomen zoals deze zijn opgenomen in de Nota parkeernormen en met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
-
in 5.1 teneinde bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan genoemd in 5.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorieën van de deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
in 5.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;
met dien verstande dat:
-
geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143) dat als bijlage in de regels is opgenomen, niet zijn toegestaan.
5.5.2 Plaatsgebonden risicocontour
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder b. voor de vestiging van een nieuwe risicovolle inrichting met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar buiten de perceelsgrens of -grenzen van het bedrijf, op voorwaarde dat:
-
de plaatsgebonden risicocontour van 10 -6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;
-
met de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
-
een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;
met dien verstande dat:
-
een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting komt te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.
5.5.3 AMVB-inrichtingen 8.40 Wet milieubeheer
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder d. van de bepaling dat AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A., voor een afstand gelegen buiten de perceelsgrens of -grenzen, op voorwaarde dat:
-
de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;
-
met de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
-
een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;
met dien verstande dat:
-
een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen komen te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.
5.5.4 Toelaatbaar maximum vloeroppervlakte kantoor bij een bedrijf
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 onder s. teneinde de oppervlakte van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 2.500 m², op voorwaarde dat:
-
het kantoorvloeroppervlak passend is te beschouwen bij de maat, schaal en omvang van het bedrijf;
-
het kantoorvloeroppervlak nooit meer dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen;
-
inwilliging van een verzoek om afwijking niet mag leiden tot een beperking van de gebruiksmogelijkheden van omliggende bedrijven en niet mag plaatsvinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een risicovolle inrichting.
5.5.5 Stapelhoogte opslag
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.2 ten behoeve van opslag van goederen tot een stapelhoogte van 8 m., op voorwaarde dat:
-
de hogere opslaghoogte noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
-
de opslag niet zichtbaar is vanaf de openbare weg;
-
de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd.
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 Wijzigingsbevoegdheid bedrijfswoningen en voormalige bedrijfswoningen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een bestaande of voormalige bedrijfswoning aangeduid als 'bedrijfswoning' c.q. 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedtijfswoning' te schrappen, met inachtneming van de volgende regel:
-
er dient sprake te zijn van beëindiging van de woonfunctie gedurende een jaar.
5.6.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.
Artikel 6 Bedrijventerrein - 3
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 3.1, 3.2 en 4.1 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede groothandelsbedrijven;
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) in milieucategorie 2, voorzover deze zijn opgenomen in de bij deze regels gevoegde bedrijvenlijst 'toegestane milieucategorie 2 bedrijven';
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens een bedrijfswoning;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning' tevens een voormalige bedrijfswoning;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - detailhandel in auto's' tevens detailhandel in auto's, motoren, caravans en boten;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - lampenfabriek' tevens een lampenfabriek';
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - parket en laminaat' tevens detailhandel in parket en laminaat;
-
geluidwerende voorzieningen;
-
verkeers- en groenvoorzieningen, waaronder wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;
-
watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen;
met dien verstande dat:
-
nieuwe risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan, tenzij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar binnen de eigen perceelsgrens van het bedrijf ligt;
-
een bestaande risicovolle inrichting waarbij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar zich uitstrekt buiten de perceelsgrens van het bedrijf, mag worden voortgezet of gewijzigd op voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar niet wordt vergroot of gewijzigd;
-
binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een bedrijf geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht;
-
binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar mag een bestaand kwetsbaar object niet worden uitgebreid;
-
per bedrijfsvestiging het kantoorvloeroppervlak niet meer dan 50% van het totale perceelsoppervlak mag bedragen tot een maximum van 1500 m².
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd:
-
gebouwen;
-
een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
-
een voormalige bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
parkeerplaatsen.
6.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
-
gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;
-
de oppervlakte van bouwpercelen dient minimaal 1.000 m² te zijn en mag maximaal 5 ha groot zijn;
-
het minimale oppervlak aan gebouwen mag niet minder bedragen dan 30% en het maximale oppervlak aan gebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75%;
-
de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient tenminste 1 m te bedragen;
-
onverminderd het onder a. bepaalde dient de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen ten minste 3 m te bedragen;
-
onverminderd het onder a.bepaalde, dient de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg 10 m te bedragen;
-
de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven en met uitzondering van nutsvoorzieningen waarvan de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.
6.2.3 Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning
-
bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
-
voormalige bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'of 'voormalige bedrijfswoning' is slechts één bedrijfswoning c.q. voormalige bedrijfswoning toegestaan;
-
de inhoud van een (voormalige) bedrijfswoning mag ten hoogste 750 m3 mag bedragen, met dien verstande dat voor zover de inhoud ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, de bestaande inhoud als maximum geldt;
-
de afstand tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen dient ten minste 3 m. te bedragen;
-
de goot- en of bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste bedragen:
-
goothoogte: 6 m.;
-
bouwhoogte: 10 m.
-
per (voormalige) bedrijfswoning mogen bijbehorende bouwwerken worden opgericht met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van ten hoogste 5 m en met een maximale oppervlakte van 40 m²;
6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 3 m;
-
geluidwerende voorzieningen 3 m;
-
(reclame)masten en verlichtingsarmaturen 25 m;
-
bliksemafleiders 15 m;
6.2.5 Parkeerplaatsen
Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein al dan niet in een (ondergrondse) parkeergarage dienen te worden gerealiseerd.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Omvang, hoogte en positionering hoofdgebouwen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
-
in 6.2.2 onder a. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak aan de zijde van de openbare weg voor zover de overschrijding niet meer dan 5 m bedraagt;
-
in 6.2.2 onder c. tot een verlaging van het minimum bebouwingspercentage met dien verstande dat het minimum bebouwingspercentage nooit minder dan 20% mag bedragen c.q. tot een verhoging van het maximum bebouwingspercentage naar ten hoogste 85%;
-
in 6.2.2 onder e., ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen tot op één van de zijdelingse of achterliggende perceelsgrenzen;
-
in 6.2.2 onder f. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen waarbij de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg minder dan 10 m bedraagt met dien verstande dat de afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;
-
in 6.2.2 onder g. tot verhoging van de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte van bedrijfsgebouwen met ten hoogste 4 m.;
-
omgevingsvergunning als bedoeld in a. tot en met e. wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarden dat:
-
de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
-
de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;
-
op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is c.q. zijn.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Bedrijven en inrichtingen
Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken:
-
voor geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);
-
voor bedrijven en inrichtingen genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (27 mei 2004, Staatsblad 2004, 250);
-
voor nieuwe risicovolle inrichtingen, tenzij de plaatsgebonden rsicocontour van 10-6/jaar vanwege de inrichting op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen ligt;
-
voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A.
6.4.2 Opslag
Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m.
6.4.3 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel.
6.4.4 Wonen
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor wonen, behoudens daar waar door middel van een aanduiding een bedrijfswoning is toegestaan.
6.4.5 Bedrijfswoning
Het is niet toegestaan op de gronden die niet zijn aangeduid als 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning te realiseren.
6.4.6 Bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte
Het is niet toegestaan de (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen te gebruiken als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte, tenzij het mantelzorg betreft.
6.4.7 Bijzondere woonvorm
Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen.
6.4.8 Detailhandel en kantoren
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als detailhandel en zelfstandige kantoren, met uitzondering van detailhandel in ondergeschikte zin in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen en met uitzondering van bedrijven met een apart aangegeven aanduiding.
6.4.9 Internetverkopen
Internetverkopen, waarbij het volledige assortiment alleen te bezichtigen is via internet en/of postcatalogus en levering van de producten hoofdzakelijk plaatsvindt via post- of (eigen) koeriersdiensten, zijn toegestaan.
6.4.10 Horeca
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant.
6.4.11 Parkeren
Voor wat betreft het gebruik van bestaande opstallen gelden de parkeernomen zoals deze zijn opgenomen in de Nota parkeernormen en met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
-
in 6.1 teneinde bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan genoemd in 6.1 , voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorieën van de deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
in 6.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;
met dien verstande dat:
-
geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143) dat als bijlage in de regels is opgenomen, niet zijn toegestaan.
6.5.2 Plaatsgebonden risicocontour
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4.1 onder b. voor de vestiging van een nieuwe risicovolle inrichting met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar buiten de perceelsgrens of -grenzen van het bedrijf, op voorwaarde dat:
-
de plaatsgebonden risicocontour van 10 -6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;
-
met de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
-
een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;
met dien verstande dat:
-
een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting komt te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.
6.5.3 AMVB-inrichtingen 8.40 Wet milieubeheer
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4.1 onder d. van de bepaling dat AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A., voor een afstand gelegen buiten de perceelsgrens of -grenzen, op voorwaarde dat:
-
de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;
-
met de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
-
een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;
met dien verstande dat:
-
een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen komen te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.
6.5.4 Toelaatbaar maximum vloeroppervlakte kantoor bij een bedrijf
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 onder n. teneinde de oppervlakte van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 2.500 m², op voorwaarde dat:
-
het kantoorvloeroppervlak passend is te beschouwen bij de maat, schaal en omvang van het bedrijf;
-
het kantoorvloeroppervlak nooit meer dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen;
-
inwilliging van een verzoek om afwijking niet mag leiden tot een beperking van de gebruiksmogelijkheden van omliggende bedrijven en niet mag plaatsvinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een risicovolle inrichting.
6.5.5 Stapelhoogte opslag
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4.2 ten behoeve van opslag van goederen tot een stapelhoogte van 8 m., op voorwaarde dat:
-
de hogere opslaghoogte noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
-
de opslag niet zichtbaar is vanaf de openbare weg;
-
de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd.
6.6 Wijzigingsbevoegdheid
6.6.1 Wijzigingsbevoegdheid bedrijfswoningen en voormalige bedrijfswoningen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een bestaande of voormalige bedrijfswoning aangeduid als 'bedrijfswoning' c.q. 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedtijfswoning' te schrappen, met inachtneming van de volgende regel:
-
er dient sprake te zijn van beëindiging van de woonfunctie gedurende een jaar.
6.6.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.
Artikel 7 Bedrijventerrein - 4
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede groothandelsbedrijven;
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) in milieucategorie 2, voorzover deze zijn opgenomen in de bij deze regels gevoegde bedrijvenlijst 'toegestane milieucategorie 2 bedrijven' en uitsluitend voorzover deze ter plaatse gevestigd en in gebruik zijn op het moment van tervisielegging van het ontwerp van het onderhavige bestemmingsplan;
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens een bedrijfswoning;
-
ter plaatse van de aanduiding 'voormalige bedrijfswoning' tevens een voormalige bedrijfswoning;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - bedrijfswoonwagen' tevens een bedrijfswoonwagen;
-
geluidwerende voorzieningen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - detailhandel in auto's' tevens detailhandel in auto's, motoren, caravans en boten;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - autorecyclebedrijf' tevens autorecyclebedrijven;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel- detailhandel in gebruikte goederen' tevens detailhandel in gebruikte goederen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - houthandel' tevens detailhandel in hout en steigerhouten producten;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel- keukens, badkamers, sanitair, tegels' tevens detailhandel in keukens, badkamers, sanitairs, tegels en aanverwante producten;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kwekerijproducten ten behoeve van land- en tuinbouw' tevens detailhandel in kwekerijproducten ten behoeve van land- en tuinbouw;
-
ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs' tevens een onderwijsinstelling;
-
verkeers- en groenvoorzieningen, waaronder wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;
-
watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen;
met dien verstande dat:
-
nieuwe risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan, tenzij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar binnen de eigen perceelsgrens van het bedrijf ligt;
-
een bestaande risicovolle inrichting waarbij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar zich uitstrekt buiten de perceelsgrens van het bedrijf, mag worden voortgezet of gewijzigd op voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar niet wordt vergroot of gewijzigd;
-
binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een bedrijf geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht;
-
binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar mag een bestaand kwetsbaar object niet worden uitgebreid;
-
per bedrijfsvestiging het kantoorvloeroppervlak niet meer dan 50% van het totale perceelsoppervlak mag bedragen tot een maximum van 1500 m²,
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd
-
gebouwen;
-
een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
-
een voormalige bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';
-
een bedrijfswoonwagen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - bedrijfswoonwagen';
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
parkeerplaatsen.
7.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
-
gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;
-
de oppervlakte van bouwpercelen dient minimaal 1.000 m² te zijn en mag maximaal 5 ha groot zijn met dien verstande dat de maximum maatvoering van 5 ha niet van toepassing voor de gronden met de 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende perceelsgrootte';
-
het minimale oppervlak aan gebouwen mag niet minder bedragen dan 30% en het maximale oppervlak aan gebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75%;
-
de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient tenminste 1 m te bedragen;
-
onverminderd het onder a. bepaalde dient de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen ten minste 3 m te bedragen;
-
onverminderd het onder a.bepaalde, dient de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg 10 m te bedragen;
-
de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven en met uitzondering van nutsvoorzieningen waarvan de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.
7.2.3 Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning
-
bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
-
voormalige bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning';
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'of 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedrijfswoning' is slechts één bedrijfswoning c.q. voormalige bedrijfswoning toegestaan;
-
de inhoud van een (voormalige) bedrijfswoning mag ten hoogste 750 m3 mag bedragen, met dien verstande dat voor zover de inhoud ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, de bestaande inhoud als maximum geldt;
-
de afstand tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen dient ten minste 3 m. te bedragen;
-
de goot- en of bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste bedragen:
-
goothoogte: 6 m.;
-
bouwhoogte: 10 m.
-
per (voormalige) bedrijfswoning mogen bijbehorende bouwwerken worden opgericht met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van ten hoogste 5 m en met een maximale oppervlakte van 40 m².
7.2.4 Bedrijfswoonwagen
Voor een bedrijfswoonwagen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - bedrijfswoonwagen' gelden de volgende regels:
-
een bedrijfswoonwagen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van een standplaats waarvan de mimale oppervlakte 240 m2 bedraagt;
-
per standplaats is maximaal één woonwagen toegestaan;
-
de maximum gevelbreedte van het hoofdgebouw bedraagt 7 m.;
-
de maximum diepte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 15 m.;
-
de maximum bouwhoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 5,5 m.;
-
de minimum afstand tussen het hoofdgebouw en de grens van de standplaats bedraagt maximaal 60% van de standplaats;
-
per standplaats is maximaal één bijbehorend bouwwerk toegestaan;
-
de minimale afstand tussen woonwagens bedraagt 5 m.
7.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 3 m;
-
geluidwerende voorzieningen 3 m;
-
(reclame)masten en verlichtingsarmaturen 25 m;
-
bliksemafleiders 15 m;
7.2.6 Parkeerplaatsen
Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein al dan niet in een (ondergrondse) parkeergarage dienen te worden gerealiseerd.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Omvang, hoogte en positionering hoofdgebouwen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
-
in 7.2.2 onder a. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak aan de zijde van de openbare weg voor zover de overschrijding niet meer dan 5 m bedraagt;
-
in 7.2.2 onder c. tot een verlaging van het minimum bebouwingspercentage met dien verstande dat het minimum bebouwingspercentage nooit minder dan 20% mag bedragen c.q. tot een verhoging van het maximum bebouwingspercentage naar ten hoogste 85%;
-
in 7.2.2 onder e., ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen tot op één van de zijdelingse of achterliggende perceelsgrenzen;
-
in 7.2.2 onder f. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen waarbij de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg minder dan 10 m bedraagt met dien verstande dat de afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;
-
in 7.2.2 onder g. tot verhoging van de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte van bedrijfsgebouwen met ten hoogste 4 m.;
-
omgevingsvergunning als bedoeld in a. tot en met e. wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarden dat:
-
de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
-
de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;
-
op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is c.q. zijn.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Bedrijven en inrichtingen
Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken:
-
voor geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);
-
voor bedrijven en inrichtingen genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (27 mei 2004, Staatsblad 2004, 250);
-
voor nieuwe risicovolle inrichtingen, tenzij de plaatsgebonden rsicocontour van 10-6/jaar vanwege de inrichting op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen ligt;
-
voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A.
7.4.2 Milieucategorie 2-bedrijven
-
Het is niet toegestaan, behoudens het in 7.1 onder b. bepaalde, een bedrijf in milieucategorie 2 te vestigen c.q. in gebruik te hebben.
-
Na beëindiging van een bedrijf als bedoeld onder 7.1 onder b, is (nieuw)vestiging van een bedrijf vallend in milieucategorie 2 niet toegestaan.
7.4.3 Opslag
Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m.
7.4.4 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel.
7.4.5 Wonen
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor wonen, behoudens daar waar door middel van een aanduiding een bedrijfswoning c.q. een voormalige bedrijfswoning s toegestaan.
7.4.6 Bedrijfswoning
Het is niet toegestaan op de gronden die niet zijn aangeduid als 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning te realiseren.
7.4.7 Bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte
Het is niet toegestaan de (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen of voormalige bedrijfswoningen te gebruiken als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte, tenzij het mantelzorg betreft.
7.4.8 Bijzondere woonvorm
Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen.
7.4.9 Detailhandel en kantoren
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als detailhandel en zelfstandige kantoren, met uitzondering van detailhandel in ondergeschikte zin in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen en met uitzondering van bedrijven met een apart aangegeven aanduiding.
7.4.10 Internetverkopen
Internetverkopen, waarbij het volledige assortiment alleen te bezichtigen is via internet en/of postcatalogus en levering van de producten hoofdzakelijk plaatsvindt via post- of (eigen) koeriersdiensten, zijn toegestaan.
7.4.11 Horeca
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant.
7.4.12 Parkeren
Voor wat betreft het gebruik van bestaande opstallen gelden de parkeernomen zoals deze zijn opgenomen in de Nota parkeernormen en met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
7.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
-
in 7.1 teneinde bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan genoemd in 7.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorieën van de deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
in 7.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;
met dien verstande dat:
-
geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143) dat als bijlage in de regels is opgenomen, niet zijn toegestaan.
7.5.2 Plaatsgebonden risicocontour
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4.1 onder b. voor de vestiging van een nieuwe risicovolle inrichting met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar buiten de perceelsgrens of -grenzen van het bedrijf, op voorwaarde dat:
-
de plaatsgebonden risicocontour van 10 -6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;
-
met de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
-
een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;
met dien verstande dat:
-
een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting komt te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.
7.5.3 AMVB-inrichtingen 8.40 Wet milieubeheer
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4.1 onder d. van de bepaling dat AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A., voor een afstand gelegen buiten de perceelsgrens of -grenzen, op voorwaarde dat:
-
de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;
-
met de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
-
een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;
met dien verstande dat:
-
een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen komen te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.
7.5.4 Toelaatbaar maximum vloeroppervlakte kantoor bij een bedrijf
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1 onder q. teneinde de oppervlakte van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 2.500 m², op voorwaarde dat:
-
het kantoorvloeroppervlak passend is te beschouwen bij de maat, schaal en omvang van het bedrijf;
-
het kantoorvloeroppervlak nooit meer dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen;
-
inwilliging van een verzoek om afwijking niet mag leiden tot een beperking van de gebruiksmogelijkheden van omliggende bedrijven en niet mag plaatsvinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een risicovolle inrichting.
7.5.5 Stapelhoogte opslag
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4.3 ten behoeve van opslag van goederen tot een stapelhoogte van 8 m., op voorwaarde dat:
-
de hogere opslaghoogte noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
-
de opslag niet zichtbaar is vanaf de openbare weg;
-
de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd.
7.6 Wijzigingsbevoegdheid
7.6.1 Wijzigingsbevoegdheid bedrijfswoningen en voormalige bedrijfswoningen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een bestaande of voormalige bedrijfswoning aangeduid als 'bedrijfswoning' c.q. 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voormalige bedtijfswoning' te schrappen, met inachtneming van de volgende regel:
-
er dient sprake te zijn van beëindiging van de woonfunctie gedurende een jaar.
7.6.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.
Artikel 8 Bos
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden betreffen bos- en natuurgebieden en zijn bestemd voor:
-
bosbouw en houtproductie;
-
behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden;
-
behoud, herstel en ontwikkeling van aardkundige, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
-
recreatief medegebruik;
-
waterhuishoudkundige doeleinden;
-
bijbehorende voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen
Uitsluitend zijn toegestaan:
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming met een maximale bebouwingshoogte van 2 m, met dien verstande dat bouwwerken ten behoeve van informatievoorzieningen, entreevoorzieningen dan wel schuilvoorzieningen zijn toegestaan tot een hoogte van 3 m.
8.3 Specifieke gebruiksregels
8.3.1 Opslag
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, tenzij dit gebruik plaatsvindt ten dienste van de bestemming.
8.3.2 Be- en/of verwerken van goederen en producten
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor het bedrijfsmatig vervaardigen, verwerken of herstellen van goederen en/of be- of verwerken van producten.
8.3.3 Lawaaisporten
Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken voor de uitoefening van lawaaisporten.
8.3.4 Verblijfsrecreatie
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor verblijfsrecreatie.
8.4 Omgevingsvergunning
8.4.1 Verbodsregel
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
-
het aanleggen of verharden van wegen en paden of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen of halfverhardingen;
-
het aanbrengen van boven- of ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies;
-
het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
-
het graven en dempen van sloten, greppels en poelen;
-
het verwijderen van houtopstanden;
8.4.2 Uitzondering
Het in 8.4.1 bepaalde geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
-
waarvoor vóór het van kracht worden van het bestemmingsplan omgevingsvergunning is verleend;
-
die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
-
die het normale onderhoud en beheer betreffen, waaronder begrepen het verwijderen van houtopstanden ten behoeve van het behoud, herstel en ontwikkeling van bestaande biotopen en behoud en herstel van aardkundige waarden.
8.4.3 Toelaatbaarheid
De werkzaamheden zijn toelaatbaar indien:
-
door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de aanwezige waarden van de gronden niet onevenredig worden aangetast;
-
de werken of werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met bos- en natuurbeheer en ontwikkeling, dan wel in verband met het recreatief medegebruik.
Artikel 9 Gemengd - Majoppeveld
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd-Majoppeveld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 3.1 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede groothandelsbedrijven;
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) in milieucategorie 2, voorzover deze zijn opgenomen in de bij deze regels gevoegde bedrijvenlijst 'toegestane milieucategorie 2 bedrijven';
-
kantoren;
-
voorzieningen ten behoeve van sport zoals sportscholen, fitnessruimten en sauna's;
-
bedrijfswoningen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-Majoppeveld - voormalige bedrijfswoning' tevens een voormalige bedrijfswoning;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - zwembaden, whirlpools, sauna’s, cabines en beveiligingsartikelen' tevens detailhandel in zwembaden, whirlpools, sauna's cabines en beveiligingsartikelen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - detailhandel in auto's' tevens detailhandel in auto's, motoren, caravans en boten;
-
verkeers- en groenvoorzieningen, waaronder wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;
-
watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd:
-
gebouwen;
-
bedrijfswoningen;
-
een voormalige bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-Majoppeveld - voormalige bedrijfswoning';
-
bijbehorende bouwwerken;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
parkeerplaatsen.
9.2.2 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;
-
ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouwen uitgesloten', zijn geen gebouwen toegestaan.
-
het maximale oppervlak aan gebouwen bouwwerken mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75%, tenzij anders is aangegeven;
-
de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient ten minste 1 m te bedragen;
-
de goot- en/ of bouwhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste bedragen:
-
goothoogte zie aangegeven goothoogte;
-
bouwhoogte zie aangegeven bouwhoogte anders 4 m hoger dan de toegestane goothoogte;
-
de goot- en/of bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste bedragen:
-
goothoogte 3 m tenzij buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak een andere hoogte is aangegeven;
-
bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m tenzij buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak een andere hoogte is aangegeven.
9.2.3 Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning
-
per bouwperceel is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;
-
een voormalige bedrijfswoning is alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd- Majoppeveld- voormalige bedrijfswoning' toegestaan;
-
de inhoud van een (voormalige) bedrijfswoning mag ten hoogste 750 m3 mag bedragen, met dien verstande dat voor zover de inhoud ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, de bestaande inhoud als maximum geldt;
-
de afstand tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen dient ten minste 3 m. te bedragen;
-
de goot- en of bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste bedragen:
-
goothoogte: 6 m.;
-
bouwhoogte: 10 m.
-
per (voormalige) bedrijfswoning mogen bijbehorende bouwwerken worden opgericht met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van ten hoogste 5 m en met een maximale oppervlakte van 40 m².
9.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 2 m;
-
vlaggenmasten 6 m;
-
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.
9.2.5 Parkeerplaatsen
Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein al dan niet in een (ondergrondse) parkeergarage dienen te worden gerealiseerd.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Hoogte
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.4 onder a 3 voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarbij de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 m.
9.3.2 Parkeernormen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.5 mits of onder voorwaarden dat:
-
de parkeerdruk in het openbaar gebied niet onevenredig toeneemt;
-
het voldoen aan de normen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
of
-
op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
9.4 Specifieke gebruiksregels
9.4.1 Bedrijven en inrichtingen
Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken:
-
voor geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);
-
voor bedrijven en inrichtingen genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (27 mei 2004, Staatsblad 2004, 250);
-
voor nieuwe risicovolle inrichtingen, tenzij de plaatsgebonden rsicocontour van 10-6/jaar vanwege de inrichting op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen ligt;
-
voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A.
9.4.2 Opslag
Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m.
9.4.3 Aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten
Gebruik van ruimten in de woning ten behoeve van de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
de woning inclusief bijbehorende bouwwerken, die voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten nodig is, behoudt in overwegende mate de woonfunctie, met dien verstande dat maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en maximaal 50 m² van de bijbehorende bouwwerken mag worden aangewend voor de uitoefening van de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten;
-
het gebruik ten behoeve van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten levert geen hinder voor het woonmilieu op en doet geen afbreuk aan het woonkarakter van de buurt,
-
e aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten hebben geen publieksgericht karakter;
-
het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer en/of leidt niet tot een onaanvaardbare parkeerdruk;
-
detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten;
9.4.4 Detailhandel
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als detailhandel, met uitzondering van detailhandel in ondergeschikte zin in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen en met uitzondering van bedrijven met een apart aangegeven aanduiding.
9.4.5 Internetverkopen
Internetverkopen, waarbij het volledige assortiment alleen te bezichtigen is via internet en/of postcatalogus en levering van de producten hoofdzakelijk plaatsvindt via post- of (eigen) koeriersdiensten, zijn toegestaan.
9.4.6 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel.
9.4.7 Horeca
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant.
9.4.8 Bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en afhankelijke woonruimte
Het is niet toegestaan de bijbehorende bouwwerken te gebruiken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte, tenzij het mantelzorg betreft.
9.4.9 Bijzondere woonvorm
Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen.
9.4.10 Woning/wooneenheid
Het is niet toegestaan om de woning/wooneenheid te gebruiken op een wijze die strijdig is met de in artikel 1 opgenomen omschrijving.
9.4.11 Parkeren
Voor wat betreft het gebruik van bestaande opstallen gelden de parkeernomen zoals deze zijn opgenomen in de Nota parkeernormen en met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.
9.5 Afwijking van de gebruiksregels
9.5.1 Woning/wooneenheid
Burgemeester en wethouders kunnen, voor wat betreft de woonfunctie, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.4.10 ten behoeve van de huisvesting buiten het verband van een huishouding tot maximaal tien personen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
de woning/wooneenheid is groter dan 200 m2;
-
er kunnen voor het extra aantal te huisvesten personen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd; daarbij geldt een parkeernorm van één parkeerplaats per 2 personen;
-
er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het algemeen belang dat gediend is met handhaving van de woonregelgeving;
Artikel 10 Groen
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
beplantingen;
-
bermen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' een houtwal;
-
geluidswerende voorzieningen;
-
voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals verkeers-, water-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder voet- en fietspaden, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling en bergbezinkbassins;
-
watergangen en andere waterpartijen en daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd:
-
bouwwerken ten behoeve van algemeen nut;
-
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2.2 Bouwwerken ten behoeve van algemeen nut
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van algemeen nut gelden de volgende regels:
-
de inhoud van het op te richten gebouw mag maximaal 50 m3 bedragen;
-
de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;
-
de bouwhoogte van een bouwwerk, niet zijnde een gebouw mag ten hoogste 6 m bedragen.
10.2.3 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 2 m;
-
geluidswerende voorzieningen 6 m;
-
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 15 m.
10.3 Wijzigingsbevoegdheid
10.3.1 Verkeer of Water
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemmingen 'Verkeer' of 'Water', indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake verkeersstructuur, waterhuishouding en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte.
10.3.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.
Artikel 11 Tuin
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
(voor)tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
-
aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
-
overige andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen;
-
uitwendige energiebesparende gevelvoorzieningen van de bij de tuin behorende hoofdbebouwing.
11.2.2 Aangebouwde bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van aangebouwde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
-
de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 1 m te bedragen;
-
aangebouwde bijbehorende bouwwerken aan de voorgevel mogen tot op maximaal 1,5 m voor de gevel van het hoofdgebouw worden opgericht, met een breedte tot maximaal 75% van de oorspronkelijke breedte van de voorgevel en met een maximale breedte van 3,5 m;
-
de afstand van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 1 m te bedragen;
-
de diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel mag maximaal 3 m bedragen, waarbij een afstand van minimaal 3 m vanaf de voorgevel moet worden aangehouden;
-
de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen;
-
onverminderd hetgeen bepaald is in a tot en met d mag maximaal 50% van de tuin worden bebouwd.
11.2.3 Overige andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
-
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 1 m;
-
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen 2 m.
Artikel 12 Verkeer
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wegen met ten hoogste 2 keer 1 doorgaande rijstrook, opstelstrooken en busstroken daar niet onder begrepen;
-
voor zover het betreft Rijksweg A58: maximaal 2 keer 2 doorgaande rijstroken, inclusief bijbehorende voorzieningen zoals vluchtstroken, opstelstroken, op- en afritten;
-
ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' uitsluitend voor spoorwegen met bijbehorende voorzieningen waaronder bouwwerken ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van railverkeer;
-
voet- en fietspaden;
-
parkeervoorzieningen;
-
beplantingen;
-
bermen;
-
watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
civieltechnische kunstwerken, zoals een brug, tunnel of viaduct of daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals groen-, water-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder straatmeubilair, abri's, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen;
-
geluidswerende voorzieningen en daarbij behorende beplantingen;
-
kunstwerken en kunstobjecten;
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
-
bouwwerken ten behoeve van algemeen nut;
-
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2.2 Bouwwerken ten behoeve van algemeen nut
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van algemeen nut gelden de volgende regels:
-
de inhoud van een gebouw mag maximaal 50 m3 bedragen;
-
de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;
-
de hoogte van een bouwwerk, niet zijnde een gebouw mag ten hoogste 6 m bedragen.
12.2.3 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 1 m;
-
geluidswerende voorzieningen 6 m;
-
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 15 m.
12.3 Wijzigingsbevoegdheid
12.3.1 Groen of Water
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Verkeer' te wijzigen in de bestemmingen 'Groen' of 'Water', indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, waterhuishouding en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte.
12.3.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.
Artikel 13 Water
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
bergbezinkbassins;
-
bermen;
-
beplantingen;
-
civieltechnische kunstwerken, zoals een brug, tunnel of viaduct of daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - retentiegebied' uitsluitend voor het ontvangen, tijdelijk bergen en daarna geleidelijk lozen dan wel infiltreren van (gebiedseigen) water, alsmede voor het behoud en/of herstel en de onrtwikkeling van beplanting;
-
voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals verkeers-, groen-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder voet- en fietspaden, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, abri's, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling;
-
kunstwerken en kunstobjecten.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
-
bouwwerken ten behoeve van algemeen nut;
-
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.2.2 Bouwwerken ten behoeve van algemeen nut
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van algemeen nut gelden de volgende regels:
-
de inhoud van een gebouw mag maximaal 50 m3 bedragen;
-
de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;
-
de hoogte van een bouwwerk, niet zijnde een gebouw mag ten hoogste 6 m bedragen.
13.2.3 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 2. m;
-
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 15 m.
13.3 Wijzigingsbevoegdheid
13.3.1 Groen of Verkeer
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Water' te wijzigen in de bestemmingen 'Groen' of 'Verkeer', indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, verkeersstructuur en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte.
13.3.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.
Artikel 14 Wonen - 2
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
twee-aaneen, geschakelde en vrijstaande grondgebonden woningen;
-
voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling;
-
aan-huis-gebonden-beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten,
met dien verstande dat het aantal woningen, zoals dat aanwezig is bij het in ontwerp ter inzage leggen van dit bestemmingsplan niet mag toenemen.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
-
hoofdgebouwen;
-
bijbehorende bouwwerken;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
14.2.2 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
-
hoofdgebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;
-
de goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste bedragen:
-
goothoogte zie aangegeven goothoogte;
-
bouwhoogte zie aangegeven bouwhoogte en anders 4 m hoger dan de toegestane goothoogte.
14.2.3 Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
-
bijbehorende bouwwerken zijn ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak en buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan, tenzij anders is aangegeven;
-
op de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak mag het gezamenlijk te bebouwen oppervlak aan bijbehorende bouwwerken ten hoogste 50% van deze gronden bedragen, met een maximum van:
-
bij bouwpercelen kleiner dan 200 m2: 30 m2;
-
bij bouwpercelen van 200 m2 tot 500 m2 : 45 m2;
-
bij bouwpercelen van 500 m2 tot 1.000 m2 : 60 m2;
-
bij bouwpercelen van 1.000 m2 of groter : 75 m2;
met dien verstande dat:
-
bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
-
indien de bijbehorende bouwwerken niet in de perceelsgrens worden gebouwd, dient de afstand tot de perceelsgrens ten minste 1 m te bedragen;
-
de goot- en/ of bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste bedragen:
-
bijbehorende bouwwerken opgericht voor de voorgevel: bouwhoogte maximaal 3 m;
-
goothoogte 3 m;
-
bouwhoogte 5 m tenzij anders is aangegeven.
14.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 2 m;
-
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.
14.2.5 Parkeerplaatsen
Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd.
14.3 Nadere eisen
14.3.1 Situering en goot- en bouwhoogte bijbehorende bouwwerken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering en de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken, indien over een lengte van meer dan 2,5 m in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd, teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweegbrengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen met dien verstande dat:
-
daardoor de gebruikswaarde van de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak niet onevenredig wordt geschaad;
-
de goot- of bouwhoogte van (delen van) gebouwen niet wordt teruggebracht tot minder dan 2,5 m;
-
geen inbreuk wordt gemaakt op het bepaalde in 14.2.3 onder b ten aanzien van het maximaal te bebouwen gedeelte van de gronden.
14.4 Afwijken van de bouwregels
14.4.1 Omvang van de hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.2 onder a en 14.2.3 onder b:
-
teneinde de maximumdiepte van hoofdgebouwen te verruimen met ten hoogste 2 m;
-
teneinde de maximum gezamenlijk te bebouwen oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken op gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak te verhogen met ten hoogste 10m2;
met dien verstande dat:
-
het bebouwingspercentage van 50% van de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak niet wordt overschreden;
-
daardoor de gebruikswaarde van de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak niet onevenredig wordt geschaad;
-
daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
14.4.2 Parkeernormen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.5 mits of onder voorwaarden dat:
-
de parkeerdruk in het openbaar gebied niet onevenredig toeneemt;
-
het voldoen aan de normen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
of
-
op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
14.5 Specifieke gebruiksregels
14.5.1 Aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten
Gebruik van ruimten in de woning ten behoeve van de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
de woning inclusief bijbehorende bouwwerken, die voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten nodig is, behoudt in overwegende mate de woonfunctie, met dien verstande dat maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en maximaal 50 m² van de bijbehorende bouwwerken mag worden aangewend voor de uitoefening van de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten;
-
het gebruik ten behoeve van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten levert geen hinder voor het woonmilieu,
-
de aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten hebben geen publieksgericht karakter;
-
het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer en/of leidt niet tot een onaanvaardbare parkeerdruk;
-
detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten;
14.5.2 Bijzondere woonvorm
Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen.
14.5.3 Bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en afhankelijke woonruimte
Het is niet toegestaan de bijbehorende bouwwerken te gebruiken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte, tenzij het mantelzorg betreft.
14.5.4 Woning/wooneenheid
Het is niet toegestaan om de woning/wooneenheid te gebruiken op een wijze die strijdig is met de in artikel 1 opgenomen omschrijving.
14.6 Afwijking van de gebruiksregels
14.6.1 Woning/wooneenheid
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.5.4 ten behoeve van de huisvesting buiten het verband van een huishouding tot maximaal tien personen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
de woning/wooneenheid is groter dan 200 m2;
-
er kunnen voor het extra aantal te huisvesten personen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd; daarbij geldt een parkeernorm van één parkeerplaats per 2 personen;
-
er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het algemeen belang dat gediend is met handhaving van de woonregelgeving;
Artikel 15 Waarde - Archeologie 2
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor het behoud van middelhoge archeologische waarden.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen
Voor het bouwen van bouwwerken, met een grotere oppervlakte dan 100 m2 en een grotere diepte dan 0,5 meter beneden maaiveld, waarvoor een omgevingsvergunning is vereist, geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd nadat de aanvrager een archeologisch rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. Indien archeologische waarden worden aangetroffen, dient een advies te worden ingewonnen ten aanzien van de voorgenomen werken bij een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
15.2.2 Omgevingsvergunning voor bouwen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2.1 mits aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat er geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
-
op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad;
-
er worden technische maatregelen getroffen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
-
er wordt archeologisch onderzoek door middel van opgraving uitgevoerd;
-
de bouw van het bouwwerk wordt begeleid door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
15.2.3 Voorwaarden voor afwijking
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de in 15.2.2 genoemde vergunning voorwaarden te verbinden wordt een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg om advies gevraagd.
15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.3.1 Verbod
Het is op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
het verlagen of afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
-
het graven, verbreden, verdiepen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
-
het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
-
het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen, waarbij de stobben worden verwijderd;
-
het omzetten van gras- of akkerland in een teelt waarbij grond wordt afgevoerd, waartoe gerekend wordt boomteelt en graszodenteelt;
-
het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waartoe ook gerekend wordt het aanleggen van drainage, diepwoelen, mengen van grond, diepploegen en ontginnen;
-
het aanbrengen van ondergrondse transportleidingen en de daarmee verband houdende constructies;
-
het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand;
-
het aanbrengen van verhardingen.
15.3.2 Uitgezonderde werkzaamheden
Het in 15.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden die:
-
het normale onderhoud en beheer betreffen;
-
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt;
-
tot een oppervlakte kleiner dan 50 m2 en een diepte minder dan 0,5 m beneden maaiveld;
-
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
15.3.3 Toelaatbaarheid
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in zijn slechts toelaatbaar indien en voorzover door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de archeologische waarden ontstaat of kan ontstaan.
15.3.4 Opgraving
Indien het om zwaarwegende redenen niet mogelijk is de archeologische waarden geheel of gedeeltelijk te behouden, wordt aan de omgevingsvergunning de regel verbonden dat voorafgaand aan het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden een archeologische opgraving zal plaatsvinden.
15.3.5 Advies
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in 15.3.1 wordt verleend, wordt archeologisch advies ingewonnen bij een archeologische deskundige.
15.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' van de verbeelding te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS
Artikel 16 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 17 Algemene bouwregels
17.1 Bestaande afstanden en andere maten
17.1.1 Maximaal toelaatbaar
Indien afstanden tot, en hoogten, inhoud, aantallen en/ of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de wetgeving, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
17.1.2 Minimaal toelaatbaar
In die gevallen dat afstand tot, en hoogte, inhoud, aantallen en / of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de wetgeving, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
17.1.3 Heroprichting
In het geval van heroprichting van gebouwen is het bepaalde in 17.1.1 en 17.1.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
17.2 Overschrijding bouwgrenzen
De aangegeven bouwgrenzen/voorgevellijn mogen/mag uitsluitend worden overschreden door:
-
tot gebouwen behorende stoepen, trappen- c.q. lifthuizen, hellingbanen, funderingen, entreeportalen, veranda's mits de overschrijding niet meer dan 2,5 m bedraagt;
Artikel 18 Algemene gebruiksregels
18.1 Gebruik van gronden en bouwwerken
18.1.1 Strijdigheid artikelen
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in de artikelen 2 tot en met 14 aan de grond gegeven bestemming, de bestemmingsomschrijving en de overige regels.
Artikel 19 Algemene aanduidingsregels
19.1 Vrijwaringszone - beschermingszone
19.1.1 Omschrijving
De voor 'Vrijwaringszone - beschermingszone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterschapsdoeleinden ten behoeve van de aan deze zone grenzende waterloop.
19.1.2 Bouwregels
Op deze gronden mag niet worden gebouwd.
19.1.3 Afwijken van de bouwregels
-
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.1.2 ten behoeve van bebouwing, die is toegestaan ingevolge de ter plaatse geldende andere bestemming, indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt toegebracht aan het belang van de waterhuishouding.
-
Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. wordt pas verleend nadat ter zake advies is ingewonnen bij de beheersinstantie van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde waterloop; de beslissing inzake het verlenen van de omgevingsvergunning wordt aan genoemde instantie medegedeeld.
19.1.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
-
Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
een gesloten wegdek aan te brengen;
-
beplantingen en / of bomen aan te brengen c.q. te vellen en / of te rooien;
-
waterlopen wijzigen en afgravings- en ontgrondingwerkzaamheden uit te voeren anders dan normaal spitwerk, dieper dan 0,30 meter;
-
heiwerken uit te voeren en/of scherpe voorwerpen in de bodem te drijven dieper dan 0,30 m;
-
parallelriolen, nutsvoorzieningen en transportleidingen aan te leggen;
-
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van gezamenlijk meer dan 100 m2;
-
het ophogen van gronden;
-
Het verbod bedoeld als in a is niet van toepassing op werken en / of werkzaamheden die:
-
betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
-
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
-
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in a. zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de beschermingsfunctie ten behoeve van de waterloop;
-
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamhed en als bedoeld onder a. wordt pas verleend nadat terzake advies is ingewonnen bij de beheersinstantie van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde waterloop; de beslissing inzake het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden wordt aan genoemde instantie medegedeeld.
Artikel 20 Algemene afwijkingsregels
20.1 Afwijking bouwen
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woon- en milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, en tenzij daardoor belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, met een omgevingsvergunning afwijken van het in dit plan bepaalde:
-
ten aanzien van de plaats van de bebouwingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt;
-
van de in de artikelen 1 tot en met 15 genoemde maten resp. percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%;
-
van enige bestemming van gronden uitsluitend ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, telefooncellen en wachthuisjes, met dien verstande, dat de inhoud per op te richten bouwwerk niet meer dan 50 m³ zal bedragen en de goothoogte ervan niet meer dan 3 m zal bedragen.
20.2 Afwijking maximale perceelsgrootte bestaande bedrijven
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 onder b., 5.2.2 onder b, 6.2.2 onder b en 7.2.2 onder b teneinde de maximale oppervlak van een bouwperceel te verhogen naar maximaal 7,5 ha, op voorwaarde dat:
-
van deze afwijking uitsluitend gebruik gemaakt wordt ten behoeve van bestaande bedrijven, die in het plangebied gevestigd zijn op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het onderhavige bestemmingsplan en deze bedrijven op dat moment al een omvang hebben van meer dan 4 ha;
-
wordt aangetoond dat de overschrijding noodzakelijk is voor een economisch verantwoorde bedrijfsvoering en gezonde ontwikkeling van het bedrijf;
-
deze afwijkingsbevoegdheid niet van toepassing is voor de gronden met de 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende perceelsgrootte'.
20.3 Afwijking gebruik
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.10, 5.4.10, 6.4.10, 7.4.11 ten behoeve van de oprichting van een kleinschalige horecavoorziening in de vorm van een broodjeszaak, cafetaria of lunchroom, vooral bedoeld voor werknemers en bezoekers van de ter plaatse gevestigde bedrijven, met dien verstande dat:
-
het brutovloeroppervlak van de betreffende horecavoorziening niet meer mag bedragen dan 150 m2 bvo;
-
in het gehele plangebied van het onderhavige bestemmingsplan maximaal 2 horecavestigingen als bedoeld in de aanhef van dit artikel aanwezig mogen, nl. één op Majoppeveld Noord (het gedeelte van het bedrijventerrein gelegen ten noorde van de A58) en één op Majoppeveld Zuid (het gedeelte van het bedrijventerrein gelegen ten zuiden van de A58).
20.4 Afwijken kantoorvloeroppervlak
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1, onder u en 7.1, onder u en in afwijking van het bepaalde in 5.5.4 respectievelijk 7.5.4 teneinde de maximale vloeroppervlak van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 15.000 m2 met dien verstande dat:
-
afwijking uitsluitend mogelijk is voor zover het betreft de gronden kadastraal bekend gemeente Roosendaal en Nispen sectie B, de nummers 4808, 6391, 4740, 4795, 8298, 4821, 5956, 8299 (plaatselijk bekend als het 'voormalig Philipsterrein');
-
afwijking uitsluitend mogelijk wanneer dit voor de bedrijfsvoering van het te vestigen bedrijf (of de te vestigen bedrijven) op voornoemde gronden passend is bij de omvang en oppervlak van de bedrijfsvestiging(en).
Artikel 21 Algemene wijzigingsregels
21.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
21.2 Belangenprocedure bij de algemene wijzigingsregels
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 22 in acht te worden genomen.
Artikel 22 Algemene procedureregels
22.1 Procedure wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen voornemens zijn gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid voor zover naar dit artikel wordt verwezen.
22.2 Procedureregels
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn gebruik te maken van een wijziging als bedoeld in 22.1 gelden hiervoor de volgende procedureregels.
22.2.1 Termijn en terinzagelegging
Het ontwerpbesluit, houdende een wijziging of uitwerking als bedoeld in bovenstaande artikelen, ligt gedurende zes weken bij de gebruikelijke gemeentelijke informatiepunten voor belanghebbenden ter inzage.
22.2.2 Wijze bekendmaking
Burgemeester en wethouders maken de nederlegging tevoren op de gebruikelijke wijze bekend.
22.2.3 Zienswijzen
De bekendmaking houdt in de bevoegdheid van belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging zienswijzen naar voren te brengen bij burgemeester en wethouders tegen het ontwerpbesluit.
Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 23 Overgangsregels
23.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
23.2 Omgevingsvergunning
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van 23.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 23.1 met maximaal 10 %.
23.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 23.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
23.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
23.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 23.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
23.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in het 23.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
23.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 23.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
23.8 Hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer personen, kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Artikel 24 Slotregels
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Majoppeveld' van de gemeente Roosendaal.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
De griffier, De voorzitter,
Hoofdstuk 5 BIJLAGEN BIJ REGELS
Artikel 25 Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Staat van Bedrijfsactiviteiten
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten
|
Niet toegestane bedrijven c.q. bedrijfsactiviteiten (voor zover in de regels niet anders is bepaald)
|
-
- niet van toepassing of niet relevant
-
< kleiner dan
-
> groter
-
= gelijk aan
-
cat. categorie
-
e.d. en dergelijke
-
kl. klasse
-
n.e.g. niet elders genoemd
-
o.c. opslagcapaciteit
-
p.c. productiecapaciteit
-
p.o. productieoppervlak
-
b.o. bedrijfsoppervlak
-
v.c. verwerkingscapaciteit
-
u uur
-
d dag
-
w week
-
j jaar
-
Zonering op basis van Wet geluidhinder
|
-
buurt- en clubhuizen (SBI-code 9133.1);
-
buurt- en clubhuizen (SBI-code 9133.1); dansscholen (SBI-code 9234.1);
-
bioscopen (SBI-code 9213);
-
theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen (SBI-code 9232);
-
recreatiecentra, vaste kermis e.d. (SBI-code 9233);
-
muziek- en balletscholen (SBI-code 9234);
-
bibliotheken, musea, ateliers, e.d. (SBI-codes 9251, 9252);
-
dierentuinen (SBI-code 9253.1);
-
zwembaden (SBI-code 9261.1);
-
sporthallen (SBI-code 9261.2);
-
bowlingcentra (SBI-code 9261.2);
-
overdekte kunstijsbanen (SBI-code 9261.2);
-
stadions en open-lucht-ijsbanen (SBI-code 9261.2);
-
maneges (SBI-code 9261.2);
-
tennisbanen (met verlichting) (SBI-code 9261.2);
-
veldsportcomplex (met verlichting) (SBI-code 9261.2);
-
golfbanen (SBI-code 9261.2);
-
kunstskibanen (SBI-code 9261.2);
-
schietinrichtingen (SBI-code 9262); skelterbanen (SBI-code 9262);
-
autocircuits, motorcrossterreinen e.d. (SBI-code 9262);
-
sportscholen, gymnastiekzalen (SBI-code 9262);
-
jachthavens met diverse voorzieningen (SBI-code 9262);
-
casino's (SBI-code 9271);
-
amusementshallen (SBI-code 9272.1);
-
modelvliegtuig-velden (SBI-code 9272.2);
|
|
|
|
SBI-code
|
SBI-code 2008
|
Nr.
|
Omschrijving
|
Cat.
|
|
|
|
|
|
01
|
01
|
-
|
Landbouw en dienstverlening t.b.v. de landbouw
|
|
0111, 0113
|
011, 012, 013
|
|
Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen)
|
2
|
0112
|
011, 012, 013, 016
|
0
|
Tuinbouw:
|
|
0112
|
011, 012, 013
|
1
|
|
2
|
0112
|
011, 012, 013
|
2
|
|
2
|
0112
|
011, 012, 013
|
3
|
|
2
|
0112
|
0113
|
4
|
|
2
|
0112
|
0113
|
5
|
|
3.2
|
0112
|
0163
|
6
|
|
2
|
0112
|
011
|
7
|
|
2
|
0121
|
0141, 0142
|
|
Fokken en houden van rundvee
|
3.2
|
0122
|
0143, 0145
|
0
|
Fokken en houden van overige graasdieren:
|
|
0122
|
0143
|
1
|
|
3.1
|
0122
|
0145
|
2
|
|
3.1
|
0123
|
0146
|
|
Fokken en houden van varkens
|
4.1
|
0124
|
0147
|
0
|
Fokken en houden van pluimvee:
|
|
0124
|
0147
|
1
|
|
4.1
|
0124
|
0147
|
2
|
|
4.1
|
0124
|
0147
|
3
|
|
4.1
|
0124
|
0147
|
4
|
|
3.2
|
0125
|
0149
|
0
|
Fokken en houden van overige dieren:
|
|
0125
|
0149
|
1
|
|
4.1
|
0125
|
0149
|
2
|
|
3.2
|
0125
|
0149
|
3
|
|
3.1
|
0125
|
0149
|
4
|
|
3.2
|
0125
|
0149
|
5
|
|
2
|
0125
|
0149
|
6
|
|
2
|
0130
|
0150
|
|
Akker- en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren (niet intensief)
|
3.2
|
014
|
016
|
0
|
Dienstverlening t.b.v. de landbouw:
|
|
014
|
016
|
1
|
|
3.1
|
014
|
016
|
2
|
|
2
|
014
|
016
|
3
|
|
3.1
|
014
|
016
|
4
|
|
2
|
0142
|
0162
|
|
KI-stations
|
2
|
|
|
|
|
|
02
|
02
|
-
|
Bosbouw en dienstverlening t.b.v. bosbouw
|
|
020
|
021, 022, 024
|
|
Bosbouwbedrijven
|
3.1
|
|
|
|
|
|
05
|
03
|
-
|
Visserij- en visteeltbedrijven
|
|
0501.1
|
0311
|
|
Zeevisserijbedrijven
|
3.2
|
0501.2
|
0312
|
|
Binnenvisserijbedrijven
|
3.1
|
|
|
|
|
|
0502
|
032
|
0
|
Vis- en schaaldierkwekerijen
|
|
0502
|
032
|
1
|
|
3.2
|
0502
|
032
|
2
|
|
3.1
|
|
|
|
|
|
10
|
08
|
-
|
Turfwinning
|
|
103
|
089
|
|
Turfwinningbedrijven
|
3.2
|
|
|
|
|
|
11
|
06
|
-
|
Aardolie- en aardgaswinning
|
|
111
|
061, 062
|
0
|
Aardolie- en aardgaswinning:
|
|
111
|
061
|
1
|
|
4.1
|
111
|
062
|
2
|
|
5.1
|
111
|
062
|
3
|
|
5.2
|
|
|
|
|
|
14
|
08
|
-
|
Winning van zand, grind, klei, zout, e.d.
|
|
1421
|
0182
|
0
|
Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht):
|
|
1421
|
0182
|
1
|
|
4.1
|
1421
|
0182
|
2
|
|
5.2
|
144
|
0893
|
|
Zoutwinningbedrijven
|
3.2
|
|
|
|
|
|
15
|
10, 11
|
-
|
Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken
|
|
151
|
101, 102
|
0
|
Slachterijen en overige vleesverwerking:
|
|
151
|
101, 102
|
1
|
|
3.2
|
151
|
101, 102
|
2
|
|
5.2
|
151
|
101
|
3
|
|
4.2
|
151
|
101
|
4
|
|
3.2
|
151
|
101
|
5
|
|
3.1
|
151
|
101
|
6
|
|
3.1
|
151
|
101, 102
|
7
|
|
3.1
|
151
|
108
|
8
|
|
3.1
|
152
|
102
|
0
|
Visverwerkingsbedrijven:
|
|
152
|
102
|
1
|
|
5.2
|
152
|
102
|
2
|
|
4.1
|
152
|
102
|
3
|
|
4.2
|
152
|
102
|
4
|
|
4.2
|
152
|
102
|
5
|
|
3.2
|
152
|
102
|
6
|
|
3.1
|
1531
|
1031
|
0
|
Aardappelproducten fabrieken:
|
|
1531
|
1031
|
1
|
|
4.2
|
1531
|
1031
|
2
|
|
3.1
|
1532, 1533
|
1032, 1039
|
0
|
Groente- en fruitconservenfabrieken:
|
|
1532, 1533
|
1032, 1039
|
1
|
|
3.2
|
1532, 1533
|
1032, 1039
|
2
|
|
3.2
|
1532, 1533
|
1032, 1039
|
3
|
|
3.2
|
1532, 1533
|
1032, 1039
|
4
|
|
4.2
|
1532, 1533
|
1032, 1039
|
5
|
|
4.2
|
1541
|
104101
|
0
|
Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
|
|
1541
|
104101
|
1
|
|
4.1
|
1541
|
104101
|
2
|
|
4.2
|
1542
|
104102
|
0
|
Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
|
|
1542
|
104102
|
1
|
|
4.1
|
1542
|
104102
|
2
|
|
4.2
|
1543
|
1042
|
0
|
Margarinefabrieken:
|
|
1543
|
1042
|
1
|
|
4.1
|
1543
|
1042
|
2
|
|
4.2
|
1551
|
1051
|
0
|
Zuivelproducten fabrieken:
|
|
1551
|
1051
|
1
|
|
5.1
|
1551
|
1051
|
2
|
|
5.1
|
1551
|
1051
|
3
|
|
3.2
|
1551
|
1051
|
4
|
|
4.2
|
1551
|
1051
|
5
|
|
4.2
|
1552
|
1052
|
1
|
Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²
|
3.2
|
1552
|
1052
|
2
|
|
2
|
1561
|
1061
|
0
|
Meelfabrieken:
|
|
1561
|
1061
|
1
|
|
4.2
|
1561
|
1061
|
2
|
|
4.1
|
1561
|
1061
|
|
Grutterswarenfabrieken
|
4.1
|
1562
|
1062
|
0
|
Zetmeelfabrieken:
|
|
1562
|
1062
|
1
|
|
4.1
|
1562
|
1062
|
2
|
|
4.2
|
1571
|
1091
|
0
|
Veevoerfabrieken:
|
|
1571
|
1091
|
1
|
|
5.2
|
1571
|
1091
|
2
|
|
5.2
|
1571
|
1091
|
3
|
|
4.2
|
1571
|
1091
|
|
|
5.2
|
1571
|
1091
|
5
|
|
4.1
|
1571
|
1091
|
6
|
|
4.2
|
1572
|
1092
|
|
Vervaardiging van voer voor huisdieren
|
4.1
|
1581
|
1071
|
0
|
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
|
|
1581
|
1071
|
1
|
|
2
|
1581
|
1071
|
2
|
|
3.2
|
1582
|
1072
|
|
Banket, biscuit- en koekfabrieken
|
3.2
|
1583
|
1081
|
1
|
|
5.1
|
1584
|
10821
|
0
|
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
|
|
1584
|
10821
|
1
|
|
5.1
|
1584
|
10821
|
2
|
|
3.2
|
1584
|
10821
|
3
|
|
2
|
1584
|
10821
|
4
|
|
4.2
|
1584
|
10821
|
5
|
|
3.2
|
1584
|
10821
|
6
|
|
2
|
1585
|
1073
|
|
Deegwarenfabrieken
|
3.1
|
1586
|
1083
|
0
|
Koffiebranderijen en theepakkerijen:
|
|
1586
|
1083
|
1
|
|
5.1
|
1586
|
1083
|
2
|
|
3.2
|
1587
|
108401
|
|
Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden
|
4.1
|
1589
|
1089
|
|
Vervaardiging van overige voedingsmiddelen
|
4.1
|
1589.1
|
1089
|
|
Bakkerijgrondstoffenfabrieken
|
4.1
|
1589.2
|
1089
|
0
|
Soep- en soeparomafabrieken:
|
|
1589.2
|
1089
|
1
|
|
3.2
|
1589.2
|
1089
|
2
|
|
4.2
|
1589.2
|
1089
|
|
Bakmeel- en puddingpoederfabrieken
|
4.1
|
1591
|
110101
|
|
Destilleerderijen en likeurstokerijen
|
4.2
|
1592
|
110102
|
0
|
Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:
|
|
1592
|
110102
|
1
|
|
4.1
|
1592
|
110102
|
2
|
|
4.2
|
1593 t/m 1595
|
1102 t/m 1104
|
|
Vervaardiging van wijn, cider e.d.
|
2
|
1596
|
1105
|
|
Bierbrouwerijen
|
4.2
|
1597
|
1106
|
|
Mouterijen
|
4.2
|
1598
|
1107
|
|
Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
|
3.2
|
|
|
|
|
|
16
|
12
|
-
|
Verwerking van tabak
|
|
160
|
120
|
|
Tabakverwerkende industrie
|
4.1
|
|
|
|
|
|
17
|
13
|
-
|
Vervaardiging van textiel
|
|
171
|
131
|
|
Bewerken en spinnen van textielvezels
|
3.2
|
172
|
132
|
0
|
Weven van textiel:
|
|
172
|
132
|
1
|
|
3.2
|
172
|
132
|
2
|
|
4.2
|
173
|
133
|
|
Textielveredelingsbedrijven
|
3.1
|
174, 175
|
139
|
|
Vervaardiging van textielwaren
|
3.1
|
1751
|
1393
|
|
Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken
|
4.1
|
176, 177
|
139, 143
|
|
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
|
3.1
|
|
|
|
|
|
18
|
14
|
-
|
Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont
|
|
181
|
141
|
|
Vervaardiging kleding van leer
|
3.1
|
182
|
141
|
|
Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)
|
2
|
183
|
142, 151
|
|
Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont
|
3.1
|
|
|
|
|
|
19
|
15
|
-
|
Vervaardiging van leer en lederwaren (excl. kleding)
|
|
191
|
151,152
|
|
Lederfabrieken
|
4.2
|
192
|
151
|
|
Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)
|
3.1
|
193
|
152
|
|
Schoenenfabrieken
|
3.1
|
20
|
16
|
-
|
Houtindustrie en vervaardiging artikelen van hout, riet, kurk e.d.
|
|
2010.1
|
16101
|
|
Houtzagerijen
|
3.2
|
2010.2
|
16102
|
0
|
Houtconserveringsbedrijven:
|
|
2010.2
|
16102
|
1
|
|
4.1
|
2010.2
|
16102
|
2
|
|
3.1
|
202
|
1621
|
|
Fineer- en plaatmaterialenfabrieken
|
3.2
|
203, 204, 205
|
162
|
0
|
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout
|
3.2
|
203, 204, 205
|
162
|
1
|
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2
|
3.1
|
205
|
162902
|
|
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
|
2
|
|
|
|
|
|
21
|
17
|
-
|
Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren
|
|
2111
|
1711
|
|
Vervaardiging van pulp
|
4.1
|
2112
|
1712
|
0
|
Papier- en kartonfabrieken:
|
|
2112
|
1712
|
1
|
|
3.1
|
2112
|
1712
|
2
|
|
4.1
|
2112
|
1712
|
3
|
|
4.2
|
212
|
172
|
|
Papier- en kartonwarenfabrieken
|
3.2
|
2121.2
|
17212
|
0
|
Golfkartonfabrieken:
|
|
2121.2
|
17212
|
1
|
|
3.2
|
2121.2
|
17212
|
2
|
|
4.1
|
|
|
|
|
|
22
|
58
|
-
|
Uitgeverijen, drukkerijen en reproduvtie van opgenomen media
|
|
221
|
581
|
|
Uitgeverijen (kantoren)
|
1
|
2221
|
1811
|
|
Drukkerijen van dagbladen
|
3.2
|
2222
|
1812
|
|
Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)
|
3.2
|
2222.6
|
18129
|
|
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
|
2
|
2223
|
1814
|
A
|
Grafische afwerking
|
1
|
2223
|
1814
|
B
|
Binderijen
|
2
|
2224
|
1813
|
|
Grafische reproductie en zetten
|
2
|
2225
|
1814
|
|
Overige grafische activiteiten
|
2
|
223
|
182
|
|
Reproductiebedrijven opgenomen media
|
1
|
|
|
|
|
|
23
|
19
|
-
|
Aardolie-/steenkoolverwerk. ind.; bewerking splijt-/kweekstoffen
|
|
2320.1
|
19201
|
|
Aardolieraffinaderijen
|
6
|
2320.2
|
19202
|
A
|
Smeeroliën- en vettenfabrieken
|
3.2
|
2320.2
|
19202
|
B
|
Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie
|
4.2
|
2320.2
|
19202
|
C
|
Aardolieproductenfabrieken n.e.g.
|
4.2
|
233
|
201,212,244
|
|
Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven
|
6
|
|
|
|
|
|
24
|
20
|
-
|
Vervaardiging van chemische producten
|
|
2411
|
2011
|
0
|
Vervaardiging van industriële gassen:
|
|
2411
|
2011
|
1
|
|
5.2
|
2411
|
2011
|
2
|
|
5.1
|
2411
|
2011
|
3
|
|
5.1
|
2412
|
2012
|
|
Kleur- en verfstoffenfabrieken
|
4.1
|
2413
|
2012
|
0
|
Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:
|
|
2413
|
2012
|
1
|
|
4.2
|
2413
|
2012
|
2
|
|
5.2
|
2414.1
|
20141
|
A0
|
Organ. chemische grondstoffenfabrieken:
|
|
2414.1
|
20141
|
A1
|
|
4.2
|
2414.1
|
20141
|
B0
|
Methanolfabrieken:
|
|
2414.1
|
20141
|
B1
|
|
4.1
|
2414.1
|
20141
|
B2
|
|
4.2
|
2414.2
|
20149
|
0
|
Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):
|
|
2414.2
|
20149
|
1
|
|
4.2
|
2414.2
|
20149
|
2
|
|
5.1
|
2415
|
2015
|
|
Kunstmeststoffenfabrieken
|
5.1
|
2416
|
2016
|
|
Kunstharsenfabrieken e.d.
|
5.2
|
242
|
202
|
0
|
landbouwchemicaliënfabrieken;
|
|
242
|
202
|
2
|
- formuliering en afvullen
|
5.1
|
243
|
203
|
|
Verf, lak en vernisfabrieken
|
4.2
|
2441
|
2110
|
0
|
Farmaceutische grondstoffenfabrieken:
|
|
2441
|
2110
|
1
|
|
4.2
|
2441
|
2110
|
2
|
|
5.1
|
2442
|
2120
|
0
|
Farmaceutische productenfabrieken:
|
|
2442
|
2120
|
1
|
|
3.1
|
2442
|
2120
|
2
|
|
2
|
2451
|
2041
|
|
Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken
|
4.2
|
2452
|
2042
|
|
Parfumerie- en cosmeticafabrieken
|
4.2
|
2462
|
2052
|
0
|
Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
|
|
2462
|
2052
|
1
|
|
3.2
|
2462
|
2052
|
2
|
|
5.1
|
2464
|
205902
|
|
Fotochemische productenfabrieken
|
3.2
|
2466
|
205903
|
A
|
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken
|
3.1
|
2466
|
205903
|
B
|
Overige chemische productenfabrieken n.e.g.
|
4.1
|
247
|
2060
|
|
Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken
|
4.2
|
|
|
|
|
|
25
|
22
|
-
|
Vervaardiging van producten van rubber en kunststof
|
|
2511
|
221101
|
|
Rubberbandenfabrieken
|
4.2
|
2512
|
221102
|
0
|
Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
|
|
2512
|
221102
|
1
|
|
3.1
|
2512
|
221102
|
2
|
|
4.1
|
2513
|
2219
|
|
Rubber-artikelenfabrieken
|
3.2
|
252
|
222
|
0
|
Kunststofverwerkende bedrijven:
|
|
252
|
222
|
1
|
|
4.1
|
252
|
222
|
2
|
|
4.2
|
252
|
222
|
3
|
|
3.1
|
|
|
|
|
|
26
|
23
|
-
|
Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten
|
|
261
|
231
|
0
|
Glasfabrieken:
|
|
261
|
231
|
1
|
|
3.2
|
261
|
231
|
2
|
|
4.2
|
261
|
231
|
3
|
|
4.2
|
261
|
231
|
4
|
|
5.1
|
2615
|
231
|
|
Glasbewerkingsbedrijven
|
3.1
|
262, 263
|
232, 234
|
0
|
Aardewerkfabrieken:
|
|
262, 263
|
232, 234
|
1
|
|
2
|
262, 263
|
232, 234
|
2
|
|
3.2
|
264
|
233
|
A
|
Baksteen en baksteenelementenfabrieken
|
4.1
|
264
|
233
|
B
|
Dakpannenfabrieken
|
4.1
|
2651
|
2351
|
0
|
Cementfabrieken
|
|
2651
|
2351
|
1
|
|
5.1
|
2652
|
235201
|
0
|
Kalkfabrieken:
|
|
2652
|
235201
|
1
|
|
4.1
|
2652
|
235201
|
2
|
|
5.1
|
2653
|
235202
|
0
|
Gipsfabrieken:
|
|
2653
|
235202
|
1
|
|
4.1
|
2653
|
235202
|
2
|
|
5.1
|
2661.1
|
23611
|
0
|
Betonwarenfabrieken:
|
|
2661.1
|
23611
|
1
|
|
4.1
|
2661.1
|
23611
|
2
|
|
4.2
|
2661.1
|
23611
|
3
|
|
5.2
|
2661.2
|
23612
|
0
|
Kalkzandsteenfabrieken:
|
|
2661.2
|
23612
|
1
|
|
3.2
|
2661.2
|
23612
|
2
|
|
4.2
|
2662
|
2362
|
|
Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken
|
3.2
|
2663, 2664
|
2363, 2364
|
0
|
Betonmortelcentrales:
|
|
2663, 2664
|
2363, 2364
|
1
|
|
3.2
|
2663, 2664
|
2363, 2364
|
2
|
|
4.2
|
2665, 2666
|
2365, 2369
|
0
|
Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips:
|
|
2665, 2666
|
2365, 2369
|
1
|
|
3.2
|
2665, 2666
|
2365, 2369
|
2
|
|
4.2
|
267
|
237
|
0
|
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
|
|
267
|
237
|
1
|
|
3.2
|
267
|
237
|
2
|
|
3.1
|
267
|
237
|
3
|
|
4.2
|
2681
|
2391
|
|
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
|
3.1
|
2682
|
2399
|
A0
|
Bitumineuze materialenfabrieken:
|
|
2682
|
2399
|
A1
|
|
4.2
|
2682
|
2399
|
A2
|
|
5.1
|
2682
|
2399
|
B0
|
Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):
|
|
2682
|
2399
|
B1
|
|
4.2
|
2682
|
2399
|
B2
|
|
4.1
|
2682
|
2399
|
C
|
Minerale productenfabrieken n.e.g.
|
3.2
|
2682
|
2399
|
D0
|
Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur
|
4.1
|
2682
|
2399
|
D1
|
|
4.2
|
|
|
|
|
|
27
|
24
|
-
|
Vervaardiging van metalen
|
|
271
|
241
|
0
|
Ruwijzer- en staalfabrieken
|
|
271
|
241
|
1
|
|
5.2
|
271
|
241
|
2
|
|
6
|
272
|
245
|
0
|
IJzeren- en stalenbuizenfabrieken
|
|
272
|
245
|
1
|
|
5.1
|
273
|
243
|
0
|
Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:
|
|
273
|
243
|
1
|
|
4.2
|
273
|
243
|
2
|
|
5.2
|
274
|
244
|
A0
|
Non-ferro-metaalfabrieken:
|
|
274
|
244
|
A1
|
|
4.2
|
274
|
244
|
A2
|
|
5.2
|
274
|
244
|
B0
|
Non-ferro-metaalwalserijen, - trekkerijen e.d.:
|
|
274
|
244
|
B1
|
|
5.1
|
2751, 2752
|
2451, 2452
|
0
|
IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:
|
|
2751, 2752
|
2451, 2452
|
1
|
|
4.2
|
2751, 2752
|
2451, 2452
|
2
|
|
5.1
|
2753, 2754
|
2453, 2454
|
0
|
Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:
|
|
2753, 2754
|
2453, 2454
|
1
|
|
4.2
|
|
|
|
|
|
28
|
25, 31
|
-
|
Vervaard. en reparatie van producten van metaal (excl. mach./transportmidd.)
|
|
281
|
251, 331
|
0
|
Constructiewerkplaatsen
|
|
281
|
251, 331
|
1
|
|
3.2
|
281
|
251, 331
|
1a
|
|
3.1
|
281
|
251, 331
|
2
|
|
4.1
|
281
|
251, 331
|
3
|
|
4.2
|
2821
|
2529, 3311
|
0
|
Tank- en reservoirbouwbedrijven:
|
|
2821
|
2529, 3311
|
1
|
|
4.2
|
2821
|
2529, 3311
|
1
|
|
5.1
|
2822, 2830
|
2521, 2530, 3311
|
|
Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels
|
4.1
|
284
|
255, 331
|
A
|
Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven
|
4.1
|
284
|
255, 331
|
B
|
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.
|
3.2
|
284
|
255, 331
|
B1
|
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2
|
3.1
|
2851
|
2561, 3311
|
0
|
Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
|
|
2851
|
2561, 3311
|
1
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
10
|
|
4.1
|
2851
|
2561, 3311
|
11
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
12
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
2
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
3
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
4
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
5
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
6
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
7
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
8
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
9
|
|
3.2
|
2852
|
2562, 3311
|
1
|
Overige metaalbewerkende industrie
|
3.2
|
2852
|
2562, 3311
|
2
|
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2
|
3.1
|
287
|
259, 331
|
A0
|
Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
|
|
287
|
259, 331
|
A1
|
|
4.1
|
287
|
259, 331
|
A2
|
|
5.1
|
287
|
259, 331
|
B
|
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.
|
3.2
|
287
|
259, 331
|
B
|
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2
|
3.1
|
|
|
|
|
|
29
|
27, 28, 33
|
-
|
Vervaardiging van machines en apparaten
|
|
29
|
27, 28, 33
|
0
|
Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:
|
|
29
|
27, 28, 33
|
1
|
|
3.2
|
29
|
27, 28, 33
|
2
|
|
4.1
|
29
|
28, 33
|
3
|
|
4.2
|
|
|
|
|
|
30
|
26, 28, 33
|
-
|
Vervaardiging van kantoormachines en computers
|
|
30
|
26, 28, 33
|
A
|
Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
|
2
|
|
|
|
|
|
31
|
26, 27, 33
|
-
|
Vervaardiging van over. elektr. machines, apparaten en benodigdh.
|
|
311
|
271, 331
|
|
Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie
|
4.1
|
312
|
271, 273
|
|
Schakel- en installatiemateriaalfabrieken
|
4.1
|
313
|
273
|
|
Elektrische draad- en kabelfabrieken
|
4.1
|
314
|
272
|
|
Accumulatoren- en batterijenfabrieken
|
3.2
|
315
|
274
|
|
Lampenfabrieken
|
4.2
|
316
|
293
|
|
Elektrotechnische industrie n.e.g.
|
2
|
3162
|
2790
|
|
Koolelektrodenfabrieken
|
6
|
|
|
|
|
|
32
|
26, 33
|
-
|
Vervaardiging van audio-, video-, telecom-apparaten en -benodigdh.
|
|
321 t/m 323
|
261, 263, 264, 331
|
|
Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie
|
3.1
|
3210
|
2612
|
|
Fabrieken voor gedrukte bedrading
|
3.1
|
|
|
|
|
|
33
|
26, 32, 33
|
-
|
Vervaardiging van medische en optische apparaten en instrumenten
|
|
33
|
26, 32, 33
|
A
|
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie
|
2
|
|
|
|
|
|
34
|
29
|
|
Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers
|
|
341
|
291
|
0
|
Autofabrieken en assemblagebedrijven
|
|
341
|
291
|
1
|
|
4.1
|
341
|
291
|
2
|
|
4.2
|
3420.1
|
29201
|
|
Carrosseriefabrieken
|
4.1
|
3420.2
|
29202
|
|
Aanhangwagen- en opleggerfabrieken
|
4.1
|
343
|
293
|
|
Auto-onderdelenfabrieken
|
3.2
|
|
|
|
|
|
35
|
30
|
-
|
Vervaardiging van transportmiddelen (excl. auto's, aanhangwagens)
|
|
351
|
301, 3315
|
0
|
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
|
|
351
|
301, 3315
|
1
|
|
3.1
|
351
|
301, 3315
|
2
|
|
3.2
|
351
|
301, 3315
|
3
|
|
4.1
|
351
|
301, 3315
|
4
|
|
5.1
|
3511
|
3831
|
|
Scheepssloperijen
|
5.2
|
352
|
302, 317
|
0
|
Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
|
|
352
|
302, 317
|
1
|
|
3.2
|
352
|
302, 317
|
2
|
|
4.2
|
353
|
303, 3316
|
0
|
Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
|
|
353
|
303, 3316
|
1
|
|
4.1
|
354
|
309
|
|
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken
|
3.2
|
355
|
3099
|
|
Transportmiddelenindustrie n.e.g.
|
3.2
|
|
|
|
|
|
36
|
31
|
-
|
Vervaardiging van meubels en overige goederen n.e.g.
|
|
361
|
310
|
1
|
Meubelfabrieken
|
3.2
|
361
|
9524
|
2
|
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2
|
1
|
362
|
321
|
|
Fabricage van munten, sieraden e.d.
|
2
|
363
|
322
|
|
Muziekinstrumentenfabrieken
|
2
|
364
|
323
|
|
Sportartikelenfabrieken
|
3.1
|
365
|
324
|
|
Speelgoedartikelenfabrieken
|
3.1
|
3663.1
|
32991
|
|
Sociale werkvoorziening
|
2
|
3663.2
|
32999
|
|
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
|
3.1
|
|
|
|
|
|
37
|
38
|
-
|
Voorbereiding tot recycling
|
|
371
|
383201
|
|
Metaal- en autoshredders
|
5.1
|
372
|
383202
|
A0
|
Puinbrekerijen en -malerijen:
|
|
372
|
383202
|
A1
|
|
4.2
|
372
|
383202
|
A2
|
|
5.2
|
372
|
383202
|
B
|
Rubberregeneratiebedrijven
|
4.2
|
372
|
383202
|
C
|
Afvalscheidingsinstallaties
|
4.2
|
|
|
|
|
|
40
|
35
|
-
|
Productie en distrib. van stroom, aardgas, stoom en warm water
|
|
40
|
35
|
A1
|
- kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen > 5 MWth
|
5.2
|
40
|
35
|
A2
|
- oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth
|
5.1
|
40
|
35
|
A3
|
- gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth
|
5.1
|
40
|
35
|
A5
|
- warmte- kracht-installaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth
|
5.1
|
40
|
35
|
B0
|
Bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:
|
|
40
|
35
|
B1
|
|
3.2
|
40
|
35
|
B2
|
|
3.2
|
40
|
35
|
C0
|
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
|
|
40
|
35
|
C1
|
|
2
|
40
|
35
|
C2
|
|
3.1
|
40
|
35
|
C3
|
|
3.2
|
40
|
35
|
C4
|
|
4.2
|
40
|
35
|
C5
|
|
5.1
|
40
|
35
|
D0
|
Gasdistributiebedrijven:
|
|
40
|
35
|
D1
|
|
4.2
|
40
|
35
|
D2
|
|
5.1
|
40
|
35
|
D3
|
|
1
|
40
|
35
|
D4
|
|
2
|
40
|
35
|
D5
|
|
3.1
|
40
|
35
|
E0
|
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
|
|
40
|
35
|
E1
|
|
3.2
|
40
|
35
|
E2
|
|
2
|
40
|
35
|
F0
|
windmolens:
|
|
40
|
35
|
F1
|
|
3.2
|
40
|
35
|
F2
|
|
4.1
|
40
|
35
|
F3
|
|
4.2
|
|
|
|
|
|
41
|
36
|
-
|
Winning en distributie van water
|
|
41
|
36
|
A0
|
Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:
|
|
41
|
36
|
A2
|
|
3.1
|
41
|
36
|
B0
|
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
|
|
41
|
36
|
B1
|
|
2
|
41
|
36
|
B2
|
|
3.2
|
41
|
36
|
B3
|
|
4.2
|
|
|
|
|
|
45
|
41, 42, 43
|
-
|
Bouwnijverheid
|
|
45
|
41, 42, 43
|
0
|
Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²
|
3.2
|
45
|
41, 42, 43
|
1
|
|
3.1
|
45
|
41, 42, 43
|
2
|
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²
|
3.1
|
45
|
41, 42, 43
|
3
|
|
2
|
|
|
|
|
|
50
|
45, 47
|
-
|
Handel/reparatie van auto's, motorfietsen; benzineservicestations
|
|
501
|
451
|
|
Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie)
|
3.2
|
501, 502, 504
|
451, 452, 454
|
|
Reparatie- en servicebedrijven (uitgezonderd handel)
|
2
|
5020.4
|
45204
|
A
|
Autoplaatwerkerijen
|
3.2
|
5020.4
|
45204
|
B
|
Autobeklederijen
|
1
|
5020.4
|
45204
|
C
|
Autospuitinrichtingen
|
3.1
|
5020.5
|
45205
|
|
Autowasserijen
|
2
|
505
|
473
|
0
|
Benzineservicestations:
|
|
505
|
473
|
1
|
|
4.1
|
505
|
473
|
2
|
|
3.1
|
505
|
473
|
3
|
|
2
|
|
|
|
|
|
51
|
46
|
-
|
Groothandel en handelsbemiddeling
|
|
511
|
461
|
|
Handelsbemiddeling (kantoren)
|
1
|
5121
|
4621
|
0
|
Grth in akkerbouwproducten en veevoeders
|
3.1
|
5121
|
4621
|
1
|
Grth in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer
|
4.2
|
5122
|
4622
|
|
Grth in bloemen en planten
|
2
|
5123
|
4623
|
|
Grth in levende dieren
|
3.2
|
5124
|
4624
|
|
Grth in huiden, vellen en leder
|
3.1
|
5125, 5131
|
46217, 4631
|
|
Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen
|
3.1
|
5132, 5133
|
4632, 4633
|
|
Grth in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën
|
3.1
|
5134
|
4634
|
|
Grth in dranken
|
2
|
5135
|
4635
|
|
Grth in tabaksproducten
|
2
|
5136
|
4636
|
|
Grth in suiker, chocolade en suikerwerk
|
2
|
5137
|
4637
|
|
Grth in koffie, thee, cacao en specerijen
|
2
|
5138, 5139
|
4638, 4639
|
|
Grth in overige voedings- en genotmiddelen
|
2
|
514
|
464, 46733
|
|
Grth in overige consumentenartikelen
|
2
|
5148.7
|
46499
|
0
|
Grth in vuurwerk en munitie:
|
|
5148.7
|
46499
|
1
|
|
2
|
5148.7
|
46499
|
2
|
|
3.1
|
5148.7
|
46499
|
3
|
|
5.1
|
5148.7
|
46499
|
5
|
|
2
|
5151.1
|
46711
|
0
|
Grth in vaste brandstoffen:
|
|
5151.1
|
46711
|
1
|
|
3.1
|
5151.2
|
46712
|
0
|
Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:
|
|
5151.2
|
46712
|
1
|
|
4.1
|
5151.2
|
46712
|
2
|
|
5.1
|
5151.2
|
46712
|
3
|
|
4.2
|
5151.3
|
46713
|
|
Grth minerale olieproducten (excl. brandstoffen)
|
3.2
|
5152.1
|
46721
|
0
|
Grth in metaalertsen:
|
|
5152.1
|
46721
|
1
|
|
4.2
|
5152.1
|
46721
|
2
|
|
5.2
|
5152.2 /.3
|
46722, 46723
|
|
Grth in metalen en -halffabrikaten
|
3.2
|
5153
|
4673
|
0
|
Grth in hout en bouwmaterialen:
|
|
5153
|
4673
|
1
|
|
3.1
|
5153
|
4673
|
2
|
|
2
|
5153.4
|
46735
|
4
|
zand en grind:
|
|
5153.4
|
46735
|
5
|
|
3.2
|
5153.4
|
46735
|
6
|
|
2
|
5154
|
4674
|
0
|
Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
|
|
5154
|
4674
|
1
|
|
3.1
|
5154
|
4674
|
2
|
|
2
|
5155.1
|
46751
|
|
Grth in chemische producten
|
3.2
|
5155.2
|
46752
|
|
Grth in kunstmeststoffen
|
2
|
5156
|
4676
|
|
Grth in overige intermediaire goederen
|
2
|
5157
|
4677
|
0
|
Autosloperijen: b.o. > 1000 m²
|
3.2
|
5157
|
4677
|
1
|
|
3.1
|
5157.2/3
|
4677
|
0
|
Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²
|
3.2
|
5157.2/3
|
4677
|
1
|
|
3.1
|
518
|
466
|
0
|
Grth in machines en apparaten:
|
|
518
|
466
|
1
|
|
3.2
|
518
|
466
|
2
|
|
3.1
|
519
|
466, 469
|
|
Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.
|
2
|
|
|
|
|
|
5261
|
4791
|
|
Postorderbedrijven
|
3.1
|
|
|
|
|
|
60
|
49
|
-
|
Vervoer over land
|
|
601
|
491, 492
|
0
|
Spoorwegen:
|
|
601
|
491, 492
|
1
|
|
3.2
|
601
|
491, 492
|
2
|
|
4.2
|
6021.1
|
493
|
|
Bus-, tram- en metrostations en -remises
|
3.2
|
6022
|
493
|
|
Taxibedrijven
|
2
|
6023
|
493
|
|
Touringcarbedrijven
|
3.2
|
6024
|
494
|
0
|
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²
|
3.2
|
6024
|
494
|
1
|
|
3.1
|
603
|
495
|
|
Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
|
2
|
|
|
|
|
|
61, 62
|
50, 51
|
-
|
Vervoer over water / door de lucht
|
|
61, 62
|
50, 51
|
A
|
Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
|
1
|
|
|
|
|
|
63
|
52
|
-
|
Dienstverlening t.b.v. het vervoer
|
|
6311.1
|
52241
|
0
|
Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:
|
|
6311.1
|
52241
|
1
|
|
5.1
|
6311.1
|
52241
|
2
|
|
4.2
|
6311.1
|
52241
|
4
|
|
5.1
|
6311.1
|
52241
|
5
|
|
5.2
|
6311.1
|
52241
|
7
|
|
4.2
|
6311.2
|
52242
|
0
|
Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:
|
|
6311.2
|
52242
|
1
|
|
4.2
|
6311.2
|
52242
|
10
|
|
4.2
|
6311.2
|
52242
|
2
|
|
3.2
|
6311.2
|
52242
|
3
|
|
4.2
|
6311.2
|
52242
|
4
|
|
5.2
|
6311.2
|
52242
|
5
|
|
4.2
|
6311.2
|
52242
|
6
|
|
5.1
|
6311.2
|
52242
|
7
|
|
4.2
|
6311.2
|
52242
|
8
|
|
5.1
|
6311.2
|
52242
|
9
|
|
5.2
|
6312
|
52102, 52109
|
A
|
Distributiecentra, pak- en koelhuizen
|
3.1
|
6312
|
52109
|
B
|
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
|
2
|
6321
|
5221
|
1
|
Autoparkeerterreinen, parkeergarages
|
2
|
6321
|
5221
|
2
|
Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
|
3.2
|
634
|
5229
|
|
Expediteurs, cargadoors (kantoren)
|
1
|
|
|
|
|
|
64
|
53
|
-
|
Post en telecommunicatie
|
|
641
|
531, 532
|
|
Post- en koeriersdiensten
|
2
|
642
|
61
|
A
|
Telecommunicatiebedrijven
|
1
|
|
|
|
|
|
642
|
61
|
B0
|
zendinstallaties:
|
|
642
|
61
|
B1
|
|
3.2
|
642
|
61
|
B2
|
|
1
|
642
|
61
|
B3
|
|
1
|
|
|
|
|
|
71
|
77
|
-
|
Verhuur van transportmiddelen, machines, andere roerende goederen
|
|
711
|
7711
|
|
Personenautoverhuurbedrijven
|
2
|
712
|
7712, 7739
|
|
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)
|
3.1
|
713
|
773
|
|
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
|
3.1
|
714
|
772
|
|
Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
|
2
|
|
|
|
|
|
72
|
62
|
-
|
Computerservice- en informatietechnologie
|
|
72
|
58, 63
|
B
|
Datacentra
|
2
|
|
|
|
|
|
73
|
72
|
-
|
Speur- en ontwikkelingswerk
|
|
731
|
721
|
|
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
|
2
|
|
|
|
|
|
74
|
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82
|
-
|
Overige zakelijke dienstverlening
|
|
747
|
812
|
|
Reinigingsbedrijven voor gebouwen
|
3.1
|
7481.3
|
74203
|
|
Foto- en filmontwikkelcentrales
|
2
|
7484.3
|
82991
|
|
Veilingen voor landbouw- en visserijproducten
|
4.1
|
7484.4
|
82992
|
|
Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
|
1
|
|
|
|
|
|
75
|
84
|
-
|
Openbaar bestuur, overheidsdiensten, sociale verzekeringen
|
|
7522
|
8422
|
|
Defensie-inrichtingen
|
4.1
|
|
|
|
|
|
7525
|
8425
|
|
Brandweerkazernes
|
3.1
|
|
|
|
|
|
90
|
37, 38, 39
|
-
|
Milieudienstverlening
|
|
9001
|
3700
|
A0
|
RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:
|
|
9001
|
3700
|
A1
|
|
4.1
|
9001
|
3700
|
A2
|
|
4.2
|
9001
|
3700
|
A3
|
|
5.1
|
9001
|
3700
|
B
|
rioolgemalen
|
2
|
9002.1
|
381
|
A
|
Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.
|
3.1
|
9002.1
|
381
|
B
|
Gemeentewerven (afval-inzameldepots)
|
3.1
|
9002.1
|
381
|
C
|
Vuiloverslagstations
|
4.2
|
9002.2
|
382
|
A0
|
Afvalverwerkingsbedrijven:
|
|
9002.2
|
382
|
A1
|
|
5.1
|
9002.2
|
382
|
A2
|
|
3.2
|
9002.2
|
382
|
A3
|
|
6
|
9002.2
|
382
|
A4
|
|
3.1
|
9002.2
|
382
|
A5
|
|
3.2
|
9002.2
|
382
|
A6
|
|
4.2
|
9002.2
|
382
|
A7
|
|
2
|
9002.2
|
382
|
B
|
Vuilstortplaatsen
|
4.2
|
9002.2
|
382
|
C0
|
Composteerbedrijven:
|
|
9002.2
|
382
|
C1
|
|
4.2
|
9002.2
|
382
|
C2
|
|
5.2
|
9002.2
|
382
|
C3
|
|
3.2
|
9002.2
|
382
|
C4
|
|
4.1
|
9002.2
|
382
|
C5
|
|
4.1
|
|
|
|
|
|
93
|
96
|
-
|
Overige dienstverlening
|
|
9301.1
|
96011
|
A
|
Wasserijen en strijkinrichtingen
|
3.1
|
9301.1
|
96011
|
B
|
Tapijtreinigingsbedrijven
|
3.1
|
9301.2
|
96012
|
|
Chemische wasserijen en ververijen
|
2
|
9301.3
|
96013
|
A
|
Wasverzendinrichtingen
|
2
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 26 Bijlage 2 Toegestane milieucategorie 2 bedrijven
Onderstaand is de VNG-bedrijvenlijst met bedrijven in milieucategorie 2 opgenomen, die in het bestemmingsplan Majoppeveld binnen de bestemmingen Bedrijventerrein-1, Bedrijventerrein - 2, Bedrijventerrein - 3 alsmede binnen de bestemming Gemengd - Majoppeveld toegestaan zijn.
SBI-2008
|
|
OMSCHRIJVING
|
AFSTANDEN IN METERS
|
|
BESTEMMING
|
-
|
nummer
|
|
GEUR
|
STOF
|
GELUID
|
|
GEVAAR
|
|
GROOTSTE AFSTAND
|
|
CATEGORIE
|
|
01
|
-
|
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
016
|
0
|
Dienstverlening t.b.v. de landbouw:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
016
|
2
|
- algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m²
|
30
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
016
|
4
|
- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²
|
30
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
10, 11
|
-
|
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1052
|
2
|
- consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²
|
10
|
0
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
1071
|
0
|
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1071
|
1
|
- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
|
30
|
10
|
30
|
C
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
10821
|
0
|
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10821
|
3
|
- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²
|
30
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
10821
|
6
|
- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²
|
30
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
1102 t/m 1104
|
|
Vervaardiging van wijn, cider e.d.
|
10
|
0
|
30
|
C
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
14
|
-
|
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
141
|
|
Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)
|
10
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
16
|
-
|
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
162902
|
|
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
|
10
|
10
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
58
|
-
|
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
18129
|
|
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
|
10
|
0
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
1814
|
B
|
Binderijen
|
30
|
0
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
1813
|
|
Grafische reproduktie en zetten
|
30
|
0
|
10
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
1814
|
|
Overige grafische aktiviteiten
|
30
|
0
|
30
|
|
10
|
|
30
|
D
|
2
|
B
|
20
|
-
|
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2120
|
0
|
Farmaceutische
produktenfabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2120
|
2
|
- verbandmiddelenfabrieken
|
10
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
22
|
-
|
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
232, 234
|
0
|
Aardewerkfabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
232, 234
|
1
|
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
|
10
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
26, 28, 33
|
-
|
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
26, 28, 33
|
A
|
Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
|
30
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
26, 27, 33
|
-
|
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
293
|
|
Elektrotechnische industrie n.e.g.
|
30
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
26, 32, 33
|
-
|
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
26, 32, 33
|
A
|
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie
|
30
|
0
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
31
|
-
|
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
321
|
|
Fabricage van munten, sieraden e.d.
|
30
|
10
|
10
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
322
|
|
Muziekinstrumentenfabrieken
|
30
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
32991
|
|
Sociale werkvoorziening
|
0
|
30
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B/M
|
35
|
-
|
PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
35
|
C0
|
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
35
|
C1
|
- < 10 MVA
|
0
|
0
|
30
|
C
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
35
|
D0
|
Gasdistributiebedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
35
|
D4
|
- gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C
|
0
|
0
|
30
|
C
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
35
|
E0
|
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
35
|
E2
|
- blokverwarming
|
10
|
0
|
30
|
C
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
36
|
-
|
WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
36
|
B0
|
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
36
|
B1
|
- < 1 MW
|
0
|
0
|
30
|
C
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
41, 42, 43
|
-
|
BOUWNIJVERHEID
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
41, 42, 43
|
3
|
- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²
|
0
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
45, 47
|
-
|
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
451, 452, 454
|
|
Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
|
10
|
0
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
45205
|
|
Autowasserijen
|
10
|
0
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
453
|
|
Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
|
0
|
0
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
46
|
-
|
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4622
|
|
Grth in bloemen en planten
|
10
|
10
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
4634
|
|
Grth in dranken
|
0
|
0
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
4635
|
|
Grth in tabaksprodukten
|
10
|
0
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
4636
|
|
Grth in suiker, chocolade en suikerwerk
|
10
|
10
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
4637
|
|
Grth in koffie, thee, cacao en specerijen
|
30
|
10
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
4638, 4639
|
|
Grth in overige voedings- en genotmiddelen
|
10
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
464, 46733
|
|
Grth in overige consumentenartikelen
|
10
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
46499
|
0
|
Grth in vuurwerk en munitie:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
46499
|
1
|
- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
|
10
|
0
|
30
|
|
10
|
V
|
30
|
|
2
|
B
|
46499
|
5
|
- munitie
|
0
|
0
|
30
|
|
30
|
|
30
|
|
2
|
B
|
4673
|
0
|
Grth in hout en bouwmaterialen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4673
|
2
|
- algemeen: b.o. <= 2000 m²
|
0
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
46735
|
4
|
zand en grind:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
46735
|
6
|
- algemeen: b.o. <= 200 m²
|
0
|
10
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
4674
|
0
|
Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4674
|
2
|
- algemeen: b.o. < = 2.000 m²
|
0
|
0
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
46752
|
|
Grth in kunstmeststoffen
|
30
|
30
|
30
|
|
30
|
R
|
30
|
|
2
|
B
|
4676
|
|
Grth in overige intermediaire goederen
|
10
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
466, 469
|
|
Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.
|
0
|
0
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
47
|
-
|
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
55
|
-
|
LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
562
|
|
Cateringbedrijven
|
10
|
0
|
30
|
C
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B/H
|
49
|
-
|
VERVOER OVER LAND
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
493
|
|
Taxibedrijven
|
0
|
0
|
30
|
C
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
495
|
|
Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
|
0
|
0
|
30
|
C
|
10
|
|
30
|
D
|
2
|
B
|
52
|
-
|
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
52109
|
B
|
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
|
0
|
0
|
30
|
C
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
5221
|
1
|
Autoparkeerterreinen, parkeergarages
|
10
|
0
|
30
|
C
|
0
|
|
30
|
|
2
|
V
|
53
|
-
|
POST EN TELECOMMUNICATIE
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
531, 532
|
|
Post- en koeriersdiensten
|
0
|
0
|
30
|
C
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
77
|
-
|
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7711
|
|
Personenautoverhuurbedrijven
|
10
|
0
|
30
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
772
|
|
Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
|
10
|
10
|
30
|
|
10
|
|
30
|
D
|
2
|
B
|
62
|
-
|
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
58, 63
|
B
|
Datacentra
|
0
|
0
|
30
|
C
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
72
|
-
|
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
721
|
|
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
|
30
|
10
|
30
|
|
30
|
R
|
30
|
|
2
|
K
|
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82
|
-
|
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
74203
|
|
Foto- en filmontwikkelcentrales
|
10
|
0
|
30
|
C
|
10
|
|
30
|
|
2
|
B
|
85
|
-
|
ONDERWIJS
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
86
|
-
|
GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
37, 38, 39
|
-
|
MILIEUDIENSTVERLENING
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3700
|
B
|
rioolgemalen
|
30
|
0
|
10
|
C
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
382
|
A0
|
Afvalverwerkingsbedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
382
|
A7
|
- verwerking fotochemisch en galvano-afval
|
10
|
10
|
30
|
|
30
|
R
|
30
|
|
2
|
B
|
94
|
-
|
DIVERSE ORGANISATIES
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
96012
|
|
Chemische wasserijen en ververijen
|
30
|
0
|
30
|
|
30
|
R
|
30
|
|
2
|
B
|
96013
|
A
|
Wasverzendinrichtingen
|
0
|
0
|
30
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
B
|
Artikel 27 Bijlage 3 Parkeernormen
Onderstaand zijn de parkeernormen opgenomen, zoals deze van kracht zijn op het moment dat het ontwerp van het onderhavige bestemmingsplan ter visie wordt gelegd.
Bij de beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning dient voor wat betreft het parkeren getoetst te worden aan de op dat moment van kracht zijnde parkeernormen.
Parkeernormen auto (zoals deze van kracht zijn op moment van het in ontwerp ter visie leggen van het onderhavige bestemmingsplan)
2
|
Werkgelegenheid
|
|
|
2.1
|
Groothandel / transport / industrie
|
2,60
|
100 m2 bvo
|
2.2
|
Opslag / magazijn
|
0,80
|
100 m2 bvo
|
2.3
|
Showroom / bouwmarkt / meubelzaak
|
1,70
|
100 m2 bvo
|
2.4
|
Bedrijfsverzamelgebouw
|
1,30
|
100 m2 bvo
|
2.5
|
Kantoor met baliefunctie
|
3,00
|
100 m2 bvo
|
2.6
|
Kantoor zonder baliefunctie
|
1,70
|
100 m2 bvo
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3
|
Onderwijs en gezondheidzorg
|
|
|
3.1
|
Basisschool
|
0,75
|
leslokaal
|
3.2
|
Voortgezet onderwijs
|
0,75
|
leslokaal
|
3.3
|
Beroepsonderwijs
|
6,00
|
leslokaal
|
3.4
|
Arts/kruisgebouw/therapeut
|
1,70
|
behandel-
kamer
|
3.5
|
Crèche/kinderdagverblijf
|
0,70
|
arbeidsplaats
|
- Bij ruimtelijke ontwikkelingen, waarbij sprake is van functiemenging (bijvoorbeeld combinatie wonen en werken) moet rekening gehouden worden met de 'aanwezigheidspercentages', zoals opgesteld door het CROW.