Artikel 3 Cultuur en ontspanning
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor: niet in de buitenlucht plaatsvindende evenementen (inclusief congressen); niet in de buitenlucht plaatsvindende sportvoorzieningen, waaronder fitness en sportscholen, alsmede voor paramedische voorzieningen; in afwijking van het onder a. en b. bepaalde, ter plaatse van de aanduiding ‘stadion’ tevens een bedrijf voor het beoefenen van sport in de buitenlucht, waaronder de voetbalsport, en het houden van evenementen in de buitenlucht met dien verstande dat: bij een evenement in de buitenlucht niet meer dan 5000 bezoekers tegelijkertijd aanwezig mogen zijn; bij de melding in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer, voor de activiteiten binnen de aanduiding ‘stadion’, een akoestisch onderzoek is gevoegd waaruit blijkt, eventueel na het treffen van maatregelen, ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen voldaan kan worden aan een grenswaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau: 55 dB(A) in de dagperiode (tussen 07.00 en 19.00 uur); 50 dB(A) in de avondperiode (tussen 19.00 en 23.00 uur); 45 dB(A) in de nachtperiode (tussen 23.00 en 07.00 uur). het vorenbedoelde akoestisch onderzoek dient te voldoen aan het gestelde in de Handleiding meten en rekenen industrielawaai van april 1999. er geen activiteiten ontplooid mogen worden, die genoemd zijn onder categorie 19.2 en 19.4 in onderdeel C uit bijlage I van het Besluit omgevingsrecht. horeca en detailhandel, in ondergeschikte zin onderdeel uitmakend van de onder a., b. en c. genoemde functies; maximaal één (zelfstandig) horecabedrijf op de begane grond voor zover voorkomend in categorie 1a en 1b in de Staat van Horecabedrijven (met uitzondering van hotel en pension) en met een maximum bruto-vloeroppervlak van 350 m2; een museum; ter plaatse van de aanduiding ‘Kantoor’ tevens voor kantoren; ter plaatse van de aanduiding ‘Specifieke vorm van verkeer – passerelle’ tevens voor een passerelle; ter plaatse van de aanduiding ‘Parkeerterrein’ uitsluitend parkeervoorzieningen; ter plaatse van de functie-aanduiding ‘Specifieke vorm van cultuur en ontspanning – oefenveld’ tevens een (voetbal-)oefenveld; bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals verkeers-, groen-, water-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder voet- en fietspaden, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Algemeen Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd: gebouwen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde; bouwwerken ten behoeve van algemeen nut; een passerelle; parkeerplaatsen. 3.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan; het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient ten minste 1 m. te bedragen; de goot- en/ of bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste bedragen: goothoogte zie aangegeven goothoogte; bouwhoogte zie aangegeven bouwhoogte en anders 4 m hoger dan de toegestane goothoogte. 3.2.3 Bouwwerken ten behoeve van algemeen nut Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van algemeen nut gelden de volgende regels: de inhoud van het op te richten gebouw mag maximaal 50 m3 bedragen; de goot- c.q. bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m resp. 5 m bedragen; de hoogte van een bouwwerk, niet zijnde een gebouw mag ten hoogste 6 m bedragen. 3.2.4 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen: erfafscheidingen 2 m; andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 20 m; verlichtingsmasten 40 m. 3.2.5 Passerelle Voor het bouwen van de passerelle en de bouwwerken ten behoeve van de passerelle gelden de volgende regels: de oppervlakte van een gebouw bedraagt per zijde van de spoorbaan niet meer dan 100 m²; de hoogte van de passerelle en een bouwwerk, niet zijnde een gebouw, ten behoeve van de passerelle bedraagt ten hoogste 16 meter. 3.2.6 Parkeerplaatsen Voor wat betreft het parkeren, gelden de parkeernormen zoals opgenomen in de bijlage bij dit bestemmingsplan met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd. 3.3 Afwijken van de bouwregels 3.3.1 Parkeernormen Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.6 mits: de parkeerdruk in het openbaar gebied niet onevenredig toeneemt; het voldoen aan de normen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.