7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Hoogte Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.3 onder a. 2 voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarbij de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 m. 7.4.2 Omvang van de hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.2: teneinde de maximumdiepte van hoofdgebouwen te verruimen met ten hoogste 3 m; onder b teneinde de maximum gezamenlijk te bebouwen oppervlak aan bijbehorende bouwwerken op gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak te verhogen tot ten hoogste 75%; met dien verstande dat: daardoor de gebruikswaarde van de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak niet onevenredig wordt geschaad; daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken. 7.4.3 Parkeernormen Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.4 mits: de parkeerdruk in het openbaar gebied niet onevenredig toeneemt; het voldoen aan de normen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of: op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.