Artikel 32 Algemene ontheffingsregels
32.1 Ontheffing Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woon- en milieusituatie, de verkeersveiligheid, de aanwezige waarden, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, en tenzij daardoor belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, ontheffing verlenen van het in dit plan bepaalde: ten aanzien van de plaats van de bebouwingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt; van de in de artikelen 3 tot en met 22 genoemde maten resp. percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%; van enige bestemming van gronden uitsluitend ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, telefooncellen en wachthuisjes, met dien verstande, dat de inhoud per op te richten bouwwerk niet meer dan 50 mû3 zal bedragen en de goothoogte ervan niet meer dan 3 meter zal bedragen; het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van technische installaties, welke verband houden met openbare voorzieningen, zoals de gas- water- en energielevering, riolering en dergelijke, met dien verstande dat de oppervlakte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 250 mû2. en de hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 8 m. van artikel 1.94 voor het gebruik van een woning/wooneenheid ten behoeve van de huisvesting buiten het verband van een huishouding tot maximaal tien personen, op voorwaarde dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: de woning/wooneenheid is groter dan 200 m2; er kunnen voor het in het kader van de ontheffing extra aantal te huisvesten personen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd; daarbij geldt een parkeernorm van þ9þ9n parkeerplaats op eigen terrein per 2 personen; er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan: het algemeen belang dat gediend is met handhaving van de woonregelgeving; het gebruik geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en/of niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk; 32.2 Belangenprocedure bij algemene ontheffing Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 34 in acht te worden genomen.