Artikel 15 Cultuur en ontspanning
15.1 Bestemmingsomschrijving De voor ''Cultuur en ontspanning'' aangewezen gronden zijn bestemd voor: ter plaatse van de aanduiding ''specifieke vorm van cultuur en ontspanning - galerie'' is uitsluitend een galerie toegestaan; ter plaatse van de aanduiding ''specifieke vorm van cultuur en ontspanning - informatiecentrum'' is uitsluitend een informatiecentrum toegestaan; ter plaatse van de aanduiding ''museum'' is uitsluitend een museum toegestaan; maximaal þ9þ9n bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen per bestemmingsvlak; ter plaatse van de aanduiding ''bedrijfswoning uitgesloten'' is in het betreffende bestemmingsvlak geen bedrijfswoning toegestaan; alsmede bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, groen en water. 15.2 Bouwregels 15.2.1 Algemeen Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: hoofd- en bijgebouwen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 15.2.2 Hoofd- en bijgebouwen hoofdgebouwen moeten worden opgericht in het bestemmingsvlak; de inhoud van de bedrijfswoning ten hoogste 750 m3 mag bedragen, met dien verstande dat: de inhoud van de bedrijfswoning Plantagebaan 232 ten hoogste 2000 m3 mag bedragen; er per bedrijfswoning bijgebouwen mogen worden opgericht met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van ten hoogste 5 m en met een maximale oppervlakte van 80 mû2. het maximale bebouwingsoppervlak aan gebouwen en overkappingen (met uitzondering van de bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen) mag per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan per - op het genoemde adres gelegen - bouwvlak: Plantagebaan 231a (informatiecentrum) 900 m2 Plantagebaan 232 (galerie) 1.190 m2 Plantagecentrum 2 (museum) 1.100 m2 voor zover de gebouwen en overkappingen niet in de perceelsgrens worden gebouwd, dient de afstand tot de perceelsgrens ten minste 3.00 m te bedragen; de goot- en / of bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste bedragen: goothoogte 6 m; bouwhoogte 10 m. de afstand van gebouwen tot de as van de rijbaan dient ten minste 15 meter te bedragen; de inhoud van een bouwwerk wordt gemeten vanaf bovenkant begane grondvloer. 15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen: erfafscheidingen: 2.00 m; voor de voorgevelrooilijn: 1.00 m; andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3.00 m. 15.3 Ontheffing van de bouwregels 15.3.1 Afstand bebouwing tot as rijbaan Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 15.2.2 voor het oprichten van bebouwing op minder dan 15 meter uit de as van de rijbaan, mits sprake blijft van voldoende verkeersveiligheid. 15.3.2 Belangenprocedure bij specifieke ontheffingsregels Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 34 in acht te worden genomen. 15.4 Specifieke gebruiksregels 15.4.1 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel. 15.4.2 Aan-huis-gebonden-beroep en kleinschalige beroeps- en bedrijfsactiviteiten Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken voor aan-huis-gebonden-beroep en kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten. 15.4.3 Bijgebouwen als zelfstandige woning en afhankelijke woonruimte Het is niet toegestaan de (vrijstaande) bijgebouwen bij bedrijfswoningen te gebruiken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte. 15.4.4 Bijzondere woonvorm Het is niet toegestaan om gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor bijzondere woonvormen. 15.5 Ontheffing van de gebruiksregels 15.5.1 Mantelzorg Burgemeester en wethouders zijn bevoegd voor wat betreft de woonfunctie om ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 15.4.3 voor het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits: een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg; de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m2; er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken; een en ander met dien verstande dat burgemeester en wethouders de ontheffing intrekken, indien de bij het verlenen van de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. 15.5.2 Aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten Burgemeester en wethouders zijn bevoegd - voor wat betreft de woonfunctie - ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 15.4.2 voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, mits: de woning inclusief bijgebouwen, die voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep nodig is, in overwegende mate de woonfunctie behoudt; het gebruik ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor de directe omgeving oplevert, waarbij in ieder geval geen gebruik mag plaatsvinden dat nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken en als zodanig is opgenomen in Bijlage 1, behorende bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zoals dit van kracht is op het tijdstip van het in ontwerp terinzage leggen van dit bestemmingsplan; het gebruik geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en/ of niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk; het aan-huis-gebonden beroep geen publieksgericht karakter heeft; detailhandel alleen plaatsvindt als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep. 15.5.3 Belangenprocedure bij specifieke ontheffingsregels Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 34 in acht te worden genomen. 15.6 Wijzigingsbevoegdheid 15.6.1 Wonen - 2 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ''Wonen - 2'', indien de bedrijfsactiviteiten ter plaatse zijn beþbindigd, met inachtneming van de volgende voorwaarden: wijziging vindt gelijktijdig plaats met wijziging van de overige gronden naar de bestemming Agrarisch, Agrarisch met waarden - 1, Agrarisch met waarden - 2, Agrarisch met waarden ù6 3 of Agrarisch met waarden ù6 4, waarbij deze worden bestemd overeenkomstig de aangrenzende bestemmingen; het bedrijf ter plaatse dient te zijn beþbindigd; de oppervlakte bijgebouwen bij de woning dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot 80m2, waarbij cultuurhistorisch waardevolle bebouwing gehandhaafd dient te blijven; in afwijking van het bepaalde onder c. mag, ter stimulering van sloop van overtollige bebouwing, bij sloop van voormalige bedrijfsbebouwing de oppervlakte aan bijgebouwen tot een maximum van 200 m2 (inclusief te handhaven cultuurhistorisch waardevolle bebouwing) worden vergroot, met dien verstande dat per 100 m2 vergroting van de toegestane oppervlakte bijgebouwen telkens minimaal 500 m2 legaal opgerichte bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt; er mag, ter stimulering van sloop van overtollige bebouwing, bij sloop van voormalige bedrijfsbebouwing de bestaande inhoud van de woning worden vergroot tot maximaal 850 m3, met dien verstande dat per 50 m3 vergroting van de woning telkens minimaal 500 m2 legaal opgerichte bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven; de regels van Wonen - 2 worden van overeenkomstige toepassing verklaard. 15.6.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 34 in acht te worden genomen.