Artikel 18 Algemene bouwregels
18.2 Rooilijn
-
a. de rooilijn mag niet met gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden overschreden, tenzij het betreft:
-
1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, funderingen, balkons, erkers en entreeportalen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt;
-
2. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt;
-
3. terreinafscheidingen;
-
b. aan- en bijgebouwen bij hoofdgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd.
18.3 Oeververbindingen
Buiten bouwvlakken mogen - zo nodig in afwijking van hoofdstuk 2 - oeververbindingen uitsluitend worden gebouwd met een breedte van:
-
a. ten behoeve van percelen met de bestemmingen Agrarisch - Sierteelt, Agrarisch - Grondgebonden Veehouderij, Agrarisch - Grondgebonden Landbouw en Bedrijf maximaal 4 m en ter plaatse van een landhoofd maximaal 8 m;
-
b. ten behoeve van percelen met de bestemming Agrarisch - Sierteelt, Agrarisch - Grondgebonden Veehouderij en Agrarisch - Grondgebonden Landbouw en voorzien van een agrarisch bouwvlak, maximaal 5 m en ter plaatse van een landhoofd maximaal 10 m;
-
c. overige maximaal 3 m en ter plaatse van een landhoofd maximaal 6 m;
indien zulks plaatsvindt ten behoeve van:
-
1. wegen op gronden met de bestemming Verkeer;
-
2. een doelmatige agrarische bedrijfsvoering van duurzame volwaardige agrarische bedrijven;
-
3. onderhoud/vervanging van reeds aanwezige oeververbindingen.
18.4 Afstand gevoelige objecten ten opzichte van kassen
Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen kassen en gevoelige objecten:
soort objecten
|
aan te houden afstand
|
|
|
indien kassen voor 1 mei 1996 zijn opgericht (met inbegrip van eventuele uitbreidingen)
|
indien kassen na 30 april 1996 zijn opgericht
|
categorie I
|
25 m
|
50 m
|
categorie II
|
10 m
|
25 m
|
18.5 Afstanden van woningen tot wegen
-
a. ingeval van nieuwe woningen ingevolge planwijziging of ontheffing of herbouw van een woning elders op een bouwvlak, mag de afstand van de woning (inclusief aan- en uitbouwen) tot de as van de weg - ter beperking van geluidshinder - in geen geval minder bedragen dan de in de tabel aangegeven afstand;
wegvak
|
afstand 48 dB-contour1)
|
afstand 53 dB-contour1)
|
afstand 58 dB-contour1)
|
Voorweg
|
47 m
|
22 m
|
10 m
|
Middelweg
|
38 m
|
17 m
|
7 m
|
Burgemeester Smitsweg
|
26 m
|
11 m
|
4 m
|
Loeteweg
|
14 m
|
6 m
|
- *
|
Roemer
|
36 m
|
16 m
|
7 m
|
1) Alle waarden met aftrek volgens artikel 110g Wgh.
* Afstand is te klein om te berekenen.
-
b. nieuwe woningen ingevolge planwijziging of ontheffing mogen op een kleinere afstand worden gebouwd dan in artikel a en tabel 1 is aangegeven, indien:
-
1. uit geluidsberekeningen blijkt dat op die afstand aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt voldaan;
-
2. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico vanwege wegen niet wordt overschreden;
-
c. burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel a en de tabel teneinde herbouw van woningen toe te staan op een kleinere afstand, indien:
-
1. uit geluidsberekeningen blijkt dat op die afstand aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt voldaan;
-
2. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico vanwege wegen niet wordt overschreden.
18.6 Minimale afstanden landbouwbedrijven
Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen landbouwbedrijven en gevoelige objecten:
|
inrichting waar landbouwhuisdieren worden gehouden
|
inrichting waar geen landbouwhuisdieren worden gehouden
|
minimumafstand tot objecten categorie I en II
|
100 m
|
50 m
|
minimumafstand tot objecten categorie III, IV en V
|
50 m
|
25 m
|