direct naar inhoud van Artikel 11 Algemene bouwregels
Plan: BSC-terrein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1672.BPBH2010BSCterrein-VG01

Artikel 11 Algemene bouwregels

11.1 Algemene bepalingen m.b.t. ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:

  • a. ondergrondse bouwwerken, welke tevens zichtbaar zijn boven peil, zijn uitsluitend toegestaan binnen de bouwvlakken, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, die ook buiten de bouwvlakken zijn toegestaan;
  • b. ondergrondse bouwwerken, die niet zichtbaar zijn boven peil, zijn ook buiten de bouwvlakken toegestaan;
  • c. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter onder peil, of 10 meter onder peil, onder de voorwaarde dat:
      • de waterhuishouding niet wordt verstoord;
      • geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden;
  • d. bij het berekenen van het maximaal te bebouwen oppervlak, dient het oppervlak van ondergrondse gebouwen meegeteld te worden. Uitzondering hierop vormt het oppervlak van ondergrondse gebouwen welke zich onder de bovengrondse gebouwen bevindt.

11.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,75 m bedraagt. Tot ondergeschikte bouwdelen worden in elk geval gerekend:

  • plinten;
  • pilasters;
  • kozijnen;
  • gevelversieringen;
  • ventilatiekanalen;
  • liftschachten;
  • gevel- en kroonlijsten;
  • luifels;
  • balkons;
  • overstekende daken;
  • dakkapellen, met uitzondering van dakkapellen in het voordakvlak van woningen. Dakkapellen in het voordakvlak van woningen zijn niet toegestaan.