direct naar inhoud van 1.5 Gebiedsontwikkelingsplan Crisis- en herstelwet
Plan: Bestemmingsplan Nuland Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1671.BPKM2011DN000044-01VA

1.5 Gebiedsontwikkelingsplan Crisis- en herstelwet

Op 31 maart 2010 is de Crisis- en herstelwet (hierna: Chw) in werking getreden. Deze wet heeft tot doel procedures te vereenvoudigen, uitvoering van projecten te versnellen en daarmee de werkgelegenheid in de bouw te stimuleren. De wet introduceert aangepaste (procedure)regels voor zogenoemde ontwikkelingsgebieden. Binnen ontwikkelingsgebieden kan creatief om worden gegaan met het spanningsveld dat bestaat tussen ruimtelijke ontwikkelingen enerzijds en de milieuwetgeving anderzijds. De beschikbare milieuruimte kan op grond van de Chw worden herverdeeld door bijvoorbeeld onbenutte ruimte in milieuvergunningen van bedrijven terug te nemen of een bedrijf voor te schrijven voorzieningen tegen milieuhinder te treffen. Daarmee kan ruimte gecreëerd worden voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld het toestaan van nieuwe bedrijven of het mogelijk maken van woningbouw, terwijl dit gelet op de vergunde situatie eigenlijk niet mogelijk is. Bovendien biedt de wet de mogelijkheid om tijdelijk, tijdens de realisatie van het plan, van de vigerende milieunormen af te wijken. Dit heeft tot gevolg dat niet eerst gewacht hoeft te worden tot het vrijmaken van de milieuruimte is gerealiseerd, maar vooruitlopend hierop kan men al starten met de realisatie van de nieuwe ontwikkelingen. Parallel aan het realisatietraject kunnen dan de voorgenomen (milieu)maatregelen getroffen worden, zodat aan het einde van de planperiode weer wordt voldaan aan de geldende milieunormen. In een gebiedsontwikkelingsplan dient te worden vastgelegd welke (milieu)maatregelen genomen zullen worden om aan het einde van de planperiode weer te kunnen voldoen aan de geldende (milieu)normen.

Op 8 oktober 2010 heeft de ministerraad op voorstel van de toenmalige minister Huizinga van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) ingestemd met de tweede tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstwet. In het besluit wordt onder meer het project Nuland Oost aangewezen als ontwikkelingsgebied. De AmvB waarin het project Nuland Oost wordt aangewezen, zal naar verwachting in maart 2011 gepubliceerd worden. Het Besluit van 18 maart 2011 tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, tweede tranche) is inmiddels gepubliceerd en op 13 april 2011 in werking getreden.

Ingevolge artikel 2.3 Chw dient de gemeenteraad een gebiedsontwikkelingsplan op te stellen dat tevens onderdeel uitmaakt van het bestemmingsplan. De gemeente Maasdonk heeft de vereisten die worden gesteld aan het gebiedsontwikkelingsplan in de toelichting van het bestemmingsplan verwerkt, zodat deze ook als zodanig kan worden aangemerkt. Het gebiedsontwikkelingsplan dient als onderdeel van het bestemmingsplan door de gemeenteraad te worden vastgesteld. Op de vaststelling van een gebiedsontwikkelingsplan is de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dit betekent onder meer dat het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken gedurende een periode van 6 weken terinzage worden gelegd en gedurende deze periode kunnen zienswijzen worden ingediend. Deze afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht is eveneens van toepassing op het vaststellen van een bestemmingsplan. Doordat het gebiedsontwikkelingsplan geïntegreerd is in het bestemmingsplan doorlopen beide plannen dezelfde wettelijke procedure en wordt het gebiedsontwikkelingsplan conform de wettelijke vereiste door de gemeenteraad vastgesteld.

Hieronder wordt in het kort ingegaan op de wettelijk vereiste gegevens die ingevolge de Chw in het gebiedontwikkelingsplan moeten zijn verwerkt. Daar waar nodig wordt voor nadere informatie verwezen naar andere onderdelen van de toelichting dan wel naar het exploitatieplan.

Voorgenomen projecten binnen plangebied (artikel 2.3 lid 2 sub a. Chw)

De gemeente Maasdonk wil ten behoeve van het behoud van de leefbaarheid van de kern Nuland ten noorden van het bedrijventerrein De Terp aan de oostzijde van het dorp, maximaal 275 woningen (laten) ontwikkelen. Om dit voornemen planologisch mogelijk te maken, dient het bedrijventerrein (De Terp) ten zuiden van de Industriestraat te worden geherstructureerd. Eén van de onderdelen van dit herstructureringstraject is het wegnemen van de milieucontour van drie op het bedrijventerrein gevestigde grote bedrijven die over het nieuwe woongebied zijn gelegen.

Twee van deze bedrijven zijn in 2010 door de gemeente al aangekocht en hebben een hervestigingslocatie in de regio gevonden. In de afspraken tussen de gemeente en deze bedrijven is onder meer opgenomen dat op 1 januari 2012 deze twee bedrijven zijn verdwenen van het bedrijventerrein De Terp. Hiermee verdwijnen twee van de drie milieucontouren ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) die over het voorgenomen woongebied liggen. Voor het derde bedrijf, het recyclingbedrijf Bowie, is (nog) geen hervestigingslocatie in de regio gevonden. Door de grootte van de milieucontour kan een groot deel van het toekomstige woongebied niet worden ontwikkeld. Daarnaast kan door de aanwezigheid van het bedrijf en de bijbehorende milieuhinder de voorgenomen herstructurering van het bedrijventerrein niet tot ontwikkeling worden gebracht. Voor zowel de herstructurering van het bedrijventerrein als de beoogde woningbouw ten noorden van de Industriestraat is, gelet op de aanwezigheid van een recyclingbedrijf met een grote milieucontour over het plangebied, een optimalisering van de milieugebruiksruimte noodzakelijk.

Voorgenomen maatregelen en werken in het gebied ten behoeve van een goede milieukwaliteit (artikel 2.3 lid 2 sub b. Chw)

In verband met het goede woon- en leefklimaat voor de beoogde woningbouw is het verdwijnen van het bedrijf één van de provinciale voorwaarden om ten noorden van de Industriestraat te mogen ontwikkelen. Daarnaast heeft de provincie het project herstructurering bedrijventerrein De Terp aangeduid als één van de 7 pilotprojecten in Noord-Brabant. Naar aanleiding van deze status is in 2005 de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) tezamen met Brabantse Herstructureringsmaatschappij voor Bedrijventerreinen (BHB) in Maasdonk begonnen met de begeleiding van de gemeente met betrekking tot het herstructureringsproces. Dit heeft geresulteerd in een “Masterplan Herstructurering Bedrijventerrein De Terp te Maasdonk” (hierna: 'Masterplan'). Dit Masterplan is op 9 januari 2007 door de gemeenteraad van Maasdonk aangenomen en dient als uitgangspunt voor de herstructurering van het bedrijventerrein te worden beschouwd. De activiteiten van de BOM/BHB waren in eerste instantie gericht op de onderhandelingen met de drie grote bedrijven inzake de gewenste verplaatsing en verwerving van de gronden en opstallen waaronder ook het vinden van hervestiginglocaties voor deze bedrijven. Deze locaties zijn naar hun aard uitsluitend buiten de gemeente te vinden. De regie van de herstructurering is en blijft echter de primaire verantwoordelijkheid van de gemeente. Vanwege de status als pilotproject in het kader van het oplossen van de NIMBY-problematiek heeft de provincie in de bestuursperiode 2008 - 2011 bovendien besloten voor de verplaatsing van het recyclingbedrijf Bowie via de BHB € 2.000.000,-- in de vorm van een financiële participatie beschikbaar te stellen.

Voorwaarde van de provincie aan het beschikbaar stellen van deze financiële participatie is dat het Nimby-bedrijf voor 31 december 2013 moet zijn verdwenen. Uitgangspunt hierbij is dat de gemeente voor 2 juni 2011 de provincie kan berichten dat deze datum onomkeerbaar haalbaar is. Alle inspanningen van de gemeente en de provincie zijn er dus op gericht om het bedrijf en daarmee de milieucontour voor 31 december 2013 van de locatie te laten verdwijnen. De gemeenteraad heeft door het vaststellen van een eerste exploitatieplan voor de aankoop van het bedrijf op 17 juni 2008 een reëel bedrag beschikbaar gesteld. Dit bedrag is gebaseerd op een onafhankelijke taxatie van het bedrijf en bedrijfsgronden vermeerderd met een schadevergoeding voor de verplaatsing. Met dit raadsbesluit is de aankoop financieel gedekt. Het aankoopbedrag is tevens opgenomen in het exploitatieplan. Desnoods zal de gemeente de Kroon verzoeken om een onteigeningsbesluit te nemen ten einde het bedrijf voor 31 december 2013 te kunnen verwerven. Ook voor deze procedure is geld vrijgemaakt. Het thans in procedure gebrachte bestemmingsplan, waarin de locatie als woon/werkgebied is bestemd, zal daartoe als planologische basis dienen.

Ingevolge de planning kan voor 31 december 2013 de milieucontour worden weggenomen en worden er voldoende maatregelen getroffen, zodat aan het eind van de planperiode van het bestemmingsplan zeker wordt voldaan aan de geldende milieunormen.

Voor de fasering van de woningbouwlocatie is besloten vanaf de noordzijde van het noordelijk plangebied (dus buiten de milieucontour van Bowie) met woningbouw te starten. Na 31 december 2013 kan geleidelijk de woningbouw richting de Industriestraat worden uitgebreid. Door deze fasering juridisch in het bestemmings- en exploitatieplan vast te leggen wordt er een maatregel genomen die de garantie biedt dat, ook voor de datum dat het bedrijf daadwerkelijk moet zijn verdwenen, de beoogde woningbouw met een goede milieukwaliteit kan worden gerealiseerd.

De in het gebied noodzakelijke maatregelen en werken ter compensatie van het beslag op milieugebruiksruimte door de in het gebiedsontwikkelingsplan voorziene ruimtelijke ontwikkeling (artikel 2.3 lid 2 sub c)

Zoals hierboven vermeld verdwijnt het bedrijf Bowie en daarmee de milieuhinder voor 31 december 2013 van de locatie. Eventuele ontwikkeling van woningbouw in het gebied zal, gelet op de fasering buiten de vergunde hindercirkel plaatsvinden. Na het verdwijnen van het bedrijf en de milieucontour zal het overige deel van het project woningbouw worden ontwikkeld. Hierdoor kan een goede milieukwaliteit worden gegarandeerd en zijn er geen maatregelen en werken ter compensatie van het beslag op de milieugebruiksruimte noodzakelijk.

Fasering en koppeling bij de tenuitvoerlegging van de in de onderdelen a, b, c bedoelde projecten, maatregelen en werken (artikel 2.3 lid d)

Gelet op de omvang van het plan zal het plan gefaseerd uitgevoerd worden. Dit geldt zowel voor de uitvoering van werk en werkzaamheden als voor de uitgifte van de gronden. Het plan kent een doorlooptijd van circa 8 jaren.

Het nieuwe woongebied zal in de periode 2013 tot en met 2018 gerealiseerd worden. Alvorens gestart kan worden met de realisatie, dient er eerst een uitwerkingsplan voor de betreffende gronden te zijn vastgesteld door Burgemeester en wethouders. Er zal gestart worden aan de noordzijde en vandaar uit zal het woongebied richting het zuiden verder ontwikkeld worden.

Er is gekozen om aan de noordzijde te starten, omdat over dit gebied geen milieucontour ligt van het bedrijf op het bedrijventerrein. Daarnaast kunnen deze gronden in eerste instantie ontsloten worden via de Zandstraat. Voor de nieuwe hoofdontsluiting van het woongebied dienen eerst nog gronden te worden aangekocht op het bedrijventerrein De Terp, alvorens er gestart kan worden met de aanleg hiervan. Door te starten aan de noordzijde, is er voldoende tijd om gronden aan te kopen en de nieuwe hoofdontsluiting te realiseren. Om te voorkomen dat gronden die nog niet zijn ontsloten op de openbare weg al bebouwd kunnen worden, is in het exploitatieplan een regel opgenomen waaraan getoetst wordt op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten is ingediend.

De herstructurering van het bedrijventerrein en de uitgifte van (nieuwe) bedrijfskavels zal eveneens gefaseerd plaatsvinden in de periode 2011 tot en met 2014.

In het exploitatieplan wordt nader op de fasering ingegaan.

Een raming van de kosten van uitvoering van het gebiedsontwikkelingsplan, een beschrijving van de wijze waarop daarin zal worden voorzien, en een beschrijving van de wijze waarop het bereiken van de met het gebiedontwikkelingsplan beoogde resultaten zal worden nagestreefd; (artikel 2.3 lid e)

Zoals hiervoor aangegeven moet het milieuhinderlijk bedrijf vóór 31 december 2013 verdwijnen. Voor de kosten die hiermee gemoeid en gereserveerd zijn, wordt verwezen naar het exploitatieplan. Bij besluit van 17 juni 2008 heeft de gemeenteraad reeds financiële middelen vrijgemaakt voor de verwerving van het bedrijf met bedrijfsgronden.

De gemeente Maasdonk voert intensief overleg met de eigenaar van het bedrijf ter verwerving ervan. Uitgangspunt is dat vóór 2 juni 2011 onomkeerbaar vaststaat dat het bedrijf voor 31 december 2013 verdwijnt. Indien voor die datum hierover geen duidelijkheid ontstaat, zal de gemeente de Kroon verzoeken een onteigeningsbesluit te nemen. Dit bestemmingsplan zal daarbij als planologische basis dienen. Voor de planning van uitvoering wordt verwezen naar het exploitatieplan.