Plan: | Bedrijventerrein Roerstreek Oost, deelgebied Roerdalen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1669.BPRoerstrOost2012-VG01 |
Beleid
Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt in de richtlijnen voor stationaire bronnen en transportassen. De richtlijnen voor stationaire bronnen zijn vastgelegd in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen en de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen. De richtlijnen voor transport zijn vastgelegd in de Circulaire Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen, het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen en de Regeling Externe Veiligheid Buisleidingen. In de hiervoor genoemde besluiten worden normwaarden gegeven voor twee verschillende typen risico's; het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico geeft inzicht in de jaarlijkse kans op overlijden van een individu op een bepaalde afstand van een risicovolle activiteit. Het plaatsgebonden risico is geheel afhankelijk van de hoeveelheid en de aard van gevaarlijke stoffen en de ongevalfrequentie. De grenswaarde van het plaatsgebonden risico is een kans van één op de miljoen per jaar (10-6 per jaar). Binnen de risicocontour van 10-6 per jaar zijn kwetsbare objecten niet toegestaan. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt een richtwaarde.
Groepsrisico
Het groepsrisico wordt zowel bepaald door de mogelijke ongevallen en de bijbehorende ongeval-frequentie als het aantal aanwezigen in de nabijheid van een eventueel ongeval. Met het groepsrisico wordt aangegeven hoe hoog het totale aantal slachtoffers bij een ongeval kan zijn op basis van de aanwezige mensen. Het groepsrisico wordt getoetst aan de oriëntatiewaarde. Dit is geen harde norm, maar geldt als richtwaarde. Het bevoegd gezag bepaalt zelf of zij een groepsrisico in een bepaalde situatie acceptabel vindt of niet.
Verantwoordingsplicht groepsrisico
De Circulaire Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen geeft aan dat bij overschrijding van de oriëntatiewaarde of bij een toename van het groepsrisico, de verantwoordingsplicht moet worden doorlopen. De officiële tekst uit de Circulaire luidt:
'Over elke overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico of toename van het groepsrisico moet verantwoording worden afgelegd. Het betrokken bestuursorgaan (het bevoegd gezag) moet, al dan niet in verband met de totstandkoming van een besluit, expliciet aangeven hoe de diverse factoren zijn beoordeeld en eventuele in aanmerking komende maatregelen, zijn afgewogen.'
De circulaire wordt vervangen door het Besluit externe veiligheid transport. In het Basisnet wordt voor het vervoer over transportassen een plafond vastgesteld.
In het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen is het volgende opgenomen over de verantwoordingsplicht:
'Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, op grond waarvan de aanleg van een buisleiding of de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object wordt toegelaten, wordt tevens het groepsrisico in het invloedsgebied van de buisleiding verantwoord.'
Tot slot schrijft het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen dat bij elk ruimtelijk besluit binnen het invloedsgebied van het groepsrisico van een stationaire risicobron, de verantwoordingsplicht moet worden doorlopen.
Risicoinventarisatie
In de omgeving van het bedrijventerrein zijn de volgende risicovolle bronnen aanwezig (zie de onderstaande figuur voor de ligging van de objecten). Onderstaand worden de risicobronnen geïnventariseerd. Omdat invloedsgebied van risicobronnen ver kunnen reiken is ook gekeken naar risicobronnen in de omgeving van het plangebied.
Uitsnede Risicokaart (risicokaart.nl)
Transport van gevaarlijke stoffen over de weg
Over de Keulsebaan (N570) vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats (categorie LF1 en LF2). Deze transporten geven een PR10-8 contour. Het plaatsgebonden risico is niet hoger (geen PR10-7 of PR10-6). Omdat er geen PR10-6 contour aanwezig is wordt er geen contour opgenomen op de verbeelding. Het invloedsgebied van brandbare vloeistoffen bedraagt ongeveer 35 meter. De weg is tevens niet opgenomen in de aangewezen wegen in de gewijzigde circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen waarin vooruit wordt gelopen op het Basisnet. Omdat de afstand van het plangebied tot deze weg ruim 400 meter is, geeft deze risicobron geen belemmeringen voor het bestemmingsplan.
Hogedruk aardgastransportleidingen
Aardgasleiding Z-50901 KR-001 van de Gasunie gelegen in de west-zuidzijde van het plangebied. Deze leiding heeft een druk van 40 Bar en vrijwaringszone van 4 meter. De leiding heeft geen risicocontour. Het invloedsgebied van de leiding bedraagt circa 95 meter.
Aardgasleidingen (oostzijde bestemmingsplan). Dit betreft 4 aardgasleidingen van links naar rechts:
De plaatsgebonden risicocontour (10-6) geldt uitsluitend voor de leiding A-520. Binnen deze contour zijn een aantal bedrijfsgebouwen gelegen. Door de Gasunie zijn de knelpunten ten aanzien van het plaatsgebonden risico ten gevolge van de genoemde buisleidingen doorgerekend. Daaruit blijkt dat naast de zogenoemde "strikte begeleiding van werkzaamheden" nadere fysieke bouwkundige en organisatorische maatregelen nodig zijn om het externe veiligheidsrisico verder terug te brengen. De Gasunie en de gemeente zijn momenteel bezig om de knelpunten ten aanzien van het plaatsgebonden risico aan te pakken. In de loop van 2013 zal door de Gasunie een pakket van maatregelen worden voorgesteld om daar voor 1 januari 2014 op grond van de Bevb uitvoering aan te geven.
Aardgastransportleiding Odiliapeel-Schinnen, traject gemeente Roerdalen
Het tracé Odiliapeel – Schinnen begint bij het eindpunt van het tracé Beuningen – Odiliapeel1 en eindigt ten westen van Schinnen. De leiding is een leiding met een 48 inch (120 cm) diameter en het totale traject zal circa 100 km lang worden. Deze gasleiding wordt gebundeld met de bestaande leidingen.
Door Gasunie is een kwantitatieve risicotoetsing voor het tracê Odiliapeel-Schinnen uitgevoerd. De risicostudie is conform de in opdracht van de Nederlandse overheid opgestelde richtlijnen voor kwantitatieve risicoanalyses uitgevoerd met PIPESAFE .
In de berekeningen is gebruik gemaakt van de bevolkingsdatabase van RIVM en de berekeningen zijn uitgevoerd conform de met RIVM overeengekomen en door VROM geaccepteerde rekenmethodologie. Tevens is rekening gehouden met de thans voorziene ruimtelijke ontwikkelingen langs het tracé. Op basis van de circulaire wordt gekeken naar de bebouwings- en toetsingsafstand.
De leidingen zijn tevens getoetst aan het vigerende veiligheidsbeleid dat is vastgelegd in de Circulaire Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen (Ministerie van VROM). In totaal zijn er binnen de toetsingsafstand van het gehele tracé van Odiliapeel naar Schinnen 310 woningen en bedrijven aanwezig. Deze bevinden zich allemaal op meer dan 5 meter van de gasleidingen. Hetgeen gelet op de ligging in relatief dunbevolkt gebied, geen knelpunten oplevert
Gasunie heeft het beleid de leiding zodanig te ontwerpen dat de 10-6 contour van het plaatsgebonden risico voor nieuwe leidingen 'op de leiding' ligt. De aangelegde leiding legt dan ook geen beperkingen op aan de omgeving (anders dan een belemmeringenstrook van 5 meter aan weerzijden van de leiding). Aangezien de leiding buiten het plangebied is gelegen is ook deze niet van toepassing op het onderhavige plangebied.
Inrichtingen
Een ammoniakkoelinstallatie aan de Ringweg kent een PR-6 contour die overeenkomt met de perceelgrens en hiermee buiten het plangebied is gelegen. Tevens heeft de inrichting volgens de Regeling externe veiligheid inrichtingen geen invloedsgebied. De risicobron is niet relevant voor het bestemmingsplan.
Incidenteel zal wel transport van gevaarlijke stoffen plaatsvinden door de inrichting. Het risico van dit incidentele transport is echter zeer klein.
Voor het transportbedrijf Dohmen aan de Stationsweg is van belang het transport van gevaarlijke stoffen voor Akzo. Daartoe is in de periode 2007-2008 een QRA opgesteld. Deze is als bijlage bij de toelichting opgenomen. De conclusie hieruit is als volgt:
Akzo Nobel Functional Chemicals, Eurofrigo en Rockwool
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de bedrijven Akzo Nobel Functional Chemicals, Eurofrigo en Rockwool op respectievelijk een afstand van circa, 700, 500 en ruim 1.000 meter van het plangebied zijn gelegen. Daarmee is het onderhavige bestemmingsplan buiten het invloedsgebied van 450 meter van Akzo Nobel Functional Chemicals gelegen. Ten aanzien van Eurofrigo en Rockwool blijkt uit de risicokaart Limburg dat een QRA voor beide bedrijven niet verplicht en ook niet uitgevoerd is.
Omdat dit een conserverend plan betreft en er geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt zal er geen toename zijn van het groepsrisico. Daarom is gekozen om een beknopte verantwoording van het groepsrisico door te lopen. Deze beschrijving van de verantwoordingsplicht is opgenomen in de onderstaande paragraaf. Waar PR 10-6 contouren aanwezig zijn worden deze op de verbeelding overgenomen.
Gelet op de beschouwing van de risicobronnen richt de verantwoording zich enkel op de hogedruk aardgasleiding. Het plangebied ligt niet in het invloedsgebied van andere risicobronnen.
Verschillende stappen
Voor de vaststelling van het bestemmingsplan moeten de stappen van de verantwoordingsplicht groepsrisico worden doorlopen. Het bestemmingsplan is conserverend van aard en richt zich op het behoud van de al gerealiseerde functies. De verantwoording heeft daardoor een ander karakter dan bij de realisatie van nieuwe functies of de uitbreiding van bestaande functies.
Personendichtheid in invloedsgebied
De risicobronnen zijn gelegen in en nabij het bedrijventerrein. Het heeft een middelhoge bebouwingsdichtheid en is ingevuld met gemengde functies. Het aantal personen op het bedrijventerrein neemt op basis van deze actualisatie van het bestemmingsplan niet toe.
Mogelijkheden voor hulpverlening
Voor de beschouwing van de mogelijkheden voor hulpverlening is een onderscheid gemaakt tussen de bereikbaarheid van het plangebied, in het plangebied en de bereikbaarheid van de risicobron.
De bereikbaarheid van het plangebied is voldoende en zal niet wijzigen naar aanleiding van dit bestemmingsplan. De bereikbaarheid rondom de risicobron moet ook tweezijdig zijn. Dit is voornamelijk voor de ontvluchting van de personen in dat gebied. De vluchtwegen dienen een andere route aanrijdroute voor brandweervoertuigen. In de huidige situatie zijn er voldoende vluchtwegen voorhanden zonder dat de hulpdiensten worden gehinderd.
De bereikbaarheid van de risicobron is voor de bronbestrijding essentieel. Zonder deze bereikbaarheid kan de brandweer niet optreden bij een risicobron. Deze is voldoende en zal niet veranderen naar aanleiding van dit bestemmingsplan.
Mogelijkheden voor zelfredzaamheid van aanwezigen
Het succes van de zelfredzaamheid hangt af van twee aspecten:
In het plangebied bevinden zich vooral zelfredzame personen. Het gebied is verder goed omsloten (vluchtwegen) en er zijn voldoende objecten aanwezig om te schuilen.
Mogelijke risicoverlagende maatregelen
Het treffen van bronmaatregelen is beperkt, het betreft immers een bestaande situatie en de risicobron is in particulier eigendom.
Brandweeradvisering en verantwoording
Het brandweeradvies maakt onderdeel uit van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico. Voor de verantwoording worden daarnaast nut en noodzaak en overige belangen afgewogen. De brandweer hanteert voor het advies een effectbenadering waarbij zij ervan uitgaat dat een calamiteit plaatsvindt.
Dit bestemmingsplan zal in het kader van het vooroverleg (artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening) worden voorgelegd aan de brandweer.
De brandweer heeft in een brief d.d. 2 mei 2012, met kenmerk RD/2012-3234 laten weten dat er aangezien er sprake is van een actualisatie van het bestemmingsplan, geen noodzaak bestaat tot het uitbrengen van advies zoals bedoeld in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen.