direct naar inhoud van Artikel 14 Tuin
Plan: Kernen Roerdalen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1669.BPKERNEN2012-OH02

Artikel 14 Tuin

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'terras', een terras;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden', ter bescherming en behoud van de aanwezige waardevolle steilrand;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. paden en wegen.

14.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Op de voor Tuin aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 1,2 meter, met dien verstande dat:

  • a. een erker aan de voor- of zijgevel van een hoofdgebouw is toegestaan, onder voorwaarde dat:
    • 1. de diepte, gemeten uit de betreffende gevel(s) van het hoofdgebouw, niet meer dan 1,5 m bedraagt;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte van de erker(s) bij elke woning niet meer dan 6 m² bedraagt;
    • 3. een erker niet meer dan 1 bouwlaag heeft;
    • 4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan de erker wordt aangebouwd;
  • b. overkapping boven de voordeur is toegestaan, onder voorwaarde dat:
    • 1. de breedte maximaal 120% bedraagt van de breedte van de entreepartij;
    • 2. de horizontale diepte niet meer dan 1.50 meter bedraagt, gemeten uit de voorgevel van het gebouw waaraan wordt aangebouwd;
    • 3. het om een open constructie zonder zijwanden gaat;
    • 4. de bouwhoogte niet meer dan 3 meter bedraagt.
  • c. per woning maximaal 1 vlaggenmast is toegestaan met een hoogte van maximaal 8 meter.

14.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2 van deze regels:

14.3.1 Eén bijbehorend bouwwerk

voor het oprichten van één bijgebouw op de voor 'Tuin' aangewezen gronden, onder voorwaarde dat:

  • a. het oppervlak van het bijbehorend bouwwerk voor zover gelegen binnen de bestemming 'tuin' maximaal 20 m² bedraagt;
  • b. een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit is gewaarborgd;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de afstand van het bijbehorende bouwwerk tot de aan de weg gelegen zijde van de bestemmingsgrens, mede in verband met de verkeersveiligheid, ten minste 1,50 meter bedraagt.

14.3.2 Erfafscheidingen op hoekpercelen

voor het oprichten van een erfafscheiding vóór maximaal een van de voorgevelrooilijnen op hoekpercelen, onder voorwaarde dat:

  • a. de maximale hoogte 2 meter bedraagt;
  • b. een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit is gewaarborgd;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de verkeersveiligheid, in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken op hoeken van wegen, is gewaarborgd.

14.3.3 Een pergola

voor het oprichten van een pergola op de voor 'Tuin' aangewezen gronden, onder voorwaarde dat:

  • a. de maximale hoogte 3 meter bedraagt;
  • b. een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit is gewaarborgd;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de verkeersveiligheid, in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken op hoeken van wegen, is gewaarborgd.

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.4.1 Verbod

Het is verboden om zonder of in afwijking van een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' de waardevolle steilrand ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' af te graven, te verlagen, te egaliseren of op te hogen.

14.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 14.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en gebouwen;
  • b. noodzakelijk zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor de aanvraag tot omgevingsvergunning is gehonoreerd;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

14.4.3 Voorwaarden

De in lid 14.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:

  • a. de werken en/of werkzaamheden nodig zijn voor de realisering of handhaving van de aan de gronden gegeven bestemming, functies of waarden;
  • b. door die werken en/of werkzaamheden de karakteristieke laanstructuur en steilrand niet onevenredig worden aangetast;
  • c. door die werken en/of werkzaamheden de mogelijkheden voor het behoud, de versterking of herstel van de te beschermen waarden niet in onevenredige mate worden aangetast of verkleind.

14.5 Wijzigingsbevoegdheid
14.5.1 wro-zone - wijzigingsgebied 8

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 8' kunnen burgemeester en wethouders de bestemming wijzigen in die zin dat per wijzigingsgebied maximaal de bouw van 1 vrijstaande woning wordt mogelijk gemaakt, onder voorwaarde dat:

  • a. na wijziging de bouw- en gebruiksregels uit 17.2 t/m 17.6 van toepassing zijn, met dien verstande dat de maximale goot- en bouwhoogte respectievelijk 5 en 7 meter mag bedragen;
  • b. het plan voorziet in voldoende parkeervoorzieningen.